Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende nadere regels omtrent jeugdhulp (Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2020) |
Citeertitel | Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp Gemeente Breda 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-03-2021 | nieuwe regeling | 02-03-2021 | 1295044 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, Jeugdwet;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen op het terrein van jeugdhulp, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening;
besluit vast te stellen de Nadere regels jeugdhulp gemeente Breda 2020.
HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN
De begripsbepalingen die in dit besluit worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, Besluit Jeugdwet en de Verordening. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Persoonlijke verzorging: hulp bij algemeen dagelijkse levensverrichtingen (bijvoorbeeld hulp bij het opstaan, wassen, aankleden en naar het toilet gaan), hulp op het vlak van zelfverzorging (bijvoorbeeld haren kammen, mondverzorging of hoortoestel aan-/uitzetten) en het geven van advies, instructie en voorlichting met betrekking tot persoonlijke verzorging.
HOOFDSTUK 2: Individuele voorzieningen
Artikel 2.1 Ambulante behandeling
Ambulante behandeling van de in lid 1 sub d genoemde problematiek is gericht op het aanpakken, herstellen, opheffen of stabiliseren van leerachterstanden die veroorzaakt worden door ernstige en enkelvoudige dyslexie, en heeft als doel het behalen van een functioneel niveau van technisch lezen en spellen. Ambulant behandeling ernstige en enkelvoudige dyslexie wordt alleen verstrekt als:
Ambulante behandeling van de in lid 1 sub a tot en met c genoemde problematieken gedurende onderwijstijd vind alleen plaats:
als hierover afstemming heeft plaatsgevonden tussen de jeugdige en/of zijn ouders, het regionaal bureau leerplicht, het samenwerkingsverband passend onderwijs van de school waar de jeugdige staat ingeschreven en het college, mits de behandeling gericht is op het kunnen, of kunnen blijven, volgen van onderwijs.
Artikel 2.3 Begeleiding bij het dagelijkse leven
Begeleiding bij het dagelijkse leven is gericht op het bevorderen, het behouden of het compenseren van zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van jeugdigen met ernstige opgroeiproblematiek, een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking dan wel een psychiatrische of somatische aandoening. Begeleiding bij het dagelijkse leven heeft als doel:
Artikel 2.4 Dagbesteding en logeeropvang (respijtzorg)
Dagbesteding is gericht op het bieden van een zinvolle invulling van en structuur aan de dag voor jeugdigen met ernstige opgroeiproblematiek, met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking en/of met een psychiatrische of somatische aandoening, en ondersteund in het zo lang mogelijk behouden van dagelijkse handelingen en vaardigheden.
Logeeropvang is gericht op ontlasting van het gezinssysteem van de jeugdige wanneer het nodig is dat de jongere naast de dagbesteding ook op sommige avonden en nachten op een locatie, niet zijnde de thuislocatie, verblijft. Logeeropvang wordt alleen verstrekt in aanvulling op dagbesteding zoals bedoeld in lid 1.
HOOFDSTUK 3: PROCEDURE TOEGANG JEUGDHULP VIA DE GEMEENTE
Artikel 3.1 Melding en duiding van de hulpvraag
Een hulpvraag kan rechtstreeks bij het college worden gemeld zonder gesprek zoals bedoeld in lid 1 als sprake is van een veiligheidsrisico of als hiervoor een dringende reden bestaat. Hier is sprake van wanneer een jeugdige niet structureel kan rekenen op een volwassene die voorziet in zijn basale fysieke en emotionele behoefte, die hem beschermt tegen gevaar en die daarin continuïteit en voorspelbaarheid biedt.
Artikel 3.2 Gegevens verzamelen
Het college en/of de aangewezen jeugdprofessional verzamelt alle voor het onderzoek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie. Het college en/of de aangewezen jeugdprofessional maakt vervolgens, indien noodzakelijk, zo spoedig mogelijk met de jeugdige en/of zijn ouders een afspraak voor een gesprek.
Artikel 3.4 Ondersteuningsplan
Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige en/of zijn ouders worden door het college aan het ondersteuningsplan toegevoegd. De jeugdige en/of zijn ouders tekenen het ondersteuningsplan voor gezien of akkoord en zorgen ervoor dat een getekend exemplaar binnen 10 werkdagen wordt geretourneerd aan de contactpersoon, waarmee hij het gesprek heeft gevoerd. Als de jeugdige en/of zijn ouders tekenen voor gezien, kunnen zij daarbij tevens aangeven wat de reden is waarom zij niet akkoord zijn.
HOOFDSTUK 4. INDIVIDUELE VOORZIENING IN DE VORM VAN EEN PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Artikel 4.3 Tarief persoonsgebonden budget diensten
De tarieven zijn opgenomen in bijlage I van deze nadere regels
Artikel 4.4 Weigeringsgronden persoonsgebonden budget
Het college neemt een aanvraag voor een pgb niet in behandeling als:
de budgethouder of diens vertegenwoordiger geen budget- motivatieplan indient of een bespreking van het budget- motivatieplan weigert of, na daartoe te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt. Daarbij geldt dat het college de genoemde personen eerst in de gelegenheid stelt het verzuim te herstellen.
Het is niet toegestaan een overeenkomst af te sluiten met een derde waarin het bieden van de geïndiceerde ondersteuning mede afhankelijk is van de woonruimte die door dezelfde derde of door een aan die derde gelieerde (rechts)persoon wordt geboden, tenzij het wonen (verblijf) onderdeel is van de indicatie.