Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geldrop-Mierlo

Beleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet 2020 van de gemeente Geldrop-Mierlo

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeldrop-Mierlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet 2020 van de gemeente Geldrop-Mierlo
CiteertitelBeleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet Geldrop-Mierlo 2020 van de gemeente Geldrop-Mierlo
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpBeleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet Geldrop-Mierlo 2020 van de gemeente Geldrop-Mierlo

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Participatiewet
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202001-01-2020Beleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet Geldrop-Mierlo 2020 van de gemeente Geldrop-Mierlo

30-03-2021

gmb-2021-109115

164469

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet 2020 van de gemeente Geldrop-Mierlo

 

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo;

 

gelezen het voorstel van 30 maart 2021 nummer 164469;

 

 

overwegende dat,

 

het gewenst is om een beleidsregels vast te stellen omdat;

Het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een vergoeding bijzondere bijstand;

Het daarom wenselijk is voor dit doel beleidsregels vast te stellen;

 

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 35 van de Participatiewet;

gelet op het advies van de adviescommissie CPM;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel[s]:

 

 

Besluit van college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo tot wijziging van beleidsregels voor de uitvoering van artikel 35 van de Participatiewet van de Uitvoeringsregels bijzondere bijstand 2016van de gemeente Geldrop-Mierlo

Beleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet Geldrop-Mierlo 2020 van de gemeente Geldrop-Mierlo

 

Artikel 1. Uitgangspunten

 

Bij het tot stand komen van het bijzondere bijstandsbeleid spelen de volgende uitgangspunten een rol:

  • 1.

    Geen strijd met inkomensbeleid rijksoverheid.

  • 2.

    Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht centraal.

Artikel 2. Begripsbepaling

 

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wet: de Participatiewet

  • 2.

    Belanghebbende: de persoon die of het gezin dat in aanmerking wenst te komen voor bijzondere bijstand.

  • 3.

    Inkomensgrens: netto inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Bij het bepalen van de hoogte wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm.

  • 4.

    Inkomensgrens alleenstaande ouders: 90% van de norm voor gehuwden.

  • 5.

    Middelen: de middelen conform artikel 31 van de wet.

  • 6.

    Vermogen: het vermogen volgens artikel 34 lid 1 sub a en b van de wet tenzij expliciet anders wordt aangegeven.

  • 7.

    Vermogensgrens: het zogenaamde ‘vrij te laten vermogen’ genoemd in artikel 34 lid 3 van de wet. Het vermogen hierboven dient door de aanvrager voor 100% te worden aangewend voor het doen van de uitgave.

  • 8.

    Bijzondere bijstand: de bijstand als bedoeld in artikel 35 van de wet.

  • 9.

    Draagkrachtruimte: het netto inkomen exclusief vakantietoeslag, verminderd met 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • 10.

    Nibudnormen: het Nederlands instituut budgettering (Nibud) geeft inzicht in gemiddelde kosten van een huishouden. Hierbij worden jaarlijks normbedragen bepaald voor diverse typen huishoudens van alleenwonende tot meerpersoonshuishoudens en samenwonenden.

 

Artikel 3. Beoordelingskader

 

  • 1.

    Bij beoordeling van het recht op bijzondere bijstand wordt als eerste beoordeeld of er een

voorliggende voorziening is (artikel 15 van de wet).

  • 2.

    Als er geen voorliggende voorziening is, wordt de dwingende vraagstelling alsmede de volgorde gehanteerd zoals door de Centrale Raad van Beroep afgeleid uit artikel 35 van de wet:

    • a.

      doen de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voor;

    • b.

      zijn die kosten in het individuele geval van de alleenstaande of het gezin noodzakelijk;

    • c.

      vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden;

    • d.

      kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm.

 

Artikel 4. Drempelbedrag

 

Er wordt geen drempelbedrag gehanteerd.

 

Artikel 5. Vormen van bijstand

 

  • 1.

    Bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

  • 2.

    In de gevallen als bedoeld in artikel 48 lid 2 en artikel 51 lid 1 van de wet wordt bijzondere bijstand in beginsel verstrekt in de vorm van een lening.

 

Artikel 6. Aanvraag

  • 1.

    Om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen, moet een aanvraag ingediend worden bij het Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD) van de gemeente Geldrop-Mierlo.

  • 1.

    Bijzondere bijstand kan worden aangevraagd tot 6 maanden na het opkomen van de kosten.

  • 2.

    Bijzondere bijstand moet vooraf worden aangevraagd als het gaat om een kostensoort waarvoor de noodzaak moet worden vastgesteld. Het zal hier veelal gaan om aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van medische behandelingen.

  • 3.

    Als er al sprake is van een bijstandsuitkering, zijn de meeste gegevens bekend en kan de aanvrager gebruik maken van een zogenoemde verkorte aanvraagprocedure.

  • 4.

    Als de gegevens van de aanvrager niet bekend, of ouder dan een jaar zijn zal het inlichtingen /

  • vragenformulier volledig moeten worden ingevuld en dienen bewijsstukken van het inkomen en vermogen te worden overgelegd (plus overige bewijsstukken zoals een geldig identiteitsbewijs).

 

Artikel 7. Betaling

 

Betaling van bijzondere bijstand vindt plaats na inlevering van een betaalbewijs. Het betaalbewijs moet binnen drie maanden na toekenning zijn ingeleverd. Op verzoek is een betaling rechtstreeks aan een bedrijf of behandelaar ook mogelijk.

 

Artikel 8. Draagkracht

 

  • 1.

    Bijzondere bijstand kan slechts worden toegekend voor zover de gevraagde kosten de draagkracht te boven gaan. Het inkomen boven de 120 % bijstandsnorm dient volledig aangewend te worden voor de betaling van de betreffende kosten.

  • 2.

    Voor de vaststelling van de draagkrachtruimte wordt het netto inkomen (exclusief vakantietoeslag) verminderd met 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag).

  • 3.

    De periode waarover de draagkracht wordt vastgesteld, de draagkrachtperiode, is één jaar. De

  • ingangsdatum van het draagkrachtjaar is:

    • bij periodieke kosten: de eerste dag van de maand van aanvang van de periodieke bijstand.

    • bij incidentele kosten: de eerste dag van de maand waarin de (eerste) kosten volgens de factuurdatum zijn opgekomen.

  • 4.

    Bij een wisselend inkomen moet worden uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de afgelopen 3 maanden.

  • 5.

    De draagkrachtperiode kan korter zijn indien de duur van de periode waarop de kosten betrekking hebben daartoe aanleiding geeft.

  • 6.

    Alleen bij periodieke bijzondere bijstand wordt er rekening gehouden met wijzigingen in het inkomen tijdens de draagkrachtperiode.

  • 7.

    Bij periodieke bijzondere bijstand wordt de aanwezige draagkracht verrekend over 12 maanden.

  • Bij incidentele bijzondere bijstand wordt de aanwezige draagkracht gelijk verrekend.

  • 8.

    Bij beslag op inkomen wordt bij het bepalen van de draagkracht uitgegaan van het daadwerkelijk

  • ontvangen inkomen.

  • 9.

    Geen draagkracht is aanwezig bij een lopende schuldregeling of WSNP.

  • 10.

    Bij aanvragen bijzonder bijstand voor de kosten van bewindvoering is geen draagkracht

  • aanwezig als de schuldhulpverlener van het CMD bewindvoering noodzakelijk acht voor het

  • slagen van het traject. De kosten van bewindvoering wordt dan voor maximaal een jaar vergoed.

 

Artikel 9. Inkomen

 

  • 1.

    Voor de draagkrachtbepaling wordt uitgegaan van het gehele in aanmerking te nemen inkomen

  • zoals geregeld in artikel 31 van de wet.

  • 2.

    Bij een vast inkomen kan worden uitgegaan van het inkomen per datum aanvraag. Bij een

  • wisselend inkomen moet worden uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de drie maanden

  • voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.

  • 3.

    Bij de vaststelling van het inkomen wordt uitgegaan van de som van het netto inkomen vermeerderd met: alimentatie en de alleenstaande ouderkop.

  • 4.

    Niet als inkomen wordt aangemerkt de middelen als bedoeld in artikel 31 lid 2 van de wet.

  • 5.

    Bij zelfstandigen wordt de draagkracht bepaald op basis van de jaarrekening van het jaar vooraf

  • gaand aan de aanvraag inclusief eventuele overige inkomsten.

 

Artikel 10. Vermogen

 

Als vermogensgrens geldt het vrij te laten vermogen als genoemd in artikel 34 lid 3 van de wet.

 

Artikel 11. Medische kosten

 

  • 1.

    Bijstand voor medische kosten is in beginsel uitgesloten. Bijzondere bijstand is alleen nog mogelijk voor:

    • a.

      Eigen bijdragen

      • 1.

        Voor verplichte eigen bijdragen (op grond van de basisverzekering Zvw) bestaat recht op bijzondere bijstand.

      • 2.

        In afwijking van lid a komt een eigen bijdrage of een deel van een eigen bijdrage, waaraan een besparing op reguliere kosten ten grondslag ligt niet voor bijzondere bijstand in aanmerking.

    • b.

      Orthodontie

      • 1.

        Voor de kosten van orthodontie bij kinderen jonger dan 18 jaar wordt bijzondere bijstand verstrekt.

      • 2.

        Voor de kosten van orthodontie (gebitsregulatie) bij kinderen tot 18 jaar bedraagt de totale maximale vergoeding € 2.500,- per kind (inclusief de vergoeding van de zorgverzekeraar), gedurende de gehele behandelingsperiode.

      • 3.

        Om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen moet bij de aanvraag een begroting van de tandarts / orthodontist worden overgelegd.

    • c.

      Medicijnen

      • 1.

        Voor de kosten van noodzakelijke medicijnen voor kinderen jonger dan 18 jaar wordt bijzondere bijstand verstrekt.

    • d.

      Bril

      • 1.

        Voor de kosten van een bril voor kinderen onder de 18 jaar wordt de goedkoopst mogelijke adequate oplossing vergoed. De vergoeding voor een montuur bedraagt maximaal € 50,-.

  • 2.

    Bedraagt de eventuele vergoeding meer dan € 250,- dan kan er een extern medisch advies worden opgevraagd.

 

Artikel 12. Overige kosten

 

  • 1.

    Maaltijdvoorziening: Personen kunnen soms vanwege medische, psychische of sociale redenen niet zelf hun maaltijden bereiden. Zij zijn dan aangewezen op een maaltijden service wat tot hogere kosten kan leiden. Voor de meerkosten kan bijzondere bijstand worden verstrekt. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt maximaal de kosten van de maaltijdvoorziening (maximaal € 7,50 per maaltijd) onder aftrek van het normbedrag vastgesteld door het NIBUD. De periodieke bijzondere bijstand wordt voor 2 jaar toegekend.

  • 2.

    Alarmeringskosten: Bij zowel een medische indicatie als een sociale indicatie is bijzondere bijstand mogelijk voor de vergoeding in de aansluitkosten en de maandelijkse abonnementskosten (inclusief eigen bijdrage meldcentrale). De periodieke bijzondere bijstand wordt voor 2 jaar toegekend.

  • 3.

    Bewassing en kledingslijtage: Als er door ziekte of medicijngebruik sprake is van extra kosten van bewassing of slijtage van kleding, kan hiervoor bijzondere bijstand worden verstrekt.

  • 4.

    Stookkosten: Een vergoeding voor stookkosten kan verstrekt worden als een persoon als gevolg van ouderdom, ziekte of handicap geconfronteerd wordt met extra stookkosten. Het moet gaan om een medische noodzaak tot warmte, die niet opgelost kan worden met extra kleding. Voor de meerkosten die betrokkene heeft kan bijzondere bijstand worden verstrekt.

  • 5.

    Dieetkosten: De kosten voor een dieet kunnen hoger zijn dan voor normale gezonde voeding. Voor deze meerkosten kan bijzondere bijstand worden verstrekt.

  • 6.

    Orthopedisch schoeisel: Orthopedisch schoeisel wordt vanuit de basisverzekering vergoed. Wel geldt dan een eigen bijdrage vanwege het feit dat iedereen schoenen moet kopen (besparingsmotief). De besparing wordt gesteld op € 75,-. Voor de rest van de wettelijke eigen bijdrage kan bijzondere bijstand worden verstrekt.

  • 7.

    Eigen bijdrage CAK: Een vergoeding wordt verstrekt voor het betalen van de eigen bijdrage. De bijzondere bijstand wordt voor 2 jaar toegekend. De beschikking van het CAK met daarin de vaststelling van de eigen bijdrage moet worden ingeleverd.

Bij alle bovenstaande kosten is het mogelijk om op basis van een extern medische advies de

noodzaak vast te laten stellen.

 

Artikel 13. Bewindvoering, curatele, budgetbeheer en rechtshulp

 

  • 1.

    Voor de kosten van beschermingsbewind en curatele kan bijzondere bijstand worden verstrekt. De hoogte van de bijzondere bijstand is gelijk aan de bedragen vermeld op de LOVCK-lijst. Voor de kosten van een WSNP bewindvoerder wordt geen bijzondere bijstand verstrekt.

  • 2.

    De bijzondere bijstand wordt voor 2 jaar toegekend.

  • 3.

    Budgetbeheer wordt uitgevoerd door een door de gemeente gemandateerde partij en wordt betaald uit het budget schuldhulpverlening. Voor de kosten van budgetbeheer bij een andere partij kan bijzondere bijstand worden aangevraagd. Beoordeeld zal worden of budgetbeheer bij een door de gemeente gemandateerde partij als passend en toereikend gezien kan worden. Als dit het geval is dan bestaat er geen recht op bijzondere bijstand voor de gemaakte kosten.

  • 4.

    Bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand en te betalen griffierecht is mogelijk wanneer er sprake is van een toevoeging vanuit de Raad voor de Rechtsbijstand.

 

Artikel 14. Kosten inschakelen boekhouder bij traject schuldhulpverlening

 

  • 1.

    Bijzondere bijstand voor de kosten van een boekhouder kan worden aangevraagd als:

    • a.

      Er sprake is van een (ex)zelfstandige.

    • b.

      Schuldhulpverlening vanuit de gemeente is toegekend.

    • c.

      Het op orde brengen van de boekhouding noodzakelijk is om een schuldregeling op te starten.

  • 2.

    De boekhouding wordt voor maximaal drie jaar op orde gebracht.

  • 3.

    Hoogte van de bijzondere bijstand wordt bepaald op basis van drie, door de klant ingeleverde,

  • offertes.

  • 4.

    De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.

 

Artikel 15. Reiskosten

 

Een vergoeding voor reiskosten is mogelijk als er sprake is van:

  • 1.

    Regelmatig bezoek specialist wanneer de enkele reisafstand minimaal 30 kilometer is en er geen passende zorg binnen de straal van 30 km beschikbaar is. Onder regelmatig wordt verstaan minimaal 2 keer per maand of enkele reis meer dan 100 kilometer.

  • 2.

    Bezoek zieke familieleden of familieleden die zijn opgenomen in een inrichting of gezinsvervangend tehuis (gezinslid of eerstegraadsverwante) voor maximaal drie bezoeken per week wanneer de enkele reisafstand minimaal 30 kilometer is.

  • 3.

    Schoolgaande kinderen wanneer het noodzakelijk is om buiten de gemeente naar school te gaan en de enkele reisafstand meer dan 15 kilometer is.

  • 4.

    Inburgering, op basis van ingeleverde aanwezigheidsoverzichten wanneer de enkele reisafstand meer is dan 15 kilometer.

  • 5.

    Bezoek gedetineerde in het geval waarin de enkele reisafstand minimaal 30 kilometer is. Het moet gaan om een eerstegraadsverwant of een gezinslid voor maximaal één bezoek per week.

  •  

Bij de vergoeding wordt altijd uitgegaan van de goedkoopste manier van reizen. Bij noodzakelijk vervoer met de auto wordt € 0,19 per kilometer vergoed. Vergoeding van taxikosten is mogelijk als er sprake is van een medische indicatie.

 

Artikel 16. Vaste lasten tijdens verblijf in een inrichting

 

  • 1.

    Tijdens verblijf in een inrichting, waarbij er zicht op terugkeer is, kan voor een maximale periode van 6 maanden bijzondere bijstand verstrekt worden voor de kosten van:

huur;

nutsvoorzieningen ter hoogte van het vastrecht;

onroerende zaakbelasting;

verzekeringen zoals aansprakelijkheid en inboedelverzekering;

abonnementen van bijvoorbeeld telefoon, kabeltelevisie.

 

Het bovenstaande is alleen van toepassing als de bijstandsnorm is afgestemd op de hoogte verblijf in een inrichting.

  • 2.

    Voor de rente en aflossing van een hypotheek kan geen bijzondere bijstand worden verstrekt. In dit geval zou namelijk bijstandsverlening leiden tot vermogensvermeerdering en dat is niet toegestaan. De eigenaar zal met de hypotheekverstrekker een regeling moeten treffen.

 

Artikel 17. Vasten lasten woning gedetineerde

 

  • 1.

    Het algemene verbod op bijstandsverlening aan gedetineerden (artikel 13 lid 1 onderdeel a van de wet) sluit het verlenen van bijzondere bijstand uit voor het aanhouden van de woning tijdens detentie.

 

Artikel 18. Inrichtingskosten, duurzame gebruiksgoederen en babyuitzet

 

  • 1.

    Voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen en het inrichten van een woning geldt dat deze

  • behoren tot de algemeen noodzakelijk kosten van het bestaan. Deze kosten moeten worden

  • voldaan uit een inkomen op bijstandsniveau doormiddel van reservering vooraf of aflossing

  • achteraf. Alleen in situaties waarin iemand niet heeft kunnen reserveren voor de kosten kan er recht bestaan op bijzondere bijstand. Een lening bij de gemeentelijke kredietbank wordt altijd als voorliggend gezien. Op basis van een huisbezoek wordt bepaald hoeveel bijstand er verstrekt kan worden. Om dit te bepalen wordt er gebruik gemaakt van een normenlijst waarbij 2e handsspullen het uitgangspunt zijn.

  • 2.

    De hoogte van bijzondere bijstand voor een babyuitzet is maximaal € 1.000,-.

  • 3.

    De bijzondere bijstand wordt altijd als lening verstrekt.

  • 4.

    Terugbetaling zal plaatsvinden door middel van een inhouding op de bijstandsuitkering van 6%. Dit geldt ook als uitgangspunt als er sprake is van een ander soort inkomen.

 

Artikel 19. Verhuiskosten

 

  • 1.

    De kosten van een verhuizing behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan.

  • 2.

    In het geval van een noodzakelijke verhuizing op grond van medische, sociale, en/of financiële gronden kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. In dat geval kunnen de volgende kosten vergoed worden:

    • a.

      transportkosten inboedel (uitgangspunt huur busje);

    • b.

      eenmalige materiaalkosten van witten, schilderen en behangen van de nieuwe woning. Hierbij wordt een richtbedrag gehanteerd van € 250,-.

  • 3.

    Eerste maand huur en borg:

    • a.

      Alleen bij een noodzakelijke verhuizing kan, in het geval van dubbele huur, een vergoeding verstrekt worden voor de betaling van de eerste huur en borg.

  • 4.

    De betaling van de borg wordt altijd in de vorm van een lening verstrekt. Terugbetaling vindt plaats na beëindiging huurcontract.

 

Artikel 20. Woonkostentoeslag

 

  • 1.

    woonkostentoeslag voor huurders:

De hoogte van de woonkostentoeslag voor huurders wordt bepaald met de methode uit het

handboek “Grip op Participatiewet”. De woonkostentoeslag wordt toegekend voor de periode van maximaal een jaar. Daarbij geldt de verplichting op zoek te gaan naar goedkopere woonruimte.

  • 2.

    Woonkostentoeslag voor eigenaren:

De hoogte van de woonkostentoeslag voor eigenaren wordt bepaald met de methode uit het

handboek “Grip op Participatiewet”. De woonkostentoeslag wordt toegekend voor de periode van maximaal één jaar. Daarbij geldt de verplichting om de woning binnen één jaar te verkopen en te verhuizen.

  • 3.

    Woonkostentoeslag in afwachting van huurtoeslag:

Jongeren die wonen in een huurwoning met een huur onder de aftoppingsgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag en die vanwege hun leeftijd (nog) geen aanspraak kunnen maken op huurtoeslag, hebben recht op een toeslag in de woonkosten. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met artikel 12 van de wet (onderhoudsplicht ouders). De hoogte van de toeslag is gelijk aan de hoogte van de huurtoeslag.

 

Artikel 21. Bijzondere bijstand voor jongeren

 

  • 1.

    Schoolkosten:

Voor kinderen tussen 4 en 12 jaar wordt bijzondere bijstand voor schoolkosten verstrekt van € 100 per jaar; Voor kinderen tussen 12 en 18 jaar wordt bijzondere bijstand voor schoolkosten verstrekt van € 150 per jaar. De peildatum voor de leeftijd is 1 januari.

  • 2.

    Kinderopvang sociaal medisch:

    • a.

      Een vergoeding in de kosten van kinderopvang op grond van sociale of medische gronden wordt verstrekt als de noodzaak daartoe wordt aangetoond door middel van een rapportage van een medewerker CMD zorg, jeugd of Plusteam.

    • b.

      De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de kosten die door de kinderopvangorganisatie in rekening worden gebracht.

    • c.

      De toekenning van de bijzondere bijstand is voor maximaal 6 maanden. Een verlenging van de termijn is mogelijk.

    • d.

      De Jeugdwet wordt altijd als voorliggende voorziening gezien.

 

Artikel 22. Leges verblijfsvergunningen en uittreksels BRP

 

  • 1.

    Bijzondere bijstand is mogelijk als de kosten verband houden met de eerste vestiging van

kinderen tot 18 jaar die tot het gezin behoren van een rechtmatig gevestigde ouder.

  • 2.

    Bijzondere bijstand is mogelijk voor de kosten van verlenging of wijziging van een

verblijfsvergunning.

  • 3.

    Bijzondere bijstand voor de in rekening gebrachte leges voor uittreksels is alleen mogelijk als er sprake is van een opgelegde verplichting tot het opstarten van een alimentatieprocedure.

 

Artikel 23. Parkeervoorzieningen

 

  • 1.

    Bijzondere bijstand is mogelijk voor de in rekening gebrachte leges ten behoeve van een invalideparkeerkaart en/of plaats.

  • 2.

    Bijzondere bijstand is mogelijk voor de kosten van het inrichten van een invalideparkeerplaats.

 

Artikel 24. Uitvaartkosten

 

  • 1.

    Bijzondere bijstand kan verstrekt worden aan de belanghebbende op wie, op grond van bepalingen in het huwelijksgoederenrecht en het erfrecht, de plicht rust de kosten van lijkbezorging te voldoen.

  • 2.

    Voor bijstand komen slecht in aanmerking de noodzakelijke kosten verbonden aan de meest eenvoudige uitvoering van een begrafenis of crematie

  • 3.

    De hoogte van de bijzondere bijstand wordt bepaald aan de hand van de richtprijzen zoals die genoemd worden in de prijzengids van het Nibud.

 

Artikel 25. Duurzame gebruiksgoederen

 

Onder de volgende voorwaarden kan een vergoeding voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen verstrekt worden.

  • 1.

    Leeftijd vanaf 21 jaar;

  • 2.

    Drie jaar of langer onafgebroken een inkomen hebben gehad tot 120% van de bijstandsnorm.

  • 3.

    Een vermogen onder de vermogensgrens.

  • 4.

    Het moet gaan om noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen. De noodzaak moet door de klant aangetoond worden.

Uitgesloten van de regeling zijn:

  • 1.

    Thuiswonenden en personen die in een inrichting verblijven.

  • 2.

    Studenten en scholieren die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering of een tegemoetkoming van DUO.

De vergoeding bedraagt maximaal € 500,- per 4 jaar per gezin. Betaling vindt plaats na inlevering betaalbewijs of rechtstreeks aan leverancier.

 

Artikel 26. Collectieve Ziektekostenverzekering

 

  • 1.

    Inwoners met een inkomen tot 120% van de bijstand en een vermogen onder de vermogensgrens kunnen gebruik maken van de collectieve ziektekostenverzekering bij zorgverzekeraar CZ.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt € 25,- per persoon per maand

  • 3.

    Toekenning van de vergoeding vindt plaats na acceptatie aanmelding CZ.

 

Artikel 27. Sporten voor jeugd

 

Wij willen kinderen de mogelijkheid geven om te sporten. De volgende voorwaarden gelden om voor een vergoeding in aanmerking te komen:

  • 1.

    Kind moet tussen de 0 en 18 jaar oud zijn.

  • 2.

    Inkomen tot maximaal 120% van bijstandsniveau.

Er vindt geen vermogenstoets plaats.

 

De vergoeding bedraagt maximaal € 225,- per kind per jaar. Zowel de contributie als de benodigde sportspullen worden vergoed.

 

Aanvragen worden afgehandeld door de Stichting Leergeld.

 

Artikel 28. Culturele activiteiten voor jeugd

 

Wij willen kinderen de mogelijkheid geven om deel te nemen aan culturele activiteiten. De volgende voorwaarden gelden om voor een vergoeding in aanmerking te komen:

  • 1.

    Kind moet tussen de 0 en 18 jaar oud zijn.

  • 2.

    Inkomen tot maximaal 120% van bijstandsniveau.

Er vindt geen vermogenstoets plaats.

 

De vergoeding bedraagt maximaal € 450,- per kind per jaar. Zowel de contributie als de noodzakelijke spullen worden vergoed.

 

Aanvragen worden afgehandeld door de Stichting Leergeld.

 

Artikel 29. Hardheidsclausule

 

Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

 

Artikel 30. Intrekking oude beleidsregels

 

De Uitvoeringsregels bijzondere bijstand 2016 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregels in werking treden.

 

Artikel 31. Inwerkingtreding en citeertitel

 

1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2020.

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet Geldrop-Mierlo 2020

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo in de vergadering van 30 maart 2021.

De burgemeester, De secretaris,

J.C.J. van Bree N.J.H. Scheltens