Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loon op Zand

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent de uitvoering voor de nieuwe Wet inburgering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoon op Zand
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent de uitvoering voor de nieuwe Wet inburgering
CiteertitelBeleidskader Nieuwe Wet Inburgering
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-04-2021nieuwe regeling

01-04-2021

gmb-2021-115145

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent de uitvoering voor de nieuwe Wet inburgering

Inhoudsopgave

 

  • 1.

    Inleiding en lokale context

  • 2.

    Voorbereiding op de veranderopgave inburgering (VOI)

  • 3.

    Doelen en visie

    • a.

      Klantregie – begeleiding bij inburgering

    • b.

      Brede intake en PIP

    • c.

      Maatschappelijke begeleiding

    • d.

      Oriëntatie/starttraject (PVT en MAP)

    • e.

      Leerroutes en alfabetisering

    • f.

      Financieel ontzorgen.

  • 4.

    Positionering in het sociale domein

  • 5.

    Organisatie, monitoring en communicatie

  • 6.

    Financiën

  • 7.

    Planning

  • 8.

    Risico’s en beheersmaatregelen

1. Inleiding

Per 1 januari 2022 worden gemeenten verantwoordelijk voor uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering. Met de nieuwe Wet Inburgering worden taken op het gebied van inburgering gedecentraliseerd. De regiefunctie wordt bij gemeenten belegd en gemeenten gaan zorgdragen voor een adequaat inburgeringsaanbod. Naast nieuwe inhoudelijke verantwoordelijkheden hebben gemeenten vanaf 1 januari 2022 ook te maken met een grotere doelgroep: alle inburgeringsplichtigen vallen voor het inburgeringsonderdeel onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarbij horen ook de gezins- en overige migranten.

 

De aanleiding voor deze wetswijziging is de evaluatie van de Wet Inburgering 2013 die in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is uitgevoerd. Uit deze evaluatie bleek dat het huidige stelsel diverse tekortkomingen kent die een effectieve inburgering belemmeren. Een aantal tekortkomingen is de onrealistische verwachtingen van de eigen verantwoordelijkheid van de statushouder, de complexiteit van het stelsel, weinig prikkels bij taalaanbieders voor het leveren van hoge kwaliteit en maatwerk en een weinig effectieve scheiding tussen participatie en inburgering. Deze ontwikkelpunten zijn meegenomen bij het tot stand komen van de nieuwe wet Inburgering.

 

Het Rijk heeft gekozen om enkel de uitvoering van de inburgering te decentraliseren en niet het inburgeringsbeleid. De minister is en blijft verantwoordelijk voor de inrichting en de werking van het stelsel als geheel. Op basis van de wet- en regelgeving wordt in dit plan beschreven op welke wijze de gemeente Loon op Zand hier invulling aan wil geven.

 

Regierol gemeente

Het nieuwe inburgeringsstelsel zet in op een doorlopende lijn vanuit de opvang in het asielzoekerscentrum (azc) naar zelfredzaamheid in de Nederlandse samenleving. De gemeente krijgt de regie op inburgering (weer) terug. Dit betekent dat de gemeente in het nieuwe stelsel een actieve rol krijgt in 4 van de 5 schakels van de inburgeringsketen:

 

 

DUO, na verkrijgen

Verblijfsvergunning (IND)

COA en Gemeente

Gemeente

Gemeente

Gemeente en DUO

 

 

Gemeenten krijgen een centrale rol in de intake, de begeleiding en advisering van de inburgeringsplichtigen en het organiseren van de taal- en participatiecomponenten van het inburgeringsaanbod. De verantwoordelijkheid van gemeenten voor statushouders is daarbij groter dan voor de gezins- en overige migranten1.

 

Met de nieuwe Wet Inburgering hebben de gemeenten de mogelijkheid om:

  • -

    Op basis van de startpositie en de ontwikkelingsmogelijkheden van een inburgeringsplichtige een passende participatie- en taalondersteuning te organiseren en hier regie op te voeren;

  • -

    De ondersteuning niet meer volgtijdelijk maar parallel aan te bieden. Het leren van de taal wordt hierbij ingebed in een breder traject naar werk en/of opleiding, financiële zelfstandigheid, sociaal maatschappelijke zelfredzaamheid en gezondheid;

  • -

    De ondersteuning aan inburgeraars goed af te stemmen in de keten (waaronder onderwijs en werk).

Uit praktijkervaring en beleidsonderzoek blijkt dat deze integrale aanpak tot meer effectieve inburgering leidt.

 

Regionale en subregionale samenwerking

Vanwege het grote belang van een passend aanbod voor de inburgeringsplichtigen in combinatie met de lage aantallen is (sub) regionale samenwerking wenselijk. Om deze nieuwe taak goed uit te kunnen voeren is al eerder in regio Midden-Brabant besloten2 regionaal samen te werken, zodat de lokale kracht regionaal versterkt wordt. Concreet heeft deze samenwerking zich vertaald in de pilot Inburgering+ en de pilot Regioplaatsing.3 Met deze pilots leren we inhoudelijk wat goed en wat minder goed werkt bij de ondersteuning aan inburgeraars. De werkzame elementen nemen we mee in de verdere voorbereiding van de nieuwe wet. Subregionaal werken we in de uitvoering samen met gemeenten Waalwijk en Heusden. Dit beschrijven we in hoofdstuk 2.

 

Met de nieuwe wet in zicht is het belangrijk om te weten wat (sub)regionaal en wat lokaal wordt georganiseerd. We hebben een startnotitie opgesteld waarin staat beschreven hoe we inhoudelijk en organisatorisch gaan samenwerken in voorbereiding op de nieuwe wet. Deze startnotitie vormt de basis voor dit lokale beleidskader en de inkoop en aanbesteding. De startnotitie is al door de gemeenteraad vastgesteld (24 september 2020). De uitwerking van deze startnotitie beschrijven we in dit lokale beleidskader.

 

Doelgroepen en aantallen

Bij de statushouders binnen de gemeente Loon op Zand gaat het vaak om gezinnen met kinderen uit voornamelijk Syrië, Eritrea, Afghanistan en Jemen. Vaak is er sprake van gezinshereniging. In sommige gevallen is dit al tot stand is gekomen voor de huisvesting in de gemeente en in sommige gevallen wordt een statushouder gehuisvest waarna de overige gezinsleden volgen.

 

Elk half jaar krijgen gemeenten door het Rijk een taakstelling opgelegd voor het aantal te huisvesten statushouders. De taakstelling is gebaseerd op het aantal inwoners en de instroom. Voor de eerste helft van 2021 hebben we een taakstelling van 37 statushouders. Op dit moment is een groot deel van de vluchtelingen in de azc’s afkomstig uit Syrië, Iran, Turkije, Nigeria en Eritrea.

 

Daarnaast hebben we te maken met gezins- en overige migranten. Deze groep moet ook inburgeren, maar is zelf verantwoordelijk voor de bekostiging van hun inburgering. Op basis van de afgelopen jaren houden we rekening met een groep van 5 nieuwe gezins- en overige migranten op jaarbasis.

2. Voorbereiding op de veranderopgave inburgering (VOI)

2.1 Inburgering tot nu toe

Zowel in de regio als lokaal zijn we bezig geweest met de voorbereiding op de VeranderOpgave Inburgering (VOI). In dit hoofdstuk beschrijven we wat we regionaal en lokaal hebben opgepakt.

 

Regio

  • Met de verhoogde asielstroom vanaf 2016/2017 ging de regio Midden-Brabant actief aan de slag met het bieden van ondersteuning aan statushouders om integratie en participatie te bevorderen. Hieruit is vanaf 2018 de pilot Inburgering+ voortgekomen.

  • Deze pilot heeft tot nu toe geleid tot:

    • Een vroegtijdige samenwerking in het Welkomhuis waarbij de gemeente al vóór de huisvesting de gezamenlijke brede intake heeft afgenomen bij de statushouders;

    • Een pilot regioplaatsing via het azc Oisterwijk. In het azc worden statushouders opgevangen en vervolgens in de regio gehuisvest. Hierdoor kan de brede intake nog eerder en mogelijk ook uitgebreider worden afgenomen en kunnen verbindingen worden gelegd met de lokale partners;

    • Ontwikkeling van inburgeringsroutes in de geest van de nieuwe wet.

  • Binnen de pilot Inburgering+ werken veel partijen samen en denken veel partijen met ons mee over wat werkt en wat niet. Daardoor leren we veel van deze pilot. Deze kennis en ervaring is input voor de toekomstige aanpak.

  • Daarnaast vormt deze kennis en ervaring en onze inzet en betrokkenheid op landelijk niveau input voor de nieuwe wet.

  • We hebben regionaal een systeem van brede bijeenkomsten en werkgroepen voor de invulling van deze pilot en de voorbereiding op de nieuwe wet.

Lokaal

  • Bij de invoering van de wet inburgering 2013 koos de gemeente Loon op Zand (na jaren van uitbesteden) om zelf de maatschappelijke begeleiding op te pakken en vorm te geven. De resultaten die we de afgelopen jaren hebben bereikt met de maatschappelijke begeleiding zijn positief. Dat zien we terug in het aantal werkende statushouders, het feit dat we geen uitvallers bij de inburgering hebben (statushouders krijgen hun inburgeringsdiploma of krijgen ontheffing dan wel vrijstelling) en weinig doorstroom naar de schuldhulpverlening.

  • De gemeente Loon op Zand heeft een eigen aanpak voor de nieuwe wet inburgering ontwikkeld samen met Langstraat gemeenten en Baanbrekers. Sinds 2017 is Baanbrekers voor de gemeenten Loon op Zand, Heusden en Waalwijk gestart met het HOB-traject (HuisOnderwijsBaan). Binnen het HOB-traject vindt een intensieve begeleiding en ondersteuning plaats aan statushouders. Hierbij wordt het inburgeringstraject gecombineerd met (een traject naar) werk, zodat statushouders sneller en duurzamer op eigen benen kunnen staan.

  • Tijdens het HOB-traject kunnen statushouders kennismaken met diverse functies, werkzaamheden en/of afdelingen binnen Baanbrekers. De statushouders ontwikkelen zo extra werknemersvaardigheden, kunnen wennen aan het werkritme en kunnen in de tussentijd de Nederlandse taal verbeteren. Zo wordt de aansluiting met de arbeidsmarkt verbeterd.

We werken samen op (sub) regionaal niveau, maar versterken ook onze eigen lokale kracht. In onze visie is het van belang om tot een vroegtijdige, integrale en doorlopende ondersteuning te komen van inburgeraars in onze regio. Dit hebben we uitgewerkt in uitgangspunten die beschreven staan in de volgende paragraaf.

 

2.2 Uitgangspunten

 

Wat doen we?

Elke inburgeraar is door een vroegtijdig, integraal en doorlopend aanbod optimaal in staat om volwaardig te integreren en participeren in onze regio Midden-Brabant. Onze drie inhoudelijke uitgangspunten zijn:

 

  • Vroegtijdig

    Het is essentieel dat we de statushouder zo vroeg mogelijk leren kennen4, om zo een passend aanbod te kunnen doen. Dit betekent dat we in een vroegtijdig stadium al starten met de brede intake waarin we samen met alle partners de talenten, mogelijkheden en behoeften van de statushouder op alle levensdomeinen in beeld brengen.

  • Integraal

    De Inburgering+ aanpak combineert het actief participeren in de samenleving met het leren van de taal. Daarnaast wordt elke statushouder integraal gezien: er is oog voor alle leefgebieden. Er wordt gekeken naar financiën, werk, onderwijs, gezondheid, welzijn, wonen, gezinssituatie, etc. Dit vanuit de brede wetgeving binnen het sociale domein.

  • Doorlopend

    De inburgering+ trajecten worden aangepast aan de behoeften en talenten van de statushouders. Er wordt gekeken naar de meest passende vorm van participatie. Daarbij wordt door klantregie gezorgd voor doorlopende ondersteuning, gedurende de inburgeringsperiode, waarbij de consulent nauw samenwerkt met de ketenpartners en de organisaties betrokken in alle leefgebieden.

Hoe doen we dat?

Regio Midden-Brabant investeert in een vroegtijdig, integraal en toekomstbestendig beleid waarbij de lokale kracht vanuit de regio versterkt wordt. Centraal staan de volgende drie procesuitgangspunten:

 

  • 'Nothingaboutus, without us'

    De Adviesraad Statushouders geeft doorlopend advies op onze aanpak. Zo wordt de aanpak gezamenlijk vormgegeven en biedt zij reflectie op zaken die wel en niet werken.

  • 'Learning bydoing'

    De instroom en achtergrond van statushouders verandert continue. Daarom moet de basisstructuur flexibel zijn om te kunnen blijven aansluiten. Doorontwikkeling en flexibiliteit zijn inherent aan inburgering+: we leren terwijl we doen en wat niet werkt wordt aangepast en bijgesteld.

  • Lokaal wordt regionaal versterkt

    Wanneer het voordeel heeft om het regionaal aan te pakken, doen wij dit. Het heeft onze voorkeur dat statushouders, waar ze ook worden gehuisvest in Midden-Brabant, een kwalitatief vergelijkbare start hebben. Het is hierbij wenselijk om zoveel mogelijk eenduidige afspraken te maken met onze samenwerkingspartners (o.a. COA, Baanbrekers, welzijnswerk, inburgeringsscholen).

3. Doelen en visie

In de Strategische Meerjarenagenda van de Regio Midden-Brabant staat o.a. opgenomen:

 

"Aan vluchtelingen en statushouders bieden we een effectieve en maatschappelijk verantwoorde opvang en begeleiding5."

 

"Onze regio is in 2023 een veerkrachtige samenleving: inclusief, behulpzaam naar elkaar, gezond en veilig. Iedereen voelt zich thuis in de wijk en kan zo lang mogelijk zelfstandig wonen, naar vermogen deelnemen aan de samenleving en het arbeidsproces en maximaal zijn talenten ontwikkelen."

 

Het nieuwe inburgeringsstelsel sluit hierop aan en heeft als maatschappelijk doel dat alle inburgeringsplichtigen snel en volwaardig meedoen aan de Nederlandse maatschappij. Het liefst via betaald werk. Dit doel vertaalt zich in een specifiek beleidsdoel voor het nieuwe inburgeringsstelsel: inburgeringsplichtigen bereiken het voor hen hoogst haalbare taalniveau (liefst B1 of hoger). Daarnaast worden gerichte inspanningen gedaan om te participeren naar vermogen vanaf de start van het inburgeringstraject.

 

De ervaring leert dat we inburgeraars het beste toerusten om naar vermogen deel te nemen aan de samenleving door een integrale aanpak. Hierbij spelen de consulenten vanuit gemeente Loon op Zand een belangrijke en centrale rol. Zij nemen de regie, zijn de ‘spin in het web’ en verknopen de verschillende leefgebieden en domeinen. Door deze integrale aanpak worden alle gemeentelijke voorzieningen ontsloten en zijn we in staat maatwerk te leveren. Zo kunnen we ook de verschillende voorzieningen zo goed mogelijk op elkaar laten aansluiten (taal, hobby, werk, onderwijs, gezondheid, etc.). Daarbij organiseren we ons aanbod zoveel mogelijk in en om de leefwereld van de inburgeraar. De mate waarin een inburgeraar zich verbonden voelt met zijn leefomgeving heeft namelijk een positieve invloed op de integratie. Doelen per leefgebied werken we uit in het implementatieplan.

 

Onderstaand schema maakt inzichtelijk welke taak de gemeente krijgt per doelgroep (per 1-1-2022):

 

Taak van gemeente om aan te bieden:

Statushouders

Gezins- en overige migranten

Maatschappelijke begeleiding

X

Ontzorging

X

Begeleiding bij inburgering (intake, plan inburgering en participatie (PIP), advies, voortgangsgesprekken)

X

X

Alfabetisering (voor zover opgenomen in het PIP)

X

Eén van de 3 leerroutes incl. module Kennis van de Nederlandse Maatschappij

X

Module Arbeidsmarkt en Participatie

X

X

Participatieverklaringstraject

X

X

In het PIP opgenomen afspraken over aanbod voor (andere) participatie componenten

X

 

In de volgende paragrafen werken we alle stappen van de inburgering uit. Hierbij maken we onderscheid tussen de consulent die met de inburgeraar meeloopt gedurende zijn inburgeringsproces (paragraaf 3a) en de activiteiten en ondersteuning die we verder nog inzetten (paragraaf 3b t/m 3f). In elke paragraaf beschrijven we hoe we elke stap in het inburgeringsproces in de gemeente Loon op Zand willen vormgeven. Bij elke stap voldoen we aan de wet- en regelgeving die gesteld is.

 

3a. Klantregie – begeleiding bij de inburgering

 

De begeleiding bij inburgering bestaat uit een drietal zaken:

  • -

    Het overzien van het inburgeringstraject: trajectregie.

  • -

    Het afnemen van een brede intake.

  • -

    Het vaststellen van het plan inburgering en participatie (PIP) en het voeren van voortgangsgesprekken.

We zien een centrale rol voor de consulent die functioneert als spin in het web op alle leefgebieden van de inburgeraar. De invulling van de klantregie ziet er in Loon op Zand als volgt uit:

 

Trajectregie

Lokaal door eigen consulent.

Brede intake

Lokaal door eigen consulent.

PIP

Lokaal door eigen consulent.

 

De afgelopen jaren werd de trajectregie in de gemeente Loon op Zand lokaal uitgevoerd door de consulenten van het Servicepunt. Door dit lokaal op te pakken, kennen we de behoefte van de statushouder en kunnen we daar lokaal invulling aan geven. Het verzorgen van de brede intake, het opstellen van het PIP, de maatschappelijke begeleiding, de registratie en de monitoring van het inburgeringsproces vraagt vanaf 1 januari 2022 om capaciteit van ons Servicepunt. Dit beschrijven we in hoofdstuk 5. Hierbij blijft de inzet van vrijwilligers als coaches om de statushouders te ondersteunen onmisbaar. Aan de inzet en de aansturing van de vrijwilligers verandert niets.

 

3b. Brede intake en PIP

 

De nieuwe Wet Inburgering verplicht gemeenten om een brede intake af te nemen bij alle inburgeringsplichtigen die in hun gemeente komen wonen. Het doel is om een zo compleet mogelijk beeld van de startpositie en de ontwikkelmogelijkheden van de inburgeraar te krijgen. Op basis van de brede intake wordt een individueel Plan Inburgering en Participatie (PIP) opgesteld. Het PIP bevat concrete afspraken over zaken die bij de inburgering en participatie komen kijken, bijvoorbeeld de afspraken die worden gemaakt over de leerroute die een inburgeraar volgt. Bij de brede intake is vroegtijdigheid een belangrijk uitgangspunt. Dit betekent dat we in een vroegtijdig stadium al starten met de brede intake mits er sprake is van regioplaatsing6. Op het moment dat een inburgeraar niet via het (regionale) azc komt, dan maken we vroegtijdig kennis op het moment als er bepaalde signalen en/of problemen zijn.

 

De brede intake is een momentopname. De gemeente Loon op Zand wil de brede intake over een langere periode uitsmeren door het op te nemen in een start/oriëntatietraject waar de PVT en MAP ook onderdeel van uitmaken (paragraaf 3 d). In het start/oriëntatietraject wordt de statushouder bewust van de omgeving waar hij terecht is gekomen en wat de kansen zijn op het gebied van participatie. Uiteindelijk moet dit leiden tot een PIP waar zowel de gemeente als de statushouder actief aan mee heeft gedacht en achterstaat. De exacte invulling van de brede intake, de wijze waarop we het opnemen in het start/oriëntatietraject en het beschikken en handhaven van het PIP wordt nader uitgewerkt in het implementatieplan.

 

3c. Maatschappelijke begeleiding

 

De maatschappelijke begeleiding is de ondersteuning die een gemeente aan de statushouders moet aanbieden. Op dit moment bieden gemeenten dit al aan, maar de inhoud van de maatschappelijke begeleiding wordt onder de nieuwe wet iets anders. De maatschappelijke begeleiding bestaat uit praktische hulp bij het regelen van de basisvoorzieningen en voorlichting over de basisvoorzieningen in de Nederlandse maatschappij. Binnen de kaders van de nieuwe Wet Inburgering bepaalt de gemeente de inhoud en de duur van de maatschappelijke begeleiding. Zo kan een integraal traject worden ingericht dat aansluit bij de lokale behoeften én de behoeften van de statushouder. Bij de maatschappelijke begeleiding kan een koppeling worden gemaakt met het (financieel) ontzorgen, de begeleiding richting financiële zelfredzaamheid en het participatieverklaringstraject (PVT).

 

De afgelopen jaren gaf de gemeente Loon op Zand zelf uitvoering aan de maatschappelijke begeleiding. We boden de statushouders een maatwerktraject aan met als doel de statushouder richting zelfredzaamheid te begeleiden. Dit hebben we op maatwerkbasis ingericht. Voor de uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering kiezen we ervoor om de maatschappelijke begeleiding opnieuw zelf uit te voeren. Door de maatschappelijke begeleiding lokaal uit te voeren, kennen we de behoeften van de statushouder en kunnen we daar lokaal invulling aan geven.

 

3d. Start / oriëntatietraject

De gemeente heeft de verplichting het participatieverklaringstraject (PVT) en module arbeidsmarkt en participatie (MAP) aan te bieden aan alle inburgeraars. Het PVT bestaat uit een inleiding in de kernwaarden van Nederland en de ondertekening van de participatieverklaring. De MAP is bedoeld om inzicht te krijgen in de Nederlandse arbeidsmarkt. Inburgeringsplichtigen moeten hun eigen competenties en arbeidskansen in beeld brengen. Dit wordt gecombineerd met praktische inzet op de lokale arbeidsmarkt. Deze twee modules kunnen gezien worden als vorm van 'oriëntatie' op de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt.

 

Het hebben van een goede relatie en onderling vertrouwen is cruciaal om inzicht te krijgen in wie de inburgeraar is, wat hij kan en wil en om tot een gedragen PIP te komen waar zowel de inburgeraar als de gemeente achter staat. Om hier toe te komen is het nodig dat de inburgeraar gedurende een langere periode een oriëntatieprogramma doorloopt. Door te starten met het oriëntatieprogramma investeer je aan de voorkant, waardoor de vervolgroute in het inburgeringstraject beter passend is en de intrinsieke motivatie van de inburgeraar zoveel mogelijk wordt aangesproken.

 

De gemeente Loon op Zand wil dat de brede intake, het PVT en de MAP (grotendeels) onderdeel zijn van het start/oriëntatietraject. De inhoud en opzet hiervan werken we uit in het implementatieplan. Voor het start/oriëntatietraject willen we in 2021 een pilot draaien. Daarnaast willen we de groep statushouders die nog niet kunnen profiteren van de nieuwe Wet (de zogenaamde ondertussengroep) een activerings- / HOB-traject aanbieden. Hierover volgt een apart raadsvoorstel.

 

3e. Drie leerroutes + alfabetisering

 

In de nieuwe wet is een onderscheid gemaakt tussen een drietal leerroutes:

 

  • 1.

    Onderwijsroute: de onderwijsroute is bedoeld voor (jonge) inburgeraars die gemotiveerd zijn een opleiding in het Nederlandse onderwijs te voltooien;

  • 2.

    B1-route: de B1 route is bedoeld voor alle inburgeraars die taalniveau B1 (of onder voorwaarden A2) kunnen halen;

  • 3.

    Zelfredzaamheidsroute (Z-route): de z-route is voor inburgeraars met een lage leerbaarheid en die in beperkte mate zelfredzaam zijn. Dit zijn inburgeraars van wie wordt verwacht dat zij het niveau A2 niet binnen 3 jaar zullen halen. De route richt zich op de hoogst haalbare participatie en praktische taalvaardigheid.

Daarnaast moeten er alfabetiseringsmogelijkheden beschikbaar zijn voor analfabete of anders-gealfabetiseerde inburgeraars. In de verdere uitwerking van de routes wordt dit meegenomen.

 

De gemeente heeft een aanbodplicht om statushouders een passende route aan te bieden. Voor alle routes geldt dat we participatie centraal stellen en dat we het taalaanbod hier inhoudelijk op aan willen laten sluiten.

 

Onderwijsroute

Gemeente Loon op Zand wil de onderwijsroute (boven)regionaal organiseren om een kwalitatief goed aanbod te kunnen doen, met mogelijkheid tot differentiatie naar vervolgopleiding (MBO, HO of WO). We verwachten dat maximaal 10% van de inburgeraars de Onderwijsroute gaat volgen.

 

B1-route

De B1-route is de reguliere inburgeringsroute, we verwachten dat 40% van de inburgeraars deze route gaat volgen. Gezien participatie een centrale rol speelt binnen de inburgering en we het belangrijk vinden een dat inburgering zo goed mogelijk aansluit op de leefomgeving van de inburgeraar, willen we de B1-route in (sub) regionaal verband aanbieden. Dit maakt het ook mogelijk om een integraal aanbod te doen van taal dat aansluit op participatie / praktijk.

 

Z-route

Circa 50% van de inburgeraars zal gebruik maken van de Z-route. Ook binnen de Z-route staat participatie centraal, indien werk niet haalbaar is wordt ingezet op maatschappelijke participatie. Hier is het wellicht nog belangrijker dan bij de B1-route om aan te sluiten op de leefomgeving van de inburgeraar. Ook dit aanbod willen we in (sub) regionaal verband aanbieden. Voor de maatschappelijke participatie wordt de aansluiting gemaakt met het (lokale) voorliggend veld.

 

3f. Financieel ontzorgen

 

Vanuit de wet worden gemeenten verplicht om statushouders gedurende de eerste 6 maanden financieel te ontzorgen. Dit houdt in dat de gemeente de betalingen van de huur, gas, water, stroom en de verplichte zorgverzekering vanuit de toegekende bijstand uitvoert. Als blijkt dat in een bepaalde situatie het nodig is dat dit ook na 6 maanden nog doorloopt, dan biedt de Participatiewet daar een mogelijkheid voor. Naast dit 'technisch' ontzorgen is er het begeleidingsaspect. Immers om financieel zelfredzaam (de uitgaven in balans met de inkomsten) te worden, is het belangrijk dat er een programma is gedurende die eerste 6 maanden (en soms ook daarna) zodat inburgeraars bekend raken met hun financiële zaken.

 

Het technisch ontzorgen wil de gemeente Loon op Zand gedeeltelijk zelf organiseren en gedeeltelijk (sub) regionaal inkopen. Naast het technisch ontzorgen wil de gemeente Loon op Zand ook de begeleiding bieden bij het financieel zelfredzaam leren worden.

4. Positionering van de Wet Inburgering in het sociaal domein

De minister van SZW geeft aan dat de wet inburgering bij voorkeur landt in het brede sociale domein.

In de regio Midden-Brabant hebben we voor het sociale domein vier leidende principes vastgesteld7.

 

  • 1.

    Meedoen: een positief leefklimaat waarin iedereen volwaardig meedoet;

  • 2.

    De vraag van de inwoner is leidend, mensen zijn belangrijker dan regels. We bieden resultaatgerichte ondersteuning op basis van maatwerk;

  • 3.

    Eén huishouden, één plan, één coördinator, en ook op termijn: één ontschot budget per huishouden. Ofwel het centraal stellen van de leefwereld van de inwoners;

  • 4.

    De veiligheid van inwoners vormt altijd de ondergrens.

 

Deze principes hanteren we ook bij de uitvoering van de nieuwe wet inburgering.

 

De gemeente Loon op Zand positioneert de uitvoering van de wet inburgering binnen het brede sociale domein bij het Servicepunt WWZ. De ervaring is dat een integrale aanpak het beste werkt. Het is belangrijk om zo veel mogelijk in en om de leefwereld van de statushouder te organiseren. De mate waarin een statushouder zich verbonden voelt met zijn leefomgeving heeft een positieve invloed op de integratie.

 

Relatie met de andere wetgeving

 

Participatiewet

Voor statushouders is er een grote overlap tussen de wet inburgering en de participatiewet. Daarom is het nodig om goede afstemming te hebben over de uitvoering van de verschillende onderdelen van het inburgering- en participatieplan. De uitvoering van de participatiewet ligt bij Baanbrekers. Voor de nieuwe Wet Inburgering werken we dan ook samen met Baanbrekers. De gezins- en overige migranten hebben over het algemeen geen participatiewet-uitkering. Zij kunnen via het proces van NUG-gers8 ondersteund worden. Dit werken we uit in het implementatieplan.

 

Op grond van de Participatiewet is toeleiding naar arbeidsparticipatie van bijstandsgerechtigde statushouders al langer een belangrijke taak van de gemeente. Participatie is mogelijk in verschillende vormen: regulier betaald werk, scholing, vrijwilligerswerk en vormen van dagbesteding. Hierin streven we naar het hoogst haalbare resultaat.

 

Wmo en jeugdwet

Bij de nieuwe Wet Inburgering is vroegtijdigheid een belangrijk uitgangspunt. Zo hebben we in een vroegtijdig stadium in beeld of er bepaalde problemen bij een statushouder spelen. Hierdoor zijn we in staat om eerder te kunnen signaleren en gebruik te maken van de voorzieningen in het voorliggend veld of juist op tijd professionele hulpverlening in te zetten. We bereiden ons voor op de komst van een statushouder met een indicatie zodat we bij inschrijving in de gemeente meteen aan de slag kunnen. Dit werken we uit in het implementatieplan.

 

Wet educatie beroepsonderwijs (Web)

De Wet Educatie beroepsonderwijs (Web) regelt de bundeling van verschillende vormen van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Het richt zich op drie basisvaardigheden: taal, rekenen en digitale vaardigheden. Het aanbod is ook voor de statushouders beschikbaar als vervolg op hun inburgeringstraject.

Armoede

Op het gebied van armoede zijn in de gemeente Loon op Zand vijf mogelijkheden waar een statushouder gebruik van kan maken:

  • -

    Het aanvragen van een bijstandsuitkering.

  • -

    Het kwijtschelden van de gemeentelijke belastingen.

  • -

    Het aanvragen van bijzondere bijstand voor bijvoorbeeld kinderopvang, huiswerkcomputers, reiskostenvergoeding en inrichtingskrediet.

  • -

    Het deelnemen aan de gemeentepolis waarmee mensen met een laag inkomen (een inkomen tot 120% van het sociaal minimum) goed verzekerd zijn tegen zorgkosten. De Gemeentepolis bestaat uit een basisverzekering in combinatie met een aanvullende verzekering. Voor mensen met hoge zorgkosten, en dus ook voor statushouders, kan het meest uitgebreide verzekeringspakket interessant zijn.

  • -

    De Samen-Loont-Pas waarmee mensen met een laag inkomen kunnen deelnemen aan sport en sociaal-culturele activiteiten.

De maatschappelijke begeleiding ontsluit deze domeinen en we maken gebruik van de voorzieningen die er zijn in de gemeente Loon op Zand.

 

Schuldhulpverlening

In de nieuwe Wet Inburgering worden alle statushouders met een bijstandsuitkering voor een periode van zes maanden financieel ontzorgd. Het is belangrijk om te zorgen dat statushouders financieel zelfredzaam zijn. De afgelopen jaren heeft de gemeente Loon op Zand dit gedaan in de maatschappelijke begeleiding en met de inzet van budgetbegeleiding. Dit heeft een positief resultaat tot gevolg: de gemeente Loon op Zand heeft nagenoeg geen statushouders in een schuldhulptraject.

 

Per 1 januari 2021 gaat de nieuwe gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) van kracht. Hierin wordt de vroegsignalering een wettelijke taak. Hierbij is het van belang om in een vroeg stadium risicovolle schulden op te sporen wanneer de problematiek klein en beter oplosbaar is. Dat is een taak die wij nu niet uitvoeren. Statushouders zijn één van de risicogroepen en door de vroegsignalering hebben we in een vroeg stadium een beter zicht op de statushouders die vaak al verkeren in een kwetsbare financiële positie en met een hoger risico op armoede en schulden.

 

Onderwijs

Kinderen van statushouders tot ongeveer 11 jaar gaan naar één van de reguliere basisscholen in onze gemeente. De jeugd van 11 tot 18 jaar maakt gebruik van de ISK Wereldschool in Waalwijk, het Schakelcollege Tilburg of ISK Koning Willem 1 College in Den Bosch. Deze instellingen bieden onderwijs aan leerlingen van 11-18 jaar die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen om succesvol te zijn in het regulier voortgezet onderwijs. Daarna is het de bedoeling dat ze doorstromen naar het reguliere onderwijs. Belangrijk is dat er aandacht is voor de overgang van ISK naar het inburgeringstraject (als het regulier onderwijs niet volstaat). Wanneer er geen doorstroming mogelijk is naar het reguliere voortgezet onderwijs, noch naar beroepsonderwijs, is het belangrijk dat er voor 18 jarigen aandacht is voor de overgang naar de reguliere inburgering. Ons uitgangspunt daarbij is dat jongeren zoveel mogelijk scholing moeten volgen om een startkwalificatie te kunnen behalen.

 

Gezondheidszorg

Een goede gezondheid is voor statushouders niet vanzelfsprekend en een voorwaarde om goed te integreren en participeren. Statushouders hebben over het algemeen veel meegemaakt wat van invloed is op zowel hun psychische als fysieke gezondheid. Ook hier zal ondersteuning (en zorg) op moeten worden ingezet, waar mogelijk via voorliggende voorzieningen als de huisarts, de tandarts en de specialistische GGZ. Vanuit de maatschappelijke begeleiding zorgen we ervoor dat een statushouder een huisarts en tandarts heeft en dat er een (tijdige) aanmelding plaatsvindt. De gemeente Loon op Zand zorgt dat statushouders aangemeld worden bij de collectieve gemeentezorgpolis in de vorm van de meest uitgebreide verzekering.

 

De GGD organiseert nu minimaal één bijeenkomst ‘gezondheidszorg in Nederland’ en twee themabijeenkomsten voor de Eritrese doelgroep en de Arabische doelgroep over bijvoorbeeld opvoedondersteuning en omgaan met spanningsklachten. We maken jaarlijks keuzes in thema’s die we belangrijk vinden voor statushouders. De bijeenkomst over de Nederlandse gezondheidszorg maakt onderdeel uit van het PVT. De bijeenkomsten willen we onderdeel laten zijn van het start/ oriëntatietraject. Daarnaast wordt door de GGD individuele ondersteuning ingezet in de vorm van een gezondheidsvoorlichter in eigen taal en cultuur.

 

Sport

Sport en bewegen helpt bij de integratie. Sport en bewegen zorgt voor ontspanning en plezier, statushouders werken aan hun Nederlandse taal en maken kennis met het sportaanbod in de gemeente. Het is belangrijk voor statushouders dat ze bekend zijn met de sportfaciliteiten in onze gemeente en dat ze de drempel over worden geholpen om gebruik te maken van de sportfaciliteiten. Daarom is het belangrijk dat hier aandacht voor is vanuit het start/oriëntatietraject en de maatschappelijke begeleiding. De buurtsportcoach kan hierbij een rol spelen en bekijken of er een uitstroom mogelijk is naar het reguliere sportaanbod en de statushouder hierbij begeleiden.

5. Organisatie, monitoring en communicatie

Capaciteit beleid en uitvoering

Voor de voorbereiding op de nieuwe Wet Inburgering is capaciteit nodig voor beleid en uitvoering. We hebben voor de voorbereiding een projectleider aangesteld. Daarnaast is structurele capaciteit nodig om het beleid te blijven (door) ontwikkelen en de uitvoering (verder) vorm te geven. AEF deed in opdracht van de VNG en het ministerie van SZW een onafhankelijk onderzoek naar de kosten die gemeenten naar verwachting moeten maken om vanaf 2022 de nieuwe Wet Inburgering uit te voeren. Hiervoor zijn alle taken en processen ontrafeld. Op basis van het AEF rapport gaat het om 0,375 Fte beleidscapaciteit per jaar.

 

Naast beleidscapaciteit vragen taken als het verzorgen van de brede intake, het opstellen van het PIP, de maatschappelijke begeleiding, de registratie en monitoring van het inburgeringsproces vanaf 1 januari 2022 om capaciteit van onze uitvoeringsafdeling. Op basis van het AEF rapport en een interne inventarisatie verwachten we een maximale caseload van 25 statushouders per 1 Fte te kunnen afhandelen. Dit werken we verder uit in het implementatieplan.

 

Informatievoorziening, automatisering en monitoring

Voor een goede registratie, monitoring, analyse en mogelijke bijsturing van resultaten en/of processen te zorgen dient onze informatievoorziening te worden aangepast. Op basis van de nog te ontvangen informatie van het ministerie van SZW over de uitvoeringsafspraken binnen het ketenproces en de aan te leveren / op te halen data, moet gestart worden met een verkenning van ICT-scenario’s met bijbehorende programma’s en koppelingen en implementatie(voorbereiding).

 

Hierbij zijn de benodigde informatie voor monitoring en verantwoording leidend, gemeentelijk onderzoeken we welke managementinformatie we hieraan toe willen voegen. Daarnaast onderzoeken we de benodigde informatie voor een juiste uitvoering van het inburgeringstraject en begeleiding van de inburgeraar. Dit gebeurt in afstemming met de partners / onderaannemers waar we binnen de nieuwe wet inburgering mee samen (gaan) werken. Dit wordt verder uitgewerkt in het implementatieplan.

 

Inkoop

Als gemeente zijn wij straks ook verantwoordelijk voor de inkoop. De inkoop van inburgeringstrajecten kan gebeuren via inbesteding, aanbesteding of open house inschrijving. AEF hanteert 0,147 fte inkoop in aanloop op de nieuwe wet. Met betrekking tot de inkoop werken we (sub) regionaal samen.

 

Communicatie

Voor de invoering van de nieuwe wet inburgering is het belangrijk dat de interne en externe stakeholders betrokken worden bij de voorbereidingen. Tijdige informatievoorziening en communicatie over de verandering en de voorbereiding kan de betrokkenheid en het draagvlak voor de invoering vergroten. Dit geldt voor zowel de interne organisatie als voor de externe stakeholders zoals de regio, Baanbrekers en overige (keten) partners. Het communicatieplan wordt verder uitgewerkt in het implementatieplan.

6. Financiën 2021 - 2024

Ten behoeve van de uitvoering van de wet Inburgering ontvangen we van het Rijk de volgende budgetten.

 

Uitvoeringskosten

Dit budget is bedoeld voor de uitvoeringskosten die verband houden met de uitvoering van de wet:

  • -

    brede intake en PIP;

  • -

    voortgangsgesprekken en handhaving;

  • -

    ontzorgen, incl. begeleiding richting financiële zelfredzaamheid (alleen asiel);

  • -

    inkoopkosten van trajecten;

  • -

    beleid en ondersteunende processen.

In de meicirculaire is de hoogte van het bedrag per gemeente bekend gemaakt. Het gaat om een structurele bijdrage via het gemeentefonds in de vorm van een decentralisatie-uitkering. De bijdrage is gebaseerd op het aantal inwoners en het aantal personen met een niet-westerse migratieachtergrond.

 

Gemeente Loon op Zand

2021

2022

20239

Uitvoeringskosten

€ 30.670,00

€ 68.166,00

€ 74.990,00

 

Bij een verhoogde instroom (zie hoofdstuk 1) of bij het invoeren van de prestatiebekostiging kan het zijn dat er wijzigingen ontstaan in de bedragen die we in deze tabel noemen. Op dat moment zullen wij u daarover informeren bij tussentijdse rapportages.

 

Ict kosten

Momenteel vindt een inventarisatie plaats wat de kosten zijn voor de informatievoorziening. Hiervoor komt budget beschikbaar van het ministerie van SZW. Zodra de ict kosten bekend zijn, willen we deze middelen hiervoor inzetten.

 

Specifieke uitkering (geoormerkt)

Dit budget is geoormerkt geld en bedoeld voor inburgeringsvoorzieningen die gemeenten inzetten bij de uitvoering van hun inburgeringstaken,

  • -

    leerroutes;

  • -

    module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP);

  • -

    maatschappelijke begeleiding;

  • -

    participatieverklaringstraject;

  • -

    tolkvoorziening.

Voor de verschillende onderdelen hanteert het Rijk normbedragen en over deze onderdelen dient ook verantwoording te worden afgelegd aan het Rijk. Daarbij mag de gemeente zelf kiezen hoe de specifieke uitkering wordt verdeeld. Deze middelen worden middels een beschikking via een specifieke uitkering verstrekt aan gemeenten. De hoogte wordt gebaseerd op het aantal inburgeringsplichtigen en is nu nog niet bekend. Vanaf 2025 komt er een prestatiebekostiging.

 

Statushouder

Gezins- en overige migrant

Uitvoeringsgelden per statushouder

  • -

    Brede Intake / PIP

  • -

    Monitoring / voortgangsgesprekken

  • -

    Handhaving

  • -

    Ontzorgen (inclusief begeleiding naar financiële zelfredzaamheid)

  • -

    Inkoop

  • -

    Beleid en ondersteunende processen

€ 4.200,00

€ 2.700,00

SPUK per statushouder

  • -

    Maatschappelijke begeleiding

  • -

    PVT en MAP

  • -

    Leerroute (inclusief 2 examenpogingen per onderdeel)

  • -

    Tolkkosten

€ 12.712,00

€ 589,00

Een deel van dit budget is beschikbaar via het BTW compensatiefonds.

7. Planning

Onderstaande planning geeft op hoofdlijnen weer welke stappen de komende periode gezet moeten worden om op 1 januari 2022 klaar te zijn voor de uitvoering van de nieuwe wet.

 

Processtap

Deelprocessen

Termijn

Besluitvorming

FASE 1: verkenning

Beleid: startnotitie opstellen.

Q2 2020

College d.d. 7 juli 2020

Raad d.d. 24 september 2020

Financiën: inventarisatie (o.b.v. meicirculaire) en vertaling in begroting 2021.

Inkoop: inventarisatie.

FASE 2:

Voorbereiding

Beleid: vertaalslag startnotitie naar beleidskader.

Q3 2020+

Q4 2020

Besluitvorming in Q1 2021:

College d.d. 2 februari 2021

Raad d.d. 1 april 2021

Financiën: doorrekening en controle. Opnemen in begroting 2021.

Inkoop: voorbereiden inkoop / aanbestedingstraject. Inkoopstrategie opgesteld. Marktconsultatie.

Werkprocessen & ICT systemen: inventarisatie SZW en VNG-R.

Voorlichting en informatievoorziening: inventarisatie.

FASE 3:

Realisatie

Beleid: Implementatieplan en participatieverordening vaststellen.

Beleidsregels opstellen en vaststellen.

Q1 2021+

Q2 2021

Inkoop: starten inkoop / aanbestedings-traject. Beoordeling en gunning in oktober / november 2021.

FASE 4: Implementatie

Beleid: opstellen verordening inburgering.

Q3 2021+

Q4 2021

Inkoop: inregelen contractbeheer.

Werkprocessen & ICT systemen: ontwerp en inrichting gereed.

Test en opleiden personeel.

Voorlichting en informatievoorziening: formuleren, bepalen en ontwikkelen.

Implementatie beleid, werkprocessen en informatievoorziening.

Ondersteunen van geïmplementeerde werkprocessen .

FASE 5:

Beheer en onderhoud

Evalueren en bijstellen.

Q1 + Q2 2021

8. Risico’s en beheersmaatregelen

Op dit moment kunnen we de volgende risico’s vermelden:

 

  • -

    Aantallen en opbouw doelgroep

    De gemeente weet nog niet hoeveel mensen met welke achtergrond en ontwikkelingsmogelijkheden per 1 januari 2022 naar hun gemeente komen. Dit maakt de inkoop voor alle onderdelen van de nieuwe wet moeilijk.

    Beheersmaatregel: we volgen steeds de taakstelling die ons als gemeente wordt opgelegd zodat de impact tijdig inzichtelijk is. We gaan geen onomkeerbare zaken implementeren of besluiten nemen. Daarnaast gaan we uit van maatwerk, waardoor we de trajecten kunnen aanpassen aan de behoeften.

  • -

    Lagere regelgeving

    De gemeente weet nog niet hoe de lagere regelgeving eruit komt te zien.

    Beheersmaatregel: we blijven de ontwikkelingen in de lagere regelgeving monitoren, zodat de impact tijdig inzichtelijk is – voor zover mogelijk op het niveau waarop lagere regelgeving impact heeft. We gaan geen onomkeerbare zaken implementeren of besluiten nemen.

  • -

    Financiën

    De specifieke uitkering is nog niet vastgesteld en er vindt momenteel nog een inventarisatie plaats wat de kosten zijn voor informatievoorziening.

    Beheersmaatregel: we monitoren de totstandkoming en de tijdlijn van de budgetten. We maken inschattingen op basis van de beschikbare kennis op dit moment. We inventariseren welke mogelijkheden er zijn voor budgetten vanuit bijvoorbeeld de P-wet.

  • -

    Rol van Baanbrekers en de regio

    Bij de voorbereiding op de nieuwe Wet Inburgering zijn de regio en partijen zoals Baanbrekers voor ons belangrijk.

    Beheersmaatregel: we stellen de intensiteit en de wijze van samenwerking af met de regio en met Baanbrekers. In de regio hebben we een startnotitie opgesteld waarin staat beschreven hoe we inhoudelijk en organisatorisch gaan samenwerken in voorbereiding op de nieuwe wet. Dit helpt om dit risico te beperken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


1

Statushouders zijn mensen met een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd. Gezinsmigranten en overige migranten hebben een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd. De arbeidsmigranten vallen hier niet onder.

2

Strategische Meerjarenagenda 2016-2020 en 2019-2023, AB van regio Midden-Brabant december 2018, Bestuurlijke klankbordgroep Inburgering december 2019

3

Pilot Inburgering+ wordt mede mogelijk gemaakt door de ESF/JAP subsidie en subsidie vanuit het ministerie van SZW. De pilot Regioplaatsing wordt mogelijk gemaakt door het ministerie van Justitie en Veiligheid.

5

Strategische meerjarenagenda 2016-2020.

6

De pilot regioplaatsing is gestart: deze pilot houdt in dat alle statushouders die aan gemeenten in de regio Midden-Brabant worden gekoppeld (en daarna gehuisvest), worden opgevangen in het AZC Oisterwijk; "opvang in de regio = huisvesting in de regio". Wanneer statushouders, in aanloop naar de regioplaatsing, nog in AZC Gilze worden geplaatst kan ook al begonnen worden met de vroegtijdige intake. Dat wordt lastiger wanneer zij in bijvoorbeeld AZC Hoogeveen zitten; omdat de opvolging van de brede intake dan lastig is te realiseren.

8

Nugger = niet-uitkeringsgerechtige

9

Het bedrag dat genoemd staat bij 2023 geldt ook voor de jaren die daarna volgen.