Gedeputeerde Staten van Flevoland maken bekend dat zij de volgende ‘Nadere regels COVID-19 maatregelen Flevolandse culturele instellingen 2021’ hebben vastgesteld:
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
Overwegende dat:
zij bij besluit van 22 juli 2020 de ‘Nadere Regels Covid-19 maatregelen Flevolandse culturele instellingen’ hebben vastgesteld;
de COVID-19 maatregelen ook in 2021 nog ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor culturele instellingen;
het daarom wenselijk is om ook voor 2021 vergelijkbare Nadere regels vast te stellen;
gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012;
BESLUITEN:
Vast te stellen de volgende 'Nadere regels subsidiering COVID-19 maatregelen Flevolandse culturele instellingen 2021’.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
ASF: Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012.
- b.
Flevolandse culturele instelling: een rechtspersoon die op grond van de ‘Nota Cultuurbeleid 2021-2024.Flevoland: ruimte voor cultuur’ of op grond van de ‘Nota Cultuurbeleid 2017-2020 Typisch Flevoland Net even anders’, een provinciale subsidie heeft ontvangen.
- c.
De-minimis verordening: Verordening (EU) Nummer 1407/2013 (PbEU 2013, L352/1).
- d.
De-minimis verklaring: een verklaring over alle andere steun die de Flevolandse culturele instelling in voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar onder de De-minimisverordening of andere De-minimis-verordeningen heeft ontvangen.
Artikel 2. Doel
De subsidie heeft tot doel Flevolandse culturele instellingen financieel tegemoet te komen in de kosten voor noodzakelijke aanpassingen aan culturele producties als gevolg van de COVID-19 maatregelen zoals die door het Rijk zijn afgekondigd.
Artikel 3. Subsidiabele kosten
- 1.
Gedeputeerde Staten kunnen een subsidie verstrekken voor:
- a.
extra kosten benodigd voor de noodzakelijke aanpassingen aan culturele producties vanwege de door het Rijk en RIVM vastgestelde COVID-19 richtlijnen;
- b.
extra kosten van werkzaamheden van professionals voor de uitvoering van de noodzakelijke aanpassingen aan culturele producties vanwege COVID-19.
- 2.
Alleen de redelijkerwijs noodzakelijk gemaakte of te maken kosten aan culturele producties als gevolg van de aanpassingen vanwege COVID-19, zijn subsidiabel.
Artikel 4. Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten zijn niet subsidiabel:
- a.
werkzaamheden die door het bestuur of vrijwilligers van de culturele instelling worden uitgevoerd voor de noodzakelijke aanpassingen;
- b.
kosten die worden doorbelast vanuit een andere instelling/onderneming, waarbij uit de gegevens van de KvK blijkt dat deze wordt bestuurd door één of meer dezelfde bestuursleden;
- c.
materiaalkosten die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de 1,5 meter maatregelen die in verband met de COVID-19 maatregelen door het Rijk zijn afgekondigd en waarvoor een beroep kan worden gedaan op een andere subsidieregeling van de provincie;
- d.
de aan de subsidie-aanvrager in rekening gebrachte BTW, die door hem kan worden teruggevorderd of op enigerlei wijze aan hem kan worden terugbetaald of gecompenseerd, zijn niet subsidiabel.
Artikel 5. Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan culturele instellingen die in het kader van de ‘Nota Cultuurbeleid 2021-2024. Flevoland: ruimte voor cultuur’ een provinciale subsidie hebben ontvangen.
Artikel 6. Aanvraagperiode
- 1.
Een aanvraag voor subsidie kan tot en met 1 oktober 2021 worden ingediend.
- 2.
Per culturele instelling kan maximaal één aanvraag worden ingediend.
Artikel 7. Aanvraag
De aanvrager dient de subsidieaanvraag in door middel van het formulier op de website https://www.flevoland.nl/loket/subsidies/subsidie-aanvragen/eenmalige-subsidie
Daarnaast moeten de volgende documenten aangeleverd worden:
- a.
een offerte of opdrachtbevestiging van de investering en/of aanpassing indien de kosten nog niet zijn gemaakt of facturen met betaalbewijzen indien de kosten al wel zijn gemaakt;
- b.
een machtigingsformulier indien gebruik wordt gemaakt van een intermediair;
- c.
een afschrift van de door Gedeputeerde Staten van Flevoland aan de culturele instelling verleende subsidie in het kader van de ‘Nota Cultuurbeleid 2021-2024. Flevoland: ruimte voor cultuur’ of van de ‘Nota Cultuurbeleid 2017-2020 Typisch Flevoland Net even anders’;
- d.
een overzicht van de door de culturele instelling noodzakelijk geachte aanpassingen voorzien van een overzicht van de daarmee gemoeide kosten;
- e.
een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring.
Artikel 8. Toetsingscriteria
Aanvragen worden aan de hand van de volgende criteria getoetst:
- a.
de activiteiten zijn financieel en praktisch uitvoerbaar gezien de COVID-19 beperkingen en richtlijnen, zoals vermeld op de website van de Rijksoverheid;
- b.
de kosten zijn of worden gemaakt op of na 1 januari 2021 en uiterlijk 31 december 2021;
- c.
de activiteiten moeten gericht zijn op het handhaven van de kwaliteit van de culturele productie en publieksbereik bevorderen;
- d.
de aanvraag past binnen de reikwijdte van deze regeling.
Artikel 9. Weigeringsgronden
Een subsidie wordt geweigerd indien:
- a.
niet wordt voldaan aan de toetsingscriteria van artikel 8;
- b.
het subsidieplafond is bereikt;
- c.
kosten van (deel)activiteiten die plaatsvinden buiten Flevoland.
Artikel 10. Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie bedraagt minimaal € 1.000,00 en maximaal € 25.000,00 per instelling.
Artikel 11. Verdeelsystematiek
- 1.
Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum en tijdstip van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
- 2.
Als datum van binnenkomst geldt de datum waarop de aanvraag compleet is.
- 3.
Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag en hetzelfde tijdstip zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Artikel 12. Subsidievaststelling
De subsidie wordt op grond van artikel 22, vierde lid, van de ASF bij verlening direct vastgesteld.
Artikel 13. Subsidieplafond
Het subsidieplafond bedraagt in totaal € 150.000.
Artikel 14. Verplichtingen van de subsidieontvanger
Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:
- 1.
de noodzakelijke aanpassingen aan culturele producties moeten 31 december 2021 zijn afgerond;
- 2.
medewerking verlenen aan een medewerker van de provincie die in het kader van de subsidiebeoordeling langs kan komen om vast te stellen of de activiteiten waarvoor de subsidie is gevraagd, zijn uitgevoerd conform de aanvraag.
Artikel 15 Staatssteun
Subsidies in het kader van deze regeling worden alleen verstrekt voor zover dit mogelijk is met toepassing van de De-minimisverordening.
Artikel 16. Inwerkingtreding en looptijd.
Deze nadere regels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021 en zijn geldig tot en met 31 december 2021.
Artikel 17. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als 'Nadere regels subsidiering COVID-19 maatregelen Flevolandse culturele instellingen 2021’.