Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels tegemoetkoming meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking Krimpenerwaard 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels tegemoetkoming meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking Krimpenerwaard 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2021 | Nieuwe regeling | 23-03-2021 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
inkomen: het inkomen en/of bijzonder inkomen als bedoeld in de artikelen 32 en 33 van de Participatiewet. De verschuldigde eigen bijdrage op grond van de Wet langdurige zorg wordt aangemerkt als een buitengewone uitgave waarmee rekening wordt gehouden bij de vaststelling van het in aanmerking te nemen inkomen;
Hoofdstuk 2 Doel, doelgroep en voorwaarden
Artikel 3 Criteria aannemelijke meerkosten
Een inwoner als bedoeld in het tweede of derde lid van artikel 2, kan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming als hem over het peiljaar het volledig verplicht eigen risico in rekening is gebracht zoals genoemd in artikel 19 van de Zorgverzekeringswet en daarnaast in het peiljaar beschikt over ten minste één van de volgende indicaties:
Aldus besloten in de vergadering van het college en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 23 maart 2021.
De secretaris,
J.Hennip
de burgemeester,
mr. R.S.Cazemier
De algemene tegemoetkoming WTCG en de Compensatie eigen risico (CER) zijn in 2014 afgeschaft. Het afschaffen van de CER en de Wtcg tegemoetkoming is een gevolg van het feit dat de regelingen niet goed werkten. Enerzijds waren er mensen die een tegemoetkoming ontvingen maar in het geheel geen meerkosten hadden en anderzijds waren er mensen die geen tegemoetkoming kregen maar wel aangeven meerkosten te hebben.
In plaats daarvan is in artikel 2.1.7 Wmo 2015 bepaald dat gemeenten aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming kunnen verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
De tegemoetkoming in de meerkosten heeft tot doel om mensen die meerkosten hebben in verband met hun beperking of chronisch probleem financieel te ondersteunen, waardoor zij zich kunnen handhaven in de samenleving. Met artikel 2.1.7 Wmo 2015 hoopt de regering dat mensen met een chronische ziekte of beperking ondersteuning krijgen die beter past bij hun persoonlijke situatie.
In artikel 17a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Krimpenerwaard is vastgelegd dat het college bevoegd is tot het verstrekken van een vergoeding in de tegemoetkoming van meerkosten. Deze beleidsregels geven een nadere invulling aan deze bevoegdheid.
Het stellen van specifieke voorwaarden mag gedelegeerd worden naar het college (CRvB 9-10-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3206). Het college heeft ervoor gekozen om een inkomensgrens te hanteren. Dit is mogelijk, zoals blijkt uit de Nota naar aanleiding van het verslag (TK 2013-2014, 33 841, nr. 34, p. 40-41):
"Gemeenten zijn vrij in stellen van criteria en zijn niet verplicht eisen of grenzen met betrekking tot financiële draagkracht te stellen..... De correctie voor de tekst van het wetsvoorstel Wmo 2015 impliceert dat de laatste zin waarin wordt aangegeven dat in de verordening in ieder geval de toepasselijke grenzen met betrekking tot de financiële draagkracht worden vastgesteld, bij nota van wijziging op het wetsvoorstel Wmo 2015, komt te vervallen. Hiermee vervalt niet de mogelijkheid voor de gemeenteraad voor de toepassing van artikel 2.1.7 grenzen met betrekking tot de financiële draagkracht in de verordening te stellen. Het is aan de gemeenteraad om te bepalen in welke gevallen en in welke mate ingezetenen recht hebben op de gemeentelijke tegemoetkoming. ....''
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Dit artikel spreekt voor zich.
In navolging van de afgeschafte Wtcg en CER is gekozen voor een peiljaar en peilmaand voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend. De tegemoetkoming wordt dus steeds achteraf verstrekt voor kosten die in het direct daaraan voorafgaande kalenderjaar zijn gemaakt.
De verschuldigde eigen bijdrage op grond van de Wet langdurige zorg wordt aangemerkt als buitengewone uitgave waarmee rekening wordt gehouden bij de vaststelling van het in aanmerking te nemen inkomen.
Hieruit volgt dat deze eigen bijdrage in mindering wordt gebracht op het draagkrachtinkomen.
Hoofdstuk 2 Doel, doelgroep en voorwaarden
Het college heeft gekozen voor een regeling die direct ten goede komt aan inwoners van de gemeente met een chronische ziekte of beperking en die rond moeten komen van een minimuminkomen. Met minimuminkomen wordt in deze regeling gerefereerd aan de bijstandsnormen die zijn neergelegd in de Participatiewet. Deze wet gaat uit van het gezinsinkomen. Dit betekent dat het inkomen van de (eventuele) echtgenoot van de inwoner meetelt bij het bepalen van de hoogte van het inkomen.
Op grond van dit artikel is het mogelijk dat een ten laste komend kind dat meerkosten heeft in aanmerking komt voor een tegemoetkoming. In dit geval mag (mogen) de ouder(s) of verzorger(s) in het peiljaar niet meer inkomen hebben dan het minimuminkomen, terwijl het betreffende kind moet voldoen aan de overige voorwaarden van deze paragraaf.
In de volgende artikelen is vastgelegd op grond van welke criteria wordt beoordeeld of de inwoner behoort tot de doelgroep inwoners waarvan het college aannemelijk vindt dat zij met hun chronische ziekte of beperking verband houdende meerkosten hebben.
Artikel 3 Criteria aannemelijke meerkosten
Om te bepalen of het aannemelijk is dat een inwoner meerkosten heeft moet een beoordeling plaatsvinden op vooraf vastgestelde criteria. Hierin voorziet dit artikel. Omdat is gebleken dat het onmogelijk is om tot een uitputtende lijst van chronische ziekten en beperkingen te komen, is gekozen voor het hebben van bepaalde indicaties. De gedachte hierachter is dat wanneer de inwoner beschikt over een (of meer) van de aangegeven indicaties, ervan uit mag worden gegaan dat hij zodanig chronisch ziek is en/of fysieke of psychische beperkingen ondervindt, dat hij noodgedwongen extra kosten moet maken om zelfredzaam te zijn dan wel te participeren.
Artikel 4 Hoogte van de tegemoetkoming
De vergoeding betreft een vast bedrag dat niet gebonden is aan het hebben van bepaalde kosten. Het is ook niet bedoeld om kostendekkend te zijn. De tegemoetkoming wordt verstrekt aan iedere inwoner die voldoet aan de gestelde voorwaarden. Aan een gezin kan dus meerdere keren een tegemoetkoming worden verstrekt als bijvoorbeeld een ouder en de kinderen, of beide echtgenoten chronisch ziek of beperkt zijn.
Artikel 5 De aanvraagprocedure
Inwoners kunnen schriftelijk een aanvraag indienen. Hiervoor is een speciaal aanvraagformulier opgesteld. Het ingevulde formulier moet met de vereiste bewijsstukken bij het college worden ingediend.
Het formulier is zodanig ingericht, dat de inwoner zo weinig mogelijk bewijsstukken hoeft mee te zenden. Indien de gemeente de mogelijkheid biedt om digitaal een aanvraag in te dienen, wordt dit voor deze regeling ook toegestaan.
Artikel 6 Te verstrekken gegevens bij aanvraag
Dit artikel spreekt voor zich.
Gegevens die al bekend zijn bij de gemeente zullen (voor zover wettelijk mogelijk) niet worden opgevraagd.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Dit artikel spreekt voor zich.
Verder is de hardheidsclausule conform artikel 4:84 van de Awb van toepassing.