Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de lijkbezorging van gemeentewege

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de lijkbezorging van gemeentewege
CiteertitelBeleidsregels Lijkbezorging van gemeentewege
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-03-2021nieuwe regeling

09-03-2021

gmb-2021-81823

Z/21/083852

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de lijkbezorging van gemeentewege

De burgemeester/het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard;

 

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de uitvaarten van overledenen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is;

 

gelet op artikel 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging

 

besluit:

 

vast te stellen: de “beleidsregels Lijkbezorging van gemeentewege” – uitvoeringsrichtlijnen gemeente Hoeksche Waard

 

Inleiding

Soms onderneemt niemand actie om een overledene te begraven of te cremeren. In die gevallen is het de wettelijke taak van de burgemeester om dit te doen (artikel 21 Wet op de Lijkbezorging, Wlb). In de Wlb is over de praktische invulling hiervan weinig vastgelegd. Gemeenten moeten zelf het proces vormgeven. In deze uitvoeringsrichtlijnen beschrijven we het uitvoeringsproces voor gemeente Hoeksche Waard. Het uitgangpunt hierbij is dat dit enerzijds op waardige en piëteitsvolle wijze plaatsvindt, anderzijds tegen zo laag mogelijke kosten.

 

Uitvoeringsrichtlijnen

 

1.Vaststellen of de gemeente verantwoordelijk is

Uitgangspunt van de Wlb is dat de burgemeester van de gemeente, waar de overledene zich bevindt op het moment dat niemand opdracht geeft tot het verzorgen van de uitvaart, de verantwoordelijkheid heeft voor lijkbezorging. Dat betekent in de praktijk dat dit een andere gemeente kan zijn dan waar de overledene woonachtig was of waar hij/zij is overleden.

 

Als de identiteit van overledene en/of doodoorzaak niet bekend zijn, valt overledene nog onder de verantwoordelijkheid van justitie. Pas als het lichaam wordt vrijgegeven en/of als is vastgesteld dat de gemeente verantwoordelijk is voor de lijkbezorging vervolgen we het uitvoeringsproces. We nemen een actieve rol aan met betrekking tot onze gemeentelijke taak.

 

2.Als niet duidelijk is wie opdracht geeft tot lijkbezorging, regelt de gemeente de eerste zorg voor de overledene

Vanuit hulpverleners of instanties (huisarts, verpleeg- of verzorgingshuis, politie of uitvaartverzorger) wordt melding gemaakt van een overlijden waarbij niemand zich over overledene ontfermt. Wij geven opdracht aan een uitvaartverzorger voor (indien nodig) het transport van overledene naar een koelfaciliteit en de eerste verzorging.

 

3. Als nabestaanden bekend zijn, vragen wij hen de uitvaart te regelen

Aan de hand van BRP en de registers van de burgerlijke stand maken wij een overzicht van de directe nabestaanden; partner, kinderen, ouders (1e lijn), broers en zussen (2e lijn). We zoeken niet verder dan de 2e lijn. Per geval bepalen we welke inspanningen nodig zijn en binnen welk tijdsbestek. Daarbij houden we rekening met de termijn van lijkbezorging (uiterlijk binnen 6 werkdagen na overlijden).

We benaderen nabestaanden alleen telefonisch (vanwege het korte tijdsbestek) en vragen hen met klem de uitvaart zelf te regelen. We benadrukken hierbij dat er zowel een morele als financiële plicht op hen rust om de uitvaart te verzorgen en dat gemeente de kosten op hen kan verhalen. Achteraf bevestigen we het telefonisch contact schriftelijk. Als andere nabestaanden (niet geregistreerd partner, vriend/in) bekend zijn worden die zo mogelijk ook benaderd.

 

In de praktijk komt het sporadisch voor dat een overledene geen nabestaanden heeft. Nabestaanden weigeren de uitvaart te regelen omdat zij de kosten niet kunnen of willen betalen of vanwege persoonlijke redenen.

 

4. Als op de tweede werkdag na overlijden niemand actie onderneemt, regelt de gemeente de uitvaart

Het uitgangspunt is dat de lijkbezorging respectvol, sober en tegen geringe kosten plaatsvindt met in acht neming van de laatste wens van overledene. Als geen wens bekend is tot crematie, wordt overledene begraven op een van de algemene begraafplaatsen van gemeente Hoeksche Waard. Als overledene binding had met een van de dorpen kan hier rekening mee worden gehouden bij de locatiekeuze. Gemeente kiest de uitvaartverzorger, bepaalt de begraafplaats, dag en tijdstip van de begrafenis. Nabestaanden worden hiervan op de hoogte gebracht. Zij hebben de mogelijkheid bij de begrafenis aanwezig te zijn en kunnen aan het graf een laatste woord spreken. Als de aanwezigheid van een geestelijke (dominee) is gewenst zorgt de gemeente hiervoor.

 

Aanvullende wensen van nabestaanden (afscheidsdienst op een locatie, bloemen, drukwerk, spreker, consumpties et cetera) willigen we niet in; zij willen tenslotte zelf niet voorzien in de lijkbezorging en doen een beroep op gemeenschapsgeld.

 

Als het gaat om een eenzame uitvaart (er zijn geen nabestaanden, er is niemand aanwezig bij de uitvaart) verzorgt de gemeente een dominee of een dichter die een laatste woord spreekt.

 

Overledene wordt begraven in een algemeen graf. Grafbedekking op het graf is niet toegestaan, tenzij nabestaanden alsnog de kosten voor de uitvaart voldoen.

 

Als bekend is dat overledene gecremeerd wilde worden, zorgen we voor crematie in 1 van de dichtstbijzijnde crematoria tegen de laagst mogelijke kosten. Nabestaanden worden op de hoogte gebracht van de plaats en dag waarop de crematie plaatsvindt, maar kunnen hier niet bij aanwezig zijn.

 

Na de wettelijke wachttijd van 1 maand geeft het crematorium de as vrij. De gemeente verstrooit de as op een van de gemeentelijke strooivelden of geeft het crematorium opdracht de as te verstrooien. Willen nabestaanden toch de beschikking krijgen over de as, dan kan dit nadat zij de kosten van de uitvaart voldaan hebben.

 

5. We schakelen het Rijksvastgoedbedrijf in

 

Zodra sprake is van een onbeheerde nalatenschap melden we de nalatenschap aan bij het Rijksvastgoedbedrijf. Zij nemen de zorg van de gehele nalatenschap (inclusief woning, voertuigen, huisdieren et cetera) per direct op zich. Zij doen onderzoek naar de naar de nalatenschap en nemen de verdere afwikkeling op zich. Als de nalatenschap toereikend is voldoen zij de factuur voor de uitvaart.

 

6. We verhalen de kosten

 

De gemeente verhaalt in eerste instantie de kosten van de begrafenis/crematie op de nalatenschap. We onderzoeken of er een uitvaartpolis beschikbaar is en/of een testament. Als de nalatenschap onvoldoende is om de kosten te dekken dan onderzoeken we of het verhalen van de kosten op bloed- en aanverwanten haalbaar lijkt. Op basis van die uitkomst besluit het college of we doorgaan met het verhalen van de kosten of niet.

 

Dit om te voorkomen dat oneigenlijk en/of te snel gebruik gemaakt wordt van gemeentelijke gelden. Alleen in bijzondere situaties zien we af van het verhaalsrecht. Daarbij kunnen persoonlijke omstandigheden en gebeurtenissen in het verleden factoren van overweging zijn, net zoals de kosten van het verhalen zelf en de kans op succes.

 

7. Alle inspanningen en uitkomsten tijdens het proces en van het onderzoek leggen we vast in een logboek.

 

In het zaaksysteem maken we een zaak aan voor alle documentatie over het overlijden en de uitvaartverzorging. Als nabestaanden na langere periode alsnog contact opnemen met ons, is het mogelijk hen zorgvuldig te informeren.

 

Alle uitvoering vindt plaats vanachter het bureau. Er vindt geen huisbezoek plaats.

 

8.Slotbepalingen

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard, d.d. 9 maart 2021,

de secretaris,

B. Silvis – de Heer

de burgemeester,

A.P.J. van Hemmen

Bijlage1

Wetgeving

Het uitgangspunt van de Wet op de Lijkbezorging is dat de nabestaanden primair verantwoordelijk zijn voor de uitvaart. Verder is het uitgangspunt van de wetgever dat de zorg voor de lijkbezorging niet alleen afhankelijk is van familierechtelijke- en erfrechtelijke betrekkingen, maar ook van de feitelijke betrekkingen. Volgens de wetgever moet duidelijk zijn dat de lijkbezorging geen taak van de overheid is, maar een zaak van zorg voor elkaar.

 

Kosten

Er rust op nabestaanden naast een financiële plicht ook een morele plicht om de uitvaart te verzorgen. Er is echter geen juridische verplichting om dit te doen. De wetgeving en uitvoeringsrichtlijn is niet bedoeld om financiële problemen van nabestaanden op te lossen. De nabestaanden hebben diverse mogelijkheden voor het voldoen van de kosten van een uitvaart. Zij kunnen bijvoorbeeld een lening sluiten of een inzameling onder familie en vrienden houden. Als nabestaanden niet voldoende middelen hebben, kunnen ze in sommige gevallen een beroep doen op de bijzondere bijstand.

 

Verhalen kosten

Het principe van de Wlb is dat de kosten niet door de belastingbetaler worden gedragen, maar verhaald worden. Kostenverhaal is echter geen verplichting maar een bevoegdheid.

 

De wetgever geeft de burgemeester in artikel 22 Wlb de mogelijkheid om de kosten van een uitvaart te verhalen op de bloed- en aanverwanten. Dit verhaalsrecht geldt voor (ex) echtgenoot, ouders, kinderen, aangehuwde kinderen, schoonouders en stiefouders (artikel 1:392-396 BW), zodat de familie uiteindelijk toch moet betalen.