Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over Social Return (Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021) |
Citeertitel | Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-04-2021 | Nieuwe regeling | 06-04-2021 | 182473 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,
gelet op artikel(en) 160 van de Gemeentewet en de sociale zekerheidswetten;
gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over Social Return (Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021)
Artikel 2 Voorwaarden Social Return
Als de voorwaarde Social Return onderdeel is van de aanbesteding en het aanbod van de opdrachtnemer onder de grens van Social Return (€ 75.000,-) ligt, dan blijft de voorwaarde Social Return van toepassing. Als daarmee de SROI verplichting onder de € 1.500,- daalt, wordt in overleg met het college bepaald of en hoe de Social Return verplichting wordt ingevuld.
Invulling van Social Return-opdrachten wordt gerealiseerd binnen de periode van de opdracht, tenzij partijen in wederzijds overleg een andere einddatum van de looptijd invulling Social Return overeenkomen. Uitgangspunt is om de opdracht na afronding van de werkzaamheden definitief af te rekenen. Daarvoor is het nodig dat beoordeeld kan worden in welke mate de Social Return verplichting is gerealiseerd.
Van de invulling binnen de periode van de opdracht kan, naast het bepaalde in het achtste lid, worden afgeweken in het kader van duurzame plaatsing van een kandidaat. Als de opdrachtnemer bij het einde van de opdracht kan aantonen dat de plaatsing zal voortduren na de overeengekomen periode, mag deze verlengde periode worden meegerekend voor de invulling van de Social Return verplichting. Dit gebeurt altijd in overleg met het college.
Artikel 4 Invulmogelijkheden Social Return
De opdrachtnemer mag gebruik maken van een onderaannemer ter invulling van de Social Return verplichting, waarbij de eerste verantwoordelijk blijft voor een correcte invulling en afwikkeling. Hierbij moet aangetoond worden dat er een directe relatie met de uitvoering van de opdracht en de vermelde doelgroep in artikel 3, tweede lid bestaat.
In de gevallen, als bedoeld in het vierde en vijfde lid, moet de opdrachtnemer bij het begin van de opdracht een geldig PSO-certificaat overleggen en gedurende de gehele opdracht aantonen op dit niveau gecertificeerd te zijn geweest. Als de geldigheid van het PSO-certificaat start of verloopt tijdens de opdracht (en het certificaat niet wordt verlengd), moet de rest van de Social Return verplichting, naar rato, alsnog worden ingevuld.
Als een opdrachtnemer delen van de opdracht belegt bij één of meerdere mede-opdrachtnemers (een combinatie van opdrachtnemers), leidt een PSO-certificaat van de hoofdaannemer niet zondermeer tot invulling van de totale Social Return verplichting op de opdracht. In dergelijke gevallen heeft opdrachtgever het recht een PSO-certificaat niet of slechts naar rato mee te laten tellen in de invulling van de Social Return verplichting. Als de PSO certificering wel meegeteld mag worden in de invulling van de Social Return verplichting, zijn ook de leden 4, 5 en 6 van toepassing.
Artikel 5 Vaststellen bedrag Social Return
Voor andere vormen van sociaal-maatschappelijk verantwoorde invulling van de Social Return verplichting, bijvoorbeeld door te participeren in maatschappelijke projecten voor de ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, mogen de daadwerkelijk gemaakte kosten worden ingebracht in afstemming met en goedgekeurd door het college.
Artikel 7 Adviseur Social Return
Voor invulling van de beschikbaar gestelde vacatures in het kader van Social Return initieert de adviseur Social Return een afspraak tussen de opdrachtnemer en de accountmanager van Team GelreWerkt! van de gemeente. Dit ter bevordering van inzet van kandidaten uit Zutphen en omgeving zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid.
Artikel 8 Niet nakomen Social Return verplichting
In de laatste monitoringstermijn voor het einde van de opdracht worden afspraken gemaakt tussen het college en opdrachtnemer over de invulling van de nog openstaande verplichting Social Return. Als er geen overeenstemming is over deze afspraken, binnen de periode van de opdracht of binnen de in artikel 2, achtste lid geregelde periode van verlenging van de looptijd invulling Social Return, wordt niet voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking.
Als de opdrachtnemer in gebreke blijft bij de invulling van de Social Return verplichting, ontvangt hij bij de eindafrekening van de opdracht een factuur ter hoogte van het niet gerealiseerde bedrag vermeerderd met de boete, zoals vermeld in het tweede lid. Of wordt bij de betaling van de laatste factuur aan de opdrachtnemer het boetebedrag verrekend.
Artikel 9 Afwijkingsbevoegdheid
Het college kan één of meer artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het invullen van de Social Return verplichting, in individuele gevallen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus besloten op 6 april 2021.
Het college van burgemeester en wethouders,
De burgemeester, de secretaris,
Het college hecht waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. In dat kader is Social Return een onderdeel van het duurzame inkoopbeleid en legt het college een Social Return verplichting op aan de opdrachtnemer. Deze verplichting heeft als doel een economisch en sociaal gezonde arbeidsmarktregio te realiseren.
Bedrijven en instellingen worden gestimuleerd om, onder andere, via Social Return personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan werk(ritme en -ervaring) te helpen. Als de gemeente Zutphen, als aanbestedende dienst, een opdracht verleent aan een opdrachtnemer wordt er een tegenprestatie gevraagd. Deze tegenprestatie draagt bij aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor mensen uit de doelgroep. Deze personen wordt daarmee de kans geboden om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren, of tenminste de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in deze beleidsregel gehanteerde begrippen omschreven. Deze behoeven geen nadere toelichting, met uitzondering van twee begrippen.
Bij het begrip onder g. is het de gemeente Zutphen die opdrachtgever is en die via de contractmanager de opdracht in de markt zet. Het kunnen echter ook andere gemeenten zijn die als opdrachtgever gelden. De colleges van deze gemeenten moeten in dat geval wel deze beleidsregel van toepassing hebben verklaard, wil men bereiken dat de bepalingen in deze beleidsregel ook op bij de uitoefening van hun bevoegdheden terzake van toepassing zijn.
Bij het begrip onder j. wordt opgemerkt dat hieronder wordt verstaan: ‘(…) sociale werkplaatsen en (…) ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen tot hoofddoel hebben, of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde arbeid, mits ten minste 30% van de werknemers van deze werkplaatsen, ondernemingen of programma’s gehandicapte of kansarme werknemers zijn.’
Artikel 2 Voorwaarden Social Return
De ondergrens voor het opnemen van een Social Return verplichting, zoals vermeld in het eerste lid, is eerder vastgesteld op € 75.000,- . Er is geen reden om daarvan nu af te wijken.
Over het tweede lid wordt opgemerkt dat ook opdrachtnemers met een te verwachten opdrachtwaarde die lager is dan € 75.000,- worden gestimuleerd om sociaal te ondernemen. In de aanbestedingsfase vindt overleg plaats tussen opdrachtgever en adviseur SROI over reële mogelijkheden bij SROI. Wanneer de te verwachte waarde van de Social Return verplichting echter lager is dan € 1.500,- wordt er in de meeste gevallen geen Social Return verplichting opgenomen. De inzet van de adviseur is dan te hoog t.o.v. het te verwachten resultaat.
Bij het derde lid wordt opgemerkt dat in eerder vastgesteld beleid is opgenomen tenminste 5% Social Return toe te passen of uit te leggen als we naar een lager percentage gaan of geen Social Return verplichting opleggen. Er is geen reden om daarvan af te wijken.
Er zijn drie verschillende manieren om een Social Return verplichting op te nemen:
Social Return wordt als contractvoorwaarde toegepast als er twijfel is of er een harde eis gesteld kan worden in de betreffende markt of dat het kan leiden tot disproportionaliteit. De inschrijver heeft de mogelijkheid om vragen te stellen en de Social Return verplichting kan, met een nieuwe versie van de conceptovereenkomst, zo nodig worden aangepast.
Bij het vierde lid: als de opdracht arbeidsextensief is (loonsom is lager dan 30% van de totale opdrachtsom), is het niet reëel om een SROI verplichting van 5% op te nemen. Binnen die opdrachten is het uitgangspunt dat tenminste 2% Social Return wordt toegepast. Hierbij geldt het principe ‘pas toe of leg uit’ als we naar een lager percentage gaan of geen Social Return verplichting opleggen.
Bij het vijfde lid: de voorwaarde Social Return in aanbestedingen wordt opgesteld op basis van een te verwachte opdrachtsom (op basis van bijvoorbeeld eerdere/ vergelijkbare opdrachten). Wanneer de opdrachtnemer inschrijft voor een lagere opdrachtsom dan € 75.000,- blijft de SROI verplichting ongewijzigd van kracht. Wanneer daarmee de Social Return verplichting onder de € 1.500,- daalt, wordt in overleg met de adviseur Social Return bepaald of en hoe de Social Return verplichting wordt ingevuld.
Artikel 3 Doelgroepen Social Return
Bij het eerste lid: de opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor het aannemen van medewerkers voor de invulling van de Social Return verplichting. Opdrachtnemer is echter niet verplicht om kandidaten uit Zutphen aan te nemen (dat is juridisch niet mogelijk). We stimuleren dat echter wel, door na de gunning de opdrachtnemer in contact te brengen met de accountmanager van team GelreWerkt!, met het verzoek om zo mogelijk te werven via deze persoon. De accountmanager is (via de adviseur Social Return vanaf de aanbestedingsfase betrokken en op de hoogte van de afspraken over de Social Return verplichting. Zo kan de accountmanager anticiperen op de vraag naar kandidaten, die na de gunning kan komen.
Bij het tweede lid: de doelgroepen die meetellen voor de Social Return verplichting zijn vastgesteld in het (mede door de gemeente Zutphen ondertekende) Convenant Uniforme Bouwblokkenmodel Oost Nederland (oktober 2019).
Artikel 4 Invulmogelijkheden Social Return
Sinds oktober 2020 wordt gewerkt voor de invulling van de Social Return verplichting met het uniforme bouwblokkenmodel Oost-Nederland in plaats van het Zutphense bouwblokkenmode. Er is geen reden om daar van af te wijken.
De Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) is een certificering voor sociaal ondernemen. Voor deze certificering wordt een uitgebreide audit uitgevoerd. Het certificaat is 2 jaar geldig.
De PSO bestaat uit 4 treden, oplopend van trede 1 naar trede 3 30+. Ter uitleg:
Artikel 5 Vaststellen bedrag Social Return
Sinds oktober 2020 wordt gewerkt voor de invulling van de Social Return verplichting met het uniforme bouwblokkenmodel Oost-Nederland in plaats van het Zutphense bouwblokkenmode. Er is geen reden om daar van af te wijken.
Artikel 6 Rapporteren en verantwoording Social Return
Ter toelichting bij het derde lid: de adviseur Social Return van de gemeente voorziet de opdrachtnemer van:
De relevante bewijsstukken van de opdrachtnemer voor het monitorsysteem ‘WIZZR’ zijn:
Artikel 7 Adviseur Social Return
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 8 Niet nakomen Social Return verplichting
Bij het eerste lid: de insteek is om te voorkomen dat de boete moet worden opgelegd. De adviseur Social Return en de opdrachtnemer (en zo nodig de opdrachtgever) gaan om die reden uiterlijk in de laatste termijn van de opdracht in overleg over de mogelijkheden voor de invulling van de openstaande Social Return verplichting. Daarbij kan na onderlinge overeenstemming afgeweken worden van het oorspronkelijk plan voor de invulling van de Social Return verplichting.
Artikel 9 Afwijkingsbevoegdheid
Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het invullen van de Social Return verplichting, in individuele leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de beleidsregel. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de beleidsregel op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Bijlage 1: Tijdsduur van meetellen ten behoeve van Social Return verplichting (uit uniform bouwblokkenmode Oost Nederland)