Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de sociaal medische indicatie voor de kinderopvang (Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang gemeente West Betuwe 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de sociaal medische indicatie voor de kinderopvang (Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang gemeente West Betuwe 2021)
CiteertitelVerordening sociaal medische indicatie kinderopvang gemeente West Betuwe 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 58 van de Participatiewet
  3. artikel 59 van de Participatiewet
  4. artikel 60 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-04-2021nieuwe regeling

30-03-2021

gmb-2021-109931

GZDGWB103282/114454

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de sociaal medische indicatie voor de kinderopvang (Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang gemeente West Betuwe 2021)

De raad van de gemeente West Betuwe;

 

  • 1.

    gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

  • 2.

    gelet op artikel 58 tot en met 60 van de Participatiewet;

  • 3.

    gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 januari 2021 nummer, .

besluit:

 

De Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang gemeente West Betuwe 2021 vast te stellen.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      SMI: sociaal medische indicatie;

    • b.

      tegemoetkoming: bijdrage in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal medische gronden;

    • c.

      kind: het eigen kind of stiefkind van de belanghebbende of diens partner, waarvoor een tegemoetkoming wordt gevraagd. Met een kind wordt gelijkgesteld een pleegkind;

    • d.

      ten laste komend kind: het kind voor wie belanghebbende en/of diens partner aanspraak op kinderbijslag kan maken;

    • e.

      voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om in kinderopvang te voorzien waarvan door belanghebbende gebruik kan worden gemaakt, waaronder een andere financiële tegemoetkoming, zoals via de aanvullende ziektekostenverzekering, een voorziening op grond van de Wet kinderopvang (kinderopvangtoeslag) of de Wet maatschappelijke ondersteuning of adequate kinderopvang in de informele sfeer;

    • f.

      gezamenlijke huishouding: bij de beoordeling of er sprake is van een gezamenlijke huishouding wordt aangesloten bij de bepalingen die hiervoor gelden in de Participatiewet;

    • g.

      belanghebbende: de ouder/verzorger die voor zijn kind een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang aanvraagt;

    • h.

      verzamelinkomen: het totale bedrag van het bruto inkomen uit werk en woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang en belastbare inkomen uit vermogen en spaargeld minus aftrekposten;

    • i.

      VVE: Voor- en vroegschoolse educatie is voor peuters met een taal- of ontwikkelingsachterstand. VVE is bedoeld om kinderen hun achterstand te laten inhalen, voordat ze aan groep 3 beginnen.

    • j.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor kinderopvang op sociaal medische redenen moet in ieder geval aan een van de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      het betreffende kind of belanghebbende behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke, psychosociale of psychische beperking en waarvoor vast is komen te staan dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

    • b.

      het college stelt vast dat de veiligheid van het kind in het geding is en/of kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind noodzakelijk is en/of er sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is de verzorging of betaling van de opvang op zich te nemen.

  • 2.

    Het college kan over de noodzaak, alsmede de duur en de omvang van de kinderopvang advies vragen aan een onafhankelijke en voldoende professionele organisatie met voldoende deskundigheid.

Artikel 3 Aanspraak op een tegemoetkoming

  • 1.

    Een belanghebbende heeft aanspraak op een tegemoetkoming, indien:

    • a.

      de kinderopvang als gevolg van sociaal medische redenen naar het oordeel van het college, op basis van de bepalingen in artikel 2, noodzakelijk is;

    • b.

      de opvang plaats vindt in een kindercentrum of via een gastouderbureau;

    • c.

      de opvang betrekking heeft op een ten laste van belanghebbende of diens partner komend kind;

    • d.

      het kind op hetzelfde adres als belanghebbende staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • e.

      er geen gebruik gemaakt kan worden van een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub f;

    • f.

      de belanghebbende is ingeschreven in de gemeente West Betuwe.

  • 2.

    Een belanghebbende of diens partner worden voor de toepassing van deze verordening geacht gezamenlijk één aanspraak op een tegemoetkoming te hebben.

Artikel 4 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming bevat:

    • a.

      naam, adres, burgerservicenummer van de belanghebbende;

    • b.

      indien van toepassing: naam, burgerservicenummer van de partner, en indien dit een ander adres is dan het adres van de belanghebbende: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het geregistreerde kindercentrum of geregistreerde gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e.

      inkomensgegevens van zowel de belanghebbende als diens eventuele partner waaruit het verzamelinkomen blijkt;

    • f.

      gegevens waaruit blijkt dat de kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie nodig is;

    • g.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2.

    De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend, met behulp van een door het college beschikbaar gesteld formulier.

  • 3.

    Indien de aanvrager een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Artikel 5 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag zo spoedig mogelijk na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2.

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert de tegemoetkoming als belanghebbende en/of diens partner niet voldoet aan de in artikel 2 eerste lid en artikel 3 eerste lid genoemde voorwaarden.

  • 2.

    Het college weigert de tegemoetkoming als belanghebbende en/of diens partner niet voldoet aan hetgeen is bepaald in artikel 14.

Artikel 7 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op de, in het eerste lid genoemde datum, nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 8 Periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1.

    De tegemoetkoming is afhankelijk van de noodzaak vast te stellen door het college en wordt verleend voor de periode van maximaal een kalenderjaar als:

    • a.

      voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in deze verordening;

    • b.

      het kind daadwerkelijk gebruik maakt van kinderopvang.

  • 2.

    Indien het college het noodzakelijk acht kan het college in afwijking van het eerste lid de tegemoetkoming na een kalenderjaar verlengen.

Artikel 9 Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming wordt berekend met de berekeningsmethode van de Belastingdienst en is afhankelijk van:

  • 1.

    het inkomen van de belanghebbende en, indien hij een partner heeft, dat van zijn partner; 2. de kosten van de kinderopvang per kind die worden bepaald door:

    • a.

      het aantal uren kinderopvang per kind dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is;

    • b.

      de voor de kinderopvang te betalen uurprijs;

    • c.

      het soort kinderopvang.

  • 2.

    De tegemoetkoming is overeenkomstig het bedrag dat volgt uit de berekeningsmethode.

  • 3.

    De maximale uurprijs, is gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 4 van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang.

  • 4.

    Indien de prijs per uur kinderopvang hoger ligt dan de maximum uurprijs, als bedoeld in het derde lid, wordt in plaats van de prijs per uur kinderopvang, de maximum uurprijs in aanmerking genomen.

  • 5.

    Indien belanghebbende al een vergoeding ontvangt voor peuteropvang of VVE, worden deze uren afgetrokken van de maximaal vastgestelde uren per week op basis van de sociaal medische noodzaak.

Artikel 10 Herziening en intrekking van de tegemoetkoming

  • 1.

    De voor een bepaalde periode vastgestelde tegemoetkoming wordt herzien of ingetrokken indien:

    • a.

      de belanghebbende of het kind niet meer voldoet aan de bepalingen van deze verordening;

    • b.

      een kind geen of minder uren gebruik maakt van kinderopvang, dan waarop de vastgestelde tegemoetkoming is gebaseerd;

    • c.

      er voor een kind minder uren kinderopvang noodzakelijk zijn dan waarop de tegemoetkoming is gebaseerd.

Artikel 11 Inhoud van de beschikking

  • 1.

    Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

    • a.

      de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

    • b.

      de naam en het adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

    • c.

      de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

    • d.

      de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

    • e.

      de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

    • f.

      de verplichtingen van de belanghebbende.

Artikel 12 De uitbetaling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt maandelijks voorafgaand aan de opvang aan het kindercentrum of gastouderbureau waar de opvang plaatsvindt uitbetaald. Het kindercentrum of het gastouderbureau overlegt hiervoor de contractgegevens.

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften stellen omtrent de wijze van betaling.

Artikel 13 Terugvordering tegemoetkoming

Wordt de tegemoetkoming na herziening of intrekking lager vastgesteld dan wat reeds is uitbetaald, dan vordert het college het teveel betaalde bedrag terug.

Artikel 14 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De belanghebbende en/of diens partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot herziening of intrekking van de tegemoetkoming.

  • 2.

    De belanghebbende en/of diens partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van belang zijn.

  • 3.

    Onverminderd de overige bepalingen in deze verordening, kan het college besluiten om het recht op een tegemoetkoming te herzien of in te trekken indien belanghebbende en/of diens partner niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt.

Artikel 15 Onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking hiervan in het elektronische gemeenteblad.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang gemeente West Betuwe 2021.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 maart 2021, nummer 103283,

de griffier,

Hans van der Graaff

de voorzitter,

Servaas Stoop