Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent de camerabeveiliging in het stadhuis en het stadskantoor (Protocol camerabeveiliging Stadhuis en Stadskantoor Alkmaar)

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit protocol wordt verstaan onder:

• a)

  camerasysteem: het geheel van camera’s dat is geplaatst in – of zijn gericht op – (voor publiek toegankelijke) ruimtes in het Stadhuis en Stadskantoor van de gemeente Alkmaar, de personeelsingangen van de kantoorruimte van de gemeente Alkmaar, UWV en Halte Werk, zoals aangegeven in de bij dit protocol behorende overzicht.

• b)

  incident: een strafbaar feit, ongeval of andere overlastgevende gedraging of gebeurtenis die gevaar of dreigend gevaar vormt voor de gezondheid of veiligheid van personen of de bewaking van zaken in en bij het Stadhuis of Stadskantoor van Alkmaar.

• c)

  verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens waaronder wordt verstaan het verzamelen en vastleggen van beeldopnamen met het camerasysteem en het bewaren daarvan op een afzonderlijk opslagmedium alsmede de overige in artikel 4 lid 2 van de Algemene verordening Gegevensbescherming bedoelde handelingen.

• d)

  verantwoordelijke: degene die alleen of tezamen met anderen het doel en de middelen voor de verwerking van de persoonsgegevens vaststelt: het college van burgemeester en wethouders namens de gemeente, het bestuur van Halte Werk en het bestuur van UWV.

• e)

  unitmanager Facilitair: degene die, onder verantwoordelijkheid van de gemeente Alkmaar, in dit protocol belast is met de algemene uitvoering van dit protocol.

• f)

  geautoriseerde medewerker: degene die, onder verantwoordelijkheid van de gemeente Alkmaar, belast is met de dagelijkse zorg voor het verwerken van de persoonsgegevens op grond van dit protocol.

• g)

  betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft.

• h)

  verstrekking van persoonsgegevens: het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens.

• i)

  wet: Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 2 Doel verwerking persoonsgegevens

• 1.

  De verwerking van persoonsgegevens via camerabeveiliging geschiedt alleen voor:

  • a)

    de bescherming van de veiligheid en gezondheid van personen in het Stadhuis en Stadskantoor van Alkmaar door het tijdig waarnemen van en adequaat ingrijpen bij (dreigende) incidenten;

  • b)

    de bescherming en bewaking van het eigendom van de gemeente Alkmaar en zaken die zich in de (voor het publiek toegankelijke) ruimten van het Stadhuis en Stadskantoor bevinden.

  • c)

    Bescherming en bewaking van zaken van huurders in ruimten in het Stadskantoor

Artikel 3 Kenbaarheid, soort gegevens

• 1.

  In de volgende panden in eigendom van de gemeente Alkmaar is camerabewaking zoals opgenomen in bijlage 1:

  • a.

    Stadhuis, gelegen aan de Langestraat 97 te Alkmaar,

  • b.

    Stadskantoor (gebouwen A, B en C), gelegen aan het Mallegatsplein 10 en Helderseweg 8 te Alkmaar.

• 2.

  Voor het publiek dat het Stadhuis of het Stadskantoor binnengaat, is het kenbaar dat er gebruik wordt gemaakt van zichtbare camera’s door middel van tekens (informatieborden en/of pictogrammen) die duidelijk zichtbaar zijn aangebracht op of bij de toegangsdeuren.

• 3.

  Alle medewerkers die werkzaam zijn in Stadhuis of Stadskantoor zijn op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van de camera's en de locaties.

• 4.

  In het Stadhuis en Stadskantoor van Alkmaar worden met behulp van een camerasysteem 24 uur per dag beeldopnamen en gegevens continu digitaal vastgelegd.

• 5.

  Er worden geen geluidsopnamen gemaakt.

• 6.

  De persoonsgegevens die worden verwerkt zijn:

  • a)

    beeldopnamen van personen binnen en buiten de panden

  • b)

    gegevens met betrekking tot het tijdstip waarop, de datum waarop en de plaats waar de beeldopnamen zijn gemaakt.

Artikel 4 Taken en verantwoordelijkheden

• 1.

  De verantwoordelijkheid voor de camerabeveiliging in Stadhuis en Stadskantoor ligt bij de gemeente.

• 2.

  De Unitmanager Facilitair is belast met de algemene uitvoering van dit protocol. Bij diens afwezigheid treedt een vervanger in diens plaats. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden betreffende de Unitmanager Facilitair zoals verwoord in de artikelen zijn in dat geval derhalve in gelijke mate van toepassing op diens vervanger.

• 3.

  De geautoriseerde medewerker die hiertoe is aangewezen, bedient de apparatuur en kan de camerabeelden ‘real time’ van het Stadskantoor en Stadhuis bekijken.

• 4.

  Indien zich een incident voordoet en onderzoek van de beeldopnamen noodzakelijk is, is de geautoriseerde medewerker verantwoordelijk voor onder meer het volgende:

  • a)

    Zo snel mogelijk analyseren en evalueren van de beeldopnamen, zodat deze niet langer dan noodzakelijk bewaard blijven.

  • b)

    Indien de beeldopnamen moeten worden bewaard voor onderzoek, worden de betreffende beeldopnamen gekopieerd of overgeschreven naar een afzonderlijk opslagmedium en overgedragen aan de vrager of de bevoegde instantie. Hiervan wordt een registratie bijgehouden.

  • c)

    Na afhandeling van het incident wordt er een terugkoppeling gegeven aan de Unitmanager Facilitair waarna deze opdracht tot het vernietigen van de beeldopnamen geeft.

Artikel 5 Bewaartermijn en verwijdering van persoonsgegevens

• 1.

  Het camerasysteem overschrijft de beelden 7 dagen nadat de opnames zijn gemaakt.

• 2.

  Slechts indien op de beeldopnamen een incident staat, kunnen de beeldopnamen langer dan 7 dagen worden bewaard op een extern opslagmedium. De beeldopnamen worden niet langer bewaard dan nodig is voor verwerkelijking van de doelen waarvoor zij worden verzameld. Na afhandeling van het incident worden de opnamen bij de gemeente vernietigd.

Artikel 6 Verstrekking persoonsgegevens

• 1.

  De persoonsgegevens worden slechts verstrekt aan derden indien dit verenigbaar is met het doel van de verwerking van de persoonsgegevens.

• 2.

  De geautoriseerd persoon beoordeelt de geschiktheid van de beeldopnamen in het kader van het ter beschikking stellen aan derden. Dit wordt gedaan met inachtneming van het bepaalde in de Wet.

• 3.

  Beeldopnamen worden in geval van incidenten aan de politie verstrekt indien hierom uitdrukkelijk door de politie wordt verzocht onder verwijzing naar de wettelijke regeling die daaraan ten grondslag ligt dan wel indien dit noodzakelijk is voor hun publiekrechtelijke taakuitvoering.

• 4.

  Indien de geautoriseerd medewerker heeft beoordeeld dat de beeldopnamen geschikt zijn om ter beschikking te worden gesteld aan derden, maakt de hij/zij een kopie van de betreffende beeldopnamen door deze naar een extern opslagmedium te kopiëren. Alvorens tot het verstrekken van een kopie van de beeldopnamen wordt overgegaan, dient de ontvanger van de beeldopnamen zich te legitimeren tegenover de geautoriseerde medewerker. De ontvanger van de beeldopnamen tekent voor ontvangst alsmede voor het zorgvuldig en integer gebruik van de beeldopnamen, onder vermelding van datum en tijd.

• 5.

  Indien de beelden betrekking hebben op medewerkers, worden de regels van het privacyprotocol gevolgd.

Artikel 7 Geheimhoudingsplicht

Eén ieder die onder gezag van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt dan wel één ieder die de beelden ‘real time’ bekijkt, is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hem uit dien hoofde bekend wordt, tenzij een wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 8 Inzagerecht

• 1.

  Eén ieder kan de Unitmanager Facilitair verzoeken hem mede te delen of van hem/haar betreffende persoonsgegevens worden verwerkt en welke persoonsgegevens dat betreffen. In beginsel heeft betrokkene slechts recht op inzage in beeldopnamen waarop de betrokkene te zien is.

• 2.

  Elk verzoek dient schriftelijk bij de Unitmanager Facilitair te worden ingediend

• 3.

  Bij een verzoek om inzage dient de verzoeker het tijdstip en de tijdsduur van de beelden waarvan hij inzage verlangt, aan te geven.

• 4.

  Indien de Unitmanager Facilitair twijfelt aan de identiteit van de verzoeker kan hij/zij verlangen dat de verzoeker bescheiden toont waaruit zijn identiteit blijkt of een identiteitsbewijs overlegt. Zo nodig dient verzoeker zich in persoon te vervoegen bij de Unitmanager Facilitair ter deugdelijke vaststelling van zijn identiteit. De termijn zoals bedoeld in artikel 5 wordt hierdoor opgeschort tot het tijdstip dat het gevraagde bewijs is geleverd.

• 5.

  Op een verzoek om inzage in beeldopnamen wordt beslist na een belangenafweging door de Unitmanager Facilitair, waarbij het belang van betrokkene bij inzage van het beeldopnamen wordt afgewogen tegen overige belangen, waaronder:

  • a)

    de veiligheid van de staat;

  • b)

    de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten;

  • c)

    gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;

  • d)

    het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen als bedoeld onder b en c;

  • e)

    de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

Artikel 9 Verzet

Eén ieder kan bij de verantwoordelijke verzet aantekenen tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens in verband met bijzondere persoonlijke belangen. De verantwoordelijke oordeelt of het verzet aan de orde is.

Artikel 10 Beveiliging persoonsgegevens

Er zijn passende technische en organisatorische maatregelen genomen om de persoonsgegevens tegen verlies of diefstal of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking te beschermen.

Artikel 11 Verband en koppeling aan andere verzameling persoonsgegevens

De verzameling van deze persoonsgegevens heeft geen verbanden met, en is niet gekoppeld aan een andere verzameling van persoonsgegevens.

Artikel 12 Evaluatie cameratoezicht

De verantwoordelijke evalueert eens per jaar of de doelen welke met het camerabeveiliging worden beoogd, gehaald worden. Indien geconstateerd wordt dat de doelen niet worden gehaald, geeft de verantwoordelijke opdracht tot noodzakelijke aanpassingen.

Artikel 13 Ondernemingsraden

Een camerasysteem dat meekijkt of opnames maakt, is te beschouwen als een personeelsvolgsysteem in de zin van artikel 27 Wet op de Ondernemingsraden. Voor de vaststelling van dit protocol is instemming vereist door de betreffende Ondernemingsraden.

Artikel 14 Onvoorzien

In gevallen waarin dit protocol niet voorziet, beslist de verantwoordelijke.

Artikel 15 Slotbepaling

• •

  Dit protocol kan aangehaald worden als “Protocol camerabeveiliging Stadhuis en Stadskantoor Alkmaar”.

• •

  Dit protocol treedt in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking.