Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vaststelling Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Den Haag 2021 |
Citeertitel | Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Den Haag 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 3/2021 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-03-2021 | Nieuwe regeling | 25-03-2021 | RIS307838 |
Bestuurders zijn er voor alle inwoners. Eenieder kan zich voor vele aangelegenheden tot de gemeente wenden. De gemeente verkeert daarbij vaak in een monopoliepositie. Dat stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het lokale openbaar bestuur en aan degenen die daarin functioneren. Integriteit is daarvan een wezenlijk onderdeel. Als de bestuurders niet integer handelen, of zelfs de schijn dat zij dat niet doen niet voorkomen, loopt ons democratische systeem en het vertrouwen dat de bewoners van de stad daarin hebben vast. Bestuurders moeten hun verantwoordelijkheid hierin nemen door open en transparant te handelen, zorgvuldig de regels te volgen en daarover verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de inwoners van Den Haag.
In de afgelopen jaren heeft het onderwerp bestuurlijke integriteit steeds meer aandacht gekregen. Niet alleen landelijk, maar ook en vooral in Den Haag. Naar aanleiding van het aftreden van twee wethouders eind 2018 heeft de waarnemend burgemeester Remkes het thema hoog op de kaart gezet. Hij heeft tal van maatregelen genomen om integriteit van bestuurders te waarborgen.
Een van die maatregelen was dat de zittende en nog te benoemen kandidaat-wethouders gescreend zijn op integriteit door een externe Integriteitscommissie. Afgesproken is om dat voortaan bij elke kandidaat-wethouder te doen.
Bij het uitbrengen van haar rapportage over de bevindingen van de screening heeft de Integriteitscommissie een aantal aanbevelingen gedaan om de bestuurlijke integriteit te bevorderen. Het college en de burgemeester hebben deze aanbevelingen omarmd en de uitvoering daarvan ter hand genomen.
Eén van de aanbevelingen was om de Gedragscode integriteit voor de wethouders en de burgemeester te actualiseren. De vorige code stamt uit 2016. Die aanbeveling wordt met deze Gedragscode verwezenlijkt.
Een tweede aanbeveling die deze Gedragscode uitvoert is de regeling met betrekking tot het gebruik van de dienstauto. De aanbeveling was de regeling in lijn te brengen met de fiscale regels op dit punt. In de Rechtspositieregeling burgemeester en wethouders Den Haag is er echter voor gekozen om niet de volledige fiscale ruimte te gebruiken. Dan zouden ook privéritten zijn toegestaan (zuiver privé-aangelegenheden en ritten voor (neven)functies die niet rechtstreeks voortvloeien uit het ambt). Het college heeft besloten het gebruik van de dienstauto te beperken tot alleen zakelijke ritten. In de Gedragscode hoeft dit niet verder te worden gespecificeerd, omdat dit rechtstreeks voortvloeit uit het Rechtspositiebesluit en de burgemeester en de wethouders via deze Gedragscode reeds beloven om geen gemeentelijke voorzieningen (zoals de dienstauto) te gebruiken voor privédoeleinden
De Gedragscode is niet de enige regeling die de integriteit van wethouders en burgemeester tot onderwerp heeft. Ook de Gemeentewet en de landelijke en gemeentelijke rechtspositieregelingen bevatten gedragsnormen voor hen. Vertrekpunt voor de wethouder en burgemeester is de eed of gelofte (betreft terminologie uit de Gemeentewet) die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt. Die eed wordt in deze Gedragscode gevolgd door een uitdrukkelijke belofte van de wethouder en burgemeester aan de raad, collega-bestuurders en de stad om te handelen volgens de in deze code genoemde gedragsnormen. Dat is nieuw ten opzichte van de vorige Gedragscode. Doel ervan is om in de vergadering waarin de wethouder of burgemeester wordt beëdigd uitdrukkelijk stil te staan bij de Gedragscode door het overhandigen van een (ter plaatse) getekende belofte. De code sluit ook aan op de regels over bijvoorbeeld nevenfuncties of geschenken, zoals neergelegd in het Rechtspositieregeling burgemeester en wethouders Den Haag 2021.
Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders en aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en eenieder voor wie bestuurders hun functie vervullen.
Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:
De bestuurder vermijdt in zijn of haar handelen verhoudingen waarin zijn of haar persoonlijk belang of dat van een groep waarmee hij/zijn persoonlijk verbonden of gelieerd is enerzijds en de belangen van de gemeente anderzijds door elkaar gaan lopen of kunnen gaan lopen. Zelfs de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. Persoonlijke belangen kunnen bijvoorbeeld in het geding zijn als er besluitvorming plaatsvindt ten aanzien van personen of bedrijven waarmee de bestuurder of diens partner een familiaire, vriendschappelijke of zakelijke relatie heeft of wanneer de bestuurder persoonlijk voordeel zou (kunnen) hebben bij het te nemen besluit.
De bestuurder is altijd gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en bewoners die daar onderdeel van uitmaken.
Het handelen van de bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij of zij vervult in het bestuur.
De bestuurder handelt transparant, opdat verantwoording mogelijk is en de controlerende organen zicht hebben in het handelen van hem of haar en zijn of haar beweegredenen daarbij. Deze openheid wordt beperkt door de regelgeving omtrent vertrouwelijke en geheime informatie.
Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Hij of zij houdt zich aan de afspraken. Kennis en informatie waarover hij of zij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij of zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
De bestuurder laat zich ambtelijk vooraf goed informeren over de gevolgen van (voorgenomen) besluiten en toezeggingen aan bewoners en bedrijven en betrekt bij gesprekken in de stad zijn ambtelijke ondersteuning.
Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
In de Gedragscode, en met name de belofte, zijn deze kernbegrippen geconcretiseerd. Daarnaast is de belofte gebaseerd op de bovenliggende wet- en regelgeving, zoals de landelijk Rechtspositieregelingen, Gemeentewet en de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Den Haag 2021. In het onderliggende Handboek Bestuur zijn deze regelingen nader vertaald naar concrete uitvoeringsinstructies. De Gedragscode verbindt deze wet- en regelgeving en uitvoeringsinstructies.
De Gedragscode richt zich primair op het gedrag van individuele bestuurders. Uiteraard is de Gedragscode waar mogelijk ook van toepassing op gedragingen van het college als bestuursorgaan, in hun handelen als eenheid en in het bevorderen van de onderlinge samenwerking.
Het niet naleven van de gedragscode heeft op zich geen rechtsgevolgen. De eigen verantwoordelijkheid voor het naleven van de code staat voorop. De Gedragscode is evenwel niet vrijblijvend. De bestuurders kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.
Het niet naleven van de bovenliggende wet- en regelgeving kan uiteraard wél rechtsgevolgen hebben. Bijvoorbeeld het schenden van de geheimhoudingsplicht is strafbaar op grond van het Wetboek van Strafrecht, onrechtmatig handelen kan leiden tot civiele aansprakelijkheid voor de schade die daaruit voortvloeit. Een en ander volgt dus niet rechtstreeks uit schending van de Gedragscode, maar uit schending van de regels waarop deze code mede is gebaseerd.
De “Modelgedragscode Integriteit (dagelijkse) bestuurders in gemeenten, provincies en waterschappen” van BZK en de VNG is bij de opstelling van deze Gedragscode betrokken. Vrijwel alle elementen uit het model zijn verwerkt. Daarnaast zijn er enkele Haagse aanvullingen/aanpassingen aangebracht (onder meer de draaideurconstructie en benoeming na ontslag bij verbonden partijen).
Artikel 1.2 Bereik van de Gedragscode
Deze Gedragscode geldt voor de burgemeester en de wethouders, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.
De Belofte wethouder/burgemeester luidt als volgt:
Geachte voorzitter, leden van de raad en bewoners van Den Haag.
Dienstbaarheid en functionaliteit
Ik richt mij altijd op het belang van de gemeente en op de organisaties en bewoners die daar onderdeel van uitmaken en mijn handelen heeft een herkenbaar verband met de functie die ik vervul.
Ik accepteer geen uitnodigingen voor lunches, diners, recepties, evenementen, voorstellingen, excursies en andere uitnodigingen die door anderen dan de gemeente betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van mijn functie en mijn aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel. Bij twijfel leg ik dit ter bespreking voor aan het college.
Ik declareer geen kosten die al op andere wijze worden of zijn vergoed. Ik gebruik geen voorzieningen en eigendommen van de gemeente voor privédoeleinden of voor derden, behalve als het de bruikleen betreft van een mobiele telefoon of andere voorzieningen die conform de bruikleenovereenkomst mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.
Ik ben open over risico’s en dilemma’s op het gebied van integriteit. Ik kan altijd uitleggen waarom ik op een bepaalde manier heb gehandeld en ben daartoe ook bereid. Bovendien spreek ik anderen aan op mogelijk niet-integer gedrag. Iedereen mag ook mij daarop aanspreken.
Ik meld het voornemen om een buitenlandse dienstreis te maken vooraf aan het college en geef daarbij informatie over het doel, de noodzaak en de duur van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de keuze en afweging voor het vervoermiddel, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de geraamde kosten, wie die betaalt.
Artikel 3.1 Draaideurconstructie
Het college sluit de burgemeester of een wethouder gedurende een jaar na aftreden uit van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente.
Artikel 3.4 Financiële en administratieve organisatie
Het college en de raad richten de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.