Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten Midden-Delfland 2021) |
Citeertitel | Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten Midden-Delfland 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 september 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-04-2021 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 23-03-2021 |
Artikel 3 voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten
het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager van 18 jaar of ouder die te maken heeft met een inkomensterugval van minimaal 30% ten gevolge van de coronacrisis, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit het inkomen en de beschikbare geldmiddelen. Hierbij worden uitsluitend de beschikbare geldmiddelen boven een bedrag van € 31.340,- voor alleenstaanden en € 62.680,- voor alleenstaande ouders en gehuwden in aanmerking genomen.
De aanvrager verklaart dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de coronacrisis en toont met bewijsstukken aan dat de terugval in inkomen minimaal 30% is. Als peilperiode geldt hiervoor het inkomen in de periode januari tot en met maart 2020 ten opzichte van het inkomen in januari 2021 tot en met maart 2021.
Artikel 8 maximale hoogte tegemoetkoming
De maximale tegemoetkoming TONK bedraagt op basis van deze beleidsregels € 1.000,- per maand.
Artikel 9 afzien opleggen verhuisverplichting
Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK geen verhuisverplichting op.
Artikel 11 terugwerkende kracht
Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.
De uitbetaling vindt maandelijks plaats, met uitzonderlijk van de periode waarvoor de tegemoetkoming met terugwerkende kracht wordt toegekend.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders in de vergadering van 23 maart 2021.
De secretaris
M.A. Born
de burgemeester
A.J Rodenburg
Door de coronacrisis staat de bestaanszekerheid van veel mensen onder druk. Sommige huishoudens hebben te maken met een onvoorzienbare, onvermijdelijke en plotselinge terugval in hun inkomen. Deze huishoudens kunnen daardoor in de problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, zoals woonlasten. De reeds bestaande voorzieningen uit het sociale zekerheidsstelsel en de eerder genomen maatregelen uit de steunpakketten bieden niet in alle gevallen een oplossing. Hierdoor dreigen huishoudens tussen wal en schip te vallen. Het Rijk ziet de urgentie om deze huishoudens te ondersteunen met een Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt vooralsnog van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.
Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 eerste lid Participatiewet). Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid, bijvoorbeeld als het gaat om het vaststellen van regels met betrekking tot inkomen en vermogen. De TONK is gebaseerd op de bijzondere bijstand en bedoeld als een tijdelijke, ruimere toegang tot deze regeling. Het Rijk stelt daarom voor de TONK géén nadere centrale regels vast. Het is aan gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.
Aangezien de TONK is gegoten in de vorm van bijzondere bijstand, blijft de systematiek van de bijstand gelden. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de algemene regels voor bijzondere bijstandsverlening. En dat alleen sprake is van een verruiming ten opzichte van de Participatiewet en de ‘Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Midden-Delfland 2018’ daar waar dit expliciet volgt uit deze beleidsregels. Dat de systematiek van de Participatiewet geldt, impliceert ook dat gehuwden slechts een gezamenlijk recht op een tegemoetkoming TONK hebben.
De TONK is dus bedoeld om in die situaties, waarbij bijzondere bijstand niet van toepassing en/of niet toereikend is, toch financiële ondersteuning te bieden om noodzakelijke kosten te voldoen. De TONK is echter geen universeel ‘duizenddingendoekje’. De TONK zal niet iedereen uit de brand helpen en er is geen oplossing voorhanden als deze regeling niet toereikend blijkt te zijn.
De inlichtingenplicht geldt voor de TONK onverkort (artikel 17 Participatiewet). Dat betekent dat de aanvrager elke wijziging die van invloed is of kan zijn op het recht op of de hoogte van de tegemoetkoming moet doorgeven. Het is belangrijk om hier helder over te communiceren bij de aanvraag, omdat het vaak zal gaan om mensen die geen bijstand ontvangen en dus niet bekend zijn met de regels.
Als achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag bijstand is verstrekt, dan gaat het college over tot terugvordering.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Met het hanteren van een substantiële inkomensachteruitgang van 30% komt de ondersteuning terecht bij degene die het hard nodig hebben en sluiten we aan bij de gemiddelde percentages die in den lande worden gehanteerd (doorgaans 30 – 35% inkomensachteruitgang). Ook voorkomen wij dat wij vergoedingen verstrekken aan inwoners met een beperkte inkomstenachteruitgang.
De TONK is bedoeld als tijdelijke verruiming van de bijzondere bijstand. Daarom is aangesloten bij de vermogensgrenzen vanuit de Wet op de huurtoeslag in plaats van de vermogensgrenzen uit de Participatiewet.
Ouders zijn onderhoudsplichtig ten aanzien van hun kinderen totdat deze de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. Dit betekent dat de aanvrager van 18, 19 of 20 jaar oud alleen aanspraak kan maken op de financiële tegemoetkoming TONK, indien:
Ten behoeve van een snelle uitvoering van de regeling wordt er geen rekening gehouden met de kostendelersnorm.
Bij het beoordelen van het recht op de tegemoetkoming TONK wordt gekeken naar het gemiddelde inkomen in de periode 1 januari tot en met 31 maart 2020 ten opzichte van de periode 1 januari tot en met 31 maart 2021. Op deze wijze wordt rekening gehouden met eventuele schommelingen in het inkomen.
Voor zelfstandigen geldt dat het inkomen per maand/periode wordt berekend conform de regels van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Dit betreft de netto beloning van de zelfstandige. Hierbij gaat het om het bedrag van de omzet (factuurbedrag) minus omzetbelasting, minus zakelijke kosten en minus het forfaitair percentage als bedoeld in artikel 6 lid 2 Tozo.
Hiertoe behoren in ieder geval de middelen van ten laste komende kinderen tot 18 jaar.
De woonkosten van een woning waarin de aanvrager niet zelf woonachtig is en/of de huur van een bedrijfsruimte wordt voor de berekening van de tegemoetkoming TONK niet meegenomen.
Voor de kosten die voortvloeien uit eigen woningbezit wordt aangesloten bij de werkwijze van de Woonkostentoeslag in de bijzondere bijstand.
Uitgangspunt is dat de hoogte van de tegemoetkoming op maat wordt berekend. In het berekenen van de tegemoetkoming wordt een bedrag van maximaal € 1.500,- aan woonkosten meegenomen. Door het stellen van een bovengrens aan woonkosten worden excessen voorkomen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
De tegemoetkoming TONK wordt als volgt berekend:
De tegemoetkoming is het verschil tussen de werkelijke woonlasten en het aanvaardbare deel met een maximum van € 1.000,- per maand.
De woonquote is de verhouding tussen de woonlasten en het actuele inkomen.
Uitgangspunten voor de staffel woonquote zijn:
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
Uitgangspunt in de Participatiewet is dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht in principe niet is toegestaan (artikel 44, eerste lid, van de wet). In deze beleidsregels wordt hier een uitzondering op gemaakt.
De TONK ziet op de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Omdat deze beleidsregels nog niet waren vastgesteld op 1 januari 2021, vindt het college het nodig om een aanvraag met terugwerkende kracht te kunnen toekennen.