Subsidieregeling Covid-19 Noodsteun Cultuur 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

• 1.

  De definities uit artikel 1 van de ASV Eindhoven zijn op deze subsidieregeling van toepassing.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid wordt in deze regeling verstaan onder:

  • a.

    amateurkunstvereniging: vereniging van amateurs die kunst en cultuur beoefenen in hun vrije tijd;

  • b.

    cultureel aanbod: podiumkunsten, film, beeldende kunst, letteren, erfgoed, design en alle hybride vormen daartussen;

  • c.

    privaat gefinancierde culturele organisatie: een onderneming in de vorm van een rechtspersoon, al dan niet met winstoogmerk, die cultureel aanbod produceert en/of presenteert en daarbij niet structureel afhankelijk is van overheidssubsidie (gemeente, provincie, rijk, rijkfondsen en overig);

  • d.

    individuele maker: natuurlijk persoon die beroepsmatig en professioneel artistiek-inhoudelijk actief is in het creëren van cultureel aanbod of professioneel educatief aanbod voor uitingen van kunst en cultuur;

  • e.

    materiele exploitatiekosten: alle exploitatiekosten behalve de personeelskosten.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in de artikelen 8, 15 en 21 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd om bij te dragen aan de continuïteit van het culturele ecosysteem in Eindhoven ten tijden van de Covid-19 crisis in 2021, door zowel privaat gefinancierde culturele organisaties als individuele makers te ondersteunen bij het in stand houden van hun onderneming/beroepspraktijk en daarnaast privaat gefinancierde culturele organisaties te stimuleren om activiteiten te blijven ontplooien.

Artikel 4 Aanvraag

• 1.

  In afwijking van artikel 7 van de ASV Eindhoven kan een subsidie aanvraag worden ingediend vanaf de datum van inwerkingtreding van deze subsidieregeling tot en met 1 oktober 2021 17:00 uur.

• 2.

  Het college kan een format vaststellen ten behoeve van de aanvraag.

Artikel 5 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9 ASV weigert het college subsidie in ieder geval indien:

• a.

  de subsidieaanvrager een dochteronderneming in een holding betreft;

• b.

  het eigen vermogen en de solvabiliteit ruimschoots voldoende zijn om de opgevoerde kosten te dragen;

• c.

  de subsidieaanvrager een exploitatiesubsidie ontvangt op basis van hoofdstuk 2, 3, 4, of 7 van de Subsidieverordening Cultuur Eindhoven 2021-2024;

• d.

  het een amateurkunstvereniging betreft;

• e.

  de rechtspersoon is opgericht na 1 maart 2020, of het een rechtspersoon in oprichting betreft;

• f.

  eerder subsidie op basis van hetzelfde hoofdstuk van deze regeling is verstrekt aan de aanvrager;

• g.

  een aanvrager op 31 december 2019 in financiële moeilijkheden verkeerde in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening of aan een aanvrager ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie van de Europese Unie waarbij overheidssteun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

Artikel 6 Subsidieplafond

• 1.

  Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze subsidieregeling bedraagt in totaal € 1.500.000,- en is opgedeeld in 3 deelplafonds:

  • a.

    het deelplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 8 bedraagt maximaal € 500.000,-

  • b.

    het deelplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 15 bedraagt maximaal € 750.000,-

  • c.

    het deelplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 21 bedraagt maximaal € 250.000,-

• 2.

  Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen, totdat de deelplafonds zijn bereikt.

• 3.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

• 4.

  Het college kan in het geval een deelplafond niet is uitgeput, besluiten de middelen toe te voegen aan een ander deelplafond binnen deze regeling.

Artikel 7 Beslistermijn

• 1.

  In afwijking van artikel 8, tweede lid, van de ASV Eindhoven beslist het college uiterlijk binnen 6 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

• 2.

  Het college kan de beslistermijn met ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 8 Activiteiten

Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt als tegemoetkoming voor de materiele exploitatiekosten van de subsidieaanvrager voortvloeiend uit de reguliere activiteiten en de daaraan gekoppelde bedrijfsvoering.

Artikel 9 Subsidieaanvrager

• 1.

  Voor subsidie als bedoeld in artikel 8 komt in aanmerking een privaatrechtelijke rechtspersoon die voor 1 maart 2020 aantoonbaar hoofdzakelijk actief is geweest in het creëren van cultureel aanbod.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid is vereist dat de aanvrager is gevestigd in Eindhoven.

Artikel 10 Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 8 wordt voldaan aan de volgende vereisten:

• a.

  de hoofdactiviteit van de organisatie is het maken of presenteren van cultureel aanbod; en

• b.

  er wordt aangetoond dat hetzelfde type activiteiten minimaal sinds 2019 worden ontplooid; en

• c.

  vóór 2020 heeft de organisatie bewezen kostendekkend gefunctioneerd met een sluitende exploitatie; en

• d.

  er is voor zover mogelijk gebruik gemaakt van NOW en TVL; en

• e.

  de aanvrager heeft aantoonbaar werkzaamheden verricht om de gevolgen van de crisis in verband met het coronavirus zelf op te vangen, te verminderen of de financiële positie te verbeteren;

• f.

  de subsidieaanvrager vervult aantoonbaar belangwekkende functie voor het Eindhovense culturele ecosysteem, hiervan is in ieder geval sprake indien:

  • i.

    de organisatie voor 1 maart 2020 op reguliere basis overwegend een voor publiek toegankelijk cultureel aanbod of professioneel educatief aanbod voor uitingen van kunst en cultuur heeft gerealiseerd in Eindhoven; en

  • ii.

    het wegvallen van de activiteiten van de organisatie tot gevolg heeft dat niet binnen een redelijke termijn gezorgd kan worden voor een vervanging of herstel van dit aanbod in Eindhoven.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

• 1.

  1.Voor subsidie als bedoeld in artikel 8 komen in aanmerking aantoonbaar noodzakelijke materiele exploitatiekosten zoals huisvestingslasten, verbruiksmaterialen en inhuur derden, die in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 zijn gemaakt of worden gemaakt op grond van verplichtingen die zijn aangegaan en die noodzakelijk zijn om de continuïteit van de organisatie op minimaal niveau te borgen.

• 2.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  • a.

    personeelslasten; en

  • b.

    kosten voor het ontplooien van nieuwe culturele activiteiten.

Artikel 12 Subsidiehoogte

• 1.

  De hoogte van de te verlenen subsidie wordt gebaseerd op een beoordeling van de gegevens, zoals opgenomen in artikel 13, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 en 11.

• 2.

  2.Indien bij verlening van het bedrag dat is berekend op basis van artikel 10 en 11 de continuïteit van aanvrager niet in het geding is, kan de te verstrekken subsidie naar beneden worden bijgesteld.

Artikel 13 Aanvraag en behandeling

• 1.

  De aanvraag wordt ingediend via het online subsidiesysteem van stichting Cultuur Eindhoven.

• 2.

  In afwijking van artikel 6, tweede lid, gaat een subsidieaanvraag naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb vergezeld van:

  • a.

    een toelichting op de door aanvrager bij het rijk en de gemeente ingediende verzoeken om generieke steun (NOW, TVL) of toelichting waarom de aanvrager daar niet voor in aanmerking komt; en

  • b.

    een recente kopie van een bankafschrift, waar in ieder geval de tenaamstelling en het rekeningnummer duidelijk op te zien zijn; en

  • c.

    een uittreksel van de kamer van koophandel van maximaal 1 jaar oud; en

  • d.

    een inhoudelijk jaarverslag of, indien deze niet beschikbaar is, programmaboekjes, speellijsten, expositielijst, website of andere documentatie van eerder gerealiseerde activiteiten; en

  • e.

    een jaarrekening 2019 bestaande uit een balans en exploitatierekening; en

  • f.

    een balanspositie per 31 december 2020 blijkend uit de jaarrekening of middels betrouwbaar bewijs uit de administratie; en

  • g.

    een overzicht in de vorm van een totale exploitatiebegroting voor 2021 of alleen voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd; en

  • h.

    een toelichting op de door de subsidieaanvrager zelf getroffen en te treffen maatregelen om de gevolgen van de crisis zelf op te vangen, bijvoorbeeld door kosten te besparen; en

  • i.

    een door een volgens het uittreksel van de kamer van koophandel bevoegd persoon die de aanvrager mag vertegenwoordigen, ondertekend aanvraag voorblad met naam organisatie, naam tekenbevoegde, adres, woonplaats, e-mailadres, telefoonnummer.

Artikel 14 Verantwoording en vaststelling

• 1.

  Subsidies tot en met € 5.000,- worden direct vastgesteld.

• 2.

  Subsidie voor kosten die bij de aanvraag al bewezen zijn gemaakt wordt direct vastgesteld.

Artikel 15 Activiteiten

Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt als tegemoetkoming voor de materiele exploitatiekosten van de subsidieaanvrager en de daaruit voortvloeiende activiteiten.

Artikel 16 Subsidieaanvrager

• 1.

  Voor subsidie als bedoeld in artikel 15 komt in aanmerking een individuele maker die voor 1 maart 2020 aantoonbaar als hoofdactiviteit professioneel actief is geweest in het maken of presenteren van cultureel aanbod of professioneel educatief aanbod voor uitingen van kunst en cultuur.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid is vereist dat de aanvrager gevestigd of zelfstandig werkzaam in Eindhoven is.

Artikel 17 Subsidiabele kosten

• 1.

  1.Voor subsidie komen in aanmerking (gerealiseerde) noodzakelijke kosten voor beroepspraktijk zoals huur atelier/praktijk/ presentatieruimte, huisvestingslasten, verbruiksmaterialen, scholingskosten, lidmaatschappen die zijn gemaakt of op grond van aangegane verplichtingen worden gemaakt in de periode 1 januari 2021 t/m 30 juni 2021.

• 2.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten die niet redelijk en aannemelijk bij de uitvoering van de beroepspraktijk horen.

Artikel 18 Subsidiehoogte

De maximaal te verlenen subsidie per aanvraag is € 7.500 euro.

Artikel 19 Aanvraag en behandeling

• 1.

  De aanvraag wordt ingediend via het online subsidiesysteem van stichting Cultuur Eindhoven.

• 2.

  In afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV Eindhoven gaat een subsidieaanvraag naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb vergezeld van:

  • a.

    bewijsmateriaal over een professionele beroepspraktijk zoals cv, programmaboekjes, speellijsten; en

  • b.

    een overzicht en schriftelijke onderbouwing van de aantoonbaar noodzakelijke kosten voor beroepspraktijk waarvoor subsidie wordt aangevraagd; en

  • c.

    een ondertekend aanvraag voorblad met naam, adres woonplaats, e-mailadres, telefoonnummer; en

  • d.

    een toelichting op de door aanvrager bij het rijk en de gemeente ingediende verzoeken om generieke steun (TOZO of TONK) of toelichting waarom de aanvrager daar niet voor in aanmerking komt; en

  • e.

    een recente kopie van een bankafschrift, waar in ieder geval de tenaamstelling en het rekeningnummer duidelijk op te zien zijn.

Artikel 20 Betaling en bevoorschotting

Subsidie voor kosten die bij de aanvraag al bewezen zijn gemaakt, wordt direct vastgesteld.

Artikel 21 Activiteiten

Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt als garantie voor culturele publieksactiviteiten die binnen Eindhoven worden gerealiseerd.

Artikel 22 Subsidieaanvrager

• 1.

  Voor subsidie als bedoeld in artikel 21 komt een privaat gefinancierde culturele organisatie die voor 1 maart 2020 aantoonbaar actief is geweest in het creëren van cultureel aanbod.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid is vereist dat de aanvrager is gevestigd in Eindhoven.

Artikel 23 Subsidievereisten

• 1.

  Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 21 wordt voldaan aan het vereiste dat de subsidieaanvrager een aantoonbaar belangwekkende functie voor het Eindhovense culturele ecosysteem vervult, hiervan is in ieder geval sprake indien:

  • a.

    de organisatie voor 1 maart 2020 op reguliere basis overwegend een voor publiek toegankelijk cultureel aanbod of professioneel educatief aanbod voor uitingen van kunst en cultuur heeft gerealiseerd in Eindhoven;

  • b.

    en het wegvallen van de activiteiten van de organisatie tot gevolg heeft dat niet binnen een redelijke termijn gezorgd kan worden voor een vervanging of herstel van dit aanbod in Eindhoven.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid geldt dat er onvoldoende eigen vermogen is om de activiteiten te kunnen ontplooien waarbij geldt dat het deel van het eigen vermogen dat hoger is dan 10% van de totale baten in 2019, wordt ingezet.

Artikel 24 Subsidiehoogte

• 1.

  De hoogte van de te verlenen subsidie wordt gebaseerd op een beoordeling van de gegevens, zoals opgenomen in artikel 25, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 23, waarbij de subsidie maximaal 80% van de verwachte kosten van een activiteit of serie activiteiten bedraagt.

• 2.

  De maximaal te verlenen subsidie per subsidieaanvrager bedraagt € 30.000,-

• 3.

  Niet voor subsidie komen in aanmerking doorberekende vaste lasten van de organisatie.

Artikel 25 Aanvraag en behandeling

• 1.

  De aanvraag wordt ingediend via het online subsidiesysteem van stichting Cultuur Eindhoven.

• 2.

  In afwijking van artikel 6, tweede lid, gaat een subsidieaanvraag naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb vergezeld van:

  • a.

    een recente kopie van een bankafschrift, waar in ieder geval de tenaamstelling en het rekeningnummer duidelijk op te zien zijn; en

  • b.

    een uittreksel van de kamer van koophandel van maximaal 1 jaar oud; en

  • c.

    documenten waaruit blijkt dat er culturele activiteiten in 2019 hebben plaatsgevonden, zoals de website of programmaboekjes; en

  • d.

    balanspositie per 31 december 2020 blijkend uit de jaarrekening of middels betrouwbaar bewijs uit de administratie; en

  • e.

    een begroting volgens het vastgestelde format met overzicht van verwachte kosten en inkomsten voor de te realiseren activiteit met een duidelijke onderbouwing en inschatting van de risico’s; en

  • f.

    een beknopt activiteitenplan waarin de activiteiten, het beoogde publiek en de functie van de subsidieaanvrager binnen het Eindhovens culturele ecosysteem wordt beschreven.

Artikel 26 Aanvullende weigeringsgrond

In aanvulling op artikel 5 wordt een subsidie als bedoeld in artikel 21 geweigerd indien:

• a.

  de aanvrager reeds voor dezelfde activiteiten een projectsubsidie of snelgeldsubsidie op basis van de Subsidieverordening Cultuur Eindhoven 2021-2024 is verstrekt.

• b.

  het een gratis toegankelijke activiteit betreft.

Artikel 27 Verantwoording en vaststelling

• 1.

  Subsidies tot en met € 5.000,- worden direct vastgesteld.

• 2.

  In afwijking van artikel 16 van de ASV dient de subsidieontvanger bij subsidies vanaf 5.000,- en tot en met 30.000 binnen 8 weken na afloop van de activiteiten een aanvraag voor vaststelling in bij het college.

• 3.

  De aanvraag tot vaststelling zoals bedoeld in het tweede lid bevat een financieel verslag met toelichting op het resultaat c.q. tekort.

Artikel 28 Inwerkingtreding en duur regeling

• 1.

  Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van deze regeling in het Gemeenteblad.

• 2.

  Deze subsidieregeling vervalt op het moment dat alle subsidies vastgesteld zijn.

• 3.

  Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Covid-19 noodsteun Cultuur 2021.