Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Rijswijk)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Rijswijk)
CiteertitelBeleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Rijswijk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervalt op 1 augustus 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-04-2021nieuwe regeling

30-03-2021

gmb-2021-111168

21.026667

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Rijswijk)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk;

 

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 Participatiewet;

 

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een inwoner in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK);

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

Artikel 1. Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk;

  • b.

    wet: Participatiewet;

  • c.

    in aanmerking te nemen inkomen: het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet. Het inkomen uit bedrijf of zelfstandig beroep wordt in aanmerking genomen conform artikel 6 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. De middelen bedoeld in artikel 31 lid 2 van de wet worden niet tot het inkomen gerekend;

  • d.

    het huidige inkomen: het in aanmerking te nemen inkomen als bedoeld in artikel 1, onder f van aanvrager en eventuele partner, in de maand dat er recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.

  • e.

    het huidige vermogen: beschikbare geldmiddelen van aanvrager en eventuele partner (contant geld, geld op betaal- en spaarrekeningen, cryptovaluta (zoals bitcoins), de waarde van effecten (beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot)) per de eerste dag van de maand dat er recht bestaat op een tegemoetkoming TONK;

  • f.

    inkomen voor de coronacrisis: het in aanmerking te nemen inkomen als bedoeld in artikel 1, onder f van aanvrager en eventuele partner, per 1 januari 2020. Het college kan het inkomen voor de coronacrisis over het jaar 2019 beoordelen om een gemiddeld maandinkomen vast te stellen als de methode als bedoeld in de eerste volzin tot een onredelijk resultaat leidt;

  • g.

    inwoner: een belanghebbende die zijn woonplaats als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de wet, in Rijswijk heeft;

  • h.

    inkomensterugval: de terugval in inkomen wegens de coronacrisis. Het percentage van de inkomensterugval wordt als volgt berekend: (A-B)/A x 100%, waarbij:

    A = inkomen voor de coronacrisis;

    B = het huidige inkomen;

  • i.

    woonkosten: de kosten als bedoeld in artikel 4 in de maand dat er recht bestaat op een tegemoetkoming TONK;

Artikel 2. Voorwaarden tegemoetkoming TONK

Een inwoner heeft recht op een tegemoetkoming TONK voor zover:

  • a.

    sprake is van een inkomensterugval van ten minste 25%;

  • b.

    de woonkosten ten minste 50% bedragen van het huidige inkomen;

  • c.

    het huidige vermogen voor zowel een alleenstaanden als voor samenwonenden/gezinnen en alleenstaande ouders minder dan een bedrag van € 31.340,- betreft.

  • d.

    de inwoner de woonkosten niet kan dragen als gevolg van een terugval in inkomen wegens de coronacrisis.

  • e.

    Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager huurtoeslag ontvangt of kan ontvangen.

  • f.

    De kostendelersnorm zoals genoemd in artikel 22a Participatiewet wordt bij de uitvoering van deze regeling niet toegepast.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een tegemoetkoming TONK wordt ingediend (digitaal/schriftelijk) via het aanvraagformulier TONK.

  • 2.

    Aanvrager verstrekt bij de aanvraag de volgende stukken:

    • a.

      bewijzen van het huidige inkomen;

    • b.

      bewijzen van het inkomen voor de coronacrisis;

    • c.

      bewijzen van het vermogen;

    • d.

      bewijzen van de woonkosten;

    • e.

      ingevulde verklaring behorende bij aanvraagformulier TONK;

    • f.

      kopie ID

  • 3.

    Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend uiterlijk op 31 juli 2021 dan wel, indien het rijk de periode voor de TONK verlengt en extra middelen voor TONK toekent aan de gemeente, de dag na de laatste dag van de verlengde periode.

  • 4.

    Een aanvraag die is ingediend kan met terugwerkende kracht tot uiterlijk 1 januari 2021 worden toegekend mits op die datum recht bestaat op een tegemoetkoming TONK en indien het verzoek uiterlijk op 31 juli 2021 is ingediend.

  • 5.

    De aanvrager moet elke wijziging die van invloed is op het recht of de hoogte van de tegemoetkoming doorgeven. Dit is de inlichtingenplicht. Bij het ondertekenen van de aanvraag, moet de aanvrager het onderdeel ‘inlichtingenplicht’ doornemen en middels een ‘ja, ik heb de inlichtingenplicht gelezen en begrepen’ als verklaring ondertekenen.

Artikel 4. Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK

  • 1.

    De tegemoetkoming TONK is een tegemoetkoming in de woonkosten:

    • a.

      huur plus servicekosten van een door de aanvrager bewoonde woning; of

    • b.

      rente en aflossing in verband met een voor de financiering van de door de aanvrager bewoonde woning afgesloten hypotheek en kosten voor de VVE; en

    • c.

      de kosten van elektriciteit, gas en water verbonden aan de door de aanvrager bewoonde woning.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de hoogte van de noodzakelijke kosten worden op de in het eerste lid genoemde kosten in mindering gebracht:

    • a.

      de bijdragen in de vaste woonkosten van medebewoners.

    • b.

      voor de te ontvangen teruggave hypotheekrenteaftrek van de belastingdienst een forfaitair bedrag van € 100,00.

Artikel 5. Hoogte tegemoetkoming TONK

De tegemoetkoming TONK bedraagt per maand:

  • a.

    Bij een inkomensterugval van een alleenstaande van:

    • -

      € 150,00 tot € 500,00 euro per maand: € 150,00 euro

    • -

      € 500,00 tot € 1000,00 euro per maand: € 350,00 euro

    • -

      > € 1000,00 per maand: € 500,00 euro

  • b.

    Bij een inkomensval gehuwden/partners van:

    • -

      € 150,00 tot € 750,00 euro per maand: € 150,00 euro

    • -

      € 750,00 tot € 1500,00 euro per maand € 350,00 euro

    • -

      > € 1500,00 per maand: € 500,00 euro

Artikel 6. Duur en vorm

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot 1 juli 2021 dan wel, indien het rijk de periode voor de TONK verlengt en extra middelen voor TONK toekent aan de gemeente, de laatste maand van de verlengde periode.

  • 2.

    De tegemoetkoming TONK wordt verleend om niet.

Artikel 7. Betaling tegemoetkoming TONK

Een tegemoetkoming TONK wordt eenmalig als één bedrag uitbetaald na verzending van de beschikking.

Artikel 8. Geen verhuisplicht

Het college verbindt aan de verstrekking van de tegemoetkoming TONK geen verhuisverplichting.

Artikel 9 Bestedingsverplichting

Aan de verlening van TONK worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1.

    Aan de TONK is een bestedingsverplichting verbonden (artikel 55 van de wet). Dit houdt in dat de bijstand daadwerkelijk moet worden aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt.

  • 2.

    Daarnaast bestaat ook de verplichting om bewijs te overleggen van de kosten. Verplichtingen worden altijd schriftelijk kenbaar gemaakt in het besluit/beschikking. Indien verplichtingen, verbonden aan de TONK, geschonden worden kan het college de verstrekking terugvorderen conform artikel 58 uit de Participatiewet.

Artikel 10. Hardheidsclausule

In geval van zeer dringende redenen of zeer bijzondere omstandigheden waarin de beleidsregels niet voorzien kan ten gunste van de aanvrager worden afgeweken van deze regels.

Artikel 11. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels en toepassingsbereik

  • 1.

    De beleidsregels treden in werking met ingang van 1 april 2021 en werken terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    De beleidsregels worden ingetrokken op 1 augustus 2021 dan wel, indien het rijk de periode voor de TONK verlengt en extra middelen voor TONK toekent aan de gemeente, de dag na de laatste dag van de verlengde periode.

  • 3.

    De Beleidsregels bijzondere bijstand Rijswijk zijn niet van toepassing bij een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Rijswijk.

 

Aldus vastgesteld op 30 maart 2021.

Het college van burgemeester en wethouders

De secretaris,

P.M. Schuit

de burgemeester (wnd),

mr.drs. G.A.A. Verkerk

Algemene toelichting

De TONK is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling . De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

 

In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Participatiewet). Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. Het is aan gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.

 

Aangezien de TONK is gegoten in de vorm van bijzondere bijstand, blijft de systematiek van de bijstand gelden. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de algemene regels voor bijzondere bijstandsverlening, en dat alleen sprake is van een verruiming ten opzichte van de Participatiewet en de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand nadrukkelijk niet van toepassing zijn. Dat de systematiek van de Participatiewet geldt, impliceert ook dat gehuwden slechts een gezamenlijk recht op een tegemoetkoming TONK hebben.

 

Inlichtingenplicht

De inlichtingenplicht geldt voor de TONK onverkort (artikel 17 Participatiewet). Dat betekent dat de aanvrager elke wijziging die van invloed is of kan zijn op het recht op of de hoogte van de tegemoetkoming moet doorgeven. Het is belangrijk om hier helder over te communiceren bij de aanvraag, omdat het vaak zal gaan om mensen die geen bijstand ontvangen en dus niet bekend zijn met de regels.

 

Als achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag bijstand is

verstrekt, dan gaat het college over tot terugvordering.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begrippen

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze beleidsregels. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze beleidsregels.

 

Het huidig inkomen en het huidige vermogen

Bij het bepalen of een inwoner in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK is het huidige inkomen van belang. Het college definieert het huidige inkomen als het in aanmerking te nemen inkomen in de maand dat er recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.

 

Het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet per de eerste dag van de maand dat er recht bestaat op een tegemoetkoming TONK. Het vermogen van kinderen onder de 18 jaar wordt in deze regeling buiten beschouwing gelaten en merken we dus niet aan als vermogen.

 

Onder vermogen gaan we alleen uit van direct beschikbare middelen:

  • a.

    contant geld;

  • b.

    geld op betaal- en spaarrekeningen;

  • c.

    cryptovaluta (zoals bitcoins);

  • d.

    de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

 

Inkomen voor de coronacrisis

Het inkomen voor de coronacrisis is van belang in verband met het oordeel of er sprake is van een zodanige inkomensterugval waardoor recht kan bestaan op een tegemoetkoming TONK. Het inkomen voor de coronacrisis wordt beoordeeld per 1 januari 2020. Het college kan het inkomen voor de coronacrisis over het jaar 2019 beoordelen om een gemiddeld maandinkomen vast te stellen als de methode als bedoeld in de eerste volzin tot een onredelijk resultaat leidt. Denk hierbij aan seizoensarbeid waarbij de beoordeling van het inkomen van een maand geen representatief beeld kan geven van het gemiddelde inkomen. Dit omdat de inwoner in deze maand juist wel heeft gewerkt maar daarmee ook maanden moet overbruggen waarin hij niet werkt. Of andersom: de inwoner in de peilmaand niet heeft gewerkt maar in andere maanden juist wel werkt. Het inkomen kan dan over een heel jaar (2019) worden gemeten.

 

Inwoner

Een belanghebbende heeft recht jegens het college van de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft (artikel 40, eerste lid, van de wet). Hiermee is rekening gehouden met de definitie van het begrip inwoner.

 

In aanmerking te nemen inkomen

Het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet wordt in aanmerking genomen.

 

Bij het in aanmerking te nemen inkomen kan in ieder geval worden gedacht aan:

  • a.

    inkomen uit arbeid;

  • b.

    inkomen uit de eigen onderneming;

  • c.

    inkomen uit een uitkering;

  • d.

    inkomen uit verhuur; en

  • e.

    inkomen uit partneralimentatie.

 

Inkomen voor zelfstandigen

Het inkomen moet worden berekend per maand. Dit geldt ook voor zelfstandigen. Voor zelfstandigen kan dit inkomen worden berekend zoals conform de regels van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Het inkomen uit het bedrijf of zelfstandig beroep dat in aanmerking wordt genomen voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers betreft de netto beloning van de zelfstandige. Hierbij gaat het om het bedrag van de omzet (factuurbedrag) minus omzetbelasting, minus zakelijke kosten en minus het forfaitair percentage als bedoeld in artikel 6 lid 2 Tozo.

 

Inkomensterugval

De inkomensterugval is de terugval in inkomen wegens de coronacrisis. Een inwoner moet aantonen dat zijn inkomen is verminderd vanwege de coronacrisis. Het percentage van de inkomensterugval wordt als volgt berekend: (A-B)/A x 100%, waarbij:

A = inkomen voor de coronacrisis;

B = het huidige inkomen;

 

Voorbeeld

A = inkomen voor de coronacrisis = € 4000,-

B = het huidige inkomen € 1000,-

 

Dan bedraagt de inkomensterugval

(4000-1000 = 3000) / 4000 = ,75. Dit vermenigvuldigd met 100% levert een inkomensterugval van 75% op.

 

 

Artikel 2. Voorwaarden tegemoetkoming TONK

Om aan het doel van de TONK te voldoen gelden enkele vuistregels.

  • Het gaat om mensen die een substantiële terugval in inkomen hebben gehad;

  • Waardoor de vaste lasten niet meer uit het gezinsinkomen en het beschikbare vermogen voldaan kunnen worden. Als vermogen wordt enkel direct beschikbaar privévermogen (dus geen vermogen uit de onderneming) in aanmerking genomen.

 

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:

  • die door de huidige omstandigheden als gevolg van het coronavirus te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen,

  • die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonkosten niet meer kunnen voldoen, en

  • waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende uitkomst bieden.

 

Het college heeft - hiermee rekening houdend – in artikel 2 voorwaarden opgesteld waaronder recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.

 

Voorwaarden uit de Participatiewet

De tegemoetkoming TONK is gebaseerd op artikel 35 Participatiewet. Dit betekent dat een belanghebbende moet behoren tot de kring van rechthebbenden. Zo moeten de kosten zijn verbonden aan Nederland en de belanghebbende moet een Nederlander zijn of een daaraan gelijkgestelde vreemdeling (artikel 11 Participatiewet). Ook mag een belanghebbende niet zijn uitgesloten van het recht op bijstand (artikel 13 Participatiewet).

 

Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 Participatiewet). De Wet op de huurtoeslag is aan te merken als een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning (zie ECLI:NL:CRVB:2019:4119). Voor de kosten van een eigen woning geldt dit niet (zie ECLI:NL:CRVB:2014:2171). Hierna volgt een schema in welke gevallen de Wet op de huurtoeslag is aan te merken als een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning en wanneer niet.

 

Er kan samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de Tozo. Een inwoner die Tozo-uitkering ontvangt is niet bij voorbaat uitgesloten voor de tegemoetkoming TONK.

Let op! Een vergoeding op basis van de TVL of NOW wordt niet beschouwd als een voorliggende voorziening voor de kosten waarin de tegemoetkoming TONK voorziet.

 

Wanneer is vastgesteld dat de aanvrager tot de kring van rechthebbende behoort, dan moet worden getoetst aan de voorwaarden van artikel 35 Participatiewet. Het college moet bij een aanvraag om een tegemoetkoming TONK, net als bij een aanvraag om bijzondere bijstand, altijd de volgende 4 vragen in een dwingende volgorde te beantwoorden om vast te stellen of recht bestaat op bijzondere bijstand:

 

  • 1.

    Doen de kosten zich voor?

    Zie artikel 4 op welke kosten de tegemoetkoming TONK betrekking heeft.

    Zo ja, beoordeel dan vraag 2. Zo nee, wijs de aanvraag af.

  • 2.

    Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk?

    De tegemoetkoming TONK voorziet alleen in de kosten van een door de aanvrager zelf bewoonde woning (zie artikel 4). Alleen die kosten worden gezien als noodzakelijk.

    Zo ja, beoordeel dan vraag 3. Zo nee, wijs de aanvraag af.

  • 3.

    Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden?

    De aanvrager zal moeten verklaren dat de terugval in inkomen het gevolg is van de coronacrisis. Zo ja, beoordeel dan vraag 4, zo nee wijs de aanvraag af.

  • 4.

    Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm?

    Deze vraag is al beantwoord door de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 2.

 

Door de voorwaarde dat er een inkomensterugval moet zijn van minimaal 25% door de coronacrisis is gelijk vastgesteld dat het gaat om noodzakelijke kosten voortvloeiend uit bijzondere omstandigheden.

Immers, een pandemie waardoor de aanvrager nauwelijks of geen geld meer kan verdienen kan als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. De vaste vraag bij het beoordelen van een aanvraag bijzondere bijstand of de aanvrager had kunnen reserveren hoeft dan ook niet meer beantwoord te worden, er is immers al vastgesteld dat sprake is van bijzondere omstandigheden.

 

Door deze voorwaarde is gelijk vastgesteld dat betrokkene geen draagkracht heeft. In de beleidsregel

TONK is namelijk opgenomen dat er geen draagkracht is indien de woonkosten meer bedragen dan 50% van het beschikbare inkomen. Bij het vaststellen van de hoogte van de TONK gebruiken we een staffel. In de staffel wordt onderscheid gemaakt naar gezinssamenstelling (alleenstaanden of meerpersoonshuishoudens) en naar hoogte van de inkomensterugval. Daarmee doen we recht aan het feit dat verschillende inkomensgroepen een ruimere of krappere ondersteuningsbehoefte kennen. Dit is wezenlijk anders dan een bijzondere bijstand onder verrekening van draagkracht. Ook hogere inkomens kunnen ondersteund worden. Dit sluit aan bij hoe de wetgever de regeling bedoeld heeft. Getroffen huishoudens moeten in staat gesteld worden om binnen alle redelijkheid hun leven voort te kunnen zetten.

 

Voorwaarden uit beleidsregels

Een inwoner heeft recht op een tegemoetkoming TONK als er sprake is van een terugval in inkomen van ten minste 25%. Ook wordt beoordeeld of de inwoner deze kosten niet zelf kan dragen. Dit is het geval als de noodzakelijke kosten waarvoor een tegemoetkoming TONK kan worden verstrekt ten minste 50% van het inkomen bedragen. Tenslotte mag het vermogen niet hoger zijn dan de voor de leefvorm toepasselijke vermogensgrens als bedoeld in artikel 34, derde lid, van de wet.

 

Kortweg zijn de voorwaarden dus:

  • een terugval in inkomen van 25% of meer door de coronacrisis;

  • woonkosten bedragen ten minste 50% van het inkomen; en

  • geen vermogen voor zowel alleenstaanden, samenwonenden, gezinnen en alleenstaande ouders boven € 31.340,-.

 

De hoogte van het huidige inkomen staat dus op zichzelf niet in de weg aan recht op een tegemoetkoming TONK, zolang maar voldaan is aan bovengenoemde voorwaarden.

 

Voorbeeld:

Een inwoner met een inkomen van € 3000,- voor de coronacrisis en

een huidig inkomen van € 1000,- en woonkosten van € 800,- en geen in aanmerking te nemen vermogen voldoet aan de voorwaarden voor een tegemoetkoming TONK. De terugval in inkomsten is immers groter dan 25 %. De woonkosten bedragen meer dan 50% van het huidige inkomen en de kosten kunnen niet worden voldaan uit het vermogen.

 

 

Artikel 3. Aanvraag

In dit artikel is neergelegd op welke wijze de aanvraag zowel digitaal als schriftelijk ingediend kan

worden. Ook is bepaald welke stukken de aanvrager moet verstrekken bij de aanvraag.

 

Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend uiterlijk op 31 juli 2021. Dit biedt de

mogelijkheid dat indien nodig een tegemoetkoming over alleen juni afgehandeld kan worden. Dat is

de laatste maand waarover een tegemoetkoming verstrekt kan worden. Met ingang van 1 augustus 2021 worden deze (tijdelijke) beleidsregels in principe ingetrokken.

 

Terugwerkende kracht mogelijk

Uitgangspunt in de Participatiewet is dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht in principe niet is toegestaan (artikel 44, eerste lid, van de wet). In deze beleidsregels wordt hier een beperkte uitzondering op gemaakt.

 

De TONK ziet op de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Omdat deze beleidsregels nog niet waren vastgesteld op 1 januari 2021, vindt het college het nodig om een aanvraag met terugwerkende kracht te kunnen toekennen. Om inwoners enigszins de tijd te geven een aanvraag in te dienen is ervoor gekozen om een aanvraag die is ingediend voor 31 juli 2021, toe te kennen met terugwerkende kracht per 1 januari 2021 mits uiteraard aan alle voorwaarden voor toekenning is voldaan. Wanneer er op 1 januari 2021 nog geen recht op een tegemoetkoming TONK bestaat, dan wordt die toegekend per eerstvolgende maand waarop wel recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.

 

Artikel 4. Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK

Het kabinet heeft bij de invoering van de TONK gedacht aan huishoudens die in problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonkosten. De tegemoetkoming TONK kan daarom voorzien in de kosten van:

  • a.

    huur van een woning plus servicekosten; of

  • b.

    rente en aflossing in verband met een voor de financiering van de woning afgesloten hypotheek plus kosten vereniging van eigenaren; en

  • c.

    de kosten elektriciteit, gas en water voor de woning.

 

De tegemoetkoming TONK voorziet alleen in deze kosten voor zover het gaat om een door de aanvrager bewoonde woning. Het gaat dan om de woning waar belanghebbende hoofdverblijf heeft. De tegemoetkoming TONK voorziet niet in de kosten van een tweede woning of een zakelijk pand.

 

Andere kosten

Het kan ook nodig zijn om andere kosten te vergoeden. Daarin voorziet de TONK niet. Een aanvraag zal op basis van de reguliere bijzondere bijstand moeten worden gedaan.

 

Artikel 5. Hoogte tegemoetkoming TONK

De hoogte van de tegemoetkoming TONK wordt bepaald aan de hand van de hoogte van inkomensterugval, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen alleenstaanden en gehuwden/partners en er drie staffels gemaakt zijn om vanuit de gedachte van de regeling ook tegemoet te komen aan inwoners met een hoger inkomen. De bedragen uit de staffel worden vermenigvuldigd met het aantal maanden waarover een inwoner recht heeft op een tegemoetkoming TONK.

 

Artikel 6. Duur en vorm

De TONK geldt van 1 januari tot 1 juli 2021. Met de verstrekking van de tegemoetkoming wordt hierbij aangesloten. Het artikel spreekt over ten hoogste omdat vanwege een latere aanvraag of het niet (over de gehele periode) voldoen aan de voorwaarden ervoor kan zorgen dat er voor een kortere duur recht op een tegemoetkoming TONK kan bestaan.

 

Vorm

Het uitgangspunt is dat de tegemoetkoming TONK om niet verstrekt wordt. Dit betekent dat belanghebbende de tegemoetkoming niet hoeft terug te betalen.

 

Artikel 7. Betaling tegemoetkoming TONK

In dit artikel is de betaling van de tegemoetkoming TONK geregeld. Het bedrag voor de gehele periode wordt eenmalig volledig uitgekeerd.

 

Artikel 8. Geen verhuisplicht

Het college legt geen verhuisverplichting op bij de verstrekking van een tegemoetkoming TONK. Dit past immers niet bij het doel van deze tijdelijke tegemoetkoming in verband met de coronacrisis.

 

Artikel 9. Bestedingsverplichting

Aan de TONK is een bestedingsverplichting verbonden (artikel 55 van de wet). Dit houdt in dat de bijstand daadwerkelijk moet worden aangewend voor het betalen van de vaste woonkosten.

Daarnaast bestaat ook de verplichting om bewijs te overleggen van de kosten. Deze verplichtingen dient opgenomen te worden in het besluit/beschikking. Indien verplichtingen, verbonden aan de TONK, geschonden worden kan het college de verstrekking terugvorderen.

 

Artikel 10. Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels

De TONK geldt voorlopig van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021. Hiermee is rekening gehouden bij de inwerkintreding met terugwerkende kracht van deze beleidsregels en de intrekking ervan per 1 augustus 2021.

 

Toepassingsbereik reguliere beleidsregels bijzondere bijstand

In verband met de tegemoetkoming TONK is het nodig om af te wijken van de huidige Beleidsregels bijzondere bijstand. Daarom is in het derde lid bepaald dat de Beleidsregels bijzondere bijstand Rijswijk niet van toepassing zijn bij een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK

 

Artikel 10. Citeertitel

Geen toelichting