Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) |
Citeertitel | Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) – I |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De eerste wijziging treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 en wordt daarmee van toepassing op reeds genomen besluiten op grond van de Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). Besluiten die vóór deze wijziging zijn genomen en die mogelijk op grond van deze wijziging een voor de aanvrager positief gevolg kunnen hebben, worden ambtshalve herbeoordeeld.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2021 | 01-01-2021 | 01-01-2022 | Art. 1, 4, 6, 9-15 | 22-06-2021 | 0971132978 |
27-03-2021 | 01-01-2021 | 02-07-2021 | Nieuwe regeling | 09-03-2021 | 0971168018 |
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stein,
vast te stellen de ‘Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)’.
deze tijdelijke aanvullende beleidsregels bedoeld zijn voor huishoudens die te maken hebben met een onvoorzienbare, onvermijdelijke en plotselinge terugval in hun inkomen, als gevolg van de coronacrisis en daardoor in de problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, met name de woonlasten;
Voor de uitvoering van deze regeling is sprake van een substantiële terugval in inkomen indien het inkomensverlies als gevolg van de coronacrisis minimaal 15% bedraagt. Om het inkomensverlies te beoordelen wordt gekeken naar het inkomen over de maand januari 2020 in vergelijking met de maand januari 2021.
Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager over dezelfde periode al een woonkostentoeslag ontvangt op grond van de Participatiewet, die voorziet in de kosten als bedoeld in artikel 5, tweede lid onder a. en b van deze beleidsregels. Voor de kosten genoemd in artikel 5, tweede lid onder c. is dan nog een tegemoetkoming mogelijk.
Artikel 7 Terugwerkende kracht
Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.
Artikel 10 Maximale vergoeding
De hoogte van de tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de woonquote volgens het schema (staffel) dat in de toelichting van dit artikel is opgenomen. De woonquote is de verhouding tussen de woonlasten en het actuele inkomen. Indien de woonquote hoger is dan de normwaarde uit de staffel is er recht op TONK
Indien de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op grond van deze beleidsregels kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager, als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tijdelijke tegemoetkoming indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.
Toelichting ‘Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)’
Het kabinet heeft deze aanvullende regeling getroffen voor huishoudens die, als gevolg van corona, in financiële problemen komen met de betaling van hun vaste (woon)lasten.
Het betreft een regeling op basis van de bijzondere bijstand. Gemeenten hebben beleidsvrijheid over de invulling van de TONK. Wij hebben daarom deze beleidsregels opgesteld als addendum op de bestaande beleidsregels bijzondere bijstand. Daarmee geven wij invulling aan de beleidsvrijheid van de gemeente Stein en geven wij bovendien duidelijkheid aan onze burgers en aan de uitvoerders van de regeling.
De basis van deze regeling ligt in artikel 35, eerste lid van de Participatiewet. Er zijn voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld (geen AMvB). Het is en blijft aan de gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht. In deze aanvullende beleidsregels is uitgegaan van het bestaande gemeentelijke bijzondere bijstandsbeleid, zoals is vastgelegd in de ‘Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Stein 2020’, waarbij we in deze crisissituatie ruimhartiger omgaan met het vaststellen van de noodzakelijke kosten en met de vaststelling van eigen draagkracht.
In onderstaande tekst zijn slechts de artikelen of delen hiervan opgenomen die een toelichting behoeven.
In artikel 2 is de doelgroep bepaald.
Uit een brief van de minister van Szw d.d. 4 februari 2021 aan de Tweede Kamer blijkt dat de TONK is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering (of waarvan de hoogte onvoldoende is om de vaste lasten te betalen), of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen.
In artikel 3 is bepaald wat niet als voorliggende voorziening wordt aangemerkt.
De Participatiewet bepaald (artikel 15 PW) dat geen beroep op (bijzondere) bijstand kan worden gedaan indien er een zgn. voorliggende voorziening is die passend en toereikend is.
Echter voor de noodmaatregel TONK kan er wel samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers). Ook vergoedingen op basis van de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB) of NOW (Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid) worden niet beschouwd als voorliggende voorziening. De vorengenoemde regelingen zijn niet toereikend of niet bedoeld voor de (eigen/privé) woonkosten ingeval van een grote inkomensterugval. Wij hebben ervoor gekozen om dit duidelijk in de beleidsregels op te nemen, zodat daarover geen misverstanden in de uitvoering kunnen ontstaan.
In artikel 4 zijn de voorwaarden opgenomen.
De meest relevante voorwaarde is dat er sprake moet zijn van een inkomensverlies, als gevolg van corona, van minimaal 15%. In geval van zelfstandige ondernemers is dat echter niet controleerbaar vast te stellen. We zouden het huidige inkomen moeten vergelijken met het inkomen voorafgaande aan de crisis. Bij een eigen bedrijf ontbreken daarvoor de nodige bewijsstukken, omdat de actuele boekhoudgegevens nog niet beschikbaar zijn. Ook (voorlopige) omzetcijfers zouden geen goed beeld geven van verlies of winst van een bedrijf, omdat daarvoor ook de actuele kosten in beeld moeten zijn alsmede de belastinggegevens. Dit betekent dat het voor de uitvoering onmogelijk is om het huidige inkomen van een ondernemer goed vast te stellen. Dat zou pas kunnen na afloop van het boekjaar. Om de TONK vlot uitvoerbaar te maken, hebben we er dus voor gekozen om die bewijsstukken niet op te vragen, maar om te volstaan met een eigen schriftelijke verklaring waarin de ondernemer verklaard dat er sprake is van een inkomensverlies van minimaal 15% als gevolg van de crisis. Zo’n verklaring wordt ook in de landelijke handreiking van Divosa als afdoende beschouwd.
In artikel 5 worden de noodzakelijke kosten benoemd.
Hier is een opsomming gemaakt van de kosten die wij als noodzakelijk zien voor de uitvoering van de TONK. Dit betreft de kale huur, of de kosten van aflossing- en rente voor de hypotheek én de kosten van gas, water en elektriciteit. Deze kosten moeten betrekking hebben op de (eigen) zelf bewoonde woning van de aanvrager.
In artikel 6 wordt de aanvraag beschreven en welke stukken gevraagd worden
De aanvraag dient schriftelijk via ons aanvraagformulier te worden ingediend. Digitaal aanvragen zou onze voorkeur hebben maar is om praktische redenen niet op korte termijn in te regelen. In lid 2 is vastgesteld welke bewijsstukken moeten worden overgelegd.
Daarbij wordt wel gevraagd om gegevens van het inkomen (m.u.v. gegevens uit eigen bedrijf). Die gegevens zijn nodig voor de berekening van de woonquote. Daarnaast hebben we bepaald dat een aanvraag kan worden ingediend tot 1 november 2021.
In artikel 9 is bepaald dat de peilmaand om het recht vast te stellen de maand januari 2021 is. Dit is omdat de regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 gaat gelden.
In lid 3 hebben wij geregeld, dat we ook nog rekening kunnen houden met een inkomensterugval later dan januari maar nog wel binnen de periode waarover de TONK geldt.
In dit artikel wordt de hoogte van de tegemoetkoming TONK bepaald op basis van de berekening van de woonquote. Daarbij is de onderstaande tabel leidend voor de bepaling van de maximale tegemoetkoming. In de tabel wordt onderscheid gemaakt naar gezinssamenstelling, te weten alleenstaand of gezin en naar hoogte van het actuele inkomen. Wanneer de woonlasten de norm overschrijden bestaat er recht op een TONK-uitkering.
De woonquote betreft de woonlasten als percentage van het netto inkomen in de peilmaand. Dat wil zeggen de verhouding tussen enerzijds de toepasselijke woonlasten en anderzijds het netto- inkomen, uitgedrukt in een percentage. Voor twee type huishoudens is een grenswaarde per inkomensgroep bepaald. Bij een woonquote op of hoger dan de lagere grenswaarde in onderstaande tabel kan recht bestaan op TONK A. Bij een woonquote op of hoger dan de tweede grenswaarde in onderstaande tabel, maar lager dan 60%, kan recht bestaan op TONK B. Bij een woonquote op of hoger dan 60%, maar lager dan 80%, kan recht bestaan op TONK C en bij een woonquote op of hoger dan 80% TONK D.