Organisatie | Soest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest houdende regels omtrent het gebruik van bodycams (Besluit bodycams gemeente Soest) |
Citeertitel | Besluit bodycams gemeente Soest |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-04-2021 | nieuwe regeling | 23-03-2021 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In het geval dat de boa of toezichthouder de bodycam meevoert op een terrein zoals bedoeld onder c van dit artikel legt de boa of toezichthouder aan de betrokkene vooraf uit waarvoor de bodycam dient en moet de eigenaar van het terrein of eigendom expliciet toestemming verlenen voordat er rechtmatig opnames mogen worden gemaakt. Indien het vooraf niet mogelijk is om expliciete toestemming te vragen, omdat er door de boa/toezichthouder direct gehandeld moet worden, wordt de bodycam direct aangezet;
In het geval dat opnames zijn gemaakt op terreinen zoals bedoeld onder c van dit artikel dan worden de beelden enkel opgeslagen voor vastlegging van het voorgevallen incident tussen de boa of toezichthouder en de betrokkene. De gemeente gebruikt de beelden niet als bewijslast voor andere overtredingen die zijn waargenomen door de bodycam. Andere personen (inclusief de boa of toezichthouder), voor zover zij niets met het incident van doen hebben, worden onherkenbaar gemaakt.
Artikel 7 Opslag op externe server
Artikel 9 Bekijken door anderen
Betrokken burger of diens belangenbehartigers mogen beelden bekijken:
Een betrokkene of belangenbehartiger ontvangt nooit tijdens inzage een kopie en het is tevens niet toegestaan om foto’s, geluidsopnames of beeldmateriaal te maken. Bij het bekijken van de beelden van de bodycam mogen aantekeningen worden gemaakt. De betrokkene of diens belangenbehartiger krijgt hier vooraf uitleg over;
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Soest, gehouden op 23 maart 2021.
De gemeentesecretaris
De burgemeester
Toelichting Doel, Grondslag en Noodzaak
In de handhaving van de lokale veiligheid, leefbaarheid en de naleving van (specialistische) regels, is een belangrijke rol weggelegd voor boa’s en toezichthouders. De boa en toezichthouder die opereert in de openbare ruimte heeft een breed pakket aan bevoegdheden waardoor het lokale veiligheidsbeleid, gericht op de aanpak van overlast en andere feiten die de leefbaarheid aantasten binnen de openbare ruimte, kan worden gehandhaafd. De boa’s en toezichthouders krijgen tijdens hun werk regelmatig te maken met incidenten, variërend van verbaal geweld tot fysiek geweld.
Het filmen met een bodycam is feitelijk een observatie met behulp van een technisch middel: een vorm van versterkte waarneming. De opnamen worden gemaakt door een camera die is bevestigd aan het lichaam of de uitrusting van de drager. De camera registreert datgene waarop hij gericht is, in veel gevallen de gebeurtenissen die de boa zelf meemaakt, ziet en/of hoort.
Dagelijks hebben medewerkers van VTH te maken met agressie en meerdere malen per jaar met geweld. Doel van de bodycam kan als volgt worden opgesomd:
Beelden die met bodycams zijn gemaakt van situaties waarin escalatie heeft plaatsgevonden en waarbij eventuele strafbare feiten zijn gepleegd, kunnen in een opsporingsonderzoek na vordering van de officier van justitie, worden gebruikt.
Een burger (of diens belangenbehartiger) heeft op basis van artikel 15 AVG recht om inzage te vragen van beelden die zijn opgenomen. Het doel van deze inzage kan ter verificatie dienen van hetgeen zich heeft voorgedaan bijvoorbeeld ter onderbouwing van het indienen van een klacht of schadevergoeding.
Grondslagen Toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren
De gemeente heeft toezichthouders en boa’s in dienst. Zij hebben als taak het handhaven en toezichthouden op geldende wet- en regelgeving. Dit betreft zowel landelijke als lokale regelgeving. De juridische grondslag voor toezichthouders, en de kaders waar binnen zij mogen werken, staan beschreven in de AwB. De term toezichthouder is gedefinieerd in artikel 5:11 AwB. Zij houden alleen toezicht op de wet- en regelgeving waarvoor zij zijn aangewezen.
De gemeente heeft ook boa’s, of handhavers, in dienst. Boa’s vinden hun wettelijke grondslag in artikel 142 Sv. Zij hebben strafrechtelijke opsporingsbevoegdheid en mogen binnen het domein waarin zij zijn aangesteld strafbare feiten opsporen.
Een toezichthouder kan tevens opsporingsambtenaar zijn.
Toezicht en Handhaving van wet en regelgeving
Boa’s en toezichthouders worden aangewezen om toezicht te houden en te handhaven op aangewezen wet en regelgeving. Hieronder een niet limitatieve lijst van wet- en regelgeving waarop boa’s en toezichthouders van VTH mogen handhaven. Hiermee wordt de grondslag en onderbouwing van het optreden van toezichthouders en boa’s van de meest voorkomende werkzaamheden en werklocaties onderbouwd. De uitvoering van toezicht en handhaving zijn een publiek rechtelijke taak, waarover het College of de gemeenteraad beslist.
Grondslag Persoonlijk beschermingsmiddel
Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. In de Arbowet staan de kaders en verplichtingen van werkgevers om Arbobeleid te voeren. De bodycam wordt aan medewerkers ter beschikking gesteld op basis van artikel 3 lid 1 onder b Arbowet. Ondanks alle maatregelen (zowel landelijk als lokaal) om agressie en geweld een halt toe te roepen blijft er een verhoogd risico bij de uitvoering van toezichthoudende en handhavende taken. De bodycam wordt ingesteld als persoonlijk beschermingsmiddel.
Met de inzet van bodycams wordt gepoogd om incidenten en onrechtmatige gedragingen jegens de medewerkers te voorkomen en hiermee de veiligheid van de medewerkers te garanderen en psychosociale arbeidsbelasting zoveel mogelijk te beperken. De medewerkers van VTH dragen de bodycams tijdens werkzaamheden in het kader van de handhaving van de lokale veiligheid en leefbaarheid, een publiekrechtelijke taak van de gemeente. De medewerker zet de bodycam enkel aan als de situatie op straat daar om vraagt.
De bodycams leiden tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en daarmee maken ze inbreuk op een grondrecht (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM). Eén van de voorwaarden voor de beperking van dit recht is dat hier in elk geval een wettelijke grondslag voor moet bestaan.
Bij het maken, opslaan en beoordelen van beelden met bodycams is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Gelet op de doelstelling van de inzet van bodycams (het bevorderen van de veiligheid van handhavers en het voorkomen van ongewenst gedrag jegens de handhaver) wordt het juridisch kader gevormd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6 lid 1 sub f AVG:
f) de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.
Hoewel dit artikel niet geldt voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken, is deze uitzondering niet van toepassing wanneer het gebruik van bodycams geheel onder ‘goed werkgeverschap’ valt, en derhalve niet wordt gebruikt in het kader van de uitoefening van de uitvoering van een overheidstaak. Het gaat er immers om of het gebruik van bodycams noodzakelijk wordt geacht voor het bieden van een veilige werkplek aan de handhavers in de openbare ruimte. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van een persoonlijke levenssfeer zonder inmenging. De wettelijke grondslag voor de inzet van de bodycams is derhalve gelegen in artikel 3 lid 1 onder b en 3 lid 2 van de Arbowet en artikel 2.15 van het Arbobesluit.
Voorkomen is beter dan genezen. Naast dat we een veilige werkomgeving willen creëren met de bodycam willen we het lerend vermogen van medewerkers in contacten met agressieve personen vergroten. Uit evaluatie-momenten moet blijken of het gebruik van bodycams een positieve invloed heeft op het veiligheidsgevoel van de boa’s en of deze een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen dan wel de-escaleren van ongewenst gedrag.
Noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit
Agressie en geweld kunnen ernstige gevolgen hebben voor de medewerker. Geweld kan zowel fysieke als mentale gevolgen hebben voor de medewerker. De fysieke gevolgen kunnen variëren van lichte verwondingen, permanente fysieke gevolgen tot in potentie het overlijden. De gevolgen van verbale vormen van agressie lijken wellicht minder schadelijk, maar komen veel vaker voor. Dit kan leiden tot psychische pijn en andere gezondheidsklachten zoals:
Agressie en geweld zijn volgens de Arbowet een vorm van psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn, zoals beschreven in artikel 2.15 Arbobesluit, verplicht maatregelen vast te stellen en uit te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken.
De bodycams worden pas aangezet wanneer de boa’s en/of toezichthouders in situaties terechtkomen die (dreigen te) escaleren. De beelden zijn voorzien van encryptie en worden opgeslagen op een beveiligde server waardoor ze niet zomaar bekeken kunnen worden. Voor het bekijken van beelden is een protocol opgesteld, waarin onder meer wordt vermeld dat de beelden slechts na bekendmaking aan het afdelingshoofd of teamleider door een selecte groep, die is benoemd in het uitkijkprotocol, kunnen worden bekeken. De beelden mogen niet verspreid worden via internet of social media. Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams in combinatie met de doelstellingen waarvoor deze worden ingezet wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel
De veiligheid van de medewerker heeft voortdurend bijzondere aandacht. Er wordt met regelmaat aandacht besteed aan de veiligheid van de toezichthouders en boa’s en er worden maatregelen getroffen. De huidige uitrusting van de toezichthouders en boa’s behelst tot op heden geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in escalerende situaties om de in de inleiding gestelde doelen te bereiken. Alle boa’s hebben de cursus RTGB (Regeling Toetsing Geweldbeheersing boa’s) gevolgd.
Uit verschillende onderzoeken wordt weergegeven dat de invoering van de bodycam heeft geleid tot een reductie van het aantal incidenten met 20% tot 50%. De evaluatie van Sander Flight ‘Evaluatie bodycams Landelijke Eenheid, Proeftuin bodycams Dienst Infrastructuur (2018)’ (https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiewetenschap/2019/evaluatie-bodycams-landelijke-eenheid-334/) concludeert het volgende “Geweld tegen politieambtenaren is gedaald in de twee geografische afdelingen die met bodycams werkten. Het aantal incidenten van lichamelijke agressie en serieuze bedreigingen is gehalveerd. Tevens is het veiligheidsgevoel verbeterd bij degenen die vaak met de bodycam werkten: hoe vaker de bodycam werd gedragen, hoe groter dat effect.” In de evaluatie van de pilot bodycams in Rotterdam (2019) van Van Rhee, Van Toorn en Flight (https://sanderflight.nl/wp-content/uploads/2020/01/Evaluatie-bodycams-handhavers-gemeente-Rotterdam-2019.pdf) noemt de volgende conclusies: