Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Roermond) |
Citeertitel | Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Roermond |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels vervallen per 1 oktober 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-04-2021 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 30-03-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond gelet op:
overwegende dat het wenselijk is om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK) en hiervoor aparte, tijdelijke beleidsregels vast te stellen;
de volgende regeling vast te stellen:
Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
beschikbare geldmiddelen: geld waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, in elk geval: contant geld, geld op betaal- en spaarrekeningen, cryptovaluta (zoals bijvoorbeeld bitcoins) en de waarde van effecten (beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, opties en effecten in depot), met uitzondering van aandelen in het eigen bedrijf en vermogen in het eigen bedrijf of het vermogen zoals dat is opgebouwd in een woning in eigendom;
Artikel 4. Terugwerkende kracht
Een aanvraag voor een TONK kan met terugwerkende kracht worden gedaan en geldt vanaf 1 januari 2021 tot en met uiterlijk 30 juni 2021.
Artikel 5. Kosten die in aanmerking komen voor de TONK
De TONK is een tegemoetkoming in de woonkosten voor huishoudens die door de Coronacrisis te maken hebben gekregen met een inkomensterugval.
Artikel 7. Geen voorliggende voorziening
De volgende regelingen worden niet als een voorliggende voorziening gezien voor de TONK.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor de TONK kan het college in het individuele geval beoordelen dat de aanvrager in afwijking van deze beleidsregels alsnog in aanmerking komt als bijzondere feiten en/of bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken.
Aldus vastgesteld op 30 maart 2021.
Burgemeester en wethouders van Roermond,
De secretaris, ir. J.A.G.M. van Aaken
De burgemeester, M.J.D. Donders – de Leest
Toelichting Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
Vanuit de wens om huishoudens te ondersteunen waarvoor de bestaande steunmaatregelen geen of onvoldoende soelaas bieden, heeft het kabinet de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) geïntroduceerd.
Huishoudens – werknemers én ondernemers – kunnen door de Coronacrisis te maken krijgen met inkomensterugval. Bijvoorbeeld in het geval van tweeverdieners waarbij één partner haar baan verliest. Of de ondernemer die door de lockdowns geen of onvoldoende omzet meer kan maken.
Deze TONK-tegemoetkoming is bedoeld voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval door de Coronacrisis en hierdoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat hierbij om een vergoeding voor noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De TONK is bedoeld voor (privé) woonkosten en geldt voor de periode januari 2021 tot en met juni 2021.
De TONK is een vorm van bijzondere bijstand volgens de Participatiewet. Vanwege de zeer bijzondere situatie waardoor grote delen van het economische leven stilliggen, kunnen gemeenten in deze periode de regels van de bijzondere bijstand op onderdelen tijdelijk ruimer toepassen. Met deze beleidsregels geeft het college invulling aan deze opdracht.
In dit artikel zijn een aantal begrippen nader omschreven die nodig zijn voor de uitvoering van deze beleidsregel. Als de begrippen in deze beleidsregel hier niet verder worden uitgelegd, zijn de begrippen zoals omschreven in de Participatiewet van toepassing.
De TONK is erop gericht huishoudens die verklaren door de coronacrisis te zijn teruggevallen in inkomen en daardoor hun woonkosten niet meer kunnen betalen, in aanmerking te laten komen voor een tegemoetkoming in de woonkosten.
Gelet op de het beperkte budget dat voor de TONK beschikbaar is kunnen niet álle huishoudens ondersteund worden. Het college heeft besloten de TONK beschikbaar te stellen voor huishoudens die als gevolg van de Coronacrisis aangewezen zijn op een inkomen tot 150% van het sociaal minimum (bijstandsnorm).
Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt, in het kader van de uitvoerbaarheid, voor de bepaling van het sociaal minimum uitgegaan van de normen alleenstaande (ouder) en gehuwden van 21 jaar tot pensioengerechtigde leeftijd volgens artikel 21 van de Participatiewet, exclusief vakantietoeslag. De overige bijstandsnormen inclusief de kostendelersnorm zijn voor toepassing van deze beleidsregel niet van toepassing.
150% van de bijstandsnorm bedraagt in deze beleidsregel, voor:
Verdere voorwaarden voor de TONK zijn dat er een substantiële inkomensterugval heeft plaatsgevonden door de Coronacrisis. Deze inkomensterugval wordt door het college in deze beleidsregel bepaald op minimaal 25% van het netto inkomen ten opzichte van het inkomen vóór de Coronacrisis.
Volgens de regels van de bijzondere bijstand wordt er niet alleen gekeken naar de inkomensdaling, maar ook naar het vermogen boven een bepaalde grens. De regering heeft aangegeven dat gemeenten de TONK ruimhartig moet toekennen en er mee rekening moet houden dat er veel huishoudens zijn die door de Coronacrisis financieel geraakt worden. Daarom moet de TONK niet worden beperkt tot de groep minima die normaal gesproken in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. Het college gaat in deze beleidsregel uit van hogere vermogensgrenzen en neemt hiervoor, aansluitend op de inkomensgrenzen in deze beleidsregel, 150% van de vermogensgrenzen zoals deze staan in de Participatiewet.
Deze vermogensgrenzen zijn op1 januari 2021:
Als het vermogen van de aanvrager hoger is dan deze bedragen, bestaat er geen recht op een TONK.
Bij het vaststellen van het vermogen tellen, anders dan in de Participatiewet, alleen de direct beschikbaar (privé) vermogensbestanddelen mee. Een omschrijving hiervan staat in de Divosa Handreiking TONK voor gemeenten.
Onder vermogen verstaan wij alle direct beschikbare geldmiddelen, zoals spaarrekeningen en andere middelen waar direct een beroep op kan worden gedaan. Dus niet het vermogen zoals opgebouwd in een eigen woning of bijvoorbeeld opgebouwd pensioen van een ondernemer.
Voor het vaststellen van het vermogen volgens de TONK geldt de peildatum 1 januari 2021.
Om in aanmerking te komen voor de TONK zal de aanvrager moeten aantonen dat hij woonkosten heeft.
Voor de TONK geldt een beperkte aanvraagperiode (tot en met 30 september 2021). Hiervoor wordt een aanvraagformulier beschikbaar gesteld.
Het college bepaalt de aanspraak op een TONK aan de hand van bewijsstukken en inlichtingen van de aanvrager.
Wijzigingen in iemands financiële situatie ná 1 januari 2021 hebben geen invloed op de hoogte van de TONK.
Artikel 4.Terugwerkende kracht
De TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd over de periode 1 januari tot en met 30 juni 2021.
Artikel 5.Kosten die in aanmerking komen voor de TONK
De TONK is een tegemoetkoming in de woonkosten voor huishoudens die door de Coronacrisis te maken hebben gekregen met een inkomensterugval.
Gelet op het budget dat de rijksoverheid beschikbaar stelt voor de betaling van de TONK, is het nodig om de TONK te maximeren. De maximale bijdrage TONK bedraagt € 285,- per maand oftewel maximaal € 1.710,- voor de periode 1 januari tot en met 30 juni 2021.
Artikel 7. Geen voorliggende voorziening
Voor de noodmaatregel TONK kan er samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de TVL, NOW of de Tozo. Deze worden niet gezien als voorliggende voorziening. Deze regelingen worden niet toereikend geacht of zijn niet bedoeld voor de (eigen/privé) woonkosten gedurende de crisis.
Artikel 8.Duur, betaling en vorm TONK
De TONK geldt voor de periode 1 januari tot en met 30 juni 2021 en wordt volgens de hoofdregel van de bijzondere bijstand ‘om niet’ betaald.
De hoogte van de TONK wordt vastgesteld per peildatum 1 januari 2021 en in één keer uitbetaald over de gevraagde periode waarover recht op TONK bestaat. Deze bedraagt maximaal over een periode van 6 maanden € 1.710,-.
Bij uitzondering kan de TONK als geldlening worden betaald. Bijvoorbeeld wanneer van tevoren duidelijk is dat de aanvrager op korte termijn aanspraak krijgt op middelen om de hoge woonlasten te betalen, of omdat het beroep op de TONK komt door niet of onvoldoende nemen van eigen verantwoordelijkheid. De bevoegdheid hiertoe is opgenomen in artikel 48 van de wet.
Naar verwachting komen de genoemde situaties niet veel voor.
Voor schrijnende situaties, waarbij geen beroep op de TONK kan worden gedaan of wanneer het toepassen van de beleidsregels TONK tot onbillijkheden leidt, is er een hardheidsclausule.
Er moet dan wel sprake zijn van individuele bijzondere feiten of bijzondere omstandigheden, dus uitzonderlijke redenen. Het feit dat een TONK financieel niet toereikend is, vormt op zichzelf geen bijzondere reden of omstandigheid.
Artikel 10.Inwerkingtreding, looptijd en toepassingsbereik
De beleidsregels vervallen per 1 oktober 2021 zodat de mogelijkheid wordt geboden om nog tot en met 30 september een aanvraag in te dienen.