Hoofdstuk 2 Toepassingsbereik
Artikel 2. Doelgroep TONK
Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:
- -
die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen;
- -
die daardoor zijn woonlasten niet meer kan voldoen; en
- -
waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.
Artikel 3. Voorwaarden ondersteuning noodzakelijke kosten
- 1.
Het vermogen gaat het bedrag van de vermogensgrens van maximaal € 31.340,- niet te boven.
- 2.
Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat de substantiële terugval in het gezinsinkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus.
- 3.
Onder substantiële terugval in inkomen verstaan wij ten minste 25% minder van het gezinsinkomen in januari 2021 ten opzichte van januari 2020.
- 4.
Het aandeel van de woonlasten bedraagt minimaal 30% van het gezinsinkomen in januari 2021.
- 5.
De aanvrager overlegt bewijsstukken van de genoemde onderdelen in de artikelen 3, 4, 5, 11 en 12.
- 6.
Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager woonkostentoeslag ontvangt.
Artikel 4. Noodzakelijke kosten
De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan:
- a.
- b.
privé-kosten van de hypotheekrente voor de woning;
- c.
privé-kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning.
Hoofdstuk 3 Procedure
Artikel 5. Algemene voorwaarden
- 1.
Het college beoordeelt de aanvraag voor bijzondere bijstand op grond van artikel 35 van de wet indien er geen algemene voorwaarden als bedoeld in paragraaf 2.2 van de wet van toepassing zijn. Tenzij deze beleidsregels anders bepalen.
- 2.
Er bestaat alleen aanspraak op bijzondere bijstand voor kosten die in Nederland zijn opgekomen en aan Nederland zijn verbonden.
Artikel 6. Inlichtingenplicht
- 1.
De inlichtingenplicht zoals genoemd in artikel 17 lid 1 van de wet is van toepassing op deze beleidsregels.
- 2.
Bij een vordering in verband met ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende uitkering als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht zijn de “Beleidsregels terugvordering Participatiewet 2019 Bommelerwaard” van toepassing.
Artikel 7. Vorm van de bijstand
- 1.
Tenzij deze beleidsregels anders bepalen, wordt de bijzondere bijstand als een uitkering om niet (zonder terugbetalingsverplichting) verstrekt.
- 2.
De bijzondere bijstand wordt in de vorm van een renteloze geldlening verstrekt in de gevallen genoemd in artikel 48 tweede lid van de wet.
Artikel 8. De aanvraag
- 1.
De aanvraag wordt schriftelijk ingediend op een door het college beschikbaar gesteld formulier.
- 2.
Bij de aanvraag worden de gegevens overgelegd zoals aangegeven op het aanvraagformulier.
- 3.
Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan uiterlijk tot 1 maand na het aflopen van de financiële regeling TONK worden ingediend.
Artikel 9. Terugwerkende kracht
Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.
Hoofdstuk 4 Draagkracht
Artikel 10. Maximale hoogte tegemoetkoming
- 1.
De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt voor de periode 1 januari 2021 tot 1 juli 2021 maximaal € 1.000,- per huishouden.
- 2.
In aanvulling op lid 1 ontvangt de aanvrager een aanvullende vergoeding ter hoogte van € 100,- voor de periode 1 januari 2021 tot 1 juli 2021 per ten laste komende kind, indien het ten laste komende kind is ingeschreven op hetzelfde adres als de aanvrager in de Basisregistratie Personen.
Artikel 11. Inkomen
Tot het inkomen worden de inkomensbestanddelen gerekend waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.
Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:
- a.
- b.
inkomen uit eigen onderneming;
- c.
inkomen uit een uitkering;
- d.
- e.
inkomen uit verleende zorg uit PGB;
- f.
inkomen uit (onder)verhuur;
- g.
inkomen uit partner en/of kinderalimentatie.
Artikel 12. Beschikbare middelen
- 1.
Beschikbare middelen zijn waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.
- 2.
Het betreft de beschikbare middelen van de aanvrager en de partner.
- 3.
Onder beschikbare middelen wordt verstaan:
- a.
- b.
geld op betaal- en spaarrekeningen;
- c.
cryptovaluta (zoals bitcoins);
- d.
de waarde van effecten (hierbij gaat het om een beleggingsrekening met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).
Artikel 13. Afzien opleggen verhuisverplichting
Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.
Artikel 14. Drempelbedrag
Het college maakt geen gebruik van een drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 tweede lid van de wet.
Artikel 15. Uitbetaling
De uitbetaling vindt eenmalig plaats.