Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bodegraven-Reeuwijk

Beleidsregel voor entreehekwerken in het buitengebied van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBodegraven-Reeuwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel voor entreehekwerken in het buitengebied van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk
CiteertitelBeleidsregel voor entreehekwerken in het buitengebied van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-04-2021Nieuwe regeling

13-10-2020

gmb-2021-115719

Z/20/94658

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel voor entreehekwerken in het buitengebied van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Afwegingskader voor het al dan niet verlenen van medewerking aan een afwijking van het bestemmingsplan ex artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 4 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor), voor entreehekwerken hoger dan 1 meter buiten het bouwvlak van woonbestemmingen.

 

Aanleiding

 

Er is behoefte aan een regeling met betrekking tot entreehekwerken met een hoogte van meer dan 1 meter buiten de aangegeven bouwvlakken. Hekwerken buiten het bouwvlak tot 1 meter hoogte zijn vergunningvrij. Deze hoogte blijkt echter niet afdoende. Uit inventarisatie blijkt dat de meeste hekwerken in het buitengebied (buiten het bouwvlak) een hoogte hebben tussen de 1,5 en 2 meter. Deze beleidsregel beantwoordt de vraag of wordt vastgehouden aan de hoogte van 1 meter of dat wordt meegewerkt aan hogere hekwerken en onder welke voorwaarden.

 

Doel en nut van de beleidsregel

 

Omdat de gemeente, in principe, bereid is mee te werken aan ontheffing van het bestemmingsplan, is het van belang vast te leggen onder welke voorwaarden deze medewerking plaatsvindt. Zodoende wordt bewerkstelligd dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Ook draagt het bij aan een transparant en voorspelbaar overheidshandelen. Voor het besluitvormingsproces biedt de beleidsregel een motiveringsvoordeel. Het is efficiënt als bij het beoordelen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning de voorwaarden voor vergunningverlening op voorhand zijn vastgelegd. De vergunningverlening vindt namelijk plaats via de reguliere procedure van de Wabo. Dit betekent dat de gemeente binnen acht weken moet reageren op een aanvraag. Het is van belang om snel te kunnen handelen. Voorliggende beleidsregel draagt daaraan bij.

 

Beleidsregel planologische afwijkingsmogelijkheden o.g.v. artikel 4 bijlage 2 BOR

 

Op 12 februari 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders de “Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden o.g.v. artikel 4 bijlage 2 BOR” vastgesteld. Met deze beleidsregels heeft de gemeente toetsingskaders vastgesteld voor toepassing van de bevoegdheid af te wijken van het bestemmingsplan. Deze regeling voor hekwerken buiten bouwvlakken met een hoogte van meer dan 1 meter, geldt als aanvulling op de bestaande beleidsregels. De beleidsregel is van toepassing op alle bestemmingsplannen in het Buitengebied: Buitengebied Noord, Buitengebied West, Lange Ruige Weide en Hogerbrug.

 

Welstandsnota

 

Deze beleidsregel geldt in aanvulling op de welstandsnota. Voor alle afwijkingen geldt dat een welstandsadvies van doorslaggevende betekenis is.

 

Ruimtelijke onderbouwing

 

Van een niet-ingrijpende ontwikkeling, een goede ruimtelijke ordening en een zorgvuldige belangenafweging is in ieder geval sprake bij entreehekwerken, buiten het bouwvlak in het voorerfgebied tot een hoogte van maximaal 2 meter, mits:

 

  • a.

    het hekwerk is gesitueerd op eigen terrein op het voorerf van een perceel;

  • b.

    het entreehek niet overheerst ten opzichte van de breedte van het perceel;

  • c.

    het entreehekwerk een transparante uitstraling heeft (als in figuur 1, 2 en 3);

  • d.

    het entreehekwerk niet breder is dan 5 meter;

  • e.

    er sprake is van een toegangsbrug, het hekwerk niet breder is dan de brug, exclusief zijwangen aan het hek. De zijwangen mogen ieder niet breder zijn dan een derde van het entreehekwerk;

  • f.

    de hoogte van de kolommen, behorende bij het hekwerk mag niet hoger zijn dan 15% van het entreehekwerk;

  • g.

    er geen verkeersonveilige of gevaarlijke situaties ontstaan door plaatsing en uitvoering van het entreehekwerk.

 

Bodegraven, 13 oktober 2020.

 

Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,

de secretaris,

drs. J.G. de Jager

 

de burgemeester,

mr. C. van der Kamp

 

Figuur 1

 

Figuur 2

 

Figuur 3