Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over Social Return (Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over Social Return (Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021)
CiteertitelBeleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160 van de Gemeentewet
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-04-2021Nieuwe regeling

06-04-2021

gmb-2021-110218

182473

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over Social Return (Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021)

 

 

Ons kenmerk: 182473

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

 

gelet op artikel(en) 160 van de Gemeentewet en de sociale zekerheidswetten;

 

gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over Social Return (Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021)

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    adviseur Social Return: degene die binnen of namens de gemeente verantwoordelijk is voor het adviseren, faciliteren en monitoren van de uitvoering van Social Return, als aanspreekpunt fungeert voor de opdrachtnemer bij de Social Return verplichting en zorgt voor afstemming met de contractmanager;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    contractmanager: degene die verantwoordelijk is voor de tussen de gemeente als opdrachtgever en de opdrachtnemer aangegane overeenkomst;

  • d.

    gemeente: gemeente Zutphen;

  • e.

    keurmerk PSO: de Prestatieladder Socialer Ondernemen, zijnde een landelijk keurmerk van TNO, dat wordt uitgegeven door PSO Nederland;

  • f.

    loonkosten: de brutoloonkosten, plus de directe werkgeverslasten;

  • g.

    opdrachtgever: de gemeente;

  • h.

    opdrachtnemer: degene die de overeengekomen opdracht met een Social Return verplichting uitvoert;

  • i.

    opdrachtwaarde: de totale waarde van de opdracht, exclusief btw, inclusief eventuele opties of verlenging van de overeenkomst;

  • j.

    sociale onderneming: een onderneming, zoals omschreven in artikel 2.82 van de Aanbestedingswet 2016.

 

Artikel 2 Voorwaarden Social Return

  • 1.

    De voorwaarde Social Return wordt in ieder geval toegepast in opdrachten vanaf € 75.000,- voor leveringen, diensten en werken in bedrijfssectoren.

  • 2.

    Aanbestedingen onder het in het eerste lid vermelde drempelbedrag worden afzonderlijk beoordeeld op de mogelijkheid om Social Return toe te passen. Is de verwachte waarde van de Social Return verplichting lager dan € 1.500,- dan wordt in de meeste gevallen geen Social Return verplichting opgenomen.

  • 3.

    De opdrachtnemer wordt gevraagd of is verplicht (afhankelijk of Social Return een gunningscriterium en/ of een contractvoorwaarde of een eis is bij de aanbesteding) om bij opdrachten minimaal 5% van de opdrachtwaarde exclusief BTW in te zetten als invulling van zijn Social Return verplichting.

  • 4.

    Als de opdracht een levering betreft of als het werk/ de dienst arbeidsextensief is (loonwaarde is < 30% van de totale opdrachtsom), is een lagere waarde (minimaal 2%) voor de Social Return verplichting bespreekbaar.

  • 5.

    Als de voorwaarde Social Return onderdeel is van de aanbesteding en het aanbod van de opdrachtnemer onder de grens van Social Return (€ 75.000,-) ligt, dan blijft de voorwaarde Social Return van toepassing. Als daarmee de SROI verplichting onder de € 1.500,- daalt, wordt in overleg met het college bepaald of en hoe de Social Return verplichting wordt ingevuld.

  • 6.

    De opdrachtgever kan afwijkende percentages in de aanbesteding of offertevraag opnemen of de Social Return verplichting beargumenteerd (op onderdelen of geheel) niet van toepassing verklaren. Afwijking van de standaard vindt altijd plaats na overleg met het college.

  • 7.

    De invulling van de Social Return opdracht mag plaatsvinden zowel binnen als in relatie tot de gegunde opdracht. Wanneer dit (beargumenteerd) niet mogelijk is, wordt in afstemming met het college naar een alternatieve invulling gezocht.

  • 8.

    Invulling van Social Return-opdrachten wordt gerealiseerd binnen de periode van de opdracht, tenzij partijen in wederzijds overleg een andere einddatum van de looptijd invulling Social Return overeenkomen. Uitgangspunt is om de opdracht na afronding van de werkzaamheden definitief af te rekenen. Daarvoor is het nodig dat beoordeeld kan worden in welke mate de Social Return verplichting is gerealiseerd.

  • 9.

    Van de invulling binnen de periode van de opdracht kan, naast het bepaalde in het achtste lid, worden afgeweken in het kader van duurzame plaatsing van een kandidaat. Als de opdrachtnemer bij het einde van de opdracht kan aantonen dat de plaatsing zal voortduren na de overeengekomen periode, mag deze verlengde periode worden meegerekend voor de invulling van de Social Return verplichting. Dit gebeurt altijd in overleg met het college.

 

Artikel 3 Doelgroepen Social Return

  • 1.

    De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de werving van personen uit de doelgroepen.

  • 2.

    De doelgroepen uit bijlage 1 tellen mee als invulling voor Social Return.

  •  

Artikel 4 Invulmogelijkheden Social Return

  • 1.

    Social Return kan ingevuld worden door:

    • a.

      mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, te betrekken bij de werkzaamheden;

    • b.

      inkoop bij en/ of werkzaamheden uit te besteden aan de sociale werkvoorzieningen, of door inkoop bij en/ of werkzaamheden uit te besteden aan een organisatie of sociale onderneming;

    • c.

      door te participeren in maatschappelijke projecten voor de ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, en/ of door kennis, expertise of bedrijfsmiddelen beschikbaar te stellen.

  • 2.

    De opdrachtnemer mag gebruik maken van een onderaannemer ter invulling van de Social Return verplichting, waarbij de eerste verantwoordelijk blijft voor een correcte invulling en afwikkeling. Hierbij moet aangetoond worden dat er een directe relatie met de uitvoering van de opdracht en de vermelde doelgroep in artikel 3, tweede lid bestaat.

  • 3.

    De opdrachtnemer heeft een Trede bepaling van het keurmerk PSO.

  • 4.

    Als de opdrachtnemer een Trede bepaling 1, 2 of 3 heeft, ontvangt deze een korting op de Social Return opdracht ter hoogte van respectievelijk 15, 25 of 50%.

  • 5.

    Als de opdrachtnemer een Trede 30+ bepaling heeft, ontvangt deze volledige vrijstelling van de Social Return verplichting.

  • 6.

    In de gevallen, als bedoeld in het vierde en vijfde lid, moet de opdrachtnemer bij het begin van de opdracht een geldig PSO-certificaat overleggen en gedurende de gehele opdracht aantonen op dit niveau gecertificeerd te zijn geweest. Als de geldigheid van het PSO-certificaat start of verloopt tijdens de opdracht (en het certificaat niet wordt verlengd), moet de rest van de Social Return verplichting, naar rato, alsnog worden ingevuld.

  • 7.

    Als een opdrachtnemer delen van de opdracht belegt bij één of meerdere mede-opdrachtnemers (een combinatie van opdrachtnemers), leidt een PSO-certificaat van de hoofdaannemer niet zondermeer tot invulling van de totale Social Return verplichting op de opdracht. In dergelijke gevallen heeft opdrachtgever het recht een PSO-certificaat niet of slechts naar rato mee te laten tellen in de invulling van de Social Return verplichting. Als de PSO certificering wel meegeteld mag worden in de invulling van de Social Return verplichting, zijn ook de leden 4, 5 en 6 van toepassing.

  • 8.

    De invulling van Social Return mag ook een combinatie van invulmogelijkheden zijn. De opdrachtnemer kan daartoe zelf met voorstellen komen, mits er een relatie bestaat met de uitvoering van de opdracht en de personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het college beoordeelt deze voorstellen.

Artikel 5 Vaststellen bedrag Social Return

  • 1.

    Het college rekent bij de invulling van Social Return met de normbedragen voor mensen die werkzaam zijn bij de opdrachtnemer zoals beschreven in bijlage 2.

  • 2.

    Als medewerkers uit de doelgroep in een onbetaald re-integratietraject of werkervaringstraject begeleid worden, wordt aan deze begeleiding een Social Return waarde toegekend van maximaal 2 uur per week à € 75,- per uur.

  • 3.

    Bij detachering via een sociale werkvoorziening wordt de volledige detacheringsvergoeding meegeteld. In alle andere gevallen wordt de detacheringsvergoeding gebaseerd op de loonkosten van de gedetacheerde medewerker (en niet het commerciële detacheringstarief).

  • 4.

    Voor andere vormen van sociaal-maatschappelijk verantwoorde invulling van de Social Return verplichting, bijvoorbeeld door te participeren in maatschappelijke projecten voor de ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, mogen de daadwerkelijk gemaakte kosten worden ingebracht in afstemming met en goedgekeurd door het college.

  •  

Artikel 6 Rapporteren en verantwoording Social Return

  • 1.

    Opdrachtnemer moet binnen 7 (kalender)dagen na gunning contact opnemen met het college om afspraken te maken over de invulling van Social Return.

  • 2.

    Afhankelijk van de aard en omvang van de gegunde opdracht en de Social Return verplichting, kan het college de opdrachtnemer om een plan van aanpak/ voorstel vragen voor de invulling van de Social Return verplichting. Dit plan van aanpak/ voorstel wordt ingediend bij en beoordeeld door het college.

  • 3.

    De opdrachtnemer rapporteert de invulling van Social Return in het ter beschikking gestelde monitorsysteem ‘WIZZR’ en voegt relevante bewijsstukken toe.

  • 4.

    Het college informeert de opdrachtnemer welke informatie nodig is en op welke wijze de informatie aangeleverd moet worden. De opdrachtnemer is verplicht medewerking te verlenen aan de verificatieonderzoeken die het college kan verrichten.

 

Artikel 7 Adviseur Social Return

  • 1.

    De opdrachtnemer kan contact opnemen met de adviseur Social Return voor advies en ondersteuning bij de praktische gang van zaken over de invulling van Social Return.

  • 2.

    Voor invulling van de beschikbaar gestelde vacatures in het kader van Social Return initieert de adviseur Social Return een afspraak tussen de opdrachtnemer en de accountmanager van Team GelreWerkt! van de gemeente. Dit ter bevordering van inzet van kandidaten uit Zutphen en omgeving zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 3.

    De adviseur Social Return monitort de voortgang van de invulling van de SR verplichting, voert steekproefsgewijs verificatieonderzoeken uit en handhaaft zo nodig. Adviseur SROI informeert de opdrachtgever daarover.

  • 4.

    Bij afronding van de opdracht informeert adviseur SROI de opdrachtgever over al dan niet voldoen aan de invulling van de SR verplichting door de opdrachtnemer.

 

Artikel 8 Niet nakomen Social Return verplichting

  • 1.

    In de laatste monitoringstermijn voor het einde van de opdracht worden afspraken gemaakt tussen het college en opdrachtnemer over de invulling van de nog openstaande verplichting Social Return. Als er geen overeenstemming is over deze afspraken, binnen de periode van de opdracht of binnen de in artikel 2, achtste lid geregelde periode van verlenging van de looptijd invulling Social Return, wordt niet voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking.

  • 2.

    Als niet wordt voldaan aan de eisen uit de opdrachtverstrekking, is opdrachtnemer een boetebedrag dat gelijk staat aan het niet ingevulde bedrag van de Social Return verplichting verschuldigd aan de gemeente. Het boetebedrag is direct opeisbaar en invorderbaar.

  • 3.

    Als de opdrachtnemer in gebreke blijft bij de invulling van de Social Return verplichting, ontvangt hij bij de eindafrekening van de opdracht een factuur ter hoogte van het niet gerealiseerde bedrag vermeerderd met de boete, zoals vermeld in het tweede lid. Of wordt bij de betaling van de laatste factuur aan de opdrachtnemer het boetebedrag verrekend.

 

Artikel 9 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan één of meer artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het invullen van de Social Return verplichting, in individuele gevallen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Social Return gemeente Zutphen 2021.

 

 

 

 

 

 

 

 

Aldus besloten op 6 april 2021.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris,

Toelichting

 

Algemene toelichting

Het college hecht waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. In dat kader is Social Return een onderdeel van het duurzame inkoopbeleid en legt het college een Social Return verplichting op aan de opdrachtnemer. Deze verplichting heeft als doel een economisch en sociaal gezonde arbeidsmarktregio te realiseren.

 

Bedrijven en instellingen worden gestimuleerd om, onder andere, via Social Return personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan werk(ritme en -ervaring) te helpen. Als de gemeente Zutphen, als aanbestedende dienst, een opdracht verleent aan een opdrachtnemer wordt er een tegenprestatie gevraagd. Deze tegenprestatie draagt bij aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor mensen uit de doelgroep. Deze personen wordt daarmee de kans geboden om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren, of tenminste de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze beleidsregel gehanteerde begrippen omschreven. Deze behoeven geen nadere toelichting, met uitzondering van twee begrippen.

 

Bij het begrip onder g. is het de gemeente Zutphen die opdrachtgever is en die via de contractmanager de opdracht in de markt zet. Het kunnen echter ook andere gemeenten zijn die als opdrachtgever gelden. De colleges van deze gemeenten moeten in dat geval wel deze beleidsregel van toepassing hebben verklaard, wil men bereiken dat de bepalingen in deze beleidsregel ook op bij de uitoefening van hun bevoegdheden terzake van toepassing zijn.

 

Bij het begrip onder j. wordt opgemerkt dat hieronder wordt verstaan: ‘(…) sociale werkplaatsen en (…) ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen tot hoofddoel hebben, of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde arbeid, mits ten minste 30% van de werknemers van deze werkplaatsen, ondernemingen of programma’s gehandicapte of kansarme werknemers zijn.’

 

Artikel 2 Voorwaarden Social Return

De ondergrens voor het opnemen van een Social Return verplichting, zoals vermeld in het eerste lid, is eerder vastgesteld op € 75.000,- . Er is geen reden om daarvan nu af te wijken.

 

Over het tweede lid wordt opgemerkt dat ook opdrachtnemers met een te verwachten opdrachtwaarde die lager is dan € 75.000,- worden gestimuleerd om sociaal te ondernemen. In de aanbestedingsfase vindt overleg plaats tussen opdrachtgever en adviseur SROI over reële mogelijkheden bij SROI. Wanneer de te verwachte waarde van de Social Return verplichting echter lager is dan € 1.500,- wordt er in de meeste gevallen geen Social Return verplichting opgenomen. De inzet van de adviseur is dan te hoog t.o.v. het te verwachten resultaat.

 

Bij het derde lid wordt opgemerkt dat in eerder vastgesteld beleid is opgenomen tenminste 5% Social Return toe te passen of uit te leggen als we naar een lager percentage gaan of geen Social Return verplichting opleggen. Er is geen reden om daarvan af te wijken.

 

Er zijn drie verschillende manieren om een Social Return verplichting op te nemen:

  • 1.

    Als Social Return is opgenomen als gunningscriterium, is de inschrijver niet verplicht om Social Return op te nemen. De inschrijver krijgt in dat geval geen punten voor Social Return en moet dit compenseren door beter te scoren op andere gunningscriteria.

  • 2.

    Social Return wordt als contractvoorwaarde toegepast als er twijfel is of er een harde eis gesteld kan worden in de betreffende markt of dat het kan leiden tot disproportionaliteit. De inschrijver heeft de mogelijkheid om vragen te stellen en de Social Return verplichting kan, met een nieuwe versie van de conceptovereenkomst, zo nodig worden aangepast.

  • 3.

    Een Social Return eis is een knock out criterium. Als een inschrijver er niet aan kan voldoen, volgt direct uitsluiting van de procedure. De inschrijver kan wel een vraag stellen over de Social Return verplichting in de Nota, maar in de meeste gevallen blijft de eis staan.

Bij het vierde lid: als de opdracht arbeidsextensief is (loonsom is lager dan 30% van de totale opdrachtsom), is het niet reëel om een SROI verplichting van 5% op te nemen. Binnen die opdrachten is het uitgangspunt dat tenminste 2% Social Return wordt toegepast. Hierbij geldt het principe ‘pas toe of leg uit’ als we naar een lager percentage gaan of geen Social Return verplichting opleggen.

 

Bij het vijfde lid: de voorwaarde Social Return in aanbestedingen wordt opgesteld op basis van een te verwachte opdrachtsom (op basis van bijvoorbeeld eerdere/ vergelijkbare opdrachten). Wanneer de opdrachtnemer inschrijft voor een lagere opdrachtsom dan € 75.000,- blijft de SROI verplichting ongewijzigd van kracht. Wanneer daarmee de Social Return verplichting onder de € 1.500,- daalt, wordt in overleg met de adviseur Social Return bepaald of en hoe de Social Return verplichting wordt ingevuld.

 

Artikel 3 Doelgroepen Social Return

Bij het eerste lid: de opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor het aannemen van medewerkers voor de invulling van de Social Return verplichting. Opdrachtnemer is echter niet verplicht om kandidaten uit Zutphen aan te nemen (dat is juridisch niet mogelijk). We stimuleren dat echter wel, door na de gunning de opdrachtnemer in contact te brengen met de accountmanager van team GelreWerkt!, met het verzoek om zo mogelijk te werven via deze persoon. De accountmanager is (via de adviseur Social Return vanaf de aanbestedingsfase betrokken en op de hoogte van de afspraken over de Social Return verplichting. Zo kan de accountmanager anticiperen op de vraag naar kandidaten, die na de gunning kan komen.

 

Bij het tweede lid: de doelgroepen die meetellen voor de Social Return verplichting zijn vastgesteld in het (mede door de gemeente Zutphen ondertekende) Convenant Uniforme Bouwblokkenmodel Oost Nederland (oktober 2019).

  •  

Artikel 4 Invulmogelijkheden Social Return

Sinds oktober 2020 wordt gewerkt voor de invulling van de Social Return verplichting met het uniforme bouwblokkenmodel Oost-Nederland in plaats van het Zutphense bouwblokkenmode. Er is geen reden om daar van af te wijken.

 

De Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) is een certificering voor sociaal ondernemen. Voor deze certificering wordt een uitgebreide audit uitgevoerd. Het certificaat is 2 jaar geldig.

 

De PSO bestaat uit 4 treden, oplopend van trede 1 naar trede 3 30+. Ter uitleg:

  • -

    Een bedrijf met trede 1 valt binnen 35% van de best sociaal presterende bedrijven

  • -

    Een bedrijf met trede 2 valt binnen 25% van de best sociaal presterende bedrijven

  • -

    Een bedrijf met trede 3 valt binnen 10% van de best sociaal presterende bedrijven

  • -

    Een bedrijf met trede 3 30+ valt binnen 10% van de best sociaal presterende bedrijven en tenminste 30% van de medewerkers komt uit een kwetsbare groep

 

Artikel 5 Vaststellen bedrag Social Return

Sinds oktober 2020 wordt gewerkt voor de invulling van de Social Return verplichting met het uniforme bouwblokkenmodel Oost-Nederland in plaats van het Zutphense bouwblokkenmode. Er is geen reden om daar van af te wijken.

 

Artikel 6 Rapporteren en verantwoording Social Return

Ter toelichting bij het derde lid: de adviseur Social Return van de gemeente voorziet de opdrachtnemer van:

  • -

    een eenvoudige handleiding voor het invullen van de WIZZR;

  • -

    een notitie mbt AVG en WIZZR;

  • -

    een formulier Toestemmingsverklaring

 

De relevante bewijsstukken van de opdrachtnemer voor het monitorsysteem ‘WIZZR’ zijn:

  • -

    Voor kandidaten via GelreWerkt!:

    • °

      arbeidsovereenkomst tussen opdrachtnemer en kandidaat.

  • -

    voor kandidaten via UWV of van buiten de gemeente Zutphen:

    • °

      arbeidsovereenkomst tussen opdrachtnemer en kandidaat;

    • °

      bewijs van toekenning van de uitkering;

    • °

      indicatie van de doelgroep;

    • °

      ondertekende toestemmingsverklaring (zodat volgens de AVG de gegevens van de kandidaat in mogen worden gezien en in de WIZZR mogen worden gezet).

 

Artikel 7 Adviseur Social Return

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8 Niet nakomen Social Return verplichting

Bij het eerste lid: de insteek is om te voorkomen dat de boete moet worden opgelegd. De adviseur Social Return en de opdrachtnemer (en zo nodig de opdrachtgever) gaan om die reden uiterlijk in de laatste termijn van de opdracht in overleg over de mogelijkheden voor de invulling van de openstaande Social Return verplichting. Daarbij kan na onderlinge overeenstemming afgeweken worden van het oorspronkelijk plan voor de invulling van de Social Return verplichting.

 

Artikel 9 Afwijkingsbevoegdheid

Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het invullen van de Social Return verplichting, in individuele leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de beleidsregel. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de beleidsregel op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 11 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

 

Bijlage 1: Tijdsduur van meetellen ten behoeve van Social Return verplichting (uit uniform bouwblokkenmode Oost Nederland)

 

Regeling

Omschrijving

Tijdsduur meetellen als Social Return

Participatiewet

Personen die vóór instroom een bijstandsuitkering ontvingen van een gemeente.

Twee jaar na instroom bij de opdrachtnemer én zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer.

WAO/ WIA

Wajong

WSW (in dienst nemen)

Alle personen die vóór instroom bij de organisatie op grond van een claimbeoordeling volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn verklaard of dat zijn op basis van een jonggehandicapte status.

Doorlopend; vanaf instroom én zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. Zolang ze een

arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen.

WW

 

 

Personen met uitgangspositie ‘WW- uitkering’ tellen pas mee als ze vóór instroom minimaal een half jaar een WW-uitkering ontvingen. Als een persoon tijdens zijn recht op een WW-uitkering weer aan het werk gaat en binnen 26 weken opnieuw werkloos wordt, herleeft de uitkering voor de duur die de werkloze nog tegoed had. In dit geval telt voor Social Return de uitkeringsduur vóór het weer aan het werk gaan mee met de duur van de WW na het opnieuw werkloos worden (dit moet bij elkaar ook minimaal een half jaar zijn).

Eén jaar na instroom bij de opdrachtnemer én zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer.

NUG

Personen die staan ingeschreven als niet werkend-werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangen en een indicatie hebben voor het doelgroepenregister.

Of personen tussen 16 en 27 jaar die staan ingeschreven als niet werkend-werkzoekende bij het UWV, geen uitkering ontvangen met of zonder indicatie doelgroepenregister.

Twee jaar vanaf het moment van instroom bij de opdrachtnemer én zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer.

BBL/ BOL niveau 1,2, 3 en 4

 

Personen die een leer/ werkovereenkomst (BBL) of een stageovereenkomst (BOL) hebben die opleidt tot niveau 1, 2, 3 of 4, dan wel leerlingen.

Gedurende de stageperiode bij de opdrachtnemer.

Praktijkonderwijs/

VSO

 

Praktijkonderwijs: een overeenkomst voor een arbeidstoeleidingsstage voor leerlingen van 12 t/m 18 jaar die moeite hebben met leren op de traditionele manier.

VSO: een overeenkomst voor een arbeidstoeleidingsstage voor jongeren met een beperking.

Gedurende de stageperiode bij de opdrachtnemer.

WSW/ Indicatie beschut werk

Personen met een arbeidshandicap, geïndiceerd voor de Wet Sociale Werkvoorziening. Of personen met een indicatie “beschut werk” op grond van de Participatiewet worden aan deze groep gelijkgesteld.

Doorlopend; vanaf instroom én zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. Zolang de indicatie geldig is.

 

 

Doelgroepenregister

In het doelgroepenregister (UWV) staat iedereen geregistreerd die tot de doelgroep van de banenafspraak behoort.

Doorlopend; vanaf instroom én zolang ze werkzaam zijn bij de opdrachtnemer. Zolang ze geregistreerd zijn in het doelgroepenregister.

  •  

Bijlage 2: normbedragen voor invulling Social Return verplichting (uit uniform bouwblokkenmode Oost Nederland)

 

  • Doelgroep1

  • Jaartarief2 t.b.v. invulling Social Return verplichting (op basis van fulltime dienstverband)

Participatiewet < 2 jaar

€ 30.000,-

Participatiewet > 2 jaar

€ 40.000,-

WIA / WAO / Wajong

WSW, inclusief indicatie beschut werk

€ 40.000,-

WW > 6 en < 12 maanden

€ 10.000,-

WW > 12 maanden

€ 15.000,-

Niet-uitkeringsgerechtigde

€ 10.000,-

Werkervaringsplek

€ 750,- per maand

Leerling BBL niveau 1 + 2

€ 20.000,-

Leerling BBL niveau 3 + 4

€ 15.000,-

Leerling BOL niveau 1 + 2

€ 7.500,-

Leerling BOL niveau 3 + 4

€ 5.000,-

Leerling VSO/ Praktijkonderwijs

€ 5.000,-

Leerling VSO/ Praktijkonderwijs tot 18 jaar (werkplek na uitstroom)

€ 25.000,-

WSW (detachering en/ of diensten), Sociale Inkoop

factuurwaarde

BONUS

NAAR RATO

Leeftijd 50 jaar of ouder, behorend tot de doelgroep

€ 5.000,-

Statushouder, behorend tot de doelgroep

€ 5.000,-

Vast dienstverband

€ 10.000,-

PSO-ladder: trede 1, 2, of 3

Korting op Social Return verplichting van 10%, 25% of 50%

PSO-ladder: 30+

Vrijstelling Social Return verplichting

 


1

Met uitzondering van de bonus voor leeftijd, statushouder en vast contract, is een medewerker in maximaal één categorie ingeschaald.

2

Tarieven zijn all-in tarieven inclusief begeleidingskosten en werkgeverslasten. Fulltime is gedefinieerd als minimaal 36 uur per week.