Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Besluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland houdende regels omtrent de structuur van de organisatie (Organisatieregeling VrZW 2017)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland houdende regels omtrent de structuur van de organisatie (Organisatieregeling VrZW 2017)
CiteertitelOrganisatieregeling VrZW 2017
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Zaanstad/455547.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-04-2021nieuwe regeling

05-02-2017

bgr-2021-300

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland houdende regels omtrent de structuur van de organisatie (Organisatieregeling VrZW 2017)

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW),

 

Overwegende dat

 

  • De gemeenschappelijke regeling VrZW is gewijzigd;

  • Behoefte is aan verduidelijking van de benoemingsprocedure van de coördinerend gemeentesecretaris en de verantwoordelijkheid van de directeur;

Gelet op

 

  • artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling VrZW 2017 dat bepaalt dat het dagelijks bestuur bevoegd is tot het stellen van regels met betrekking tot de ambtelijke organisatie;

Besluit vast te stellen de navolgende

 

Organisatieregeling VrZW 2017

Artikel 1: Definities

  • 1.

    Sleutelfunctionarissen: de directeur veiligheidsregio, de commandant brandweer, de directeur publieke gezondheid en de coördinerend gemeentesecretaris;

  • 2.

    Veiligheidsdirectie: overlegplatform van de brandweer, geneeskundige hulpverlening (GHOR), gemeenten en politie onder voorzitterschap van de directeur veiligheidsregio.

Artikel 2: Sleutelfunctionarissen

  • 1.

    De veiligheidsregio staat onder leiding van de directeur veiligheidsregio.

  • 2.

    De brandweer staat onder leiding van de commandant brandweer.

  • 3.

    De GHOR staat onder leiding van de directeur publieke gezondheid.

  • 4.

    De gemeenten werken bij de voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing samen onder leiding van de coördinerend gemeentesecretaris.

  • 5.

    De commandant brandweer, de directeur publieke gezondheid en de coördinerend gemeentesecretaris zijn volledig eindverantwoordelijk voor het functioneren van hun eigen kolom.

Artikel 3: Directeur veiligheidsregio /commandant brandweer

  • 1.

    De directeur veiligheidsregio is verantwoordelijk voor het algemeen beheer van de organisatie en het organiseren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

  • 2.

    De directeur veiligheidsregio is secretaris van het algemeen en het dagelijks bestuur en is bij vergaderingen aanwezig.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur wijst vanuit de leden van de Veiligheidsdirectie een plaatsvervangend secretaris aan.

  • 4.

    De directeur veiligheidsregio ondertekent als secretaris mede de stukken van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 5.

    De functie van directeur veiligheidsregio en commandant brandweer wordt gecombineerd.

  • 6.

    De directeur/commandant brandweer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de brandweertaken, waaronder het voorkomen, beperken en bestrijden van brand.

Artikel 4: Coördinerend gemeentesecretaris

  • 1.

    De coördinerend gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis.

  • 2.

    Het algemeen bestuur wijst één van de gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten als coördinerend functionaris aan.

  • 3.

    De coördinerend functionaris wordt coördinerend gemeentesecretaris genoemd.

  • 4.

    De secretarissen van de deelnemende gemeenten dragen uit hun midden een coördinerend gemeentesecretaris voor; de leden van de Veiligheidsdirectie adviseren het dagelijks bestuur voorafgaand aan de aanwijzing. Het dagelijks bestuur wijst niet eerder een gemeentesecretaris aan als coördinerend gemeentesecretaris dan nadat het algemeen bestuur en het college van de betreffende gemeente hebben ingestemd.

  • 5.

    De aanwijzing als coördinerend gemeentesecretaris eindigt wanneer:

    • a.

      De functionaris daar zelf om verzoekt;

    • b.

      De functionaris niet langer als gemeentesecretaris werkzaam is binnen de betreffende gemeente;

    • c.

      Het college van de betreffende gemeente zijn instemming intrekt;

    • d.

      Het dagelijks bestuur, met redenen omkleed, de aanwijzing intrekt.

Artikel 5: Directeur publieke gezondheid

  • 1.

    De directeur publieke gezondheid is verantwoordelijk voor de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd tot instemming met de benoeming van de directeur publieke gezondheid na voorafgaande instemming door het algemeen bestuur

Artikel 6: Veiligheidsdirectie

  • 1.

    Er is een Veiligheidsdirectie.

  • 2.

    De vaste leden van de Veiligheidsdirectie zijn:

    • a.

      De directeur veiligheidsregio;

    • b.

      De commandant brandweer;

    • c.

      De directeur publieke gezondheid;

    • d.

      De coördinerend gemeentesecretaris;

    • e.

      De districtschef politie Zaanstreek-Waterland.

  • 3.

    Aan de vergaderingen van de Veiligheidsdirectie kunnen adviseurs deelnemen.

  • 4.

    De directeur veiligheidsregio is voorzitter van de Veiligheidsdirectie. Het dagelijks bestuur wijst één van de andere vaste leden van de Veiligheidsdirectie aan als plaatsvervangend voorzitter.

  • 5.

    De directeur veiligheidsregio wijst binnen zijn ambtelijke organisatie een medewerker aan als secretaris van de Veiligheidsdirectie.

  • 6.

    De stukken die uitgaan van de Veiligheidsdirectie worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 7.

    De Veiligheidsdirectie is belast met het individueel en/of integraal ambtelijk voorbereiden van de besluitvorming van de mono- respectievelijk multidisciplinaire aspecten in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en ziet toe op de uitvoering in de eigen kolom.

Artikel 7: Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Tenzij anders bepaald benoemt, schorst en ontslaat het dagelijks bestuur het personeel van de veiligheidsregio. Het dagelijks bestuur gaat hier niet toe over dan nadat de directeur veiligheidsregio, de commandant brandweer, de coördinerend gemeentesecretaris, respectievelijk de directeur publieke gezondheid, ieder voor zover het tot zijn bevoegdheden behoort, hierover zijn gehoord.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het benoemen, schorsen en ontslaan van personeel kan worden gemandateerd aan de directeur veiligheidsregio.

  • 3.

    De directeur veiligheidsregio is bevoegd tot het vaststellen van een nadere regeling met betrekking tot de inrichting van de ambtelijke organisatie.

  • 4.

    Op het personeel is de rechtspositieregeling CAR-UWO van toepassing.

  • 5.

    Het algemeen bestuur kan voor het personeel nadere rechtspositionele regelingen vaststellen in aanvulling op de regeling als bedoeld in het vorige lid.

Artikel 8: Jeugdbrandweer

  • 1.

    Er is een jeugdbrandweer.

  • 2.

    De jeugdbrandweer maakt onderdeel uit van de veiligheidsregio.

  • 3.

    De jeugdbrandweer heeft tot doel het verhogen van het risicobewustzijn van burgers en het kweken van belangstelling voor de brandweer.

  • 4.

    De jeugdbrandweer mag nimmer bij daadwerkelijke incidentbestrijding worden ingeschakeld.

  • 5.

    De jeugdbrandweer kan zich aansluiten bij Stichting Jeugdbrandweer Nederland.

  • 6.

    In een huishoudelijk reglement worden alle zaken betreffende interne aangelegenheden vastgelegd.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Deze organisatieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 5 februari 2017.

Artikel 10: Citeertitel

Dit organisatiebesluit kan worden aangehaald als “Organisatieregeling VrZW 2017”.

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland d.d. 5 februari 2017 te Zaandam

Dr. R.L.Vreeman

Voorzitter

H. Raasing

Secretaris

Toelichting

Artikel 2: Sleutelfunctionarissen

 

De veiligheidsregio bestaat uit een aantal onderdelen, die elk vanuit hun eigen specifieke kennis en deskundigheid een taak uitoefent. De Wet veiligheidsregio’s zegt niet over de hiërarchische verhoudingen tussen de verschillende functies, maar een logisch gevolg van deze verdeling is dat iedere directeur verantwoording aflegt over de prestaties van de eigen kolom.

 

VrZW heeft geen directeur voor een gecoloceerde meldkamer als bedoeld in artikel 35 lid 3 Wet veiligheidsregio’s. De directeur veiligheidsregio is verantwoordelijk voor de meldkamer brandweer. Gelet op de ontvlechting van de meldkamer uit de veiligheidsregio is de functie van directeur meldkamer niet opgenomen in deze Organisatieregeling.

 

Artikel 4: Coördinerend gemeentesecretaris

 

Op basis van artikel 36 Wet veiligheidsregio’s dient het bestuur een coördinerend gemeentesecretaris aan te wijzen, die belast is met de coördinatie van maatregelen en voorzieningen die de gemeente betreffen met het oog op een ramp of crisis. Nadrukkelijk wordt gekozen voor het aanstellen van een gemeentesecretaris als coördinerend functionaris voor de gemeenten. De gemeentesecretaris is eindverantwoordelijk voor de gemeentelijke organisatie en kan vanuit die positie de (voorbereiding op) rampenbestrijding en crisisbeheersing een plaats geven binnen de organisatie.

 

Vanwege de extra werkzaamheden is het noodzakelijk dat de betreffende gemeente instemming verleent. De aanwijzing van coördinerend gemeentesecretaris is persoonsgebonden. De aangewezen functionaris zal veelal worden aangewezen op persoonlijke kwaliteiten. Het is daarom logisch dat de aanwijzing onder een aantal omstandigheden vervalt. Deze omstandigheden zijn in het artikel opgesomd. Lid 5 sub b geeft aan dat de aanwijzing eindigt wanneer de gemeentesecretaris een andere functie binnen dezelfde gemeente gaat vervullen of uit de gemeente vertrekt. Het is niet wenselijk dat de coördinerend gemeentesecretaris dan nog langer optreedt als coördinerend functionaris. Ook als de gemeentesecretaris naar een andere gemeente binnen de regio vertrekt en daar dezelfde functie gaat vervullen, vervalt de aanwijzing. Dezelfde persoon kan dan opnieuw worden aangewezen, maar hiervoor zal de instemming van een ander college (namelijk het college van de nieuwe gemeente) noodzakelijk zijn. Wanneer het dagelijks bestuur de aanwijzing wil intrekken, moet zij dit met redenen omkleden.

 

Artikel 6: Veiligheidsdirectie

In het tweede lid is een opsomming gegeven van de leden van de Veiligheidsdirectie. Leden dienen te worden opgevat als functie. Iedere functie moet worden vertegenwoordigd. Eén persoon kan meerdere functies bekleden, waardoor het aantal daadwerkelijk aanwezige personen tijdens een vergadering lager kan zijn.

 

Ieder lid van de veiligheidsdirectie vormt de koppeling tussen veiligheidsregio en eigen organisatie of kolom voor zowel de voorbereiding als de uitvoering van beleid. De districtschef houdt zijn volledige eigenstandige bevoegdheden. De coördinerend gemeentesecretaris fungeert als schakel tussen de veiligheidsregio en de overige gemeentesecretarissen in de regio.

 

Adviseurs van de Veiligheidsdirectie kunnen zijn: vertegenwoordigers op directieniveau van het Openbaar Ministerie, waterschappen, provincie, vertegenwoordigers van verschillende rijksheren en inspectieorganen.

 

Lid 7 omschrijft de rol van de Veiligheidsdirectie. Ieder lid is zelf individueel verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van de monodisciplinaire aspecten van zijn kolom. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor de multidisciplinaire aspecten.

 

Artikel 7: Personeelsaangelegenheden

De bevoegdheid tot het benoemen, schorsen en ontslaan van personeel is een bevoegdheid van het dagelijks bestuur. Bij benoeming van personeel wordt de leidinggevende van de kolom betrokken.