Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Beleidsregels Tijdelijke regeling Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Groningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Tijdelijke regeling Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Groningen
CiteertitelBeleidsregels TONK
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-03-202101-01-202101-06-2021Nieuwe regeling

09-03-2021

gmb-2021-83175

94429-2021

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke regeling Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Groningen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen,

 

gelet op:

  • -

    artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35 Participatiewet;

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke regeling Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK);

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

besluit vast te stellen:

 

de beleidsregels Tijdelijke regeling Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) gemeente Groningen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

  • c.

    inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke terugval in het inkomen van 20% of meer als gevolg van de coronacrisis;

  • d.

    peilmaand: januari 2020

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

  • die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen;

  • die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonlasten niet meer kan voldoen, en

  • waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1.

    Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval van 20% of meer ten opzichte van de peilmaand , waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet meer mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen.

  • 2.

    Er kan volstaan worden met een schriftelijke verklaring en duiding van de aanvrager dat de terugval in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19).

  • 3.

    De beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 van de gemeente Groningen zijn van toepassing op de aanvragen TONK.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de bijzonder noodzakelijke kosten zoals genoemd in art. 35 van de Participatiewet.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via de website. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 2.

    Aanvrager overlegt bij de aanvraag:

    • a.

      bewijsstukken van het inkomen per 1 januari 2021;

    • b.

      bewijsstukken van het vermogen per 1 januari 2021;

    • c.

      bewijsstukken van de noodzakelijke kosten;

    • d.

      Bewijsstukken van het inkomen per 1 januari 2020.

  • 3.

    Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 augustus 2021.

Artikel 6 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

Artikel 7 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021.

Artikel 8 Middelen

Onder middelen worden gerekend de middelen zoals genoemd in art. 31 Participatiewet.

Artikel 9 Inkomen

Onder inkomen wordt gerekend het inkomen zoals genoemd in art. 32 en 33 van de Participatiewet.

Artikel 10 Vermogen

In afwijking van art. 34 van de Participatiewet wordt het vermogen in de eigen woning en het bijbehorend erf volledig buiten beschouwing gelaten.

Vermogen dat op korte termijn niet te gelde kan worden gemaakt, wordt buiten beschouwing gelaten.

Artikel 11 Draagkrachtperiode

De draagkrachtperiode wordt, in afwijking van artikel 5.2 van de beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 voor de tegemoetkoming TONK vastgesteld op 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.

Artikel 12 Draagkracht

De draagkracht wordt, in afwijking van artikel 5.3 van de Beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 voor de tegemoetkoming TONK als volgt berekend

  • a)

    de draagkracht wordt op nihil gesteld als het inkomen niet meer bedraagt dan 150% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag;

  • b)

    van het deel van het inkomen dat meer bedraagt dan 150% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag, wordt 35% als draagkracht in aanmerking genomen.

  • c)

    In afwijking van het gestelde onder b wordt 100% van het inkomen als draagkracht in aanmerking genomen voor de volgende kosten:

    • -

      de kosten van verwerving

    • -

      de kosten van aflossing van een geldlening bij de kredietbank

    • -

      woonkosten

  • d)

    het vermogen wordt voor 100% als draagkracht aangemerkt zodra dit de vermogensgrens van art. 34 Participatiewet overschrijdt.

Voor het overige blijft art. 5.3 van de beleidsregels algemene en bijzondere bijstand Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 van toepassing.

Artikel 13 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager, die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 14 Drempelbedrag

Er is geen drempelbedrag van toepassing op de tegemoetkoming TONK

Artikel 15 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 17 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    De beleidsregels vervallen op 1 augustus 2021.

Artikel 18 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels TONK.

 

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 9 maart 2021.

De burgemeester,

KoenSchuiling

De secretaris,

ChristienBronda

Toelichting

 

Vanaf het voorjaar 2020 heeft het kabinet diverse maatregelen genomen om de coronacrisis te bestrijden. Dit heeft geleid tot een omvangrijk pakket aan (steun) maatregelen zoals de NOW (vergoeding loonkosten voor ondernemers), de TVL (tegemoetkoming vaste lasten voor ondernemers) en ook de Tozo, die voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en leningen voor zelfstandigen.

 

Met het oog op huishoudens die buiten deze regelingen vallen heeft het kabinet eind 2020 aangegeven dat het steunpakket zal worden uitgebreid met de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK).

 

De verwachting is dat deze regeling, na een korte implementatie, per 1 maart 2021 ingevoerd kan worden waarbij de regeling terugwerkende kracht heeft tot 1 januari 2021.

Wat is de TONK?

De TONK is een aanvullende regeling voor huishoudens in financiële problemen. De regeling is gebaseerd op de bijzondere bijstand.

 

Concreet gaat het hierbij om huishoudens die door de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare, onvermijdelijke plotselinge terugval in het inkomen als gevolg van corona. Hierbij kan gedacht worden aan

  • Huishoudens die nog wel inkomen uit werk hebben, maar tegelijkertijd met een dusdanige terugval in inkomsten geconfronteerd worden dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen zelfstandigen zijn die veel van hun opdrachten zien verdwijnen, maar ook flexwerkers die plotseling minder worden opgeroepen en ook werkenden die kortdurend vanwege quarantaine inkomsten mislopen.

  • Huishoudens die terugvallen op een uitkering en daardoor dusdanig achteruitgaan in inkomsten dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen werkenden zijn, zoals artiesten en sekswerkers, die moeten terugvallen op het sociaal minimum.

  • Huishoudens waar een of beide partners geen inkomen uit werk meer heeft en ook geen recht op een uitkering. Daardoor kunnen zij een dusdanige terugval in inkomsten ervaren dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Zelfstandigen kunnen bijvoorbeeld hun opdrachten ineens zien teruglopen of maken vanwege de partnertoets of het urencriterium geen aanspraak op de Tozo.

Er is dus geen sprake van nieuwe regelgeving maar het is een tijdelijke uitbreiding van de bijzondere bijstand. Dit betekent dat de regeling geen inkomensondersteuning is maar als tijdelijke maatregel is bedoeld voor de noodzakelijke kosten, waaronder de woonlasten.

 

Ook wordt van gemeenten gevraagd aandacht te besteden aan armoede- en schuldenproblematiek, bij een aanvraag TONK. Zodat gemeenten via omscholings- en re-integratiemogelijkheden de arbeidsmarktpositie van aanvragers kunnen verbeteren.

 

Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat er een ruimere toegang tot de bijzondere bijstand wordt geboden. Dit kan onder meer door inkomensgrenzen op te rekken en vermogensgrenzen los te laten.

 

Onduidelijk is echter hoeveel mensen een beroep gaan doen op de TONK. Er is ook voor gekozen om geen bovengrens in te stellen voor een vergoeding vanuit de TONK. Het instellen van een bovengrens zou afbreuk doen aan de kern van de bijzondere bijstand en dus ook van de TONK, namelijk dat de kosten noodzakelijk zijn.

 

Op 2 februari 2021 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen die oproept om te monitoren of er voldoende middelen beschikbaar worden gesteld om de TONK ruimhartig uit te voeren. Op dit moment bestaat echter niet de verwachting dat het huidig budget uitgebreid zal gaan worden.

Financieel

Voor de TONK wordt landelijk een bedrag van 130 miljoen beschikbaar gesteld (inclusief uitvoeringskosten) welke in twee tranches wordt uitbetaald. Voor de gemeente Groningen is dit globaal (naar rato van het aantal inwoners) een bedrag van 1,75 mln. euro.

 

Dit bedrag wordt via het gemeentefonds uitgekeerd aan de gemeente. Over de TONK hoeft richting het rijk geen aparte verantwoording worden afgelegd.

Artikelsgewijze toelichting

Art. 1

De basis voor de regelgeving is de Participatiewet. Dit betekent dat diegenen, die uitgesloten zijn van de Participatiewet (zoals genoemd in art. 13 van deze wet) ook niet in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming op grond van de TONK.

Art. 2

Duidelijk is wel dat de terugval in het inkomen een gevolg moet zijn van de coronacrisis.

 

Er kan echter wel een samenloop zijn met andere regelingen uit het steunpakket van het Rijk zoals de Tozo, NOW en TVL.

Art. 3

De voorwaarde dat de terugval in het inkomen een gevolg is van de coronacrisis moet blijken uit een verklaring die bij de aanvraag wordt overgelegd.

 

Daarnaast is in de regeling opgenomen dat uitsluitend geldmiddelen aangewend kunnen worden voor de kosten van de TONK.

 

Bezittingen en vermogensbestanddelen die niet op korte termijn liquide te maken zijn (denk hierbij bv aan vermogen dat in een eigen woning zit) worden in de TONK niet meegenomen.

Art. 4

Onder de TONK vallen alle bijzonder noodzakelijke kosten die normaliter ook onder de bijzondere bijstand vallen. Door de TONK te beperken tot bepaalde kosten bv alleen de woonkosten wordt de doelgroep ingeperkt en kan onvoldoende recht worden gedaan aan de financiële problemen die de basis zijn van deze regeling.

Art. 5

In verband met de uitvoerbaarheid is het aantal bewijsstukken voor de TONK beperkt.

Art. 6

Om de doelgroep zo goed mogelijk te bereiken is het mogelijk deze regeling met terugwerkende kracht te verstrekken.

 

Door 1 januari 2021 als peilmaand aan te merken wordt de middelen per 1 januari 2021 als uitgangspunt genomen voor de gehele periode. Hiermee wordt voorkomen dat wijzigingen in iemand financiële positie gedurende de looptijd van de tegemoetkoming leiden tot een wijziging in de aanspraken op de TONK.

Art. 7

De tegemoetkoming kan niet langer worden verstrekt dan gedurende de periode dat de regeling geldt.

Art. 8 en 9

Voor het begrip middelen en inkomen is aangesloten bij de omschrijving die de Participatiewet geeft. Dit betekent dat inkomensbestanddelen die in de Participatiewet niet als middel worden aangemerkt, bij de TONK ook niet worden meegenomen.

Art. 10

Voor het vermogen is de begrenzing van de Participatiewet losgelaten. Dit betekent dat er geen rekening wordt gehouden met vermogen in een eigen woning. Daarnaast geldt dat vermogensbestanddelen die op korte termijn niet te gelde kunnen worden gemaakt (denk hierbij aan een boot of caravan) ook buiten beschouwing blijven.

Art. 11

Voor de TONK is, omdat er sprake is van afwijkende regelgeving een aparte draagkrachtperiode vastgesteld.

Art. 12

In afwijking van de draagkracht in het huidig, geldend beleid, is de draagkracht in de TONK verminderd door de ondergrens te verruimen naar 150%.

 

Daarnaast wordt het vrij te laten vermogen van de Participatiewet niet als draagkracht aangemerkt. Dit vanuit het oogpunt dat binnen een huishouden die een beroep moet doen op de TONK als gevolg van de coronacrisis, vaak meer kosten spelen dan waarin de TONK kan voorzien bv gemeentelijke belastingen. Door het vrij te laten vermogen van de Participatiewet niet te betrekking in de TONK wordt de mogelijkheid geboden om het vrij te laten vermogen in te zetten voor andere kosten.

Art. 13

In het bijzondere bijstandsbeleid is vastgelegd dat indien er sprake is van (te) hoge woonlasten een verhuisplicht kan worden opgelegd. Gelet op de doelstelling van de TONK wordt dit in dit artikel uitgesloten.

Art. 14

Er is geen sprake van een administratieve drempel. Dit betekent dat er geen kosten zijn die eerst zelf voldaan moeten worden voordat een beroep kan worden gedaan op de TONK.

Art. 15

Voor de uitbetaling wordt aangesloten bij de huidige systematiek.

Art. 16

Voor de zeer bijzondere gevallen is er een hardheidsclausule opgenomen.