Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Medemblik

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent de tegemoetkoming in kosten voor kinderopvang bij een sociaal medische indicatie (Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie gemeente Medemblik)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMedemblik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent de tegemoetkoming in kosten voor kinderopvang bij een sociaal medische indicatie (Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie gemeente Medemblik)
CiteertitelBeleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie gemeente Medemblik
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel “tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie”, vastgesteld op 22 januari 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Participatiewet
  2. Wet kinderopvang
  3. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-2017nieuwe regeling

21-03-2017

De Medemblikker, 30 maart 2017

Z-17-000299/DOC-17-000643

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent de tegemoetkoming in kosten voor kinderopvang bij een sociaal medische indicatie (Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie gemeente Medemblik)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;

 

gelet op artikel 35 van de Participatiewet, de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie gemeente Medemblik

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;

  • b.

    Wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko);

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 doel van de regeling

Deze regeling heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie. Dit kan alleen wanneer de ouder of partner geen aanspraak kan maken op een tegemoetkoming op grond van de wet of een andere voorliggende voorziening.

Artikel 3 doelgroep

Deze regeling is van toepassing op een ouder/verzorger en het kind die volgens de gemeentelijke basisadministratie woonachtig zijn in de gemeente Medemblik, en:

  • a.

    waarvan de ouder/verzorger en/of het kind behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen en dat op basis van een objectieve verklaring is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

  • b.

    ten aanzien van wie uit de objectieve verklaring blijkt dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.

Artikel 4 aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met een daartoe, door het college vastgesteld, aanvraagformulier.

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend als de ouder/verzorger over een objectieve verklaring en een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderopvang beschikt.

  • 4.

    De indicatie heeft een geldigheidsduur van maximaal 12 maanden.

  • 5.

    Herindicatie vindt plaats in overeenstemming met het derde lid.

Artikel 5 hoogte van de tegemoetkoming

  • a.

    De hoogte van de tegemoetkoming wordt verleend op basis van de kosten van de noodzakelijk geachte omvang van de kinderopvang.

  • b.

    Diegenen met een inkomen tot ten hoogste 120% van de voor belanghebbende toepasselijke bijstandsnorm zijn vrijgesteld van een eigen bijdrage.

  • c.

    Bij diegenen die een inkomen boven de 120% van de toepasselijke bijstandsnorm hebben, wordt bij de vaststelling van de tegemoetkoming gebruik gemaakt van de kinderopvang-toeslagtabel van de belastingdienst.

Artikel 6 slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking één dag na bekendmaking van de regeling.

  • 2.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel “tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie”, vastgesteld op 22 januari 2013, ingetrokken (IO-12-07295).

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie gemeente Medemblik”.

Aldus vastgesteld op 21 maart 2017 door burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik.

De burgemeester en wethouders van Medemblik,

De secretaris,

W. Slob

de burgemeester,

F.R. Streng

Toelichting

Algemeen

Deze beleidsregel regelt de vaststelling van de tegemoetkoming aan ouders die behoren tot de doelgroep als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid onderdeel k of l van de Wko.

Bij de wijziging van de Wko met ingang van 1 januari 2013 is artikel 1.12 (nog) niet in werking getreden. Dit artikel zou ervoor zorgen dat mensen met een sociaal medische problematiek ook onder de werking van de Wet kinderopvang zouden vallen. Het is niet de verwachting dat dit nog gaat gebeuren. Omdat de groep die om sociaal medische redenen kinderopvang nodig heeft toch vaak een kwetsbare groep is, wil het college met deze regeling de lacune in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen opvangen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2

Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, is een aanvraag voor indicatie naar de noodzakelijkheid van kinderopvang op grond van sociaal medische problematiek door de gemeente niet mogelijk. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend, Wko, Wet langdurige zorg, jeugdzorg, persoongebonden budget, medisch kinderdagverblijf, een bijdrage van de werkgever of een peuterspeelzaal, indien het aantal uren in de verklaring overeenkomt met de peuterspeelzaaluren.

 

Artikel 3

Een ouder/verzorger kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vast staat dat het om sociaal medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt gemaakt van kinderopvang. De sociaal medische redenen kunnen zowel bij de ouder/verzorger als bij het kind aanwezig zijn.

Om aan te kunnen tonen dat de aanvrager behoort tot de groep sociaal medische geïndiceerden dient de ouder/verzorger een objectieve verklaring van het consultatiebureau, bureau jeugdzorg van een indicatiestelling voor de Wet langdurige zorg te overleggen, waaruit de sociaal-medische noodzaak en het aantal opvanguren/dagen blijkt.

Deze doelgroep omvat niet alleen klanten van de afdeling sociale zaken, maar ook personen die een hoger inkomen hebben of een partner met inkomsten.

 

Artikel 4

Het college stelt de noodzaak vast op basis van de betreffende verklaring. Als de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie is vastgesteld kan de aanvraag verder in behandeling worden genomen.

De geldigheidsduur van de indicatie wordt maximaal op 12 maanden gesteld. Na 12 maanden kan eventueel een herindicatie plaatsvinden.

De tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald op basis van maandelijks ingeleverde facturen.

Om zeker te zijn van verantwoorde kinderopvang kan er alleen gebruik gemaakt worden van kindercentra of gastouderopvang die vermeld staan in het Landelijk register kinderopvang.

 

Artikel 5

In de Wko is geregeld dat ouders die aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Ouders/verzorgers met een inkomen op minimum niveau ontvangen een tegemoetkoming die vrijwel alle kosten dekt.

Aanvragers uit deze doelgroep kunnen, in tegenstelling tot andere wettelijke doelgroepen, geen beroep doen op een inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag van de belastingdienst.

Bij de gemeentelijke doelgroep met een sociaal-medische indicatie stelt het college het aantal opvanguren vast dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is. De objectieve verklaring is niet bindend, maar vergt bij afwijking daarvan een goede onderbouwing van het besluit (artikel 3:50 Awb).

De bijdrage wordt vergoed via de bijzondere bijstand. Kosten van kinderopvang boven het maximaal aantal uren per maand en de maximale uurprijs, zoals genoemd in de wet worden niet vergoed.

Geen eigen bijdrage wordt in rekening gebracht indien het inkomen minder bedraagt dan 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm.

 

Als een inkomenscriterium wordt gehanteerd, kan dit leiden tot het onnodig beperken van de toegang tot SMI, vandaar lid c. In dit geval wordt voor wat betreft het inkomenscriterium aansluiting gezocht bij de kinderopvangtoeslagtabel van de belastingdienst.

 

Voor de praktische uitvoering hiervan wordt het vermogen buiten beschouwing gelaten en de kostendelersnorm niet toegepast.