Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist houdende regels omtrent vergunningen, toezicht en handhaving |
Citeertitel | Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht & Handhaving (VTH-Uitvoeringsprogramma) 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-03-2021 | nieuwe regeling | 30-03-2021 | 402974 |
Waarom een Uitvoeringsprogramma?
In vervolg op ons VTH-beleidsplan 2019-2022 presenteren wij hierbij ons Uitvoeringsprogramma 2021 voor de uitvoering van onze taken op het gebied van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH). Dit programma geeft weer hoe wij in 2021 samen met onze inwoners, ondernemers en partners ervoor willen zorgen dat de kwaliteit van onze (fysieke) leefomgeving geborgd blijft en verbeterd wordt. We geven hiermee zo concreet mogelijk weer welke VTH-taken we uitvoeren (programmeren). Dit alles om bij te dragen aan het goede leven in Zeist.
Over welke VTH-taken gaat dit Uitvoeringsprogramma?
Dit Uitvoeringsprogramma gaat over de wettelijke taken die een relatie hebben met de (fysieke) leefomgeving voor zover hieraan een Vergunningen-, Toezicht- en/of Handhavings-component vast zit. Voor de volledige uiteenzetting van het wettelijk kader verwijzen wij naar Bijlage 1 van het Bijlagenboek. Voor de duidelijkheid geven wij hierbij aan dat de VTH-taken die door de Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) en de Veiligheidsregio Utrecht (VrU) niet binnen het kader van dit beleidsplan vallen.
Hoe moet dit Uitvoeringsprogramma gelezen worden?
Dit Uitvoeringsprogramma geeft weer hoe we onze VTH-taken programmeren voor 2021. U treft een weergave aan van de VTH-taken (Hoofdstuk 2), de VTH-Uitvoeringsorganisatie (Hoofdstuk 3), de prioriteiten (Hoofdstuk 4), de doelen (Hoofdstuk 5), de ontwikkelingen 2021 (Hoofdstuk 6) en de VTH-activiteiten in 2021 uitgewerkt in Geprogrammeerde werkzaamheden in de vorm van Activiteitenkaarten en Reguliere werkzaamheden (Hoofdstuk 7). De toelichting op de onderdelen uit dit VTH-Uitvoeringsprogramma treft u in het VTH-Bijlagenboek.
Voor het bereiken van de optimale kwaliteit van de uitvoering van onze VTH-taken en het kunnen monitoren van de resultaten is het van belang om doelen te stellen. In ons VTH-Beleid hebben we de beleidsdoelen voor de beleidsperiode benoemd. Dit zijn onze doelen op hoofdlijnen. Voor de duidelijkheid hebben we deze doelen hieronder nogmaals benoemd.
De beleidsdoelen hebben we hieronder verder uitgewerkt met doelen voor de verschillende taakvelden, Vergunningen, Toezicht en Handhaving. Hiermee maken we duidelijk welke doelen we willen bereiken met de uitvoering van specifiek deze taken.
We maken onze doelen waar mogelijk nog concreter In de Activiteitenkaarten voor de Geprogrammeerde werkzaamheden (Hoofdstuk 7). Hierin staat per activiteit beschreven welke specifieke doelen we nastreven voor de betreffende activiteit.
We kunnen er niet om heen. COVID-19 houdt ons allen al langere tijd in zijn greep met tot gevolg de beperkende maatregelen vanuit het Rijk om de volksgezondheid te beschermen. Dat heeft zijn invloed op ons als organisatie maar ook op de inwoners en de fysieke leefomgeving waarin ze verblijven. Als organisatie zijn we ingericht op het zoveel mogelijk thuiswerken. Echter, welke invloed heeft dit op de fysieke leefomgeving waarvoor we ons inzetten? Het is vooralsnog niet duidelijk in hoeverre de beperkende maatregelen nog van kracht blijven (voor een gedeelte van) dit jaar. Het betekent op dit moment wel dat veel inwoners vooral thuis of in hun directe omgeving een groot deel van hun tijd besteden. Zo zien we dat zij ervoor kiezen om te investeren in hun woning. Het aantal bouwaanvragen blijft dan ook onverminderd hoog, alleen zien we dat het vooral de kleinere bouwplannen zijn. Deze lijn verwachten we ook in 2021 terug te zien.
De Omgevingswet bundelt en moderniseert alle wet- en regelgeving rondom de fysieke leefomgeving. In de praktijk gaat het o.a. over anders werken. Wat we als gemeente willen en doen moet meer dan voorheen in samenhang gebeuren. Ruimtelijke ordening wordt ruimtelijke ontwikkeling inclusief opgaven rondom o.a. duurzaamheid, gezondheid en leefbaarheid. De gemeente Zeist handelt en denkt vanuit ruimtelijke mogelijkheden en vertrekt daarbij vanuit gebiedswaarden en –kwaliteiten. De invoering van de Omgevingswet zorgt ervoor dat we dit ook met een passend instrumentarium doen: een omgevingsvisie, één omgevingsplan en een verordening voor de totale fysieke leefomgeving. Alle data en informatie moet voor alle betrokkenen op dezelfde wijze en in dezelfde mate beschikbaar en ontsloten worden. Voor de omgevingsvisie is een routekaart opgesteld. Om te komen tot een omgevingsplan is o.a. gewerkt aan een pilot omgevingsplan, oftewel een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Eén verordening die alle bestaande verordeningen vervangt moet eind 2021 gereed zijn. Op moment van schrijven zijn er landelijk twijfels te bespeuren over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In hoeverre de Omgevingswet daadwerkelijk op 1 januari 2022 in werking zal treden, zal moeten blijken. In de tussentijd zetten we ons in om bij een eventuele inwerkingtreding de basis op orde te hebben. Dat betekent het scholen van medewerkers, juridische documenten op orde hebben en (nieuwe) software inrichten en testen.
In plaats van de gemeente controleert een (private) kwaliteitsborger gedurende het ontwerp- en uitvoeringsproces of wordt gebouwd volgens Bouwbesluit 2012. Een kwaliteitsborger werkt met een ‘instrument’ (een beoordelingsmethodiek). In het instrument staat beschreven hoe de kwaliteitsborging en bijbehorende controles (o.a. diepgang, frequentie) worden uitgevoerd. Voor de gemeente vervalt grotendeels de technisch-inhoudelijke toetsing aan het Bouwbesluit en komt er een aantal voornamelijk administratieve taken bij, zoals de controle of het juiste instrument voor kwaliteitsborging is toegepast en een controle of er sprake is van een erkende kwaliteitsborger. Zij toetsen in het voorgenomen stelsel niet langer aan bouwtechnische voorschriften en zij houden geen toezicht meer op het bouwen tijdens de bouw wat betreft de naleving van die voorschriften. Gemeenten houden bij vergunningverlening wel hun taken in het kader van de toetsing aan bestemmingplannen, bouwverordening, welstand en omgevingsveiligheid. Een groot deel van de werkzaamheden in het kader van de vergunningverlening voor het bouwen zal dus blijven bestaan. Gemeenten houden ook het toezicht en de handhaving voor de bestaande voorraad.
Het landelijke stelstel van private kwaliteitsborging moet gelijktijdig met de Omgevingswet inwerkingtreden. Omdat het in 2020 vanwege COVID-19 niet mogelijk is gebleken deel te nemen aan een proefproject, wordt onder de huidige omstandigheden bekeken of dit in 2021 wel mogelijk is. Daarbij zullen we contact leggen met regiogemeenten en de omgevingsdienst OdrU.
Op 27 mei 2017 is een in aanbouw zijnde parkeergarage op Eindhoven Airport ingestort. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat door verschillende factoren dit incident heeft kunnen plaatsvinden. Een belangrijke factor hierin is het gebruik van betonnen breedplaatvloeren. Vanuit het Rijk zijn gemeenten daarom opgeroepen om te inventariseren waar deze constructie is toegepast in hun gemeente. Aan de hand van deze inventarisatie kunnen gebouweigenaren worden gewezen op de veiligheidsrisico’s en daarvoor maatregelen treffen. De gemeente heeft hierin een toezichthoudende rol. De verantwoordelijke minister heeft in mei 2019 aangegeven een onderzoeksplicht in te stellen voor gebouweigenaren. Deze onderzoeksplicht is in 2020 opgenomen in de Regeling Bouwbesluit 2012. Het is hierdoor een wettelijk afdwingbare verplichting voor gebouweigenaren om aan deze onderzoeksplicht te voldoen. De termijn waarbinnen dit onderzoek moet worden uitgevoerd, is gesteld op 1 april 2021. We hebben in 2020 een voorselectie gemaakt van panden die onder de criteria van de onderzoeksplicht vallen. Inmiddels hebben al die gebouweigenaren een brief gehad en zullen we ze zo goed mogelijk begeleiden om het onderzoek te laten uitvoeren.
Voordat het Bouwbesluit in werking trad (1992) werd ten aanzien van brandveiligheid een ladderwagen als alternatieve vluchtweg aangemerkt. Wegens herpositionering van de ladderwagen in de regio, kan dit niet langer gezien worden als alternatieve vluchtweg. Om die reden is het van belang om portiekflats waarvoor deze voorziening gold te inventariseren en het brandveiligheidsniveau te onderzoeken.
In 2020 is er een handreiking vanuit het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) ter beschikking gesteld. In 2021 zullen we samen met de VRU deze inventarisatie afronden en bekijken welke stappen er gezet moeten worden op dit punt.
Met de komst van de Omgevingswet kijken we kritisch naar onze werksystemen. We kiezen ervoor om afscheid te nemen van de huidige werksystemen en over te gaan op een nieuw systeem; Centric Leefomgeving. In 2021 richten we dit systeem in en zorgen we voor een goede overgang, zodat lopende werkzaamheden zo min mogelijk worden verstoord. Door nu al werkzaamheden uit te voeren in dit nieuwe systeem, is de overgang naar de Omgevingswet een kleinere stap om te zetten.
Hoe de gemeente Zeist concreet invulling geeft aan haar VTH-taken in 2021 wordt in dit hoofdstuk beschreven. Wij verdelen de beschikbare capaciteit in onze Uitvoeringsorganisatie (zie Hoofdstuk 3) in Geprogrammeerde werkzaamheden (Activiteitenkaarten) en Reguliere werkzaamheden.
Voor onze VTH-taken met een Hoge prioriteit is ruimte beschikbaar binnen de reguliere capaciteit in 2021. Zij krijgen voorrang ten opzichte van de reguliere werkzaamheden die gelden als gemiddelde of lage prioriteit.
Voor alle VTH-taken met een Gemiddelde of Lage prioriteit en alle overige VTH-taken zijn aan te merken als reguliere activiteiten. Deze taken voeren we uit binnen de beschikbare capaciteit die niet wordt ingezet voor VTH-taken met een hoge prioriteit.
7.2 Overzicht Activiteitenkaarten
Hieronder staat toegelicht hoe u de Activiteitenkaarten kunt ‘lezen’ en wat u hierin terug kunt vinden.
Verder zijn de groene activiteitenkaarten gerelateerd aan vergunningenactiviteiten. De gele activiteitenkaarten hebben betrekking op toezichtactiviteiten. De oranje activiteitenkaarten zijn gerelateerd aan handhavingsactiviteiten.
Wij onderscheiden de volgende activiteitenkaarten:
8. JAARVERSLAG 2020 (algemene terugblik)
Op de afzonderlijke activiteitenkaarten hebben we per onderdeel een terugblik gegeven. Die zijn specifiek. In dit deel van het jaarverslag willen we een meer algemeen beeld schetsen en die opvallen.
Bijna heel 2020 staat in het teken van corona. Vanaf maart 2020 is de norm gesteld om het zoveel mogelijk thuiswerken. Dat heeft invloed gehad op de manier van werken. Waar normaliter gesprekken met inwoners op het gemeentehuis of op locatie plaatsvonden, is dat nu vooral via de telefoon of via een digitaal overleg. We hebben gemerkt dat door het thuiswerken niet altijd alles even efficiënt lukte. Waar voorheen er alleen met collega’s op kantoor werd gewerkt, was nu sprake van het vinden van balans tussen werk en privé. Desondanks zijn we als organisatie ingericht op het thuiswerken en was dat vóór 2020 ook al de (vrijblijvende) mogelijkheid.
Zoals al eerder geschetst bij de afzonderlijke activiteitenkaarten, heeft er door corona een verschuiving plaatsgevonden in ons werk. Zo zakte het aantal evenementenvergunningen naar nul, is het relatief rustig geweest op het gebied van horeca (zowel vergunning als toezicht) en hebben sommige toezichtstaken op een lager pitje gestaan. Wel heeft het voor de Buitengewoon Opsporingsambtenaren tot een flinke toename geleid als het gaat om het houden van toezicht op de coronamaatregelen. De handhavingsjuristen hebben vanuit hun juridische rol een bijdrage geleverd aan de handhaving. Dat laat het beeld zien dat door de afname van reguliere taken, de capaciteit deels is ingezet voor corona gerelateerde onderdelen. De inhoudelijke gevolgen vallen echter buiten de scope van dit VTH jaarverslag.
Ondanks de gewijzigde situatie door corona, hebben we toch veel (concept) aanvragen voor omgevingsvergunning ontvangen. In totaal 770.
Dit aantal ligt hoger dan voorgaande jaren (In 2019: 653 en 2018: 607). De trend die we hebben gezien in 2020 is dat er veel particulieren zijn die hun bouwplannen tot uitvoer willen brengen. Dat betekent relatief gezien veel kleinere bouwplannen, zoals dakkapellen/uitbouwen en/of bergingen. Dit betekent dat de druk op de medewerkers die vergunningaanvragen behandelen, onverminderd groot bleef. Ook wordt het tekort aan woningen gevoeld, omdat de behoefte aan groter wonen/ het verruimen van het woongenot leidt tot beweging op de woningmarkt. Grote bouwplannen worden ook ingediend. Het beoordelen hiervan en het verlenen van de omgevingsvergunning loopt soms vertraging op. De redenen hiervan zijn:
Voor en tijdens de behandeling van initiatieven nemen belanghebbenden meer en eerder contact op met de gemeente. Men wil exact weten wat de bouwinitiatief inhoudt en er worden meer inhoudelijke en procedurele vragen gesteld dan enkele jaren geleden. Wij ervaren deze toename bij zowel grote en bij relatief kleinere bouwplannen.
Naast lopende en in behandeling zijnde initiatieven, benaderd men de Gemeente Zeist ook als er nog geen initiatief bekend is, bijvoorbeeld als een locatie te koop komt te staan, of men vernomen heeft dat er mogelijk een ontwikkeling plaats gaat vinden. Men verzoekt de gemeente dan om inhoudelijke en procedurele informatie, zowel bij grote als kleinere bouwplannen.Voor wat betreft de toekomst, weten we dat woningbouwontwikkelingen een belangrijk thema zal zijn. Wat de prognose is met betrekking tot de kleinere aanvragen is op dit moment moeilijk in te schatten. Waar dat nodig is, wordt capaciteit op- of afgeschaald.
Daarnaast zal per 2022 zal de Omgevingswet in werking treden. Dit betekent ook een veranderende manier van werken. Hoe dit wordt vormgegeven, zal in 2021 duidelijk worden. Eventuele consequenties voor capaciteit zullen dan ook in kaart worden gebracht.
Evenementen in 2020 zijn vanwege corona niet doorgegaan. De onzekerheid in die branche vanwege corona heeft ervoor gezorgd dat het aantal aanvragen voor een evenementenvergunning sterk is afgenomen. Dat zien we eveneens terug in het aantal aanvragen dat gerelateerd is de exploitatie van horeca in Zeist. In de beginfase van de eerste ‘lockdown’ zijn we actief opzoek contact gaan zoeken met de (horeca)ondernemers in Zeist. Vooral om hen te ondersteunen bij de toen geldende coronamaatregelen.
Nadat een vergunning is verleend, wordt bij de uitvoer toezicht gehouden. We maken daarbij onderscheid tussen grote complexe (ver)bouw en de relatief geringe (ver)bouw werkzaamheden. Dit laatste heeft vooral betrekking op de realisatie van dakkapellen/uitbouwen en/of bergingen.
Juist de grote complexe bouwen hebben veel aandacht gevraagd van onze toezichthouders. Mede omdat omwonenden van een bouwproject veel thuis verbleven vanwege de coronamaatregelen, hebben we gemerkt dat zij sneller de weg naar de gemeente hebben weten te vinden als het gaat om overlast van de werkzaamheden. Dat betekent voor de toezichthouders niet alleen dat zij toezicht hebben moeten houden op de uitgevoerde werkzaamheden, maar eveneens de nodige klachten/meldingen hebben moeten afhandelen. Het algemeen beeld is dat dit aantal in 2020 hoger lag dan daarvoor.
Toezicht op horeca heeft in 2020 op een andere manier plaatsgevonden dan anders. De horeca was voor een groot deel van het jaar dicht en voor de periode dat zij open was, moest worden voldaan aan strikte (hygiëne)eisen. Dat lukt niet bij iedereen even goed.
Naast de gebruikelijke juridische handhaving van het omgevingsrecht, was bij de handhavingsjuristen sprake van een extra taak op het gebied van handhaving op de coronamaatregelen. Waar dit in beginsel was belegd bij de VRU, was het aan de gemeentelijke handhavingsjuristen om daarin het voorbereidende werk te doen. Vanaf 1 december 2020 is de bevoegdheid om handhavend op te treden in het kader van de coronamaatregelen een burgemeestersbevoegdheid. Vanuit die hoedanigheid zijn de handhavingsjuristen ingezet om hiervoor de juridische procedures te doorlopen.
Buiten deze extra taken is het reguliere werk voor de handhavingsjuristen ook in 2020 voorgezet. Ondanks het teruglopende toezicht vanwege de coronamaatregelen, is het aantal op te starten handhavingsprocedures niet afwijkend te noemen met voorgaande jaren. Het aantal verzoeken om handhaving is, ondanks dat veel mensen thuis waren vanwege de coronamaatregelen, niet significant toegenomen.
Op 14 juni 2017 vond in Londen de brand in de Grenfell Tower plaats, waarbij tientallen bewoners om het leven zijn gekomen. Bij deze brand was sprake van een snelle branduitbreiding langs de gevel. De Engelse overheid heeft direct na de brand een onderzoek ingesteld om te achterhalen hoe deze brand zo fataal heeft kunnen aflopen. Behalve de gevel hebben waarschijnlijk ook andere zaken een rol gespeeld.
Naar aanleiding hiervan heeft het Ministerie BZK eind 2018 gemeenten verzocht om de meest risicovolle gebouwen in hun gemeente te inventariseren en er vervolgens op toe te zien dat eigenaren van deze gebouwen onderzoek uitvoeren naar de brandveiligheid van de gevels en indien noodzakelijk maatregelen nemen om de veiligheid te waarborgen.
In 2020 is dit onderzoek in Zeist uitgevoerd via het stappenplan dat door het Ministerie BZK is opgesteld. Aan de hand van beschikbare informatie en inspecties ter plaatse is de uitkomst dat in Zeist geen risicovolle gebouwen aanwezig zijn. Op 8 oktober 2020 is eveneens de gemeenteraad hierover geïnformeerd. Daarmee is het onderzoek formeel afgesloten.
Op 27 mei 2017 is een deel van een in aanbouw zijnde parkeergarage van Eindhoven Airport ingestort. Naar aanleiding hiervan is onderzoek verricht naar de oorzaak van dit incident. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat vloeren die zijn uitgevoerd met breed platen in bepaalde gevallen onvoldoende veilig kunnen zijn. Dat is aanleiding geweest om landelijk een onderzoeksplicht in te stellen voor eigenaren van panden waar breedplaatvloeren zijn toegepast. In 2020 hebben we onderzoek gedaan naar gebouwen waar breedplaatvloeren zijn toegepast en die voldoen aan de landelijke criteria. Daar zijn in beginsel 38 adressen uit voort gekomen waarvoor de onderzoeksplicht lijkt te gelden. We zullen in januari 2021 de eigenaren informeren en hen zo goed mogelijk begeleiden om tijdig het onderzoek uit te voeren.