Hardinxveld-Giessendam: Beleidsregels RVV-ontheffing parkeren blauwe zone centrumgebied

Artikel 1. Inleiding

Binnen het centrumgebied van Hardinxveld-Giessendam is een parkeerschijfzone ingesteld (hier na te noemen: blauwe zone). Hierdoor is het van maandag tot en met zaterdag uitsluitend mogelijk om tussen 8.00 en 18.00 uur en op vrijdag tussen 18.00 en 21.00 uur met gebruikmaking van een parkeerschijf voor de duur van 2 uur in de aangegeven vakken te parkeren.

In het centrum zijn ook veel woningen die geen mogelijkheid hebben om op eigen terrein te parkeren. Voor deze bewoners is het wenselijk om, onder voorwaarden, het parkeren toe te staan. Dit kan worden geregeld door ontheffing aan te vragen van de verkeersregels of –tekens uit het RVV.

RVV staat voor Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990. Hierin staan diverse regels o.a. met betrekking tot parkeren van een voertuig en de verkeersbebording. Het parkeren in een parkeerschijfzone is geregeld in artikel 25 van het RVV 1990. Het kan nodig zijn om in sommige gevallen ontheffing te verlenen van de geldende verkeersregels en verkeerstekens. Een ontheffing kan worden verleend door het bevoegd gezag. Burgemeester en wethouder zijn bevoegd gezag voor alle overige wegen die niet onder beheer zijn van het rijk, een provincie of een waterschap. In het centrumgebied zijn burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam het bevoegd gezag.

In artikel 87 van het RVV 1990 is opgesomd van welke artikelen en van welke verkeerstekens ontheffing kan worden verleend. Artikel 25 van het RVV 1990 is een van de artikelen waar ontheffing van kan worden verleend.

Doel van deze beleidsregels

In deze beleidsregels staat beschreven aan welke criteria wordt getoetst voor het al dan niet verlenen van een RVV Ontheffing voor het parkeren in de blauwe zone van het centrumgebied. Daarbij wordt tevens de procedure van aanvraag tot afwijzing of uitgifte van de ontheffing beschreven.

Artikel 2. Aanvraag ontheffing

• a.

  Een aanvraag voor een ontheffing kan via de e-mail, via de post of aan de balie van de gemeente worden ingediend. Zodra een webformulier beschikbaar is, kan hiermee een aanvraag worden ingediend.

• b.

  Voor de aanvraag van een ontheffing op grond van deze beleidsregels is een aanvraagformulier beschikbaar dat als bijlage 1 bij deze beleidsregel is gevoegd. Zodra een webformulier beschikbaar is, zal dit het aanvraagformulier vervangen.

• c.

  Alleen aanvragen die worden gedaan met het aanvraagformulier, of op termijn met het webformulier, worden in behandeling genomen.

• d.

  Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een ontheffing.

• e.

  Een ontheffing kan voor maximaal 3 jaren worden verleend.

Artikel 3. Afwegingskader

De gemeente wil greep houden op het verlenen van ontheffingen in het centrumgebied. Daarmee wil de gemeente de bewoners faciliteren en tegelijkertijd de verkeersveiligheid bevorderen en zoveel mogelijk parkeerruimte over houden voor het winkelend publiek of andere bezoekers van het centrum.

Criteria voor het verlenen van een RVV-ontheffing zijn:

• 1.

  In artikel 87 van het RVV 1990 is vastgelegd dat de gemeente Hardinxveld-Giessendam binnen de gemeentegrenzen ontheffing kan verlenen van het RVV voor onder meer artikel 25. De aanvraag moet gericht zijn op ontheffing van dit artikel.

• 2.

  Een ontheffing kan alleen maar worden aangevraagd voor woningen die liggen binnen het gebied Den Bogerd, Klein Diepje en Talmastraat (alle huisnummers), Peulenstraat 154 t/m 214A (even huisnummers) en Peulenstraat 133 t/m 217D (oneven huisnummers). Het gebied waarvoor ontheffing kan worden verleend is als bijlage 2 toegevoegd aan deze beleidsregels.

• 3.

  Een ontheffing wordt alleen verleend indien men niet over de mogelijkheid beschikt om op eigen terrein te parkeren of deze mogelijkheid kan creëren.

• 4.

  Een ontheffing geldt van maandag tot en met zaterdag.

• 5.

  Een ontheffing kan slechts worden aangevraagd voor maximaal 1 motorvoertuig per adres.

• 6.

  Alleen particulieren kunnen een ontheffing aanvragen.

• 7.

  Een ontheffing geldt voor het hele gebied van de blauwe zone.

Artikel 4. Algemene voorschriften

Aan de ontheffing zijn algemene voorschriften verbonden. Deze staan hieronder weergegeven.

• a.

  Van de ontheffing en het ontheffingsbewijs mogen geen kopieën of andere afdrukken worden gemaakt. Bij misbruik wordt aangifte gedaan bij de politie;

• b.

  De ontheffing is slechts geldig door gebruikmaking van deze brief in combinatie met het bijbehorende ontheffingsbewijs. Het ontheffingsbewijs dient zichtbaar te worden geplaatst in het voertuig. Een afschrift van deze brief dient bij de bestuurder aanwezig te zijn. De ontheffing moet op eerste vordering van daartoe bevoegde ambtenaren aan deze ter inzage worden gegeven;

• c.

  Met een ontheffing mag alleen binnen de met een blauwe markering aangeduide parkeervakken worden geparkeerd;

• d.

  De ontheffingshouder is verantwoordelijk voor de naleving van de gestelde voorwaarden.

• e.

  Schades, welke voortvloeien uit het gebruik van deze ontheffing, zijn geheel voor risico van de ontheffingshouder.

• f.

  De door de politie in het belang van het verkeer gegeven aanwijzingen en bevelen, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

• g.

  Aan de ontheffing kunnen specifieke voorschriften worden toegevoegd.

Artikel 5. Ontheffing en ontheffingsbewijs

De ontheffing bestaat uit een ontheffingsbrief met daarin o.a. de overwegingen, het besluit en de voorwaarden en daarnaast nog het ontheffingsbewijs. Het ontheffingsbewijs dient zichtbaar achter de voorruit geplaatst te zijn en de ontheffingshouder dient de brief bij zich te hebben.

Op de voorzijde van de kaart wordt het kenteken van het voertuig of de bedrijfsnaam van de aanvrager aangebracht. Daarnaast staat op de voorzijde van de ontheffing vermeld voor welk gebied/straat en voor welke periode de ontheffing geldig is en wat de geldigheidsduur van de ontheffing is.

5.1 Op de ontheffing staan in ieder geval de volgende gegevens:

• a.

  de gegevens van de aanvrager;

• b.

  het doel waarvoor ontheffing is verleend;

• c.

  de datum tot wanneer de ontheffing geldig is;

• d.

  de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkende bepalingen.

5.2 Op het ontheffingsbewijs staan in ieder geval de volgende gegevens:

• a.

  het merk, type en de kentekengegevens van het voertuig;

• b.

  het volgnummer van de ontheffing;

• c.

  het gebied waarop de ontheffing van kracht is;

• d.

  tot wanneer de ontheffing geldig is.

Artikel 6. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan de ontheffing intrekken of wijzigen:

• a.

  op verzoek van de ontheffingshouder;

• b.

  wanneer de ontheffingshouder niet meer woonachtig is in het gebied waarvoor de ontheffing is verleend komt de grondslag tot het verlenen van de ontheffing te vervallen;

• c.

  wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing;

• d.

  wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van ontheffingen komt te vervallen;

• e.

  wanneer de ontheffingshouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn ontheffing heeft voldaan;

• f.

  wanneer de ontheffingshouder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften;

• g.

  wanneer een daartoe bevoegd ambtenaar misbruik van de ontheffing constateert;

• h.

  wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

• i.

  om redenen van openbaar belang of omwille van de verkeersveiligheid.

Artikel 7. Leges

• 1.

  Voor het aanvragen van een ontheffing op grond van deze beleidsregels zijn leges verschuldigd.

• 2.

  Bij het wijzigen van de ontheffing, bijvoorbeeld na aanschaf van een nieuw voertuig, worden leges in rekening gebracht.

• 3.

  Bij beëindiging van de ontheffing vindt geen restitutie plaats van betaalde leges.

• 4.

  De hoogte van de leges is vastgelegd in de legesverordening van Hardinxveld-Giessendam en wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld.

Artikel 8. Handhaving

• 1.

  Handhaving vindt plaats op basis van de Wegenverkeerswet artikel 150, lid 1 en lid 2, en artikel 160 lid 1, lid 2 en lid 3 en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

• 2.

  De handhaving wordt uitgeoefend door daartoe bevoegde ambtenaren en de politie.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

• 2.

  De overige lopende ontheffingen, afgegeven voor het inwerking treden van deze beleidsregels, blijven van kracht, tezamen met de bij die ontheffing vermelde voorschriften;

• 3.

  Deze beleidsregels worden aangehaald als: "Beleidsregels RVV-ontheffingen parkeren blauwe zone centrumgebied" van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.