Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Beleidsregels (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen
CiteertitelBeleidsregels (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-2021Nieuwe regeling

13-04-2021

gmb-2021-115126

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen

Het college van de gemeente ‘s-Hertogenbosch,

Gelezen het voorstel van 13 april 2021 met reg.nr. 10862455,

Overwegende dat:

Het college op basis van de Afvalstoffenverordening 2009 en Uitvoeringsbesluiten Afvalstoffenverordening de locatie voor (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen vaststelt en bij de locatiekeuze voor ondergrondse inzamelvoorzieningen de volgende beleidsregels hanteert.

Gelet op

  • Artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 4, tweede lid Afvalstoffenverordening 2009;

  • Uitvoeringsbesluit inzamelmiddel (art. 4 en 10 Afvalstoffenverordening 2009).

Besluit vast te stellen:

Beleidsregels (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aansluiting: een perceel waar ingevolge de Wet milieubeheer een verplichting tot inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Afvalstoffenverordening: de Afvalstoffenverordening 2009.

  • 3.

    Locatie: plaats in de openbare ruimte voor een of meer (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen.

  • 4.

    Loopafstand: de afstand gemeten vanaf de rand van een perceel tot aan de rand van een inzamelvoorziening.

  • 5.

    Perceel: een perceel waarbij op grond van artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 2  

Bij het plaatsen van een (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen worden de locatiecriteria in artikel 4 in acht genomen.

 

Artikel 3  

Als er een voornemen is om in een bestaande situatie de manier van de inzameling van afval te wijzigen door bijvoorbeeld het afval door middel van de (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen in te zamelen, dan dient minimaal 70% van de betreffende aansluitingen hiervoor toestemming te geven. Daarbij gaat het algemeen belang boven het individueel belang.

 

Artikel 4 Locatiecriteria

  • 1.

    De loopafstand tot de dichtstbijzijnde (semi)ondergrondse inzamelvoorziening voor restafval bedraagt maximaal 150 meter tussen een perceel en de (semi)ondergrondse inzamelvoorziening. Voor de overige afvalstromen mag deze loopafstand groter zijn. Gezocht wordt naar een optimum tussen (kosten) efficiency, service en stimulering van afvalscheiding.

  • 2.

    Een (semi)ondergrondse inzamelvoorziening wordt zoveel mogelijk centraal geplaatst ten opzichte van de woningen die gebruik maken van de inzamelvoorziening.

  • 3.

    De (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen worden zodanig geplaatst dat deze ook bereikbaar zijn voor minder validen.

  • 4.

    De (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen worden zodanig geplaatst dat er bij de lediging minimale verkeershinder en oponthoud ontstaat.

  • 5.

    De (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen worden zodanig geplaatst dat de inzamelvoertuigen veilig kunnen stoppen om de (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen op een veilige manier te kunnen ledigen.

  • 6.

    De afstand tussen een locatie en de rijweg is, in verband met de maximale reikwijdte van de kraan van het inzamelvoertuig, niet meer dan 4 meter.

  • 7.

    De afstand tussen een locatie (rand van de inzamelvoorziening) en de dichtstbijzijnde gevel van een verblijfsruimte is minimaal 2 meter.

  • 8.

    Er worden in principe geen bomen gekapt. Indien het kappen ervan voor het plaatsen van (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen onontkoombaar is, worden de bomen voor zover mogelijk in de nabijheid gecompenseerd.

  • 9.

    Het aanwijzen van locaties ten koste van parkeerplaatsen wordt zoveel mogelijk voorkomen. Indien benutting ervan voor het plaatsen van (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen onontkoombaar is, worden de parkeerplaatsen voor zover mogelijk in de nabijheid gecompenseerd.

  • 10.

    Voor het plaatsen van (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen worden in principe geen kabels en leidingen verlegd. Vooraf wordt hiernaar onderzoek verricht. Indien desondanks tijdens de werkzaamheden ten behoeve van de plaatsing blijkt dat een kabel of leiding aanwezig is, waardoor het plaatsen van de (semi)ondergrondse inzamelvoorziening niet mogelijk is, wordt een alternatieve locatie voor de (semi)ondergrondse inzamelvoorziening gezocht.

  • 11.

    Een (semi)ondergrondse inzamelvoorziening wordt geplaatst in de openbare ruimte.

  • 12.

    Het college kan afwijken van punt 11 als dit op verzoek van of in overeenstemming met de Vereniging van Eigenaren of de woningbouwcorporatie is. Wanneer een (semi)ondergrondse inzamelvoorziening in particuliere grond wordt gezet, dan sluit de gemeente een overeenkomst tussen de grondeigenaar en de gemeente in verband met opstalrecht. Dit om ervoor te zorgen dat de (semi)ondergrondse inzamelvoorziening bij overdracht naar een andere eigenaar kan blijven liggen.

  • 13.

    Er wordt gestreefd naar voor restafval minimaal 25 aansluitingen en voor de overige afvalstromen minimaal 50 aansluitingen per (semi)ondergrondse inzamelvoorziening.

  • 14.

    Als blijkt dat niet aan alle bovengenoemde criteria kan worden voldaan, dan zal worden gekozen voor de meest optimale of meest aanvaardbare oplossing waarbij het algemeen belang boven het individueel belang gaat. Het algemeen belang houdt in dat er een optimale verdeling van de locaties van de (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen is zodat er sprake is van een logisch, kostenefficiënt en samenhangend netwerk.

 

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking één dag na bekendmaking.

 

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregels wordt aangehaald als 'Beleidsregels (semi)ondergrondse inzamelvoorzieningen'.

 

’s-Hertogenbosch, 13 april 2021

Namens het college van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers