Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Altena

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent de tijdelijke subsidie voor lokale cultuurorganisaties (Tijdelijke Subsidieregeling compensatie kosten 2020/2021 voor lokale cultuurorganisaties in verband met COVID-19)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAltena
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent de tijdelijke subsidie voor lokale cultuurorganisaties (Tijdelijke Subsidieregeling compensatie kosten 2020/2021 voor lokale cultuurorganisaties in verband met COVID-19)
CiteertitelTijdelijke Subsidieregeling compensatie kosten 2020/2021 voor lokale cultuurorganisaties in verband met COVID-19
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt per 1 juli 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/actueel/Altena/CVDR620178.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-04-2021nieuwe regeling

09-03-2021

gmb-2021-110012

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent de tijdelijke subsidie voor lokale cultuurorganisaties (Tijdelijke Subsidieregeling compensatie kosten 2020/2021 voor lokale cultuurorganisaties in verband met COVID-19)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena;

 

Overwegende dat de gemeente Altena een gemeentelijke visie op Cultuur heeft vastgesteld met als een van de doelen activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het aanbieden van cultuurparticipatie voor een breed publiek in de gemeente Altena;

 

Overwegende dat de gemeenteraad van Altena en het Rijk extra middelen beschikbaar hebben gesteld om de bestaande culturele infrastructuur van de gemeente Altena tenminste in stand te houden;

 

Overwegende dat het Rijk de gemeenten de vrijheid geeft om de middelen naar eigen inzicht in te zetten, daar waar de steun het hardste nodig is;

 

Dat het derhalve gewenst is een subsidieregeling vast te stellen waarin regels zijn gesteld omtrent de te subsidiëren instellingen, de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en de na te komen verplichtingen;

 

Gelet op de inventarisatie die is gedaan onder de culturele organisaties van de gemeente Altena;

 

Gelet op de jaarlijkse basissubsidies die reeds verstrekt zijn aan een deel van de doelgroep culturele instellingen;

 

Gelet op artikel 3, artikel 5 lid 1, artikel 6 lid 4, artikel 7 lid 4,artikel 8 lid 3 en artikel 9 lid 3 aanhef en onder g, artikel 14 lid 3, artikel 15 lid 3, artikel 16 lid 3 en artikel 19 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Altena 2019;

 

Besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

 

Tijdelijke Subsidieregeling compensatie kosten 2020/2021 in verband met COVID-19 voor lokale cultuurorganisaties gemeente Altena

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening Altena 2019;

  • b.

    beeldende kunst: kunstvorm waarbij het beeldende of creëren van iets nieuws voorop staat. Denk hierbij aan schilderen, keramiek, beeldhouwen, literatuur en andere;

  • c.

    beeldende kunstinstelling: een culturele instelling die zich bezig houdt met het vervaardigen van beeldende kunst;

  • d.

    bibliotheek: lokale bibliotheek als bedoeld in artikel 1 onder c van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen die de bibliotheekvoorzieningen in de gemeente Altena verzorgt;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena;

  • f.

    culturele instelling: een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die zich bezighoudt met de uitoefening van culturele activiteiten zoals bedoeld onder artikel 1, sub c, d, , h, i, j, k, l, m, n, o of q van deze subsidieregeling mits de activiteiten zijn bestemd voor inwoners van de gemeente Altena;

  • g.

    cultuurmaker: een zzp’er kan die zich bezighoudt met de uitoefening van culturele activiteiten zoals bedoeld onder artikel 1 c, h, i, j, , m, en o;

  • h.

    dansschool: een culturele instelling die danslessen verzorgt;

  • i.

    erfgoedinstelling: een culturele instelling die zich bezighoudt met activiteiten op het gebied van materieel en immaterieel erfgoed;

  • j.

    foto- en filminstelling: een culturele instelling die zich bezighoudt met activiteiten op het gebied van foto en/of film;

  • k.

    gelegenheidskoor: een koor dat op projectbasis concerten voor publiek verzorgt;

  • l.

    museum: een culturele instelling, zonder winstbejag, ten dienste van de gemeenschap en van haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, die de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verzamelt, bewaart, onderzoekt en tentoonstelt en hierover informatie verstrekt voor studie, educatie en recreatie;

  • m.

    muziekvereniging: een culturele instelling die zich bezighoudt met muziekbeoefening niet zijnde zang;

  • n.

    poppodium: een culturele instelling die een locatie exploiteert met als kernfunctie het aanbieden van een gevarieerd en breed scala aan podiumkunsten. Een poppodium is kleiner dan een theater of concertzaal;

  • o.

    toneel- of theatervereniging: een culturele instelling die zich bezig houdt met toneel- of theaterlessen dan wel toneel- of theatervoorstellingen;

  • p.

    vaste lasten: jaarlijks terugkerende lasten in verband met huur, onderhoud, afschrijvingen, rente, verzekeringspremies, abonnementen, contributies en personeelskosten;

  • q.

    zangvereniging: een culturele instelling die zich bezig houdt met in groepsverband zingen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan een aanvrager die valt onder de doelgroep zoals omschreven in artikel 4, voor tekorten in de exploitatie in de kalenderjaren 2020 en 2021 die aantoonbaar zijn ontstaan als gevolg van doorlopende vaste lasten en verminderde inkomsten of extra kosten in verband met de coronacrisis.

  • 2.

    De extra kosten bestaan uitsluitend uit:

    • a.

      de ontwikkeling van een aangepast programma of activiteiten als gevolg van COVID-19;

    • b.

      meerkosten bij de uitvoering van reguliere activiteiten;

    • c.

      kosten voor aanpassingen aan het gebouw of aan systemen.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan culturele instellingen en cultuurmakers die aantoonbare financiële schade ondervinden als gevolg van de coronacrisis en de in dit verband getroffen maatregelen, mits die culturele instelling en cultuurmaker voldoet aan de volgende vereisten:

  • a.

    gevestigd in de gemeente Altena;

  • b.

    verricht culturele activiteiten die met name zijn gericht op inwoners van de gemeente Altena;

  • c.

    is niet slechts gericht op de organisatie van incidentele evenementen;

  • d.

    lijdt financiële schade als gevolg van COVID-19;

  • e.

    heeft aantoonbaar gebruik gemaakt van vangnetmaatregelen van het Rijk zoals TOZO, TOGS, NOW en TVL of valt aantoonbaar buiten de kaders van de vangnetregelingen.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen (subsidiabele kosten)

Alleen noodzakelijke vaste lasten of noodzakelijke meerkosten die niet op andere wijze kunnen worden bekostigd, komen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De subsidie betreft een eenmalige bijdrage voor het jaar 2020/2021 en bedraagt maximaal het volgende:

  • a.

    voor een bibliotheek:

€ 135.000,-

  • b.

    voor een museum:

€ 110.000,-

  • c.

    voor een poppodium:

€ 40.000,-

  • d.

    voor een cultuurmaker

    zonder aanspraak op vangnetmaatregelen van het Rijk:

 

€ 6.000,-

  • e.

    voor een cultuurmaker

  • met aanspraak op

  • vangnetmaatregelen van het Rijk:

 

 

€ 3.000,-

  • f.

    voor een muziekvereniging:

€ 2.000,-

  • g.

    voor een toneel- of theatervereniging:

€ 1.500,-

  • h.

    voor een dansschool:

€ 1.500,-

  • i.

    voor een beeldende kunstinstelling:

€ 1.500,-

  • j.

    voor een gelegenheidskoor:

€ 1.500,-

  • k.

    voor een foto- en filminstelling:

€ 500,-

  • l.

    voor een erfgoedinstelling:

€ 500,-

  • m.

    voor een zangvereniging:

€ 500,-

Artikel 7 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt per aanvraagtijdvak door het college vastgesteld.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Bij overschrijding van het subsidieplafond verlaagt het college de maximale bedragen, zoals genoemd in artikel 6, met een gelijk percentage tot het niveau waarop het subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 9 Indieningvereisten aanvraag subsidie

  • 1.

    Een aanvraag wordt schriftelijk ingediend, voorzien van de gevraagde bewijsstukken.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag van een poppodium, een bibliotheek of een museum is, in afwijking van artikel 6 ASV, voorzien van de volgende bewijstukken:

    • a.

      het financieel jaarverslag en de verlies- en winstrekening over 2019;

    • b.

      stukken waaruit blijkt dat een beroep is gedaan op de vangnetregelingen van het Rijk;

    • c.

      een overzicht van de vaste lasten;

    • d.

      een toelichting op het ontstane exploitatietekort;

    • e.

      een afschrift van de bankrekeningen;

  • 3.

    Andere subsidieaanvragen dan de aanvragen als bedoeld in lid 2, zijn, in afwijking van artikel 6 ASV, voorzien van:

    • a.

      bewijstukken waaruit blijkt hoe hoog de vaste lasten zijn en hoe hoog de inkomstenderving is;

    • b.

      stukken waaruit blijkt dat een beroep is gedaan op de vangnetregelingen van het Rijk of waaruit blijkt dat deze vangnetregelingen niet van toepassing zijn.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend gedurende de periode van 1 februari 2021 tot 1 juni 2021.

Artikel 11 Beslistermijn en vaststelling

  • 1.

    Het college beslist op een ingediende aanvraag binnen 8 weken na 1 juni 2021.

  • 2.

    Het college kan de beslistermijn éénmaal met 4 weken verlengen.

  • 3.

    Het college stelt subsidies tot en met een bedrag van € 10.000,- direct vast.

  • 4.

    In afwijking van artikel 15 ASV dient de subsidieontvanger bij subsidies van meer dan € 10.000,- uiterlijk 1 maart 2022 een aanvraag tot vaststelling in.

  • 5.

    In afwijking van artikel 15 ASV bevat de aanvraag tot vaststelling een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de subsidie is besteed aan het doel waarvoor deze is verstrekt en dat aan de verplichtingen die in de ASV, deze subsidieregeling of in de beschikking tot subsidieverlening zijn opgelegd, is voldaan.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden zoals opgenomen in artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht en in de ASV, kan een aanvraag geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 3, 4, 5, 9 of 10 van deze subsidieregeling.

Artikel 13 Bevoorschotting

Na de beschikking tot subsidieverlening wordt de subsidie voor 100% bevoorschot.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling indien de toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke Subsidieregeling compensatie kosten 2020/2021 voor lokale cultuurorganisaties in verband met COVID-19.

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van bekendmaking en vervalt per 1 juli 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 maart 2020.

het college van burgemeester en wethouders van Altena,

de secretaris,

drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de burgemeester,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM