Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland houdende regels omtrent de jeugdbrandweer (Regeling Jeugdbrandweer VrZW)

Artikel 1 Algemeen

Deze regeling is van toepassing op alle jeugdleden die als zodanig benoemd zijn door VrZW.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

(voor hij kan ook zij, voor jongen kan ook meisje gelezen worden)

Artikel 3 Doel van de jeugdbrandweer

• 1.

  Het doel van de jeugdbrandweer is:

  • a.

    jongeren te laten kennismaken met de brandweer;

  • b.

    het bewustzijn en de kennis met betrekking tot het voorkomen van brand, brandbestrijding en hulpverlening te vergroten;

  • c.

    kweekvijver voor toekomstige brandweervrijwilligers.

• 2.

  VrZW, bij monde van de jeugdbrandweer, spant zich in om een interessant programma te ontwikkelen dat tenminste de volgende aspecten in zich heeft:

  • a.

    kennis te laten maken met de brandweer;

  • b.

    vergroten van het bewustzijn en de kennis met betrekking tot het voorkomen van brand, brandbestrijding en hulpverlening;

  • c.

    bieden van een leertraject dat bij gebleken geschiktheid en vacatures de kans vergroot door te stromen naar brandweervrijwilliger of beroepsmedewerker;

  • d.

    jeugdleden algemeen maatschappelijk bewust maken;

  • e.

    ontwikkelen van competenties en vaardigheden, inclusief de normen en waarden zoals die bij de brandweer gebruikelijk zijn;

  • f.

    in wedstrijdverband deelnemen aan vaardigheidsproeven;

  • g.

    het jeugdlid voor te bereiden op kerntaken die onderdeel zijn van de opleiding manschap A;

  • h.

    het aspect ‘brandveilig leven’ onder de aandacht te laten brengen van andere jongeren;

  • i.

    een bijdrage aan een goed doel te laten leveren.

Artikel 4 Standplaats en groepsgrootte

• 1.

  VrZW heeft jeugdgroepen van elk maximaal 16 jeugdleden.

• 2.

  Elke jeugdgroep beschikt over één senior jeugdleider en zes tot acht jeugdleiders, waarbij de verhouding één jeugdleider op drie jeugdleden wordt gehandhaafd.

• 3.

  De jeugdgroepen zijn gestationeerd op basis van een geografische spreiding in de regio, en staan open voor leden uit het betrokken gebied.

• 4.

  De directeur kan besluiten tot aanpassing van één van deze standplaatsen. In dat geval worden alle belanghebbenden hiervan 3 maanden voorafgaand aan de aanpassing in kennis gesteld.

Artikel 5 Benoeming jeugdlid

• 1.

  Om in aanmerking te komen voor een benoeming als jeugdlid dient een kandidaat jeugdlid te voldoen aan de voorwaarden voor benoeming genoemd in artikel 6.

• 2.

  Het Dagelijks Bestuur benoemt het aspirant jeugdlid op basis van de bepalingen van deze regeling aan bij wijze van proef voor de duur van maximaal één jaar. De benoemingsbrief wordt verzonden aan het jeugdlid en zijn ouder(s) en/of verzorger(s). Als bijlage bij de benoemingsbrief wordt een kopie van deze regeling verstrekt.

• 3.

  Bij gebleken en blijvende geschiktheid wordt de benoeming omgezet in een benoeming tot jeugdlid tot uiterlijk het einde van het jaar waarin het jeugdlid 18 jaar wordt.

• 4.

  Aanname geschiedt op basis van best passende keuze.

Artikel 6 Voorwaarden voor benoeming van jeugdleden bij de jeugdbrandweer

• 1.

  Woonachtig zijn in de regio Zaanstreek-Waterland.

• 2.

  Leeftijd van minimaal 12 jaar en maximaal 16 jaar.

• 3.

  Bij voorkeur wordt geselecteerd op VMBO werk- en denkniveau.

• 4.

  Kennismakingsgesprek met senior jeugdleider positief afronden.

• 5.

  Passen binnen de groep.

• 6.

  Een verklaring omtrent gedrag (VOG) kunnen overleggen.

• 7.

  Een basis medisch sport onderzoek met goed resultaat hebben ondergaan conform het keuringsprotocol jeugdbrandweer (bijlage I). In principe worden de kosten voor een medische sportkeuring vergoed door de eigen basisverzekering. In die gevallen dat dit niet wordt vergoed, kunnen deze kosten gedeclareerd worden bij VrZW.

Artikel 7 Inzet

Leden van de jeugdbrandweer worden niet ingezet bij repressieve taken.

Artikel 8 Verzekering

• 1.

  VrZW heeft een ongevallenverzekering voor de jeugdleden en jeugdleiders.

• 2.

  Het jeugdlid / de jeugdleider ontvangt op zijn verzoek kosteloos een afschrift van de polisvoorwaarden.

Artikel 9 Contributie

• 1.

  Per kalenderjaar wordt voor leden van de jeugdbrandweer een jaarlijkse contributie geheven.

• 2.

  Het contributiebedrag bedraagt € 50,- per kalenderjaar.

• 3.

  De ontvangen contributie komt ten goede aan de jeugdbrandweer.

• 4.

  In geval het lid kan aantonen dat het niet in staat is om de contributie te voldoen, kan VrZW bij uitzondering ontheffing van de contributie verlenen.

Artikel 10 Corrigerende maatregelen (sanctie of schorsing)

• 1.

  De jeugdleiders kunnen jeugdleden tot de orde roepen indien het jeugdlid niet voldoet aan redelijkerwijs te stellen eisen van gedrag, waaronder die genoemd in het Huishoudelijk Reglement.

• 2.

  Nadat het jeugdlid een redelijke kans heeft gekregen om zich te verbeteren kunnen de jeugdleiders, na afstemming met de coördinerend jeugdleider, een proportionele sanctie opleggen. Deze sanctie kan bijvoorbeeld bestaan uit:

  • a.

    een jeugdlid niet opnemen in de wedstrijd- of inzetploeg bij een oefening. Dit houdt in dat het jeugdlid voor één of twee activiteiten of gedurende een deel van een activiteit niet mag meedoen bij oefenavonden, wedstrijden of andere activiteiten en langs de zijlijn moet toekijken;

  • b.

    het contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s) met het verzoek het jeugdlid te komen ophalen.

• 3.

  Het besluit tot het geven van een sanctie wordt door de jeugdleiding senior jeugdleider schriftelijk of mondeling met de redenen omkleed, bevestigd aan het jeugdlid.

• 4.

  Bij overtredingen / misdragingen en dergelijke door jeugdleden, waarvoor geen afspraken in deze regeling zijn beschreven, bespreekt de jeugdleider dit met de senior jeugdleider waarna de senior jeugdleider een besluit neemt over de te nemen sanctie.

• 5.

  Als een passende sanctie niet volstaat of bij het herhaaldelijk in een korte periode moeten opleggen van een sanctie, kan schorsing van het jeugdlid plaatsvinden. Schorsing vindt niet eerder plaats nadat de ouders van het jeugdlid mondeling of schriftelijk zijn ingelicht en het jeugdlid een redelijke termijn is gesteld om zich te verbeteren.

• 6.

  Een schorsing houdt in dat het jeugdlid niet meer mag meedoen en niet aanwezig mag zijn bij oefenavonden, wedstrijden of activiteiten die gedurende de periode van schorsing plaatsvinden.

• 7.

  De jeugdleiders kunnen in afwachting van het besluit over de schorsing het jeugdlid de toegang tot de kazerne en de deelname aan oefenavonden wedstrijden en activiteiten ontzeggen.

Artikel 11 Beëindiging van de benoeming door VrZW

• 1.

  Het Dagelijks Bestuur beëindigt de benoeming:

  • a.

    Uiterlijk aan het einde van het jaar waarin de 18-jarige leeftijd is bereikt;

  • b.

    Indien gehandeld is in strijd met artikel 6 lid 15 van het Huishoudelijk Reglement Jeugdbrandweer VrZW;

  • c.

    Bij verhuizing van het jeugdlid buiten de regio;

  • d.

    Indien het lidmaatschap op een andere door de leiding omschreven grond niet kan worden voortgezet.

• 2.

  Daarnaast kan de benoeming worden beëindigd:

  • a.

    Indien het jeugdlid bij herhaling, zonder af te zeggen, niet deelneemt aan de door de jeugdgroep georganiseerde oefeningen of andere activiteiten;

  • b.

    Indien het jeugdlid niet voldoet aan redelijkerwijs te stellen eisen inzake geschiktheid en/of gedrag. Onder niet-geschiktheid wordt mede verstaan het na herkansing niet behalen van een examen.

• 3.

  Beëindiging van de benoeming op basis van lid 1, sub b en d en lid 2 van dit artikel vindt niet plaats voordat de ouder(s) en/of verzorger(s) van het jeugdlid zijn ingelicht en gehoord en het jeugdlid een redelijke termijn is gesteld om zich te verbeteren, tenzij er een reden is om het lidmaatschap met onmiddellijke ingang te beëindigen.

• 4.

  In geval een beëindiging van de benoeming wordt overwogen, kan in afwachting van het definitieve besluit het jeugdlid de toegang tot de kazerne en de deelname aan oefenavonden, wedstrijden en activiteiten worden ontzegd.

Artikel 12 Beëindiging van de benoeming door het jeugdlid

• 1.

  Het jeugdlid kan schriftelijk om beëindiging van het jeugdlidmaatschap verzoeken. Het verzoek dient mede ondertekend te zijn door de ouder(s) en/of verzorger(s) van het jeugdlid.

• 2.

  Na ontvangst van het verzoek wordt het lidmaatschap beëindigd met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ontvangen.

• 3.

  In geval van beëindiging binnen het kalenderjaar vindt geen restitutie van de contributie plaats.

Artikel 13 Doorstroom naar vrijwillige brandweer

• 1.

  Een lid van de jeugdbrandweer stroomt niet automatisch door naar de vrijwillige brandweer, maar is wel het gezamenlijk doel en streven.

• 2.

  Elk jeugdlid dient te solliciteren en te voldoen aan dezelfde aanstellingseisen als andere kandidaat vrijwilligers.

• 3.

  Bij gelijke geschiktheid verdient een lid van de jeugdbrandweer de voorkeur.

Artikel 14 Leiding jeugdbrandweer

• 1.

  Volwassenen met een aanstelling (vrijwillig of beroeps) bij VrZW kunnen solliciteren naar de functie van jeugdleider. Het sollicitatiegesprek vindt plaats met in ieder geval de gebiedscommandant en de senior jeugdleider.

• 2.

  Voor benoeming als jeugdleider moet een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) met als screeningsprofiel ‘Belast zijn met de zorg voor minderjarigen', worden overlegd.

• 3.

  Indien een jeugdleider beschikt over een repressieve aanstelling, dan geschiedt de vergoeding op basis van zijn repressieve rang.

• 4.

  Indien de jeugdleider beschikt over een aanstelling als niet-repressieve vrijwilliger, dan geschiedt de vergoeding op basis van de Regeling niet-repressief personeel..

• 5.

  Een jeugdleider dient tenminste te beschikken over de opleiding manschap A, opleiding jeugdleider en repressieve ervaring te hebben.

• 6.

  VrZW faciliteert de jeugdleiders naar behoefte wat betreft opleidingen en bijscholingen.

• 7.

  Het voeren van optische-(blauw) en akoestische signalen op een dienstvoertuig door jeugdleiders (tijdens jeugdbrandweer activiteiten) is niet toegestaan.

• 8.

  De jeugdleiders zijn verantwoordelijk voor de opleiding, training, coaching en begeleiding van de jeugdleden.

• 9.

  Onder coaching wordt mede verstaan het begeleiden van jeugdleden bij hun ontwikkeling in het kader van de in artikel 3 genoemde doelstellingen. Hieronder wordt mede verstaan de doorstroom naar de vrijwillige brandweer (repressief dan wel niet repressief) en het managen van de verwachtingen van het jeugdlid in dit kader.

• 10.

  Bij oefenavonden en wedstrijden wordt per drie jeugdleden één jeugdleider ingezet. Bij andere activiteiten wordt het aantal jeugdleiders afhankelijk van de activiteit bepaald.

• 11.

  Per jeugdgroep wordt één jeugdleider geselecteerd (door middel van een gesprek met o.a. de gebiedscommandant) als senior jeugdleider. Deze senior jeugdleiders zijn verantwoordelijk voor de begeleiding van en jaarlijkse voortgangsgesprekken met de overige jeugdleiders en de jaarlijkse voortgangsgesprekken met de jeugdleden.

• 12.

  De senior jeugdleider heeft jaarlijks een voortgangsgesprek met een gebieds- commandant.

Artikel 15 Financiën

VrZW stelt jaarlijks een budget voor de jeugdbrandweer vast.

Artikel 16 Slotbepaling

• 1.

  In gevallen waarin deze regeling en het Huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist degene die hiertoe bevoegd is.

• 2.

  Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling Jeugdbrandweer VrZW’.

• 3.

  Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2017.