Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (Beleidsregel TONK)

Artikel 1 Begripsbepalingen

• 1.

  Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Gemeentewetten en Algemene wet bestuursrecht.

• 2.

  In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de persoon die een aanvraag doet voor een tegemoetkoming TONK;

  • b.

    beschikbare geldmiddelen: met beschikbare middelen wordt in ieder geval bedoeld contant geld; geld op spaar- en betaalrekening; cryptovaluta (zoals bitcoins); de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot) van belanghebbende en andere personen die tot het huishouden van aanvrager behoren;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

  • d.

    huishouden: een huishoudens bestaat uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens);

  • e.

    Inkomen: onder inkomen wordt in ieder geval verstaan inkomsten uit arbeid, inkomsten uit uitkering, inkomsten uit verhuur en inkomsten uit partner- en/of kinderalimentatie van belanghebbende en andere personen die tot het huishouden van belanghebbende behoren.

    Indien de aanvrager een bedrijf heeft en aangeeft dat de privéonttrekkingen noodzakelijk hoger zijn dan de netto winst (omzet minus zakelijke vaste lasten), wordt de netto winst als inkomen aangemerkt.

  • f.

    nieuwe inkomen: het inkomen van het huishouden waartoe aanvrager behoort dat is ontstaan na de onvoorzienbare, onvermijdelijke en plotselinge terugval van inkomen als gevolg van de maatregelen die de rijksoverheid heeft genomen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen;

  • g.

    normhuur: het deel van het huurbedrag dat in het kader van de huurtoeslag voor rekening van de huurder blijft;

  • h.

    vaste lasten: onder vaste lasten wordt in ieder geval verstaan huur, hypotheeklasten, kosten van gas, water en licht en de gemiddelde kosten van de zorgpremie, te weten € 130,00 per meerderjarig persoon per maand zoals dat berekend is door het Nibud.

Artikel 2 Indienen aanvraag en verklaring

• 1.

  Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK wordt schriftelijk bij het college ingediend.

• 2.

  De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, kan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 worden ingediend.

• 3.

  De aanvraag kan tot uiterlijk één maand na het vervallen van deze beleidsregel worden ingediend.

• 4.

  De aanvrager verklaart bij de aanvraag dat er sprake is van een inkomensterugval als gevolg van de maatregelen die noodzakelijk zijn voor het bestrijden van het coronavirus.

• 5.

  De aanvrager overlegt bij de aanvraag, naast de in lid 4 genoemde verklaring, het volgende:

  – bankafschriften/mutatieoverzicht van de laatste maand, met daarop de gegevens over inkomsten en woonlasten;

  – aanvullende bewijsstukken als de inkomsten en woonlasten niet duidelijk uit de bankafschriften blijken.

Artikel 3 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:

• a.

  die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijk terugval in hun inkomen;

• b.

  die de noodzakelijke kosten zoals woonkosten niet meer uit hun inkomen en beschikbare geldmiddelen kunnen voldoen;

• c.

  waarvoor andere regelingen niet of voldoende ondersteuning bieden.

Artikel 4 Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming TONK moet in ieder geval aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

• a.

  het huishouden van de aanvrager behoort tot de doelgroep zoals vermeld in artikel 2 van deze beleidsregel;

• b.

  het huishouden van aanvrager is op grond van de artikelen 11, 12, 13, 14 of 15 van de Participatiewet niet uitgesloten van de TONK;

• c.

  er wordt voldaan aan de criteria op grond van artikel 35 van de Participatiewet, te weten:

  – de kosten doen zich daadwerkelijk voor;

  – de kosten zijn noodzakelijk;

  – uit de verklaring van belanghebbende blijkt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden;

  – belanghebbende heeft conform de regels in deze beleidsregel onvoldoende draagkracht om de kosten te voldoen.

Artikel 5 Bepalen van de draagkracht

De draagkracht in het inkomen wordt op grond van de volgende regels vastgesteld:

• 1)

  het college stelt het nieuwe inkomen van het huishouden van aanvrager vast en baseert dat op de peilmaand januari 2021 (als de inkomensval na januari 2021 plaats vindt, is de eerste maand waarin het inkomen achteruit gegaan is de peilmaand);

• 2)

  het college stelt vast welke bijstandsnorm op grond van de Participatiewet op de situatie van belanghebbende van toepassing is;

• 3)

  het college stelt het meerinkomen vast door op het nieuwe inkomen de van toepassing zijnde bijstandsnorm in mindering te brengen;

• 4)

  belanghebbende dient 80% van genoemde meerinkomen in te zetten voor de woonlasten;

• 5)

  belanghebbende dient uit de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm een deel van de woonlasten te voldoen, dit deel is gelijk aan het huurbedrag dat in het kader van de huurtoeslag voor rekening van de huurder blijft (normhuur);

• 6)

  het college laat artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, van de Participatiewet buiten toepassing;

• 7)

  het college bepaalt het maandelijkse recht op TONK aan de hand van de volgende formule: woonlasten - (nieuw inkomen aanvrager minus de op aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm) x 80% - bedrag van de normhuur.

Artikel 6 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan belanghebbende die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming geen verhuisverplichting op.

Artikel 7 Maximale hoogte tegemoetkoming

De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt € 1.000,00 per huishouden per maand.

Artikel 8 Uitbetaling

De toegekende tegemoetkoming wordt in één keer over de gehele periode uitbetaald.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Als belanghebbende niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van belanghebbende als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of belanghebbende in afwijking van de beleidsregel alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK en bijzondere bijstand indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel TONK.

Artikel 11 Inwerkingtreding beleidsregel

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na die waarop ze is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 januari 2021.

Artikel 12 Verval beleidsregel

Deze beleidsregel vervalt met ingang van 1 juli 2021, tenzij de tijdelijke noodmaatregel TONK waar deze beleidsregel op is gebaseerd, op een later tijdstip komt te vervallen. In dat geval vervalt deze beleidsregel op dat latere tijdstip.