Artikel 1. Begripsomschrijvingen
- 1.
Alle begrippen, die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde;
- b.
- c.
inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval van minimaal 30% in inkomen als gevolg van de Coronacrisis;
- d.
TONK: Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten;
- e.
huishouden: huishouding waarbij één of meer natuurlijke personen die op hetzelfde adres wonen een economisch-consumptieve eenheid vormen;
- f.
medebewoners: (pleeg)kinderen van 21 jaar en ouder van de aanvrager en zijn eventuele partner, die geen studiefinanciering ontvangen, en op het adres staan ingeschreven en overige bewoners van 21 jaar en ouder die op het adres van de aanvrager en zijn eventuele partner staan ingeschreven;
- g.
woonkosten: kosten van huur voor de woning, kosten van de hypotheek(rente) voor de woning en kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning van aanvrager en zijn eventuele partner.
Artikel 2. Doelgroep
Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:
- 1.
die door de huidige omstandigheden als gevolg van de Coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval;
- 2.
die daardoor noodzakelijke algemene kosten -van het bestaan-, zoals woonkosten, niet meer kan voldoen, en
- 3.
waarvoor andere inkomensvoorzieningen of steunmaatregelen niet of onvoldoende soelaas bieden.
Artikel 3. Voorwaarden
- 1.
Het college verstrekt een tegemoetkoming TONK aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval van 30%, peilmaand januari 2020 ten opzichte van peilmaand januari 2021, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit inkomen en beschikbare geldmiddelen.
- 2.
Er wordt volstaan met een verklaring van de aanvrager of diens boekhouder dat de substantiële inkomensterugval het gevolg is van de maatregelen in verband met het Coronavirus (Covid-19).
- 3.
Het college verstrekt geen tegemoetkoming TONK indien de aanvrager een woonkostentoeslag ontvangt.
- 4.
De “Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Westerwolde 2020” zijn niet van toepassing op de aanvragen tegemoetkoming TONK.
Artikel 4. Noodzakelijke kosten
- 1.
De tegemoetkoming TONK heeft betrekking op de volgende noodzakelijke algemene kosten van het bestaan (woonkosten):
- a)
kosten van huur voor de woning;
- b)
kosten van de hypotheek(rente) voor de woning;
- c)
kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning.
- 2.
Het in het voornoemde lid vastgestelde bedrag aan woonkosten wordt verminderd met een bedrag van € 442,- per maand aan aanvaardbare woonkosten.
Artikel 5. Aanvraag
- 1.
De aanvraag voor een tegemoetkoming TONK wordt, middels een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier, via de mail ingediend.
- 2.
Aanvrager overlegt bij de aanvraag:
- a)
de bewijzen van het maandinkomen van januari 2020 én het maandinkomen van januari 2021 van aanvrager en zijn eventuele partner;
- b)
de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen op of rond de aanvraagdatum van aanvrager en zijn eventuele partner;
- c)
de bewijzen van de woonkosten van de maand januari 2021 tot en met de datum van aanvraag van aanvrager en zijn eventuele partner.
- 3.
Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 november 2021.
Artikel 6. Terugwerkende kracht
Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.
Artikel 7. Duur
De tegemoetkoming wordt verstrekt voor de periode van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021.
Artikel 8. Maximale hoogte tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijke gemaakte woonkosten.
- 2.
De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt € 2.500,- per huishouden.
Artikel 9. Inkomen
Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:
- a.
inkomen uit arbeid / de eigen onderneming;
- b.
inkomen uit een uitkering;
- c.
- d.
inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.
Artikel 10. Beschikbare geldmiddelen
- 1.
Beschikbare geldmiddelen zijn liquide middelen waarover de aanvrager en zijn eventuele partner beschikken of redelijkerwijs kunnen beschikken.
- 2.
Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:
- a.
- b.
geld op betaal- en spaarrekeningen;
- c.
cryptovaluta (zoals bitcoins);
- d.
de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).
Artikel 11. Draagkrachtberekening
- 1.
Bij de verlening van de tegemoetkoming TONK wordt rekening gehouden met de draagkracht(ruimte) van het huishouden op basis van inkomen en vermogen.
- 2.
De draagkracht(ruimte), als bedoeld in het eerste lid, bedraagt 100% van het in aanmerking te nemen inkomen van de maand januari 2021 boven de toepasselijke bijstandsnorm, vermeerderd met het in aanmerking te nemen vermogen.
- 3.
Voor de bepaling van het inkomen als bedoeld in het tweede lid, worden de middelen als bedoeld in artikel 31, tweede lid en artikel 33, vijfde lid, van de wet buiten beschouwing gelaten, evenals het inkomen van medebewoners.
- 4.
Voor de bepaling van het vermogen, als bedoeld in het tweede lid, worden alleen de liquide middelen betrokken en deze worden tot de vermogensgrenzen van de huurtoeslag buiten beschouwing gelaten.
- 5.
Het aanwezige meerdere vermogen bovenop deze vermogensgrenzen wordt aangemerkt als draagkrachtruimte.
- 6.
Indien de draagkracht hoger is dan de kosten waarvoor de tegemoetkoming TONK wordt aangevraagd, wordt er geen tegemoetkoming TONK verstrekt.
- 7.
Als draagkrachtperiode wordt de periode aangemerkt waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 12. Uitbetaling
De uitbetaling vindt ineens voor de gehele periode plaats.
Artikel 13. Hardheidsclausule
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden, waaronder de inkomensterugval van de aanvrager als gevolg van de Coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.
Artikel 14
De inlichtingenplicht krachtens artikel 17 van de Participatiewet geldt voor de tegemoetkoming TONK onverkort. Dat betekent dat aanvrager elke wijziging, die van invloed is of kan zijn op het recht op of de hoogte van de tegemoetkoming TONK, verplicht is aan het college door te geven.
Artikel 15. Inwerkingtreding en duur beleidsregels
- 1.
De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.
- 2.
De beleidsregels vervallen op 1 november 2021.
Artikel 16. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Westerwolde”.
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 3. Voorwaarden
Eerste lid
De volgende huishoudens komen voor de tegemoetkoming TONK in aanmerking:
- •
Huishoudens die nog wel inkomen uit werk hebben, maar tegelijkertijd met een dusdanige inkomensterugval geconfronteerd worden, dat zij de noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen zelfstandigen zijn die veel van hun opdrachten zien verdwijnen, maar ook flexwerkers die plotseling minder worden opgeroepen en ook werkenden die kortdurend vanwege quarantaine inkomsten mislopen.
- •
Huishoudens die terugvallen op een uitkering en daardoor dusdanig achteruitgaan in inkomsten, dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen werkenden zijn, zoals artiesten en sekswerkers, die moeten terugvallen op het sociaal minimum.
- •
Huishoudens waar een of beide partners geen inkomen uit werk meer heeft en ook geen recht op een uitkering. Daardoor kunnen zij een dusdanige inkomensterugval ervaren, dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Zelfstandigen kunnen bijvoorbeeld hun opdrachten ineens zien teruglopen of maken, vanwege de partnertoets of het urencriterium, geen aanspraak op de Tozo.
Tweede lid
Een verklaring van de aanvrager of diens boekhouder is voldoende om te bepalen of een substantiële inkomensterugval het gevolg is van de maatregelen in verband met het Coronavirus (Covid-19). Dit betekent concreet bij de doelgroep van zelfstandigen dat een boekhouder op schrift deze terugval van minimaal 30% mag verklaren. Op basis daarvan kan de tegemoetkoming TONK aan de hand van het netto-inkomen in de peilmaand januari 2021 worden berekend.
Artikel 4. Noodzakelijke kosten
Derde lid
Omdat de tegemoetkoming TONK, net als de bijzondere bijstand verstrekt wordt voor noodzakelijke kosten die ook echt gemaakt zullen worden (of gemaakt zijn), kan de gemeente rekening houden met “aanvaardbare” vaste woonlasten ter hoogte van € 442,- (afgerond) per maand. Hier wordt aangesloten bij de kortingsgrens uit de Wet op de huurtoeslag (artikel 13, lid 1 onder b Wet op de huurtoeslag). Dan wordt de hoogte van de tegemoetkoming TONK het bedrag aan vastgestelde woonkosten dat in deze periode uitkomt boven deze aanvaardbare grens (zie rekenmodule).
Artikel 11. Draagkrachtberekening
Vierde lid
Voor de bepaling van het vermogen worden alleen liquide middelen betrokken en deze worden tot de vermogensgrenzen van de huurtoeslag vrijgelaten. Deze vermogensgrenzen zijn voor 2021:
• | voor een alleenstaande | € 31.340,- |
• | voor samenwonenden | € 62.680,- |
Het vermogen in eigen woning / bedrijf wordt niet meegerekend bij de beoordeling van de tegemoetkoming TONK.
Artikel 13. Hardheidsclausule
Het kan voorkomen, dat de gevolgen van de tijdelijke beleidsregels TONK vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval kan er op basis van artikel 4:84 Awb toch een tegemoetkoming TONK door het college worden toegekend, al bestaat er op basis van het gemeentelijk beleid in beginsel geen recht. Dat geldt -bijvoorbeeld- ook als er een noodzaak bestaat voor bijstandsverlening om zeer dringende redenen.
De overige artikelen behoeven geen nadere toelichting.