Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wierden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;
CiteertitelBeleidsregels Tegemoetkoming Ondersteuning Noodzakelijke Kosten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-03-202101-01-2021nieuw beleid

02-03-2021

gmb-2021-94380

Tekst van de regeling

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet;

 

overwegende dat:

 

- het wenselijk is om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK);

- het daarom wenselijk is wenselijk is om voor dit doel aparte, tijdelijke beleidsregels vast te stellen;

 

Besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels Tegemoetkoming Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Wierden 2021

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. wet: Participatiewet;

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

c. inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen van de aanvrager en eventuele inwonende partner als gevolg van de coronacrisis;

 

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

• die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen;

• die daardoor noodzakelijke woonlasten niet meer kan voldoen, en

• waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

 

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke woonkosten

1. Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen, waarbij uitsluitend direct beschikbare geldmiddelen boven een bedrag van € 6.295,-voor een alleenstaande of € 12.590,- voor een alleenstaande ouder of gehuwden, in aanmerking worden genomen.

2. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan de geldmiddelen waarover de aanvrager of de partner van de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Onder geldmiddelen wordt verstaan: contant geld, geld op betaal- en spaarrekeningen, cryptovaluta (zoals bitcoins) en de waarde van effecten (beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

3. Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat een terugval van meer dan 30% van in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19);

4. Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager woonkostentoeslag ontvangt.

5. De ‘Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2017’ zijn niet van toepassing op de aanvragen TONK.

 

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke

algemene kosten van bestaan:

a. kosten van huur;

b. kosten van de hypotheekrente plus aflossing voor de woning;

c. overige maandelijkse woonlasten zoals gas/ water/ licht, aantoonbaar o.b.v. een bankafschrift.

 

Artikel 5 Aanvraag

1. De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

2. Aanvrager overlegt bij de aanvraag:

a) de bewijzen van het inkomen van de maand januari 2021;

b) de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen van de maand januari 2021;

c) de bewijzen van de noodzakelijke kosten van de maand januari 2021.

3. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1

augustus 2021;

 

Artikel 6 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

 

 

Artikel 7 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2021.

 

Artikel 8 Inkomen

Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

a. inkomen uit arbeid;

b. inkomen uit een uitkering;

c. inkomen uit verhuur; en

d. inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

 

Artikel 9 Draagkracht

1. Bij de verlening van een tegemoetkoming TONK wordt rekening gehouden met de draagkracht van de aanvrager.

2. Bij de vaststelling van de draagkracht uit vermogen wordt rekening gehouden met het vermogen voor zover dat hoger is dan de voor de aanvragen geldende vermogensgrens als bedoeld in artikel 3, lid 1.

3. De draagkracht uit inkomen wordt vastgesteld op 75% van het meerinkomen van de aanvrager en eventuele partner, waarbij geldt:

a. Onder meerinkomen wordt verstaan het verschil tussen het netto maandinkomen van de aanvrager en 120% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm exclusief de vakantietoeslag.

b. Indien de vakantietoeslag over het netto inkomen niet bekend is en handmatig berekend moet worden, dient de vakantietoeslag berekend te worden op grond van artikel 11 Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.

4. Voor een alleenstaande ouder die geen uitkering ontvangt van de gemeente wordt het vermeerderd met de alleenstaande-ouderkop zoals deze door de Belastingdienst wordt uitbetaald.

 

Artikel 10 Hoogte tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming wordt vastgesteld op het bedrag waarmee de noodzakelijke woonkosten volgens artikel 4 een bedrag van € 430,- per maand te boven gaan, verminderd met de draagkracht zoals beschreven in artikel 9.

2. De maximale totale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt € 500 per maand, in totaal maximaal € 3.000,- per huishouden.

 

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Vanwege de tijdelijke aard van deze regeling legt het college aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregels in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

 

Artikel 12 Uitbetaling

De uitbetaling vindt eenmalig plaats.

 

Artikel 13 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

1. De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

2. De beleidsregels vervallen op 1 augustus 2021.

 

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Wierden 2021.

 

Aldus vastgesteld op 2 maart 2021

 

Het college van burgemeester en wethouders,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Wierden 2021

Algemene toelichting

 

Sommige huishoudens hebben vanwege economische crisis en door de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van het coronavirus, te maken met een onvermijdbare en plotselinge terugval van hun inkomsten. Deze huishoudens kunnen daardoor in de problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonlasten. Deze problemen kunnen niet worden opgelost door het stelsel van sociale zekerheid en de eerder genomen maatregelen uit de steunpakketten. Sommige huishoudens dreigen tussen wal en schip te

vallen. Daarom is, in overleg met VNG en Divosa, de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gecreëerd. De TONK biedt een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten aan huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het resterende inkomen. Het gaat hierbij niet om een inkomensondersteunende regeling maar om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten.

 

De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Op grond van de Participatiewet (Pw) kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen. Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. Het is wenselijk de bestaande gemeentelijke beleidsregels bijzondere bijstand aan te passen om deze nieuwe doelgroep toegang te kunnen bieden. Daarom zijn deze Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Wierden 2021 opgesteld.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2 Doelgroep TONK

De tegemoetkoming TONK staat open voor alle inwoners van de gemeente Wierden. Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor inwoners die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in inkomen en hierdoor problemen hebben met het betalen van noodzakelijke kosten, waarbij andere regelingen niet of onvoldoende uitkomst bieden.

Met andere regelingen worden regelingen bedoeld zoals een toeslag van UWV, WW-uitkering of TOZO-uitkering. Komt men niet in aanmerking voor een dergelijke regeling of heeft aanvrager met deze regeling erbij nog te weinig inkomsten om de woonkosten te betalen, dan heeft aanvrager mogelijk recht op een tegemoetkoming TONK.

 

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming TONK dienen aanvrager en zijn gezin te maken te hebben met een inkomensterugval van 30% of meer. De beoordeling of aanvrager te maken heeft met een inkomensterugval wordt beoordeeld aan de hand van twee peilmaanden: januari 2020 en januari september 2021.

 

Verder dient aanvrager niet te beschikken over beschikbare geldmiddelen boven een bedrag van

€ 6.295,- voor een alleenstaande en € 12.590,- voor een alleenstaande ouder of gehuwden.

Hier is aansluiting gezocht bij de vermogensgrenzen zoals benoemd in de Participatiewet artikel 34 lid 3.

 

Onder geldmiddelen verstaan we contant geld, geld op de (spaar)rekening van aanvrager, eventuele partner en kind(eren), en de waarde van beleggingen of cryptovaluta, zoals bitcoins.

Enkel direct beschikbaar privévermogen wordt in dit kader in aanmerking genomen als vermogen. Ondernemers hoeven vermogen uit een onderneming niet mee te tellen. Een tegemoetkoming voor vaste lasten (TVL) of voor loonkosten (NOW) ook niet.

 

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK is primair gericht op noodzakelijke woonkosten. Het gaat dan om de huur of de hypotheek en de kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning die door de aanvrager wordt bewoond (hoofdverblijf).

Voor wat betreft huur en hypotheek(rente) van de woning, zijn de aanvaardbare kosten op sociaal minimum vastgesteld op € 430,-. Dit bedrag is vergelijkbaar met het huurbedrag dat bij een sociale huurwoning voor rekening van de betrokkene blijft in het kader van de huurtoeslag. Van deze kosten wordt geacht dat zij kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm. Een voorlopige teruggave inkomstenbelasting wordt niet dus gezien als voorliggende voorziening. Kosten boven dit bedrag komen in aanmerking voor een vergoeding, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan.

 

Artikel 5 Aanvraag

De aanvrager moet bewijzen van inkomen, beschikbare geldmiddelen en noodzakelijke kosten overleggen bij zijn/haar aanvraag om zo te kunnen beoordelen of aanvrager in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK en om de hoogte van de TONK-uitkering te kunnen bepalen. Dit kan men doen door het overleggen van een kopie van bankafschriften over peilmaand januari 2021 en bij inkomen een specificatie van dat inkomen over de peilmaanden januari 2020 en januari 2021 (loonstrook, uitkeringsspecificatie, inkomsten uit bedrijf etc.).

 

Artikel 6 Terugwerkende kracht

De tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 worden aangevraagd.

 

 

Artikel 7 Duur

Een aanvrager die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan deze uitkering voor maximaal zes maanden krijgen over de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

 

Artikel 8 Inkomen

Dit artikel bevat een toelichting op wat onder deze regeling onder inkomen wordt verstaan.

Voor de vaststelling van het inkomen uit een onderneming geldt: bruto omzet – kosten = bruto inkomen – 18% belastingen en premies = netto inkomen. Deze werkwijze wordt ook gehanteerd bij de uitvoering van de Tijdelijke ondersteuning zelfstandig ondernemers (Tozo) en is gebaseerd op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

Daarbij moet opgemerkt worden dat de omzet de in die maand gewerkte uren/verkochte producten betreft, ongeacht of deze werkzaamheden ook die maand in rekening zijn gebracht en betaald. Bewijs hoeft hier niet van geleverd te worden, aanvrager moeten zelf (evt. per maand als er verschil is) deze som maken en doorgeven.

 

Artikel 9 Draagkracht

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming TONK wordt gekeken naar de draagkracht van de aanvrager. Bij de bepaling van de draagkracht uit het vermogen wordt slechts rekening gehouden met vermogen wat boven de voor betrokkene geldende vermogensgrens uitkomt zoals genoemd in artikel 3 van deze beleidsregel. Het betreft hier privévermogen waar men direct over kan beschikken, vermogen uit een eventuele onderneming wordt buiten beschouwing gelaten.

 

Bij de bepaling van de draagkracht uit inkomen wordt uitgegaan van 120% de voor betrokkene geldende bijstandsnormen (dit sluit aan bij de inkomensgrens die in het armoedebeleid wordt gehanteerd). Als iemand meer verdient dan 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm, wordt 75% van het meerinkomen (evenals de aanvaardbare woonkosten op sociaal minimum en eventueel vermogen boven de vermogensgrens) in mindering gebracht op de tegemoetkoming TONK.

 

Artikel 10 Hoogte tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming per maand wordt berekend door het verschil te bepalen tussen de noodzakelijke kosten en de draagkracht. De vergoeding wordt vastgesteld met een maximum van 500 euro per maand en voor de periode waarover de aanvraag wordt ingediend (tot en met juni) ineens vastgesteld.

 

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Vanwege de tijdelijke aard van deze beleidsregel geldt er geen verhuisverplichting om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming TONK. Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

 

Artikel 12 Uitbetaling

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 13 Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.