Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2021-2024 |
Citeertitel | Regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2021-2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-07-2023 | artikel 1.3, 1.4, 2.2, toelichting | 18-07-2023 | |||
21-07-2022 | 27-07-2023 | artikel 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.7, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2, 4.2, toelichting | 12-07-2022 | ||
15-10-2021 | 21-07-2022 | artikel 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2, toelichting | 05-10-2021 | ||
02-04-2021 | 15-10-2021 | nieuwe regeling | 23-03-2021 |
De regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2021-2024 heeft als doel om duurzame ontwikkeling van jonge organisaties, die zich binnen de Amsterdamse culturele sector richten op professionele kunst of cultuureducatie, financieel te ondersteunen. Hiermee kunnen organisaties hun eigen organisatie, positie in hun eigen kunstdiscipline en/of in de kunst- en cultuursector in brede zin verstevigen of bestendigen.
Artikel 1.4 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Een aanvrager kan gedurende de looptijd van deze regeling maximaal twee keer subsidie aanvragen met een looptijd van 1 of 2 jaar, met dien verstande dat de aanvraag die in 2023 wordt gedaan enkel een looptijd van één jaar mag hebben. De activiteiten waarvoor wordt aangevraagd op zijn vroegst op 1 januari 2024 starten en op 31 december 2024 moeten eindigen.
Artikel 2.1 Indieningsvereisten aanvraag
Een subsidie als bedoeld in de regeling wordt via het digitaal formulier op de website www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl aangevraagd.
Besluiten over aanvragen worden genomen binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Het AFK kan besluiten de beslistermijn met acht weken te verlengen en doet daarvan voor afloop van de hiervoor genoemde termijn van dertien weken mededeling aan de aanvrager.
Artikel 4.2 Indieningsvereisten verantwoording
De verantwoording omvat een inhoudelijk en financieel deel:
de inhoudelijke verantwoording bestaat uit:
een beschrijving van de mate waarin de aanvrager het beoogde gekozen ontwikkeldoel met betrekking tot de ontwikkeling in artistiek opzicht, zakelijk opzicht, ontwikkeling van marketing/ publieksbereik of ontwikkeling van de bijdrage aan diversiteit en inclusie zijn bereikt of een beschrijving van de mate waarin de aanvrager als bedoeld in artikel 1.3 het doel van de ontwikkeling van (nieuwe) financieringsvorm(en) en/ of een (nieuw) bedrijfsmodel ter bevordering van een toekomstbestendige bedrijfsvoering van de organisatie heeft bereikt;
de financiële verantwoording bestaat uit een financieel verslag over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn, dan wel een jaarrekening waarin de verantwoording over de besteding van de subsidie inzichtelijk wordt gemaakt, inclusief samenstellingsverklaring, dan wel een door een gecertificeerde accountant afgegeven beoordelingsverklaring of goedkeurende controleverklaring.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 maart 2021.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
TOELICHTING BIJ REGELING ONTWIKKELING ORGANISATIES PROFESSIONELE KUNST 2021-2024
Tal van krachten in de stad zijn van invloed op de toekomst van de culturele sector: veranderingen in artistieke voorkeuren en bevolkingssamenstelling, voortschrijdende technologie en digitalisering, vraagstukken op het terrein van milieu en leefbaarheid, om van een pandemie maar niet te spreken. Dit vraagt om een culturele sector die constant open staat voor nieuwe ontwikkelingen, andere geluiden, disciplines en opvattingen over kwaliteit. En het vraagt om organisaties die in staat zijn te reageren op verandering. Hiervoor heeft het AFK een regeling Ontwikkeling.
De regeling Ontwikkeling organisaties professionele kunst 2021-2024 heeft als doel om duurzame ontwikkeling financieel te ondersteunen van jonge organisaties binnen de Amsterdamse culturele sector die zich richten op professionele kunst of cultuureducatie. Hiermee kunnen organisaties hun eigen organisatie, positie in hun eigen discipline en/ of in de kunst- en cultuursector in brede zin verstevigen of bestendigen.
De regeling Ontwikkeling is expliciet bedoeld voor de versterking van organisaties die nog relatief kort bestaan (2 tot 6 jaar) tenzij een aanvrager ten tijde van de aanvraag op basis van deze regeling in 2023 reeds subsidie ontvangt. Dan is het toegestaan dat een aanvrager maximaal zeven jaar bestaat op de datum van indiening. Hiermee wordt voorkomen dat deze aanvragers in het laatste jaar van de beleidsperiode niet meer zouden kunnen aanvragen. Andere organisaties kunnen een beroep doen op de regeling Projectsubsidies professionele kunst van het AFK.
De regeling ondersteunt relatief nieuwe organisaties in hun verdere opbouw en ontwikkeling. Een uitzondering hierop vormen aanvragers ten tijde van de aanvraag op basis van deze regeling reeds subsidie ontvangen. Voor die groep is het als uitzondering toegestaan dat een aanvrager maximaal zeven jaar bestaat op de datum van indiening.
De organisatie bestaat op het moment van indiening minimaal twee jaar en maximaal zes jaar. Of een organisatie twee tot zes jaar bestaat, wordt beoordeeld aan de hand van de statuten. De datum van oprichting die daarin staat vermeld, is bepalend. Het moet gaan om een aaneengesloten periode van twee jaar die is gelegen direct voorafgaand aan het moment van indienen.
Belangrijke reden voor de minimumeis van twee jaar bestaan, is dat het AFK er met het oog op een doelmatige besteding van middelen vanuit moet kunnen gaan dat de aanvragende organisatie voldoende stabiliteit heeft. De aanvrager dient daarbij bovendien op het moment van en direct voorafgaand aan indiening minimaal twee jaar aantoonbaar en in continuïteit actief te zijn in de discipline waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
Om te beoordelen of een organisatie minimaal twee jaar bestaat, kan de bestaansperiode van een voorganger (‘de oude rechtspersoon’) meegenomen worden indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
Om te beoordelen of de organisatie op het moment van en direct voorafgaand aan de indiening minimaal twee jaar in continuïteit actief is in de betreffende kunstdiscipline, maakt het AFK gebruik van het track record bij de aanvraag. Dat is een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en het bereikte publiek van twee (kalender)jaren of twee seizoenen direct voorafgaand aan het moment van indienen van de aanvraag. Dit betekent dat de aanvrager meerdere activiteiten per jaar heeft uitgevoerd, of in het geval van festivals minimaal jaarlijks een editie heeft gerealiseerd dan wel tweejaarlijks met tussenliggende activiteiten.
Het gaat daarbij om activiteiten en het publiek van de organisatie in zijn huidige vorm, of van een rechtsvoorganger van de organisatie die voldoet aan alle bovenstaande voorwaarden. Aanvullend kan de aanvrager een beperkt aantal links naar (beknopt) beeld- of geluidsmateriaal of andere relevante documentatie over deze recente activiteiten opnemen in het aanvraagformulier.
De organisatie die aanvraagt bestaat daarnaast maximaal zes jaar op de datum van indiening. Omdat de regeling tot doel heeft dynamiek, nieuwe instroom en doorstroom in de sector te bevorderen, is de regeling bedoeld voor relatief nieuwe organisaties. Voor de eis dat een organisatie maximaal zes jaar bestaat, is uitsluitend de datum van oprichting in de statuten van de aanvrager relevant. Het moet gaan om een aaneengesloten periode van zes jaar die is gelegen direct voorafgaand aan het moment van indienen.
Dit betekent dat een organisatie die langer dan zes jaar bestaat, maar een slapend bestaan heeft geleid en korter dan zes jaar geleden weer actief is geworden, niet voor subsidie in aanmerking komt. Ook bij het enkel wijzigen van de statuten of statutaire naam van een stichting of vereniging blijft de gehele bestaansduur meetellen.
Aanvragers zijn gevestigd in Amsterdam. Dit blijkt uit het bezoekadres op het uittreksel van de Kamer van Koophandel en/of uit de statutaire vestigingsplaats die is vermeld in de statuten.
Een aanvrager moet op het moment van indienen ook de gehele bestaansperiode rechtspersoonlijkheid bezitten met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk. Dit betekent dat alleen stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid kunnen aanvragen. Rechtspersonen zonder volledige rechtsbevoegdheid zoals een eenmanszaak, maatschap vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid kunnen niet aanvragen. Ook rechtspersonen met een winstoogmerk zoals een BV of NV kunnen niet aanvragen, ook niet als in hun statuten staat dat de BV of NV geen winstoogmerk heeft.
Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor ontwikkelactiviteiten of een combinatie van ontwikkel- en reguliere activiteiten. De activiteiten moeten in continuïteit worden uitgevoerd. Aanvragen die in 2023 worden gedaan, kunnen enkel een looptijd van één jaar hebben. De activiteiten waarvoor wordt aangevraagd moeten op zijn vroegst op 1 januari 2024 starten en op 31 december 2024 eindigen. In die periode wordt toegewerkt naar een duidelijk omschreven ontwikkeldoel in artistiek opzicht, zakelijk opzicht, ontwikkeling van marketing/ publieksbereik of ontwikkeling van de bijdrage aan diversiteit en inclusie.
De aanvrager moet de hoogte van het aangevraagde bedrag goed onderbouwen en duidelijk relateren aan de activiteiten.
Deze aanvragers kunnen maximaal € 100.000 per projectjaar aanvragen voor een subsidie met een looptijd van 1 of 2 jaar, waarbij het gevraagde subsidiebedrag maximaal 50% van de volledige exploitatiebegroting mag bedragen.
Dus als het geadviseerde subsidiebedrag hoger is dan € 100.000, dan kan op grond van de regeling Ontwikkeling een maximaal subsidiebedrag van € 100.000 per projectjaar worden verleend.
Subsidieaanvragen worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst per discipline als bedoeld in artikel 1.4 tweede lid. Dit betekent dat het AFK start met het behandelen van de allereerste aanvraag die in een bepaalde discipline is ontvangen en vervolgens de aanvraag behandelt die in een andere discipline daarna als eerste is binnengekomen, en daarna als derde de aanvraag die in de volgende discipline als eerste is binnengekomen etc.
Aanvragen kunnen worden ingediend van 5 september 2023 9.00 uur tot en met 8 september 2023 16.00 uur.
Aanvragen worden ingediend met behulp van het digitale aanvraagformulier. Het formulier en de bijbehorende richtlijnen voor de bijlagen zijn te vinden op de website van het AFK. Om toegang te krijgen tot het online aanvraagformulier vraagt de organisatie via Mijn AFK op de website eerst een account aan. De aanvrager ontvangt dit account meestal binnen een werkdag, maar bij grote drukte kan het langer duren. Vraag daarom tijdig een account aan.
Aanvragen kunnen worden ingediend:
De datum waarop de volledige subsidieaanvraag is ingediend, is de datum van binnenkomst. Is de aanvraag onvolledig, dan heeft u de mogelijkheid om de ontbrekende stukken alsnog aan te leveren. Ontvangen wij echter van andere organisaties volledige aanvragen vóór de datum dat u de ontbrekende stukken aanlevert, dan gaan deze aanvragen bij de behandeling altijd voor.
Een ondernemingsplan mag maximaal 20 pagina’s in omvang zijn. Dit maximum is inclusief inhoudsopgave, foto’s etc. Verwijzingen of links naar een (eigen) website, YouTube etc. worden niet bekeken. Alle informatie moet in de ingediende plannen staan.
De aanvraag is leidend bij de formele en inhoudelijke beoordeling. Het is dus van belang dat de aanvraag helder is en een goed en volledig beeld geeft van de activiteiten die de organisatie wil ondernemen. Als de aanvraag aan de formele vereisten voldoet en in behandeling is genomen, vindt daarna de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag plaats.
De aanvraag van jonge aanvragers wordt beoordeeld door drie adviseurs met voor de aanvraag relevante deskundigheid en ervaring. De beoordeling gebeurt aan de hand van de beoordelingscriteria die in de regeling zijn opgenomen.
Bij het toetsen aan de criteria staat de aanvraag centraal. Het plan moet het vertrouwen geven dat de organisatie zich gedurende de subsidieperiode kan versterken en verder ontwikkelen. In dat kader wordt ook gekeken naar het verleden tot het moment van adviseren. De kwaliteit van activiteiten in het verleden kan immers een indicatie zijn voor de toekomst. In de aanvraag wordt daarom specifiek gevraagd om te reflecteren op het verleden, in artistiek en zakelijk opzicht en met betrekking tot het belang voor de stad. Voor het toetsen aan de criteria wordt daarnaast gebruik gemaakt van de algemene kennis van de adviseurs over de aanvrager en de waardering die er in het veld is voor de activiteiten van de aanvrager bij vakgenoten. Uitgangspunt is echter steeds het eigen oordeel van de adviseurs.
De aanvragen, worden beoordeeld op de volgende drie hoofdcriteria:
Bij het beoordelingscriterium ‘Artistiek belang’ wordt de aanvraag beoordeeld op de volgende aspecten:
In hoeverre is het artistieke plan origineel of heeft het een specifieke, herkenbare artistieke signatuur? Heeft de aanvrager een overtuigende artistieke visie en wordt deze uitgewerkt in concrete artistieke projecten? Is er voldoende artistieke potentie in de organisatie? Het gaat hierbij om de beoordeling van de artistieke voornemens en de uitwerking daarvan op zichzelf, ongeacht het publiek waarvoor het bedoeld is.
Artistieke betekenis voor het beoogde publiek:
Is er een overtuigende visie op wat de aanvrager voor wie maakt of vertoont? Toont het plan inzicht in de culturele interesses van de doelgroepen? Sluit het artistieke plan daarop aan, is het naar verwachting aansprekend voor het beoogde publiek of deelnemers (in inhoud, repertoire, verhaal, stijl, genre, (werk)vorm, wijze van presenteren etc.)? Wordt uit de aanvraag duidelijk wat de aanvrager bij het publiek teweeg wil brengen?
Indien de aanvrager in het aanvraagformulier heeft aangegeven in te willen zetten op artistieke ontwikkeling dan wordt de aanvraag ook beoordeeld op het volgende subcriterium:
Bij het beoordelingscriterium ‘Zakelijke uitvoerbaarheid’ wordt de aanvraag beoordeeld op de volgende aspecten:
De begroting is realistisch en passend bij het plan en het beoogde ontwikkeldoel (kosten en inkomsten) en er is een passende financieringsmix met verschillende bronnen van inkomsten zodat risico’s worden gespreid. De bedrijfsvoering is in lijn met de begroting en de manier waarop de bedrijfsvoering is ingericht maakt dat het plan uitvoerbaar is in werkwijze, personele organisatie en omvang van de organisatie (en eventuele externe uitvoerenden).
de artistieke bijdrage voor de stad:
Hierbij beoordelen we de positie die de organisatie zelf wil innemen in de stad. Beoordeeld wordt hoe de aanvrager reflecteert op zijn huidige en beoogde inbedding in de fysieke en sociale omgeving, binnen de eigen kunstdiscipline én wat de aanvrager daaraan wil toevoegen (bijvoorbeeld in aanbod, publiek, eigen rol in de keten van talentontwikkeling, productie, presentatie).
Hierbij beoordelen we of de aanvraag door het beoogde programma en/ of publiek bijdraagt aan een divers en inclusief kunstenveld. Het gaat erom dat de ambitie past bij de (ervaring van) de organisatie en of deze realistisch is. Realiteitszin kan bijvoorbeeld ook blijken uit samenwerking met relevante partners. Doel is het vergroten van de toegankelijkheid van het cultuuraanbod en een betere representatie van de verschillende achtergronden en verhalen in de stad, zodat de totale Amsterdamse bevolking zich hierin herkent (zoals bedoeld in de Code Diversiteit & Inclusie). Het gaat daarbij in deze regeling specifiek om een bijdrage aan culturele diversiteit en/of aan diversiteit in de zin van gender en/of aan het vergroten van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking.
Indien de aanvrager in het aanvraagformulier heeft aangegeven in te willen zetten op ontwikkeling van de bijdrage aan diversiteit en inclusie, dan wordt de aanvraag ook beoordeeld op het volgende subcriterium:
Door de adviseurs wordt een oordeel gegeven over de mate waarin een aanvraag voldoet aan criteria. Zij adviseren tevens over de subsidiehoogte.
De aanvraag krijgt per beoordelingscriterium een waardering volgens onderstaande tabel:
De aanvraag wordt niet gehonoreerd als deze in totaal minder dan 10,5 punten heeft behaald. Ook wordt de aanvraag niet gehonoreerd als de aanvraag met een onvoldoende wordt beoordeeld op één van de criteria of als deze met minder dan een ‘voldoende’ wordt beoordeeld op het criterium waar het gekozen ontwikkeldoel onder valt.
Omdat ontwikkeling van deze groep aanvragers binnen de regeling voorop staat, telt het gehele beoordelingscriterium waarop wordt ontwikkeld 1,5 keer mee in de beoordeling.
Om te komen tot een eerlijke verdeling van het budget over de verschillende disciplines, worden jaarlijks maximaal drie aanvragen per discipline gehonoreerd.
De adviseurs van het AFK geven een oordeel over de subsidiehoogte. Uitgangspunt bij het bepalen van de subsidiehoogte is voor het AFK niet per definitie het door de aanvrager gevraagde bedrag, maar het bedrag dat door de adviseurs en het AFK redelijk wordt geacht voor de aanvraag.
Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:
er moet sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de plannen en de kosten die daarvoor zijn begroot. De gevraagde subsidie moet ook in verhouding staan tot het totale budget dat het AFK voor deze regeling beschikbaar heeft. Het AFK staat namelijk voor een eerlijke verdeling van middelen over de disciplines, individuele aanvragers en organisaties. In de overwegingen wordt ook betrokken of en hoe de aanvrager samenwerkt met andere Amsterdamse instellingen bijvoorbeeld op het gebied van publieksbereik, communicatie en/of programma inkoop.
het kan voor komen dat aan bepaalde onderdelen van het plan wel subsidie wordt toegekend, en aan andere onderdelen deels of in het geheel niet. Hiervan kan sprake zijn indien de aanvraag als geheel wel als subsidiabel wordt beoordeeld, maar bepaalde onderdelen van het plan op grond van de beoordeling minder prioriteit krijgen.
Verplichtingen en verantwoording
Bij de uitvoering van het plan meldt de aanvrager veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring aan het AFK. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als bepaalde activiteiten komen te vervallen, als er sprake is van wijzigingen bij de artistiek verantwoordelijken of als er aanzienlijke veranderingen zijn in de financiering van de activiteiten. Als achteraf blijkt dat sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het AFK de subsidie lager vaststellen of intrekken. Dit is voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het AFK om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging.
Binnen drie maanden na afloop van de subsidieperiode dient de aanvrager een activiteitenverslag en een inhoudelijke en een financiële verantwoording in. Die geeft inzicht in hoe de subsidie is gebruikt en besteed. De ontvanger laat zien dat de activiteiten hebben plaatsgevonden volgens de aanvraag of volgens de door het AFK geaccepteerde wijzigingen. De financiële verantwoording sluit aan op de indeling van de begroting die bij de aanvraag is ingediend. Belangrijke verschillen tussen verantwoording en begroting worden toegelicht.
Als de totale subsidie van het AFK voor een project of een programma € 25.000 of meer bedraagt, of als het project of programma een minimale projectgrootte heeft van € 100.000, wordt de financiële verantwoording voorzien van een samenstellingsverklaring, door een gecertificeerde accountant afgegeven beoordelingsverklaring of goedkeurende controleverklaring.
Wanneer de activiteiten volgens de aanvraag zijn uitgevoerd en er is voldaan aan alle subsidieverplichtingen, stelt het AFK de subsidie binnen zestien weken vast. Deze termijn kan met zes weken worden verlengd. De aanvrager krijgt daarvan bericht.
Tussentijds neemt de subsidieontvanger op grond van artikel 4.1 lid 2 van de regeling op verzoek van het bestuur deel aan een voortgangsoverleg. Dit kan bijvoorbeeld na de verantwoording zijn, na een tussenrapportage of als omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Regeling Ontwikkeling. Bij onderlinge strijdigheden tussen de regeling en de toelichting of andere documenten, prevaleert de Regeling Ontwikkeling. Voor vragen of meer informatie zijn de medewerkers van het AFK bereikbaar.