Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tiel

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel houdende regels omtrent de huishoudelijke ondersteuning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel houdende regels omtrent de huishoudelijke ondersteuning
CiteertitelBeleidsregels Huishoudelijke ondersteuning Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Tiel 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-04-2021nieuwe regeling

23-03-2021

gmb-2021-102508

Regelgevingregister 2020, nr. 1.16

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel houdende regels omtrent de huishoudelijke ondersteuning

1. Inleiding

 

Voor de inrichting van de huishoudelijke ondersteuning maken we gebruik van de uitkomst van het objectief en onafhankelijk onderzoek zoals dat, voor de gemeenten in regio Rivierenland, is uitgevoerd door KPMG. Bij de normen die KPMG in haar rapport heeft opgenomen is geen rekening gehouden met activiteiten die cliënten dan wel mensen uit hun sociale netwerk uit kunnen voeren.

Zoals in het KPMG normenkader opgenomen is een expertgroep, met kennis van Huishoudelijke ondersteuning, betrokken geweest bij de opstelling van het normenkader. Deze expertgroep bestond uit een:

  • -

    afvaardiging van de Wmo-raden uit de gemeenten Buren, Neder-Betuwe en Tiel

  • -

    afvaardiging van de gecontracteerde aanbieders Huishoudelijke ondersteuning en

  • -

    onafhankelijke partij met kennis van en over de schoonmaakbranche.

De adviezen van de expertgroep zijn verwerkt in de frequentie van de uit te voeren activiteiten. De inbreng is niet gericht op de normtijden per activiteit maar op het totale resultaat gebied.

 

De normeringen die in deze beleidsregel zijn opgenomen zijn in principe passend voor alle cliënten. Huishoudelijke ondersteuning is ingericht als een maatwerkvoorziening waarbij wordt beschikt op resultaat. In elke afzonderlijke situatie wordt gekeken voor welk resultaatgebied ondersteuning nodig is. De ondersteuning wordt toegekend op basis van een individueel onderzoek, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 Wmo2015, als blijkt dat de specifieke beperkingen, de behoeften en persoonskenmerken van de cliënt hierom vraagt. Hieruit volgt dat ook al zijn de opgenomen normen in principe passend er altijd beoordeeld moet worden wat er in de specifieke cliëntsituatie noodzakelijk is. Met andere woorden: maatwerk. In het toewijzingsdocument wordt opgenomen welke resultaatgebieden behaald moeten worden en welke activiteiten cliënt zelf en/of eigen netwerk kan uitvoeren. Dit toewijzingsdocument maakt onderdeel uit van de toekenningsbeschikking. In de beschikking wordt verwezen naar het KPMG normenkader, opgesteld voor de gemeenten in regio Rivierenland.

2. Gebruikelijke hulp, gebruikelijke apparatuur en gebruikelijke voorzieningen

 

Gebruikelijk hulp

In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo2015) wordt in artikel 1.1.1 gebruikelijke hulp gedefinieerd als:

 

Hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.

 

Het gaat dus om de normale, dagelijkse hulp die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid gemeenschappelijk een woning bewonen en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van het huishouden.

 

Gebruikelijke hulp is ook alleen aan de orde als er een leefeenheid is die gemeenschappelijk een woning bewoont. Onder een leefeenheid wordt verstaan “alle bewoners die een gemeenschappelijke woning bewonen met als doel een duurzaam huishouden te voeren”. Soms komt het voor dat er door middel van een aanbouw of een extra (mantelzorg)woning op het terrein een samengestelde leefeenheid ontstaat. Om te kunnen bepalen of er sprake is van één leefeenheid wordt naar de volgende factoren gekeken:

  • De aanbouw / de woning is zelfstandig bewoonbaar (heeft alle gebruikelijke voorzieningen).

  • Er is sprake van kadastrale splitsing.

  • De aanbouw / de woning heeft een eigen huisnummer.

  • De aanbouw / de woning heeft een eigen toegang.

  • Er wordt huur betaald aan de andere partij voor het wonen in de aanbouw / de extra woning.

Een combinatie van deze factoren kan bepalen of er sprake is van een leefeenheid. Als in het onderzoek wordt vastgesteld dat er sprake is van een leefeenheid en er dus sprake is van huisgenoten, moet wel de draagkracht en draaglast van deze huisgenoten worden meegenomen in het onderzoek.

 

Het principe van 'gebruikelijke hulp' heeft een verplichtend karakter en hierbij wordt geen onderscheid gemaakt op basis van bijvoorbeeld sekse, religie, cultuur, gezinssamenstelling en de wijze van inkomensverwerving, drukke werkzaamheden, lange werkweken of persoonlijke opvattingen over het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden.

 

Er zijn uitzonderingen mogelijk op het uitgangspunt van gebruikelijke hulp. In beginsel is die uitzondering gedurende maximaal 3 maanden mogelijk. Te denken valt aan situaties waarin:

  • de huisgenoot lang en/of frequent (7 aaneengesloten etmalen per week) afwezig moet zijn bijvoorbeeld in verband met werk en het zorg voor kinderen betreft, zoals zeevarenden of (internationale) vrachtwagenchauffeurs en daarmee vergelijkbare beroepen;

  • de huisgenoot geobjectiveerde beperkingen heeft en niet in staat kan worden geacht tot het verrichten of aanleren van taken behorende tot gebruikelijke hulp;

  • de huisgenoot overbelast is of dreigt te raken;

  • de hulpvrager een korte levensverwachting heeft.

Als gebruikelijke hulp geleverd wordt door (fulltime) werkenden partners of ouders en inwonende kinderen, wordt met het werk en daarmee samenhangende drukte ten aanzien van huishoudelijke taken geen rekening gehouden. Stofzuigen of de badkamer schoonmaken kan in vrije tijd verricht worden door werkenden in het kader van gebruikelijke hulp. Deze gebruikelijke hulp is voorliggend op andere hobbymatige vrijetijdsbestedingen.

 

Gebruikelijke hulp kinderen

De bijdrage die van kinderen in het schoon en leefbaar houden van het huis wordt gevraagd is afhankelijk van de leeftijd. Van kinderen tot 5 jaar wordt geen bijdrage in het huishouden gevraagd.

Van kinderen tussen 5-12 jaar wordt een lichte bijdrage gevraagd in de vorm van opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, een kleine boodschap doen, kleding in de wasmand doen e.d.

Van kinderen tussen 13-17 jaar wordt een grotere bijdrage gevraagd. Van hen wordt ook verlangd dat zij hun eigen kamer op orde houden (opruimen, stofzuigen, bed verschonen e.d.).

Van jong volwassenen tussen 18-23 jaar wordt verlangd dat zij een bijdrage leveren die in omvang overeenkomt met een éénpersoonshuishouden, hetgeen gelijk staat aan 2 uur uitstelbare activiteiten en 3 uur niet-uitstelbare activiteiten per week.

De huishoudelijke taken voor een éénpersoonshuishouden zijn:

  • schoonhouden van sanitaire ruimte,

  • keuken en een kamer,

  • de was doen,

  • boodschappen doen,

  • maaltijd verzorgen,

  • afwassen en opruimen.

De inzet van kinderen mag echter niet ten koste gaan van hun welbevinden en ontwikkeling, waaronder schoolprestaties. Dat betekent dat dit beoordeeld dient te worden tijdens het onderzoek.

 

Algemeen gebruikelijke huishoudelijke apparatuur en voorzieningen:

Technische hulpmiddelen zijn voorliggend op de inzet van Huishoudelijke ondersteuning. Een wasmachine, wasdroger, magnetron, of stofzuiger zijn algemeen gebruikelijke huishoudelijke apparatuur. Als dergelijke apparaten niet aanwezig zijn maar wel een oplossing kunnen bieden voor het probleem, dan gaat de aanschaf van deze hulpmiddelen door de cliënt in beginsel voor het verstrekken van de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning

 

Een was- en strijkservice, ramenlapservice, boodschappenservice, maaltijdservice en hondenuitlaatservice zijn, als ze beschikbaar zijn voor de cliënt, algemeen gebruikelijke voorzieningen, voor het voeren van een huishouden.

 

Wat is een duurzaam gemeenschappelijk huishouden

Er is sprake van een duurzaam gemeenschappelijk huishouden als cliënt met een andere persoon blijvend een gezamenlijke huishouding voert.

Er is sprake van een duurzaam gemeenschappelijk huishouden als:

  • een gezin van twee of meer personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben. Dit is dan één duurzaam gemeenschappelijk huishouden;

  • een groep van twee of meer personen een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voert of wil voeren. Hieronder wordt ook een woongroep verstaan.

  • Een alleenstaande is vanzelfsprekend één ‘huishouden’.

Naast bovenstaande omschrijving van een duurzaam gemeenschappelijk huishouden kunnen de volgende overwegingen nog spelen:

  • 1.

    De bewoners zijn van plan om langdurig samen te blijven wonen (duurzaamheid);

  • 2.

    Er is sprake van wederzijdse zorg;

  • 3.

    Men zorgt financieel voor elkaar;

  • 4.

    Het huishouden is in een periode van één jaar niet van samenstelling veranderd, tenzij de veranderingen naar algemene maatstaven binnen een duurzaam gemeenschappelijk huishouden passen;

  • 5.

    De ruimtes zijn gemeenschappelijk;

  • 6.

    Er is een gezamenlijk huurcontract / hypotheekakte / koopovereenkomst, waarin de namen van alle huurders / eigenaren vermeld staan;

  • 7.

    Indien vereist, is er een huisvestingsvergunning aanwezig.

Voornoemde zeven overwegingen kunnen een rol spelen bij de beoordeling of er sprake is van een duurzaam gemeenschappelijk huishouden. Ook kunnen overwegingen buiten deze lijst een rol spelen. Daarom wordt iedere situatie apart beoordeeld.

3. Kamerverhuur

 

Als er sprake is van kamerverhuur, wordt de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden gerekend. Van huurders mag niet verwacht worden dat zij de huishoudelijke taken overnemen; er is bijvoorbeeld geen sprake van familiebanden. Er moet wel een huurovereenkomst aanwezig zijn. Als mensen zelfstandig samenwonen op een adres en gemeenschappelijke ruimten delen, wordt verondersteld dat het aandeel in het schoonmaken van die ruimtes bij uitval van een van de leden, wordt overgenomen door de andere leden van de leefeenheid.

4. Eigen kracht

 

Onder eigen kracht wordt verstaan de activiteiten die door de cliënt zelf, al dan niet in combinatie met de inzet van het sociaal netwerk, kunnen worden uitgevoerd bij het schoon en leefbaar houden van zijn woning. Deze activiteiten komen niet in aanmerking om te worden overgenomen door middel van een maatwerkvoorziening. In de praktijk kan dit betekenen dat een deel van het huishouden door de cliënt wordt uitgevoerd en voor een ander deel een maatwerkvoorziening wordt ingezet. Ook naar de aanwezigheid en mogelijkheden van o.a. een wasdroger en vaatwasmachine wordt onderzoek gedaan. Als deze aanwezig (zullen) zijn, is het gebruik hiervan voorliggend op de inzet van Huishoudelijke ondersteuning.

Een andere vorm van het benutten van de eigen kracht is het verlenen van medewerking aan een zo efficiënt mogelijke ondersteuning. Bijvoorbeeld de inrichting van de woning door de cliënt.

5. Omschrijving Huishoudelijke ondersteuning

 

Huishoudelijke ondersteuning is het geheel of gedeeltelijk overnemen van huishoudelijke activiteiten bij zorgvragers die deze niet of niet meer zelf kunnen (regelen). De ondersteuning beperkt zich tot dat wat noodzakelijk is voor de versterking of het behoud van de zelfredzaamheid en participatie. De ondersteuning gaat niet zo ver dat er rekening gehouden kan en moet worden met alle wensen van de cliënt, wat betreft bijvoorbeeld persoonlijke voorkeuren, smaak, luxe en gewoontes.

Huishoudelijke ondersteuning kan worden ingezet als er beperkingen zijn bij het voeren van een huishouden. De beperkingen kunnen een gevolg zijn van aandoeningen van somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aard dan wel ten gevolge van een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. Ook een psychosociaal probleem kan ten grondslag liggen aan een indicatie Huishoudelijke ondersteuning.

In het onderzoek naar de mogelijke inzet van Huishoudelijke ondersteuning wordt gekeken naar wat de betrokkene zelf kan (doen/regelen) en welke ondersteuning zijn sociale netwerk kan bieden. De mate van zelfredzaamheid wordt onderzocht en gestimuleerd. Er wordt gekeken welke ondersteuning vanuit de gemeente aanvullend noodzakelijk is. Ook wordt van betrokkene verwacht dat hij binnen de eigen mogelijkheden huishoudelijke werkzaamheden blijft doen. Opruimen van de woning is hierbij een belangrijk aandachtspunt zodat het schoonmaken efficiënt kan plaatsvinden.

In het toewijzingsdocument wordt aangegeven welke resultaatgebieden behaald moeten worden en welke activiteiten cliënt zelf kan uitvoeren met of zonder eigen netwerk. Het toewijzingsdocument maakt onderdeel uit van de beschikking. Cliënt en aanbieder maken samen afspraken hoe de invulling van de te bereiken resultaten vorm krijgt.

 

De gemeente onderscheidt zeven resultaatgebieden:

  • 1.

    Een schoon en leefbaar huis.

  • 2.

    Beschikken over schone kleding en bedden-en linnengoed.

  • 3.

    Beschikken over gestreken representatieve kleding.

  • 4.

    Beschikken over benodigde levensmiddelen.

  • 5.

    Bereiden van een broodmaaltijd.

  • 6.

    Bereiden van een warme maaltijd.

  • 7.

    Organisatie van huishoudelijke taken.

De zeven resultaatgebieden.

1. Een schoon en leefbaar huis

Om het resultaat van een schoon en leefbaar huis te kunnen behalen kan (gedeeltelijke) overname van schoonmaak activiteiten nodig zijn. Onder leefbaar wordt verstaan een opgeruimde en functionele leefruimte, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.

Per huishouden worden de volgende ruimtes structureel schoongemaakt:

  • de huiskamer

  • de als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimte(s)

  • de sanitaire ruimte(s) (max. 1 badkamer en 2 toiletten)

  • de keuken

  • de hal met trap als deze aanwezig is

Overige en niet in gebruik zijnde ruimte(s) worden niet of incidenteel schoongemaakt.

 

Onder de niet frequente ruimtes worden die ruimtes in huis verstaan die gebruikt worden door de cliënt, maar niet tot de reguliere ruimtes behoren. Denk bijvoorbeeld aan een hobby- of logeerkamer.

 

Het huis dient zodanig schoon en leefbaar te zijn dat geen vervuiling plaatsvindt en zo een algemeen aanvaardbaar basisniveau van een schoon en leefbaar huis wordt gerealiseerd. Dit betekent niet dat alle woonruimten wekelijks schoongemaakt moeten worden.

De aanwezigheid van dieren, uitgezonderd hulphonden, geven geen aanleiding voor het toekennen van aanvullende inzet.

 

Het schoonmaken of schoonhouden van buitenruimtes vallen buiten de reikwijdte van de Huishoudelijke ondersteuning. Het zemen van de ramen aan de buitenkant is hier een voorbeeld van.

Het onderhoud van de tuin, het uitlaten van huisdieren en overige activiteiten maken geen onderdeel uit van de Huishoudelijke ondersteuning. Dit geldt ook voor het verrichten van hand- en spandiensten zoals het ophangen van een lamp of het schoonmaken van door de client of diens medebewoners opgebouwde verzamelingen.

 

In de bijlage(n) bij deze beleidsregels zijn in de tabellen 1 tot en met 6 alle structurele en incidentele schoonmaakactiviteiten weergegeven die bijdrage aan een schoon en leefbaar huis. Ook de uitvoeringsfrequentie is in die tabellen opgenomen. Aan de hand van de persoonlijke situatie van cliënt wordt bepaald of en zo ja welke schoonmaakactiviteiten daadwerkelijk worden overgenomen.

 

2. Beschikken over schone kleding en bedden-en linnengoed

Het doel van dit resultaat is dat de persoon beschikt over schone kleding. We spreken hier uitsluitend over de normale dagelijkse kleding inclusief textiel zoals handdoeken en beddengoed. De was verzorging, zoals bedoeld binnen dit resultaatgebied, omvat het wassen, het drogen, opvouwen en opbergen / opruimen van de was. In het KPMG onderzoek zijn wasdroger, wasmachine en magnetron als voorliggend verondersteld. Zie in paragraaf 1 de uitgangspunten over algemeen gebruikelijke apparatuur

In tabel 7 in bijlage I worden de activiteiten en frequentie bij dit resultaatgebied omschreven.

 

In de praktijk wordt ondersteuning in de was verzorging bijna altijd gecombineerd met resultaatgebied ‘een schoon en leefbaar huis’. Tijdens de looptijd van het wasprogramma kunnen andere of elders huishoudelijke ondersteuningsactiviteiten worden uitgevoerd.

 

3. Beschikken over gestreken representatieve kleding

Er wordt vanuit gegaan dat iedereen kan beschikken over strijkvrije bovenkleding. Wanneer dit in de individuele situatie nog niet zo is, kan er vanuit de huishoudelijke ondersteuning worden gestreken. Hierbij wordt alleen de representatieve bovenkleding gestreken zolang nog niet beschikt kan worden over strijkvrije bovenkleding. Onderkleding (zoals sokken en ondergoed) en alle vormen van bad-, keuken-, en bed textiel worden niet gestreken.

In tabel 8 in bijlage I worden de activiteiten en frequentie bij dit resultaatgebied omschreven.

 

4.Beschikken over benodigde levensmiddelen

Vanuit de Wmo kan uitsluitend ondersteuning op dit resultaatgebied worden ingezet wanneer iemand niet in staat is om met eigen mogelijkheden (eigen kracht, vrijwilligers en netwerk) en met boodschappenservices te voorzien in de benodigde levensmiddelen. Het betreft hier uitsluitend levensmiddelen en schoonmaakmiddelen, die dagelijks of wekelijks gebruikt worden in elk huishouden. Grotere inkopen zoals kleding en duurzame gebruiksgoederen vallen hier niet onder. Uitgangspunt is dat de boodschappen geclusterd worden.

In tabel 9 in bijlage I worden de activiteiten en frequentie bij dit resultaatgebied omschreven.

 

5.Bereiden van een broodmaaltijd.

Het bereiden van een broodmaaltijd kan onder de huishoudelijke ondersteuning vallen wanneer iemand niet in staat is om hier op eigen kracht of met hulp van het netwerk in te voorzien. Als deze ondersteuning noodzakelijk is dan wordt er van uitgegaan dat éénmaal per dag de broodmaaltijden voor die dag worden klaargemaakt. Bij de beoordeling van de noodzaak dient ook te worden gekeken of cliënt bijvoorbeeld andere voorzieningen heeft die hierin kunnen ondersteuning kunnen bieden.

In tabel 10 in bijlage I worden de activiteiten en frequentie bij dit resultaatgebied omschreven.

 

6.Bereiden van een warme maaltijd.

Gelet op het aanbod van (warme) kant en klaar maaltijden is ondersteuning bij dit resultaatgebied in beginsel niet noodzakelijk. Wanneer door individuele situaties de eigen kracht, voorliggende wetgeving en de maaltijdservices niet toereikend zijn, kan het bereiden van de warme maaltijd onder de huishoudelijke ondersteuning vallen.

In tabel 11 in bijlage I worden de activiteiten en frequentie bij dit resultaatgebied omschreven.

 

7.Organisatie van huishoudelijke taken.

Bij dit resultaatgebied wordt cliënt zo veel mogelijk betrokken bij en gestimuleerd tot de uitvoering van huishoudelijke taken. Het geven van instructie en het aanleren van vaardigheden hoort hier ook bij. Dit is voor een beperkte tijdsduur noodzakelijk; namelijk tot cliënt in staat is om deze werkzaamheden zelf uit te voeren, of wanneer blijkt dat het niet haalbaar is gebleken dat hij de taken zelfstandig gaat uitvoeren. Dit resultaatgebied kan voor, in eerste instantie, maximaal 3 maanden worden toegekend.

 

Soms is het nodig dat de regie van de organisatie van de huishoudelijke taken volledig wordt overgenomen. Dan kan dit resultaatgebied ook langdurig worden ingezet.

 

De twee maatwerkproducten

Naast de 7 resultaatgebieden zijn er ook twee maatwerkproducten,

  • 1.

    voor zorg voor de kinderen (zie tabel 13) en

  • 2.

    voor maatwerk extra tijd (zie hoofdstuk 7).

1. Zorg voor jonge kind(eren) binnen het gezin

Bij de zorg voor minderjarige kinderen gaat het om de dagelijkse, gebruikelijke hulp voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren als beide ouders niet in staat zijn deze te leveren. Het betreft activiteiten als wassen en aankleden, hulp bij eten en/of drinken en een maaltijd voorbereiden. Het passen op kinderen valt niet onder dit resultaat.

 

De zorgbehoefte van gezonde kinderen in relatie tot het huishouden wordt hieronder weergegeven:

Leeftijd

Zorgbehoefte

0 tot en met 4 jaar

  • Moeten volledig verzorgd worden; aan- en uitkleden, eten en wassen.

  • Zijn tot 4 jaar niet zindelijk, hebben hulp nodig bij verschonen en eventuele toiletgang.

5 tot en met 11 jaar

  • Hebben toezicht nodig (en nog maar weinig hulp) bij aan- en uitkleden en wassen.

  • Zijn overdag zindelijk en ’s nachts merendeel ook.

  • Hebben toezicht nodig voor het maken van een broodmaaltijd. Het eten zelf gaat zelfstandig.

  • Hebben hulp nodig bij het maken van een warme maaltijd. Het eten zelf gaat zelfstandig.

12 tot en met 17 jaar

  • Hebben geen hulp (en maar weinig toezicht) nodig bij hun persoonlijke verzorging.

  • Hebben toezicht nodig bij het maken van een warme maaltijd.

 

Het is de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers om een oplossing te regelen, op tijden dat zij beiden niet in staat zijn om voor de kinderen te zorgen. Bij uitval van één van de ouders dient de andere ouder de zorg over te nemen. Hierbij wordt verwacht dat er maximaal gezocht wordt naar eigen oplossingen: zorgverlof, mantelzorg en andere (voorliggende) voorzieningen.

 

Deze verantwoordelijkheid vervalt niet bij echtscheiding of beëindiging van de relatie. Er dient wel rekening gehouden te worden met de eventueel door de rechtbank vastgelegde afspraken.

 

Door de gemeente kan ondersteuning worden geboden bij het zoeken naar eigen oplossingen bijvoorbeeld binnen het netwerk. Het is ook mogelijk om te onderzoeken of er door middel van bijvoorbeeld Buitenschoolse opvang of Sociaal Medische Indicatie kinderopvang een oplossing gevonden kan worden.

 

De ondersteuning vanuit de Wmo op dit resultaatgebied is aanvullend op de eigen mogelijkheden en heeft vooral een taak in het tijdelijk bijspringen, zodat voor het gezin ruimte ontstaat om zelf een al dan niet tijdelijke oplossing te vinden.

In tabel 13 in bijlage I worden de activiteiten en mogelijke frequentie bij dit resultaatgebied omschreven.

 

Factoren die de benodigde tijd kunnen beïnvloeden

 

Het KPMG heeft normeringen opgesteld die in principe passend zijn voor alle cliënten. In het gemeentelijk beleid is ruimte om voor specifieke situaties van een cliënt één extra tijdsmodule toe te kennen. De volgende invloed factoren kunnen maken dat er meer ondersteuningstijd nodig is:

 

  • a)

    Het aantal bewoners, hun aanwezigheid in de woning en hun mobiliteit door de woning.

  • b)

    Ernst van de problematiek bij cliënten c.q. de mate waarin cliënten zelf activiteiten kunnen uitvoeren of additionele aandacht vereist is i.v.m. vertrouwensband (GGZ-populatie).

  • c)

    Gezondheid van de cliënt:

    • o

      Bij aandoeningen als astma en longemfyseem kan het zijn dat het huis zoveel mogelijk stofvrij moet zijn. Dit moet wel door een recent medisch onderzoek worden bevestigd.

    • o

      Bij aandoeningen zoals incontinentie, ziektes (bv. Chemokuur of Norovirus) en fysieke beperkingen zoals veel knoeien met eten en drinken is soms extra was verzorging noodzakelijk.

  • d)

    Wijze van gebruik van het toilet (o.a. medische redenen).

  • e)

    Ernst van de problematiek bij cliënten c.q. de mate waarin zij niet in staat zijn om zelf op te ruimen.

 

De volgende tijdseenheden zijn van toepassing:

  • -

    Beperkingen en belemmeringen cliënt:

    • -

      Enige inzet 30 minuten per week

    • -

      Veel extra inzet 60 minuten per week

Uitgaande van deze tijden worden aan deze module, op jaarbasis, de volgende tijden gekoppeld:

Enige inzet 26 uur gebaseerd op beperkingen en belemmeringen

Veel extra inzet 52 uur gebaseerd op beperkingen en belemmeringen

6. Uitvoering

 

De ondersteuningsvraag Huishoudelijke ondersteuning wordt door of namens cliënt bij de Sociale Poort Tiel (SPT) gemeld. De SPT onderzoekt o.a. via een gesprek met de cliënt (of diens vertegenwoordiger) en waar mogelijk met de mantelzorger(s) en desgewenst familie of de cliëntondersteuner de ondersteuningsbehoefte. Hierbij worden de volgende zaken in beeld gebracht:

  • de behoeften en persoonskenmerken van cliënt;

  • welke beperkingen cliënt ondervindt in het schoon en leefbaar houden van zijn woning;

  • het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning;

  • de eigen mogelijkheden om (gedeeltelijk) in de ondersteuningsbehoefte te voorzien of door inzet van:

    • -

      de naaste omgeving (mantelzorg of andere personen uit het sociale netwerk) en/of;

    • -

      gebruikelijke hulp en/of;

    • -

      een algemene voorziening.

  • de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt.

De verordening Wet maatschappelijke ondersteuning, de hieruit voortvloeiende beleidsregels en het gemeentelijke normenkader 1 , vormen het toetsingskader aan de hand waarvan de SPT een passende toewijzing vaststelt

 

Als cliënt in aanmerking komt voor Huishoudelijke ondersteuning maakt deze een keuze uit de gecontracteerde aanbieders. De uitkomst van het gesprek wordt vastgelegd in het gespreksverslag waarin ook de uit te voeren resultaatgebieden en/of (eventueel) in te zetten modules worden vermeld. De gemeente stelt daarna een toewijzingsdocument op waarin de uit te voeren resultaatgebieden en/of (eventueel) in te zetten modules zijn opgenomen. In het toewijzingsdocument wordt ook vermeldt welke huishoudelijke activiteiten cliënt zelf en met de naaste omgeving kan uitvoeren. Dit toewijzingsdocument stuurt de gemeente naar de aanbieder van keuze van de client.

Die aanbieder maakt aan de hand het toewijzingsdocument afspraken met de client over de invulling van huishoudelijke ondersteuning en legt die afspraken ook in een huishoudelijk ondersteuningsplan vast in het persoonlijk dossier van de client.

Bij het maken van de afspraken sluit de aanbieder aan bij het (KPMG) normenkader van de gemeenten in de regio Rivierenland.

 

Het toewijzingsdocument wordt door de gemeente bij de beschikking gevoegd en maakt daarmee onderdeel uit van de beschikking. De aanbieder ontvangt van de gemeente de opdracht tot inzet van de Huishoudelijke ondersteuning via het zogenaamde IWmo berichtenverkeer.

 

Ondersteuning bij het huishouden via de gemeente neemt de verantwoordelijkheid van de cliënt niet over, maar helpt de cliënt om het resultaat schoon en leefbaar huis te behalen. Dit kan door de (basis-)module een schoon en leefbaar huis en/ of aanvullende modules in te zetten.

6.1 Kwaliteit

Om de kwaliteit en clientbeleving van de geleverde ondersteuning te onderzoeken, zal de gemeente steekproefsgewijs een controle (laten) uitvoeren. Dat kan telefonisch en/of d.m.v. een huisbezoek. Het doel van de controle is het vaststellen van het behalen van het resultaat een schoon en leefbaar huis volgens de bepalingen in het gemeentelijk normenkader.

De afspraken die cliënt met aanbieder gemaakt heeft, zijn hierin leidend. Het is in het belang van de cliënt om zelf mee te werken aan het onderzoek naar de door de aanbieder geleverde kwaliteit van huishoudelijke ondersteuning.

 

De gemeentelijke controle staat los van de klachtenafhandeling bij en door de aanbieders van Huishoudelijke ondersteuning. Als die reguliere klachtenafhandeling over de kwaliteit van een schoon huis niet toereikend is, dan kan de gemeente een onderzoek instellen door het inzetten van (externe ) expertise.

 

De norm “schoon”

Wanneer is een huis schoon? Hoe beoordeel je dat ? Daarvoor heeft de gemeente een beoordelingskader aangelegd. Dit beoordelingskader bevat een aantal algemene regels die er op zijn gericht een zo redelijk en eenduidig mogelijk geobjectiveerd oordeel te verkrijgen op de vraag of een huis schoon is.

 

Schoon is het tegenoverstelde van vuil.

 

Beoordelen of een huis schoon is betekent controleren of en in welke mate sprake is van vervuiling. Van vervuiling is sprake als in een bepaalde mate stof, vlekken, vingertasten en aanslag aanwezig zijn op de in het huis aanwezige elementen (delen of onderdelen van de inventaris). Sommige elementen moeten periodiek stof- en / of vlekvrij (gemaakt) zijn. Er zijn ook elementen waarbij enige lichte verontreiniging aanwezig mag zijn.

 

Beoordelen of een element schoon of vuil is, is een momentopname. Dat geldt ook voor het schoonmaken zelf: elementen die vandaag zijn schoongemaakt blijven niet schoon. Dit betekent dat bij een beoordeling of iets schoon is rekening wordt gehouden met zogenaamde hervervuiling. Hervervuiling betreft nieuwe vervuiling van een (eerder) schoongemaakt element.

 

Dit betekent dat bij een beoordelaar een woning beoordeelt met inachtneming van het gegeven dat dagelijks vuil een gegeven is en onderscheiden moet worden van cumulatief vuil (ophoping van dagelijks vuil). Beoordelen vereist dus meer dan de enkele constatering vuil of schoon.

 

Overigens kunnen zich individuele situaties voordoen waarin hervervuiling zeer beperkt aanwezig kan zijn vanwege specifieke medische problematiek van een cliënt. In die situaties heeft de zorgaanbieder de opdracht gekregen van de gemeente om vaker dan gebruikelijk schoon te maken, waardoor hervervuiling in mindere mate blijft bestaan. De beoordelaar kan op basis van het ondersteuningsplan beoordelen of de aanbieder zich aan de afgesproken frequentie van schoonmaken houdt. De beoordelaar zal, als dat niet het geval is en er dus een mate van hervervuiling aanwezig is die niet toelaatbaar is gelet op afgesproken frequentie, dit bespreken met de aanbieder.

7. Wijziging in de persoonlijke en of gezinssituatie

 

Bij wijzigingen in de persoonlijke of gezinssituatie beoordeelt de gemeente of dit gevolgen heeft voor de toegewezen maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning. Als dit nodig is wordt de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning aan de gewijzigde situatie aangepast.

In sommige situaties is tijd nodig om onderzoek te doen naar de gewijzigde situatie.

 

Overlijden

Wanneer een maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning betrekking heeft op een echtpaar en de partner aan wie maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning is toegekend overlijdt, dan wordt de Huishoudelijke ondersteuning gedurende maximaal 6 weken voort- en omgezet op naam van de achterblijvende partner. Binnen uiterlijk 4 weken na overlijden heeft de gemeente contact met de achterblijvende partner om te onderzoeken of deze zelf ook aangewezen is op ondersteuning door middel van de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning.

Als de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning betrekking heeft op een alleenwonende client, dan wordt de toewijzing beëindigd met ingang van de dag na het overlijden.

Als de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning betrekking heeft op een leefeenheid die gemeenschappelijk een woning bewoont en waarbij gebruikelijke zorg aanwezig wordt geacht, dan wordt de toewijzing beëindigd met ingang van de dag na het overlijden.

 

Tijdelijke opname in een instelling of ziekenhuis

Bij tijdelijke opname in een instelling of ziekenhuis, waarbij sprake is van een achterblijvende partner die eveneens Huishoudelijke ondersteuning nodig heeft, wordt de indicatie maximaal 4 weken voortgezet. Daarna dient de toewijzing maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning af gegeven te zijn op naam van de achterblijvende partner.

Als de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning betrekking heeft op een alleenwonende cliënt of een leefeenheid waarbij gebruikelijke zorg aanwezig wordt geacht, dan wordt aan de aanbieder gemeld dat de levering van zorg dient te stoppen met ingang van de dag van de opname. De aanbieder dient dat ook (retour) te melden via het iWmo berichtenverkeer. Binnen 2 weken dient de gemeente een besluit te nemen over het al dan niet voortzetten van de maatwerkvoorziening.

8. Beëindiging van de indicatie

 

Als een cliënt wordt opgenomen in een instelling of zorg thuis krijgt op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz), dan wordt per de ingangsdatum toewijzing Wlz, de indicatie Huishoudelijke ondersteuning beëindigd. De Wlz is verantwoordelijk voor het leveren van Huishoudelijke ondersteuning in de (overbruggings-)periode die ligt tussen de datum van opname in een instelling of formele start van levering zorg thuis.

 

Bij een verhuizing naar buiten de gemeente stopt de indicatie Huishoudelijke ondersteuning op de dag van de verhuizing. Bij een verhuizing binnen de gemeente wordt door de gemeente beoordeeld of de toewijzing van de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning (ongewijzigd) gehandhaafd kan blijven.

9. Duur van de indicatie

 

Wanneer er sprake is van een situatie waarin verwacht wordt dat er langdurig Huishoudelijke ondersteuning wordt ingezet is de maximale duur van de toewijzing 5 jaar.

Langdurige Huishoudelijke ondersteuning wordt ingezet wanneer er door de aard van de beperkingen in het geheel geen of weinig verbetering in functioneren wordt verwacht.

BIJLAGE I Normenkader

Tabel 1

Schoon en leefbaar huis

Woonkamer

Activiteiten

Frequentie

Afnemen nat en droog

Stof afnemen:

  • laag*

  • midden

  • hoog

Deuren/ deurposten nat afdoen

Meubels afnemen

Radiatoren reinigen

 

1 x per week

1 x per week

1 x per 2 weken

 

2 x per jaar

6 x per jaar

2 x per jaar

Stofzuigen

Dweilen

1 x per week

1 x per week

Ramen en gordijnen

Gordijnen reinigen**

Lamellen/ luxaflex reinigen

Ramen binnenzijde wassen

1 x per jaar

2 x per jaar

4 x per jaar

Opruimen

1 x per week

*Oppervlakte waarvoor cliënten moet bukken, incl. plinten

** Het nat dan wel droog reinigen van gordijnen/ vitrage

 

Tabel 2

Slaapkamer

Activiteiten

Frequentie

Afnemen nat en droog

Stof afnemen*:

  • laag**

  • midden

  • hoog

Deuren/ deurposten nat afdoen

Radiatoren reinigen

 

1 x per week

1 x per week

1 x per 6 weken

 

2 x per jaar

2 x per jaar

Stofzuigen

Dweilen

1 x per week

1 x per 4 weken

Ramen en gordijnen

Gordijnen reinigen***

Lamellen/ luxaflex reinigen

Ramen binnenzijde wassen

1 x per jaar

2 x per jaar

4 x per jaar

Bed verschonen

1 x per 2 weken

Opruimen

1 x per week

*Onder stof afnemen valt ook het afnemen van de meubels. Deze worden in tabel 1 expliciet genoemd omdat in een woonkamer meer meubels aanwezig zijn.

**Oppervlakte waarvoor cliënten moet bukken, incl. plinten

*** Het nat dan wel droog reinigen van gordijnen/ vitrage

 

Tabel 3

Keuken

Activiteiten

Frequentie

Stofzuigen

 

Dweilen

1 x per week

1 x per week

Keukenblok (buitenzijde) incl. tegelwand, kookplaat, spoelbak, koelkast en eventueel tafel

1 x per week

Keukenkastjes binnenzijde

2 x per jaar

Bovenkant keukenkastjes

9 x per jaar

Keukenapparatuur (buitenzijde)

1 x per week

Koelkast binnenzijde

3 x per jaar

Oven / magnetron binnenzijde

4 x per jaar

Tegelwand los van keukenblok

2 x per jaar

Vriezer los reinigen binnenzijde (al ontdooid)

1 x per jaar

Afzuigkap reinigen

Binnenzijde (vaatwasser bestendig)

Binnenzijde (niet vaatwasser bestendig)

2 x per jaar

 

2 x per jaar

Ramen en gordijnen

Gordijnen reinigen**

Lamellen / luxaflex reinigen

Ramen binnenzijde wassen

1 x per jaar

3 x per jaar

4 x per jaar

Afnemen nat en droog

Deuren / deurposten nat afdoen*

Radiatoren afnemen

3 x per jaar

 

3 x per jaar

Afval opruimen / wegbrengen

1 x per week

Opruimen / afwassen

1 x per week

*Oppervlakte waarvoor cliënten moet bukken, incl. plinten

** Het nat dan wel droog reinigen van gordijnen / vitrage

***tijd ligt hoger dan in de woonkamer en slaapkamer, omdat deze activiteit in de keuken bewerkelijker is.

 

Tabel 4

Sanitair

Activiteiten

Frequentie

Afnemen nat en droog

Deuren / deurposten nat afdoen*

Radiatoren reinigen

3 x per jaar

3 x per jaar

Sanitair schoonmaken

Badkamer schoonmaken (sanitaire elementen, vloer, prullenbak legen) **

Toilet schoonmaken, incl. tegels

Tegelwand badkamer afnemen

1 x per week

 

1 x per week

4 x per jaar

Ramen en gordijnen

Gordijnen reinigen**

Lamellen / luxaflex reinigen

Ramen binnenzijde wassen

1 x per jaar

3 x per jaar

4 x per jaar

*Oppervlakte waarvoor cliënten moet bukken, incl. plinten. Bij de frequentie is aansluiting gezocht bij die van de keuken.

**inclusief stofzuigen en dweilen

 

Tabel 5

Hal

Activiteiten

Frequentie

Afnemen nat en droog

Stof afnemen:

  • Laag*

  • midden

  • hoog

Deuren / deurposten nat afdoen**

Radiatoren reinigen

 

1 x per week

1 x per week

1 x per week

 

2 x per jaar

2 x per jaar

Stofzuigen en dweilen

Stofzuigen

Dweilen

Trap reinigen (droog/nat afnemen of stofzuigen) ***

1 x per week

1 x per week

1 x per week

*Oppervlakte waarvoor cliënten moet bukken, incl. plinten

**Bij de frequentie is aangesloten bij die van de woon- en slaapkamer

*** droog/nat afnemen of stofzuigen

 

Tabel 6

Niet frequente ruimte

Activiteiten

Frequentie

Afnemen nat en droog

Stof afnemen:

  • Laag

  • midden

  • hoog

 

4 x per jaar

4 x per jaar

4 x per jaar

Stofzuigen en dweilen

Stofzuigen

4 x per jaar

 

Totaal benodigde tijd per jaar

Schoon en leefbaar huis (tabel 1 tot en met 6)

107 uur

 

Tabel 7

Schone kleding en bedden- en linnengoed

Resultaat

Activiteiten

Frequentie

Schone kleding en bedden- en linnengoed

Was sorteren

Was in de machine stoppen (incl. wasmachine aanzetten)

Wasmachine leeghalen

Was in de droger stoppen

Droger leeghalen

Was ophangen

Was afhalen

Was opvouwen

Was opbergen / opruimen

 

 

 

 

2 x draaien was per week

 

Benodigde tijd per week (minuten)

Totaal benodigde tijd per maand (minuten)

Totaal benodigde tijd per jaar

Schone kleding en bedden- en linnengoed

35

140

30,3

 

Tabel 8

Gestreken representatieve kleding

resultaat

Activiteiten

frequentie

Gestreken representatieve kleding

Kleding strijken

Kleding opbergen / opvouwen

1 x per 2 weken

In de praktijk is deze tijd gemeten onder opvouwen van resultaatgebied ‘schone kleding en bedden- en linnengoed’

 

Benodigde tijd per week (minuten)

Totaal benodigde tijd per maand (minuten)

Totaal benodigde tijd per jaar

Gestreken representatieve kleding

12

47

10

 

Tabel 9

Beschikken over benodigde levensmiddelen

Resultaat

Activiteiten

Frequentie

Beschikken over benodigde levensmiddelen

Het opstellen van een boodschappenlijst

Het doen van boodschappen

Het opruimen van de boodschappen

1 x per week (er van uitgaan dat er een vriezer is)

 

Benodigde tijd per week (minuten)

Totaal benodigde tijd per maand (minuten)

Totaal benodigde tijd per jaar

Beschikken over benodigde levensmiddelen

50

200

43,3

 

Tabel 10

Het kunnen nuttigen van broodmaaltijden (= maatwerk)

Resultaat

Activiteiten

Frequentie

Minuten

Het kunnen nuttigen van broodmaaltijden

(= maatwerk)

Het bereiden van de broodmaaltijd

Dagelijks

15 minuten per keer

1x per dag: ’s ochtends 2 broodmaaltijden klaarmaken.

Omdat in het KPMG normenkader geen aantal minuten is aangegeven is aangesloten bij de CIZ richtlijn

 

Tabel 11

Het kunnen nuttigen van warme maaltijden (= maatwerk)

Resultaat

Activiteiten

Frequentie

Minuten

Het kunnen nuttigen van warme maaltijden (= maatwerk)

Opwarmen kant en klare maaltijden

 

Het bereiden van de warme maaltijd

Dagelijks

 

 

Dagelijks

15 minuten per maaltijd

 

 

30 minuten per maaltijd

Omdat in het KPMG normenkader geen aantal minuten is aangegeven is aangesloten bij de CIZ richtlijn.

 

Tabel 12

Dagelijkse organisatie van het huishouden

Resultaat

Activiteiten

Frequentie

Minuten

Dagelijkse organisatie van het huishouden

Betrekken en stimuleren bij het uitvoeren van huishoudelijke taken. Dit omvat:

  • -

    uitleg geven over de noodzaak van huishoudelijk e activiteiten

  • -

    instrueren / aanleren van het uitvoeren van de huishoudelijke activiteiten

Maximaal 3 maanden

6 x 1 uur met de mogelijkheid tot meer uur als dat noodzakelijk is.

Regie van de organisatie van de huishoudelijke taken overnemen. Dit omvat:

  • -

    opbouwen en onderhouden van de vertrouwensband.

  • -

    Plannen van de structurele en incidentele huishoudelijke taken, incl. een taakverdeling tussen de hulp en cliënt.

  • -

    Afstemming vanuit HO perspectief met andere professionals voor bredere ondersteuningsvragen van / voor cliënt.

Continu proces

Half uur per bezoek hulp

 

Tabel 13

Zorg voor jonge kinderen

Resultaat

Activiteiten

Frequentie

Minuten

Zorg voor jonge kinderen

Mogelijke activiteiten:

  • -

    Naar bed brengen / uit bed halen

  • -

    Wassen (incl. tanden poetsen) en kleden

  • -

    Eten en/of drinken geven

  • -

    Babyvoeding / fles

  • -

    Luier verschonen

  • -

    Naar school brengen

  • -

    Maaltijd (voor)bereiden

Situatie specifiek

Situatie specifiek


1

Het gemeentelijke normenkader is gebaseerd op het regionale onderzoek en rapport Passend beleid Huishoudelijke Ondersteuning regio Rivierenland van KPMG Advisory N.V (juni 2019).