B e s l u i t
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening Schuldhulpverlening Gemeente Almere 2021
Artikel 1. Begripsbepaling
- a.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;
- b.
Inkomen: inkomsten uit hoofde van een (vroegere) arbeidsverhouding, sociale zekerheidswetten, inkomensondersteunende maatregelen en overige componenten die in redelijkheid en billijkheid tot het inkomen gerekend kunnen worden;
- c.
Recidivist: cliënt die binnen een bepaalde periode nadat het door het college ingezette traject succesvol, of tussentijds onsuccesvol, is afgerond, opnieuw een beroep doet op de schuldhulpverlening van de gemeente;
- d.
Schuldhulpverlening particulieren: traject schulddienstverlening en traject ondersteuning schuldstabilisatie
- e.
Traject schulddienstverlening: ondersteuning bij het duurzaam saneren van de schuldenlast van particulieren, gericht op een schuldenvrije toekomst;
- f.
Traject ondersteuning Schuldstabilisatie: ondersteuning bij het duurzaam stabiliseren van de schuldenlast van particulieren, indien mogelijk gericht op het aanpakken van belemmeringen ten aanzien van een schulddienstverleningstraject;
- g.
Traject schuldhulpverlening zelfstandigen: ondersteuning bij het duurzaam saneren van de schuldenlast van zelfstandigen, gericht op een schuldenvrije toekomst;
- h.
Melding: melding als bedoeld in artikel lid 1 onder a en b van de Wet;
- i.
Wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs).
Artikel 2. Procedure schuldhulpverlening
- 1.
Nadat een inwoner zich heeft gemeld met een hulpvraag bij het college, dan wel het college een signaal heeft ontvangen van schuldeisers over betalingsachterstanden, zal binnen vier weken na deze melding in een eerste gesprek mondeling of schriftelijk de hulpvraag worden vastgesteld.
- 2.
Na het eerste gesprek als bedoeld in lid 1 wordt er een beschikking afgegeven inhoudende:
- a.
- b.
Een weigering tot schuldhulpverlening.
- 3.
De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet wordt genomen binnen een termijn van maximaal 8 weken na de dag waarop het eerste gesprek als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet heeft plaatsgevonden.
Artikel 3. Verplichtingen
De cliënt is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is ten behoeve van het schuldhulpverleningstraject. Deze medewerking bestaat, naast de in artikel 7 van de Wet genoemde verplichtingen, onder andere uit:
- a.
Het (tijdig) verschijnen op afspraken;
- b.
Het nakomen van gemaakte afspraken;
- c.
Meewerken aan het opstellen van het plan van aanpak;
- d.
Meewerken aan de uitvoering van het plan van aanpak;
- e.
Het niet aangaan van nieuwe schulden tijdens het traject.
Artikel 4. Weigerings- en beëindigingsgronden
- 1.
Het college kan besluiten om de schuldhulpverlening te weigeren indien:
- a.
er geen plan van aanpak van tot stand is gekomen.
- b.
minder dan 1 jaar voorafgaand aan de dag waarop het hernieuwde verzoek is ingediend, een lopende schuldregeling is beëindigd.
- c.
minder dan 3 maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek tot schuldhulpverlening is ingediend, een aanvraag tot schuldhulpverlening door cliënt is ingetrokken. In dat geval dient er minimaal 3 maanden te zitten tussen de dag van aanvraag en de dag waarop de screening is beëindigd.
- 2.
Het college kan besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
- a.
de cliënt niet voldoet aan de verplichtingen bedoeld in artikel 3;
- b.
cliënt binnen 10 jaar voorafgaand aan het verzoek schuldhulpverlening een traject in het kader van de WSNP heeft doorlopen;
- c.
de cliënt in staat is om zijn schulden zelf of via diens netwerk te regelen;
- d.
het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;
- e.
de cliënt niet langer tot de doelgroep behoort;
- f.
de cliënt is komen te overlijden;
- g.
de cliënt zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit schuldhulpverlening, ernstig misdraagt;
- h.
de geboden bemiddeling, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, niet (langer) doelmatig is;
- i.
de cliënt naar een andere gemeente verhuist, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling;
- j.
de cliënt zijn afloscapaciteit niet (volledig) wil aanwenden voor de aflossing van schulden;
- k.
op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan de cliënt is toegekend, terwijl als deze gegevens ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij de schuldhulpverlening, een ander besluit zou zijn genomen;
- l.
de cliënt hier nadrukkelijk zelf om verzoekt.
- 3.
Alvorens te besluiten tot beëindiging kan cliënt eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden worden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.
Artikel 5. Nadere regels
Het college kan nadere regels opstellen voor nadere invulling van deze verordening.
Artikel 6. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
- 1.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen in deze Verordening, indien toepassing hiervan leidt tot onredelijkheid en onbillijkheid van overwegende aard.
- 2.
In gevallen waarin de Verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 7. Inwerkingtreding en citeerartikel
- 1.
Deze Verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2021.
- 2.
De Verordening wordt aangehaald als “Verordening Schuldhulpverlening 2021 Almere”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad,
gehouden op 25 maart 2021.
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,
J.D. Pruim F.M. Weerwind