Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent de tegemoetkoming aan Helmondse culturele instellingen die financieel geraakt zijn door de gevolgen van COVID-19 (Beleidsregel steunfonds coronacrisis lokale culturele instellingen)

Artikel 1. Begrippen

• •

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;

• •

  Inkomstenderving: Inkomstenderving: het (deels geprognosticeerde) verschil tussen het totaal van inkomsten van de instelling in de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2021 en dezelfde periode in 2019 waar de aanvraag betrekking op heeft;

• •

  Lokale culturele instelling: een in de gemeente Helmond gevestigde rechtspersoon of door het college aanvaardbaar geachte organisatorische eenheid die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk één of meer culturele activiteiten te verrichten ten behoeve van ingezetenen van de gemeente Helmond. Hiertoe behoren niet: Het Kunstkwartier, Bibliotheek Helmond-Peel, Museum Helmond, Het Speelhuis, De Cacaofabriek.

• •

  Tegemoetkoming: een tegemoetkoming als omschreven in artikel 2, zijnde een geldelijke bijdrage uit het Steunfonds coronacrisis lokale culturele instellingen.

Artikel 2. Verstrekking tegemoetkoming

• 1)

  Het college verstrekt op aanvraag een tegemoetkoming uit het Steunfonds coronacrisis lokale culturele instellingen aan een lokale culturele instelling die aannemelijk maakt dat zij in de periode tussen 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2021 te maken heeft met tenminste 30% inkomstenderving dan wel 30% inkomstenderving verwacht te realiseren als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19, en als gevolg van deze inkomstenderving te maken heeft met exploitatietekorten.

• 2)

  Andere vormen van tegemoetkoming verstrekt door of namens bijvoorbeeld de Rijksoverheid of de gemeente Helmond die mogelijk reeds ontvangen zijn, worden als inkomsten meegenomen bij de bepaling van de inkomstenderving.

Artikel 3. Het beschikbare bedrag en wijze van verdeling

• 1)

  Het totaal beschikbare bedrag voor het verstrekken van tegemoetkomingen bedraagt € 250.000,--.

• 2)

  De hoogte van de tegemoetkoming per lokale culturele instelling is afhankelijk van het ontstane tekort in de exploitatie van de betreffende aanvrager. De tegemoetkoming bedraagt niet meer dan 50% van dat exploitatietekort.

• 3)

  Bij overschrijding van het beschikbare bedrag, bedoeld in het eerste lid, zal het college ambtshalve besluiten om door middel van een evenredige korting op het aangevraagde bedrag de verdeling van het totaal beschikbare bedrag zo vorm te geven dat alle aanvragen die voor toekenning in aanmerking komen een bepaald percentage van het aangevraagde bedrag ontvangen.

• 4)

  Artikel 4:25, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op het verstrekken van tegemoetkomingen op grond van onderhavige regeling.

Artikel 4. De aanvraag

• 1)

  Voor de aanvraag van een tegemoetkoming wordt een aanvraagformulier gebruikt.

• 2)

  De aanvraag voor een tegemoetkoming kan worden ingediend tot en met 15 mei 2021.

• 3)

  De aanvragen worden beoordeeld op basis van de verstrekte informatie opgenomen in het aanvraagformulier als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

• 4)

  Het college beslist binnen vier weken na sluiting van de aanvraagtermijn over de tegemoetkoming.

Artikel 5. Definitieve toekenning tegemoetkoming

• 1)

  Op verzoek van het college toont de aanvrager aan dat hij voldoet aan de voorwaarden van deze beleidsregel door het overleggen van een ingevuld aanvraagformulier.

• 2)

  De definitieve toekenning van de tegemoetkoming is gelijk aan de vaststelling tenzij de omstandigheden in de periode na aanvraag tot 30 juni 2021 en na toewijzing significant wijzigen.

• 3)

  Aanvrager is verplicht het college actief te informeren wanneer er in haar situatie sprake is van significante wijziging van omstandigheden. De aanvraag wordt alsdan opnieuw beoordeeld en vastgesteld.

• 4)

  Het college kan een besluit tot toekenning van een tegemoetkoming (gedeeltelijk) intrekken indien:

  • a)

    De aanvrager aan wie een tegemoetkoming is toegekend in een situatie komt te verkeren als bedoeld in artikel 5.2 van deze regeling;

  • b)

    de aanvrager aan wie een tegemoetkoming is toegekend onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor een tegemoetkoming ten onrechte is toegekend;

  • c)

    het besluit tot toekenning van een tegemoetkoming anderszins onjuist was (of later blijkt, bijvoorbeeld als verwachte inkomsten na indiening van de aanvraag hoger blijken te zijn dan geprognosticeerd) en de aanvrager dit wist, dan wel behoorde te weten.

• 5)

  Het college vordert een bedrag dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het tweede lid ten onrechte is uitbetaald terug van degene aan wie is uitbetaald.

Artikel 6. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van datum van publicatie en vervalt met ingang van 31 december 2021.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan deze beleidsregel buiten toepassing laten of van de bepalingen in deze beleidsregeling afwijken, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel steunfonds coronacrisis lokale culturele instellingen