Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de participatie van minimakinderen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de participatie van minimakinderen
CiteertitelBeleidsregels Participatie minimakinderen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Participatie minimakinderen vastgesteld bij besluit van B&W van 6 augustus 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-201901-01-201913-02-2021nieuwe regeling

29-01-2019

Gemeenteblad 2019, 33031

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de participatie van minimakinderen

 

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

 

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 29 januari 2019 hebben besloten:

 

  • 1.

    In te stemmen met de wijzigingen in de Beleidsregels Participatie minimakinderen, dit betreft de leeftijd van het kind in de begripsomschrijvingen. Naar aanleiding van het B&W besluit van 11september 2018 is de leeftijd voor voorschoolse educatie verlaagd van 2,5 naar 2 jaar.

  • 2.

    In te stemmen met de wijzigingen in de Beleidsregels Regeling Tegemoetkoming kosten openbaarvervoer voor mantelzorgers, het betreft het verlengen van de aanvraagperiode tot en met 31december 2019. Dit naar aanleiding van een evaluatie van de regeling waaruit blijkt dat de regeling bijdraagt aan een belangrijke doelstelling om financiële belemmeringen om mantelzorg te verlenen(deels) weg te nemen.

  • 3.

    Vast te stellen de vernieuwde beleidsregels:

    • a.

      Participatie minimakinderen

    • b.

      Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

  • 4.

    In te trekken de oude beleidsregels:

    • a.

      Participatie minimakinderen vastgesteld bij besluit van B&W van 6 augustus 2018,Gemeenteblad, nummer 169587;

    • b.

      Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers vastgesteld bij besluit van B&W van 4 april 2017.

  • 5.

    Te bepalen dat de besluiten onder 3 en 4 worden gepubliceerd in het Gemeenteblad, op de dag na publicatie in werking treden en terug werken tot 1 januari 2019.

Beleidsregels Participatie minimakinderen

 

Het betreft hier beleidsregels voor de volgende onderdelen:

Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding, PC-voorziening en Kindbonnen .

Deze maken deel uit van het Kindpakket van de gemeente Amsterdam.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a)

      Aanvraagperiode: een periode die jaarlijks door het college wordt vastgesteld.

    • b).

      Aanvrager: de ouder(s) of verzorger(s) van een tot de doelgroep behorend kind;

    • c)

      College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam;

    • d)

      Fiscaal inkomen: het brutoloon met daarbij gerekend belaste vergoedingen;

    • e)

      IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • f)

      Kind: het kind of stiefkind of pleegkind tot 18 jaar dat op moment van aanvraag op hetzelfde adres woont als de aanvrager en waarvoor kinderbijslag wordt ontvangen zoals bedoeld inde Algemene Kinderbijslagwet, of zal worden ontvangen vanaf het eerstvolgende kwartaal of waarvoor een pleegkindvergoeding wordt ontvangen;

    • g)

      Scholier: het kind van de aanvrager in de leeftijd van 2 jaar of ouder dat voor het schooljaar of een deel daarvan is ingeschreven, of naar verwachting zal zijn ingeschreven, op een(Voor)school en op 30 september van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeftde leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

    • h)

      Peildatum: 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag;

    • i)

      Verstrekkingsjaar: het jaar waarop de vergoeding of voorziening betrekking heeft;

    • j)

      PC-vaardigheidsbewijs: een op schrift gestelde verklaring over bewezen vaardigheden in het bedienen van, en het werken met een PC-voorziening, afgegeven door een door het college aangewezen organisatie;

    • k)

      Referte-jaar: het laatste volledige kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag:

    • l)

      Schooladres: het adres van het schoolgebouw waar de scholier het merendeel van zijn opleiding volgt;

    • m)

      Schooljaar: een periode van 12 maanden zoals jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschap (OCW) wordt vastgesteld;

    • n)

      Woonadres: het adres in de gemeente Amsterdam waar de aanvrager en scholier op de datum van aanvraag staan ingeschreven in de Basis Registratie Personen (BRP);

    • o)

      Zone: geografisch afgebakend gebied zoals bepaald in het Besluit personenvervoer 2000.

    • p)

      Voorschool: de Voorschool is een opvangvoorziening waar kinderen tussen 2 en 4 jaars pelend leren.

  • 2.

    Voor zover begrippen niet in lid 1 zijn gedefinieerd, worden zij in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2 Juridische grondslag

Het College kent een Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding en PC-voorziening toe op grond van artikel 35 van de Participatiewet aan aanvragers ten behoeve van Scholieren indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregels. Het College kent Kindbonnen toe op grond van artikel108 van de Gemeentewet aan aanvragers ten behoeve van kinderen indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregels.

Artikel 3 Omschrijving Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding, PC-voorziening en Kindbonnen

  • 3.1.

    De Scholierenvergoeding houdt in:

    • a)

      een door het College noodzakelijk geachte vergoeding voor kosten verbonden aan de Voorschool, of voor kosten in een Schooljaar die verbonden zijn aan de deelname aan onderwijs, cultuur en sport;

    • b)

      een vergoeding per Scholier bij deelname aan het voortgezet onderwijs en bij deelname aan het basis onderwijs of Voorschool,

  • 3.2

    De Reiskostenvergoeding houdt in:

    • a)

      een door het College noodzakelijk geachte vergoeding voor reiskosten in een Schooljaar, ten behoeve van Scholieren bij deelname aan het voortgezet onderwijs;

  • 3.3

    De PC-voorziening houdt in:

    • 1.

      Voor de Scholier die naar verwachting in het Verstrekkingsjaar de overstap zal maken van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs, of deze overstap al heeft gemaakt en niet eerder een PC-voorziening heeft ontvangen:

      • a)

        een draagbare computer, verstrekt door een door het College aangewezen organisatie;

      • b)

        een eenmalige vergoeding als tegemoetkoming voor een eenjarig internetabonnement;

      • c)

        een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het College aangewezenorganisatie.

    • 2.

      Voor de Scholier in het basisonderwijs die op de aanvraagdatum de leeftijd van 10,11 of 12jaar heeft:

      • a)

        een eenmalige bon voor de aanschaf van een device (tablet, laptop, etc.) naar eigenkeuze uit aanbod van een aanbieder waarmee de gemeente een overeenkomst heeftafgesloten;

      • b)

        een cursus voor een PC-vaardigheidsbewijs bij een door het college aangewezenorganisatie.

  • 3.4

    De Kindbonnen houden in: een tegoed voor de aanschaf van kleding of speelgoed bij een jaarlijks door het college te bepalen instelling.

Artikel 4 Voorwaarden voor verstrekking

Om in aanmerking te komen dient de Aanvrager:

  • a)

    op de datum van de aanvraag met een kind op hetzelfde Woonadres te staan ingeschreven;

  • b)

    op de datum van de aanvraag te beschikken over een burgerservicenummer (BSN);

  • c)

    op de Peildatum, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, niet overeen vermogen te hebben beschikt dat hoger was dan het op de peildatum geldende bedrag ingevolge artikel 34 lid 3 Participatiewet en

  • d)

    over het refertejaar, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, overeen minimuminkomen te beschikken genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels.

Artikel 5 Aanvullende voorwaarden

  • 5.1

    De Reiskostenvergoeding wordt verstrekt ten behoeve van de Scholier aan het voortgezet onderwijs die aantoonbaar reiskosten maakt in verband met het onderwijs.

  • Deze reiskosten zijn aanwezig omdat de scholier ten minste drie zones met het openbaar vervoermoet reizen vanaf het Woonadres om het schoolgebouw te bereiken. Hierbij wordt uitgegaan van de kortste afstand tussen de dichtstbijzijnde haltes bij het Woon- en het Schooladres.

  • 5.2

    Voorafgaand aan de uitlevering van de PC of de uitreiking van de bon voor de aanschaf van een device, dient de aanvrager een PC-vaardigheidsbewijs van het betreffende Kind aan het College te hebben overgelegd.

  • 5.3

    Om in aanmerking te komen voor de Kindbonnen dient het Kind te beschikken over een geldige Stadspas.

Artikel 6 Inkomensbepalingen

  • 6.1

    Voor het bepalen van de hoogte van het inkomen worden op de Peildatum de volgende doelgroepen onderscheiden:

    • a)

      de alleenstaande ouder met een kind jonger dan 18 jaar;

    • b)

      de gehuwden met een kind jonger dan 18 jaar.

  • 6.2

    Onder een minimuminkomen wordt verstaan:

    • a)

      een fiscaal gezinsinkomen, dat minder dan, of gelijk is aan, 120% van de afhankelijk van de gezinssituatie van toepassing zijnde bruto IOAW jaarnorm of

    • b)

      120% van de AOW norm voor personen van de pensioen gerechtigde leeftijd, of

    • c)

      een fiscaal gezinsinkomen dat hoger is dan 120% van die normen, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.

  • 6.3

    In het refertejaar zijn 2 toetsinkomens van toepassing:

    • a)

      voor huishoudens onder de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel 6, het tweede lid onder a of c.

    • b)

      voor huishoudens met de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel6, tweede lid onder b of c. Voor gezinnen waarvan de ene partner op datum aanvraag de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, maar de andere nog niet, zal het hoogste toetsinkomen worden toegepast.

  • 6.4

    Indien door wijziging in de gezinssituatie ten aanzien van de aanvrager in de loop van het refertejaartwee of meer minimuminkomensniveaus van toepassing zijn, stelt het college naar evenredigheid een individueel minimuminkomensniveau vast.

  • 6.5

    Indien over een refertejaar of een deel daarvan, een inkomenstoets en vermogenstoets in het kader van een gemeentelijke regeling heeft plaatsgevonden en daarbij is vastgesteld dat het inkomen niet hoger is dan het relevante toetsbedrag, wordt het inkomen en het vermogen over het refertejaar of een deel daarvan, niet opnieuw getoetst.

  • 6.6

    Het inkomensniveau in het jaar voorafgaand aan het refertejaar is van toepassing indien de gegevens over het refertejaar redelijkerwijs niet beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor het vermogensniveau op de peildatum.

Artikel 7 Uitsluitingsbepalingen

  • 7.1

    Geen Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding en PC-voorziening worden verstrekt ten behoeve van een Kind dat de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt, tenzij het Kind niet werkt maar een onbetaalde stage volgt.

  • 7.2

    Geen Reiskostenvergoeding ingevolge deze beleidsregels wordt toegekend indien de Scholieraanspraak maakt of kan maken op een voorziening krachtens een gemeentelijke regeling of een andere voorliggende voorziening.

  • 7.3

    Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan het gezin waartoe de scholier behoort als volgens deze regeling of voorgaande Amsterdamse gemeentelijke regelingen al een PC-voorziening is verstrekt in de 4 schooljaren voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 7.4

    Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan het gezin waartoe de scholier behoort als een PC-voorziening is verstrekt op het basisonderwijs in het jaar voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Eerst in het schooljaar volgend op het schooljaar waarop de aanvraagbetrekking heeft kan aan het gezin waartoe de scholier behoort een PC-voorziening worden verstrekt, mits 7.3 niet van toepassing is.

  • 7.5

    Geen PC-voorziening wordt verstrekt indien de Scholier een aangepaste computer nodig heeft.

Artikel 8 Aanvraagprocedure

  • 8.1

    De aanvraag van een vergoeding wordt uitsluitend in de Aanvraagperiode gedaan door indiening van een door het College vastgesteld formulier. Het formulier wordt ambtshalve of op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Amsterdam. Tevens kan een aanvraag digitaal worden ingediend.

  • 8.2

    Indien het voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, is het College bevoegd de Aanvrager om aanvullende informatie te verzoeken. De Aanvrager is desgevraagd verplicht de benodigde bescheiden te overleggen.

Artikel 9 Uitbetaling scholierenvergoeding middels declaratie

  • 9.1

    Uitbetaling van de Scholierenvergoeding vindt plaats na een toekennend besluit op een aanvraag op basis van een door het College voorgeschreven declaratie.

  • 9.2

    Declaraties kunnen tot het eind van het schooljaar worden ingediend.

  • 9.3

    Indien de declaratie niet voor het eind van het Schooljaar wordt ontvangen door het College, komt de aanvrager niet voor toekenning in aanmerking.

Artikel 10 Verstrekking Kindbonnen

  • 10.1

    De Kindbonnen worden jaarlijks verstrekt in een door het College vastgestelde periode. Na deze periode worden Kindbonnen die zijn toegekend maar niet afgehaald, ondanks een gebodenherstelmogelijkheid, niet meer uitgereikt, tenzij iedere verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 11 Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de regeling.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

 

TOELICHTING

Binnen de Participatie wet is de mogelijkheid om categoriale bijzondere bijstand te verstrekken beperkt tot een collectieve aanvullende zorgverzekering of in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering. Wel kan het college binnen de wettelijke kaders van de individuele bijzondere bijstand groepen aanwijzen waarvan vaststaat dat zij door de bijzondere omstandigheden waarin zij verkeren, daadwerkelijk specifieke, noodzakelijke kosten hebben.

 

Door gebruik te maken van groepskenmerken kan maatwerkondersteuning worden geboden in de vorm van individuele bijzondere bijstand en kunnen uitvoeringskosten worden beperkt. De Scholierenvergoedingen (Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding en PC-voorziening) zijn voorzieningen die hieraan voldoen.

 

De uitbreiding van de doelgroep PC-voorziening trad in werking met ingang van schooljaar 2017-2018.

 

De uitbreiding van de doelgroep Scholierenvergoeding met kinderen van 2,5 tot 4 jaar trad in werking op 1 januari 2018. Vanaf 1 januari 2019 wordt de leeftijd verlaagd van 2,5 naar 2 jaar.

 

Steekproefsgewijze controle zal plaatsvinden bij aanvragers op de daadwerkelijk gemaakte kosten, boven een bepaald bedrag of op basis van risicoprofielen, kort nadat het bedrag is uitgekeerd.