Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug houdende regels omtrent coffeeshops (Coffeeshopbeleid Utrechtse Heuvelrug) |
Citeertitel | Coffeeshopbeleid Utrechtse Heuvelrug |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Coffeeshopbeleid Utrechtse Heuvelrug 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2021 | nieuwe regeling | 23-03-2021 |
De burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug,
artikel 174 Gemeentewet, artikel 13b Opiumwet, de landelijke Richtlijn inzake opsporings- en vervolgingsbeleid Opiumwetwet, artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, de Wet Bibob en de Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug 2019.
het nieuwe ‘’Coffeeshopbeleid Utrechtse Heuvelrug’’ vast te stellen. Hiermee komt het huidige coffeeshopbeleid, zoals vastgesteld op 22 augustus 2013, te vervallen.
Dit nieuwe coffeeshopbeleid is gebaseerd op het coffeeshopbeleid van 2013 en de beleidsregels voor de toepassing van de bestuurlijke handhaving op grond van artikel 13b Opiumwet. In het vernieuwde coffeeshopbeleid is een handhavingsmatrix opgenomen die van toepassing is op geconstateerde overtredingen in en rondom de coffeeshop gevestigd in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Door middel van deze handhavingsmatrix kan de burgemeester op een zorgvuldige en uniforme wijze optreden tegeneen coffeeshop die de voorwaarden overtreedt. Dit schept rechtszekerheid en transparantie.
De hoofddoelstelling van het nieuwe coffeeshopbeleid is en blijft het beheersen van drugsproblematiek waarbij de volgende beleidsuitgangspunten gelden:
Coffeeshops leveren een belangrijke bijdrage aan de scheiding van de markten. We gaan uit van een aanbod van één coffeeshop, passend voor de grootte van onze gemeente, zodat softdrugsgebruikers niet zijn aangewezen op illegale verkoop.
1.2 Het beperken van illegale handel in softdrugs
Door het gedogen van de gereguleerde verkoop van softdrugs wordt de illegale handel in cannabis beperkt. Naast de bepalingen voor het beheersbaar verkopen van cannabis uit de coffeeshop in dit coffeeshopbeleid worden ook maatregelen genomen als er sprake is van illegale productie en handel in cannabis en organisaties die hennepteelt voorbereiden of bevorderen.
1.3 Een betere controle van de overheid op de handel in drugs
Uitgangspunt is om het gebruik door jongeren en kwetsbare gebruikers te voorkomen door strikte handhaving van de minimumleeftijd in coffeeshops, het weren van coffeeshops in de nabijheid van scholen en jongerencentra en het geven van voorlichting over de risico’s van drugsgebruik.
In deze beleidsregels wordt onder drugshandel verstaan: de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een pand en de daarbij behorende erven.
Een coffeeshop is een alcoholvrije horecagelegenheid waarin met inachtneming van gedoogcriteria de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van softdrugs wordt gedoogd.
Onder ingezetene wordt verstaan een persoon die zijn woonadres heeft in een gemeente in Nederland.
De invoering van artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) op 21 april 1999 heeft de burgemeester de bevoegdheid gegeven de vergunning van de coffeeshop te weigeren of in te trekken, indien de openbare orde gevaar loopt of het woon- of leefklimaat nadelig wordt beïnvloed. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het karakter van de beoogde vestiging en de directe omgeving, de al aanwezige horeca en de wijze van bedrijfsvoering. Het artikel geeft de burgemeester ook de bevoegdheid de coffeeshop te sluiten voor bepaalde of onbepaalde tijd, conform de opgestelde handhavingsmatrix, bij overtreding van de gestelde voorwaarden.
Op grond van artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op openbare inrichtingen, zoals coffeeshops, en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. Hieruit volgt dat de bevoegdheid om de vestiging van een coffeeshop te reguleren, op te treden tegen overtreding van gestelde voorschriften en de ontwikkeling en vaststelling van beleid expliciet bij de burgemeester ligt. Een exploitant van een coffeeshop kan op overlast worden aangesproken en worden opgedragen maatregelen te treffen om de overlast tegen te gaan.
De Wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) is een bestuursrechtelijk instrument om te voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert. Het bestuursorgaan kan een integriteitstoets uitvoeren, de Bibob-toets, om te beoordelen of partijen waar de gemeente bijvoorbeeld vergunningen aan verleent integer zijn. De Bibob-toets start met een eigen onderzoek door het bestuursorgaan naar de aanvrager en gerelateerde personen met het uitreiken van het Bibob-vragenformulier. Indien het eigen onderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft, wordt advies opgevraagd bij het Landelijke Bureau Bibob, onderdeel van het ministerie van Justitie & Veiligheid.
De conclusie van het eigen onderzoek, alsmede het advies van het Landelijk Bureau Bibob (LBB), levert drie mogelijke uitkomsten op, te weten geen gevaar, mindere mate van gevaar of ernstig gevaar.
2.4 Artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug
Een coffeeshopexploitant is op grond van artikel 2:28 APV exploitatievergunning plichtig.
Een gedoogverklaring maakt de verkoop van softdrugs mogelijk in de coffeeshop. De exploitatievergunning wijkt af van een ‘gewone’ exploitatievergunning door de aanvullende voorschriften (hoofdstuk 5). De coffeeshop is een alcoholvrije inrichting. Hiervoor is geen drank- en horecavergunning nodig.
Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een aan haar toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door haar gedelegeerde bevoegdheid. Op basis van artikel 13b van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang en/of een bestuurlijke waarschuwing.
2.6 Justitiële gedoogcriteria AHOJG-plus
Het begrip “coffeeshops” wordt in de richtlijnen gedefinieerd als “alcoholvrije horecagelegenheden waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt”.
Alleen in deze shops wordt het verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van geringe hoeveelheden softdrugs (cannabis) gedoogd, mits wordt voldaan aan een aantal strikte voorschriften, waaronder ook de landelijk door het Openbaar Ministerie vastgestelde AHOJGI-criteria:
een overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshops rondhangende klanten;
De coffeeshophouder is verplicht een veiligheidsplan op te stellen om overlast te voorkomen. In dit veiligheidsplan staan verschillende maatregelen om overlast te voorkomen en de openbare orde en veiligheid in en rondom de coffeeshop te waarborgen. Daarnaast wordt in het veiligheidsplan de afspraken tussen politie, gemeente en exploitant over de bedrijfsvoering vastgelegd.
een verkoop van grote hoeveelheden per transactie, dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram) en geen grotere handelsvoorraad dan 500 gram aanwezig in de inrichting. Onder transactie wordt verstaan: alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.
Bij cumulatie van op te leggen maatregelen, bijvoorbeeld als gevolg van overtredingen van verschillende AHOJGI-plus criteria, is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid, zie afwijkingsbevoegdheid in 4.2 van het Coffeeshopbeleid.
3. Ruimtelijke criteria met betrekking tot vestiging van een coffeeshop
In dit hoofdstuk staan de voorwaarden en criteria benoemd voor de vestiging en exploitatie van een coffeeshop binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
3.1 Maximumstelsel en ruimtelijke criteria
Hieronder zijn ruimtelijke criteria opgenomen om overlast te beperken, de controle te kunnen behouden en de drempel tot coffeeshops voor jongeren te verhogen. Het betreft de volgende ruimtelijke criteria:
In een pand dat voldoet aan de inrichtingseisen uit het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet1.
Het winkelklimaat in de naaste omgeving mag door de aanwezigheid van de coffeeshop niet op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed of dreigen te worden beïnvloed. Van ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van het winkelklimaat is in elk geval sprake zodra een coffeeshop wordt of is gevestigd in een omgeving met overwegend winkels in een voetgangerszone, waarbij de bezoekers van de coffeeshop zijn aangewezen op dezelfde parkeervoorzieningen voor voertuigen als het publiek van die winkels.
4.1 Matrix handhaving coffeeshop
De burgemeester is bevoegd tot het treffen van maatregelen indien een coffeeshop zich niet houdt aan de AHOJGI-criteria alsmede overtreding van de in de gedoogverklaring opgenomen voorwaarden. Ter uitoefening van deze bevoegdheid zal de burgemeester volgens onderstaande handhavingsmatrix optreden.
Op grond van artikel 4:84 Awb kan van deze beleidsregels worden afgeweken wanneer toepassing van dit beleid voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen. Ieder geval wordt altijd aan de hand van de concrete feiten en omstandigheden beoordeeld of sluiting of een minder vergaande sanctie opgelegd dient te worden. De burgemeester kan op grond van zijn discretionaire bevoegdheid en uit het oogpunt van proportionaliteit en subsidiariteit, gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels.
5. Inwerkingtreding en overgangsrecht
Het coffeeshopbeleid Utrechtse Heuvelrug treedt inwerking één dag na publicatie in het gemeenteblad en op de website van de decentrale regelgeving van de overheid. Met het vaststellen van deze beleidsregels wordt het ‘’Coffeeshopbeleid Utrechtse Heuvelrug 2013’’ ingetrokken.
Aldus besloten op 23 maart 2021 te Doorn,
G.F. Naafs
De burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Bijlage II - Opzet gedoogverklaring coffeeshop
Naar aanleiding van uw aanvraag / uw aanvraag tot wijziging van de gedoogverklaring verleen ik u hierbij een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet vanuit een verkooppunt (hierna te noemen: inrichting) gelegen ………………………onder de navolgende voorwaarden:
Het pand waar de inrichting in gedreven wordt beschikt over een horecabestemming en voldoet aan de inrichtingseisen zoals die zijn opgenomen in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet2 . Het pand bevindt zich bij vestiging hemelsbreed niet binnen 300 meter van een school. Onder scholen wordt verstaan onderwijsinstellingen in het primaire en secundaire onderwijs. Om de afstand tussen een coffeeshop en een school te meten, geldt de reëel af te leggen afstand te voet over de openbare weg tussen de voordeur van de coffeeshop tot de hoofdingang van de school.
In de inrichting mag geen alcoholhoudende drank in de zin van art. 1 Drank- en Horecawet aanwezig zijn3 .
Personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, mogen niet in de inrichting aanwezig zijn. Verkoop van softdrugs aan personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt is niet toegestaan. Indien duidelijk wordt dat een volwassen klant zich schuldig maakt aan doorverstrekking van softdrugs aan minderjarigen, zal geen verkoop meer plaatsvinden aan deze klant voor een periode van drie maanden. Bij herhaling zal de klant definitief worden geweigerd.
Zowel om ongecontroleerde handel buiten te voorkomen alsook om ongewenste en onbedoelde confrontaties tussen coffeeshopbezoekers en anderen te vermijden, is het niet mogelijk om bij een coffeeshop een terras te exploiteren. Conform het gestelde in de Drugsnota is de plaatsing van kansspelautomaten zoals bedoeld in de Wet op de Kansspelen niet toegestaan. Daarnaast dienen drempelverlagende activiteiten te worden voorkomen.
In de inrichting mogen alleen personen werkzaam zijn die beschikken over een positieve verklaring omtrent het gedrag. Zowel de exploitant, beheerder als overig personeel mogen in de afgelopen vijf jaar niet onherroepelijk veroordeeld zijn geweest. Het betreft hier veroordelingen ter zake misdrijven uit de Opiumwet, heling, geweldsdelicten of gebruik van en/of handel in vuurwapens.
Elke vorm van reclame voor de verkoop van softdrugs waaronder te verstaan iedere activiteit die dient om de aandacht vanaf de openbare weg op de verkoop van softdrugs te vestigen te bevorderen alsmede het op enigerlei andere wijze wervend optreden om daarmee de aandacht op de inrichting te vestigen, bijvoorbeeld door middel van het plaatsen van advertenties op sociale media of het verspreiden van foldermateriaal is verboden, met dien verstande dat van dit verbod is uitgesloten een naamsaanduiding van waaruit direct dan wel met ondersteuning van onderschrift of logo blijkt dat in de inrichting softdrugs worden verkocht.
Onverminderd de mogelijkheid om tot intrekking van de gedoogverklaring over te gaan, kan de inrichting worden gesloten indien wordt vastgesteld dat in strijd wordt gehandeld met één of meer van de aan de gedoogverklaring verbonden voorwaarden, dan wel door misdrijf verkregen voorwerpen in de inrichting zijn gekocht, te koop aangeboden, verkocht dan wel bewaard of verborgen, dan wel in de inrichting wapens aanwezig zijn in de zin van de wet Wapens en Munitie, dan wel zulks in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat noodzakelijk is.
Naast de verplichting tot het voeren van een reguliere boekhouding dient een dagelijkse administratie plaats te vinden ten aanzien van de in de inrichting aanwezige hoeveelheden softdrugs. De administratie dient zodanig ingericht te worden dat gecontroleerd kan worden dat de maximale handelsvoorraad van 500 gram niet wordt overschreden.
Van deze gedoogverklaring kan geen gebruik worden gemaakt indien u niet in het bezit bent van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemeen plaatselijke verordening Utrechtse Heuvelrug voor het exploiteren van het horecabedrijf. Bij de behandeling van een verzoek om een (wijziging) van de exploitatievergunning en/of een (wijziging) van de gedoogverklaring zal te allen tijde een toetsing op grond van de Wet BIBOB (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) plaatsvinden.
Deze gedoogverklaring wordt verleend voor een periode van twee jaar ingaande op dagtekening van deze verklaring. De gedoogverklaring geldt voor u als ondernemer persoonlijk en is als zodanig niet overdraagbaar. Wijziging van één of meer van de volgende onderdelen dient een nieuwe aanvraag voor een gedoogverklaring en een nieuwe aanvraag exploitatievergunning te worden ingediend:
Indien éénn van de voorwaarden wordt overtreden kan de gedoogverklaring worden ingetrokken en kan sluiting volgen.
Voor de verleende gedoogverklaring bent u conform de legerverordening Utrechtse Heuvelrug een bedrag aan leges verschuldigd van €..,..
Ten behoeve van de betaling ontvangt u een afzonderlijke nota. U dient het bedrag te voldoen vóór de op de nota vermelde vervaldatum. Het bedrag aan leges is verschuldigd voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een gedoogverklaring. Ook indien u geen gebruik maakt van de gedoogverklaring dient het bedrag te worden betaald.
De burgemeester van Utrechtse Heuvelrug,
Een afschrift van deze gedoogverklaring is verzonden aan:
Wilt u bezwaar maken? Dat kan binnen zes weken na verzending van de gedoogverklaring door het indienen van een bezwaarschrift bij de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. In het bezwaarschrift zet u de datum, uw naam en adres en u omschrijft waartegen u bezwaar maakt en waarom u bezwaar maakt. Zet onder het bezwaarschrift uw handtekening. Verder verzoek ik u aan te geven op welk telefoonnummer en e-mailadres ik u kan bereiken.
Als er sprake is van een spoedeisend belang, kunt u de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland (sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA in Utrecht) vragen een voorlopige voorziening te treffen. Een verzoek om een voorlopige voorziening kunt u alleen indienen als u ook bezwaar heeft gemaakt.