Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Tijdelijke beleidsregels TONK Gemeente Schagen)

Artikel 1 Begripsbepalingen

• 1.

  Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Gemeentewet en Algemene wet bestuursrecht

• 2.

  In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de persoon die een aanvraag doet voor een tegemoetkoming TONK in de woonlasten;

  • b.

    bijstandsnorm: de bijstandsnorm, bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen;

  • d.

    huishouden: een huishouden bestaat uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens);

  • e.

    inkomen; onder inkomen wordt verstaan inkomsten uit arbeid in loondienst, inkomen uit eigen bedrijf of zelfstandig beroep, inkomsten uit uitkering, inkomsten uit verhuur en inkomsten uit partner- en/of kinderalimentatie van de aanvrager en andere personen die tot het huishouden van de aanvrager behoren;

  • f.

    nieuw inkomen: het inkomen van het huishouden waartoe aanvrager behoort dat is ontstaan na de onvoorzienbare, onvermijdelijke en plotselinge terugval van het inkomen als gevolg van de maatregelen die de rijksoverheid heeft genomen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen;

  • g.

    normhuur: het deel van het huurbedrag dat in het kader van de huurtoeslag voor rekening van de huurder blijft;

  • h.

    terugval in het inkomen: een terugval van minimaal 25% van het inkomen, die wordt gemeten door het inkomen van januari 2021 (peilmaand) te vergelijken met het inkomen van januari 2020 (peilmaand);

  • i.

    vermogen: het vermogen, bedoeld in artikel 34, eerste en tweede lid, van de wet;

  • j.

    wet: Participatiewet;

  • k.

    woonlasten: onder woonlasten wordt verstaan huur, servicekosten, aflossing hypotheek, hypotheekrente, kosten van een levensverzekering verbonden aan de hypotheek, bijdrage voor de Vereniging van eigenaren en kosten voor nutsvoorzieningen, gas, water, licht.

Artikel 2 Indienen aanvraag en verklaring

• 1.

  Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK in de woonlasten voor de periode van 1 januari tot 1 juli 2021 wordt schriftelijk bij het college ingediend. De voornoemde aanvraag kan worden ingediend tot 1 augustus 2021.

• 2.

  De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, kan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 worden aangevraagd.

• 3.

  In de verklaring bij de in het eerste lid genoemde aanvraag wordt door de aanvrager van een tegemoetkoming TONK verklaard dat er sprake is van een inkomensterugval als gevolg van de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van het coronavirus.

Artikel 3 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK in de woonlasten is bedoeld voor huishoudens:

• •

  die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijk terugval in hun inkomen;

• •

  die de noodzakelijke kosten zoals woonkosten niet meer uit hun inkomen kunnen voldoen;

• •

  waarvoor andere regelingen niet of voldoende soelaas bieden.

Artikel 4. Vaststellen recht op tegemoetkoming TONK

Het college bepaalt aan de hand van de volgende vragen of het huishouden van aanvrager recht heeft op een tegemoetkoming TONK in de woonlasten:

• •

  behoort het huishouden van aanvrager tot de doelgroep, bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregels?

• •

  is het huishouden van aanvrager op grond van de artikelen 11,12, 13,14 of 15 van de wet niet uitgesloten van de tegemoetkoming TONK in de woonlasten?

• •

  voldoet het huishouden van aanvrager aan de criteria van de bijzondere bijstand zoals genoemd in artikel 35 van de wet?

• •

  heeft het huishouden van aanvrager op grond van de draagkrachtregels, bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregels, voldoende draagkracht in het inkomen en vermogen om de woonlasten zelf te voldoen?

Artikel 5 Bepalen van de draagkracht in het inkomen en vermogen

• 1.

  Het college stelt bij de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming TONK in de woonlasten de draagkracht in het inkomen op grond van de volgende regels vast:

  • •

    het nieuwe inkomen van het huishouden van aanvrager wordt gebaseerd op de peilmaand januari 2021;

  • •

    het meerinkomen van het huishouden van aanvrager wordt vastgesteld door van het nieuwe inkomen van het huishouden van aanvrager de voor de huishouding van aanvrager geldende bijstandsnorm in mindering te brengen;

  • •

    het huishouden van aanvrager dient 80 % van genoemd meerinkomen in te zetten voor de woonlasten;

  • •

    het huishouden van aanvrager dient uit de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm een deel van de woonlasten te voldoen, welk deel gelijk is aan het huurbedrag dat in het kader van de huurtoeslag voor rekening van de huurder blijft (normhuur);

  • •

    het maandelijkse recht op TONK wordt bepaald aan de hand van de volgende formule:

    woonlasten - (nieuw inkomen aanvrager minus de op aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm) x 80% - bedrag van de normhuur)).

• 2.

  Het college laat het vermogen van het huishouden van aanvrager buiten beschouwing.

Artikel 6 Bijzondere omstandigheden

Het college handelt overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Tijdelijke beleidsregels TONK Gemeente Schagen.

Artikel 8 Inwerkingtreding beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die waarop ze zijn bekendgemaakt en werken terug tot 1 januari 2021.

Artikel 9 Vervallen beleidsregels

Deze beleidsregels vervallen met ingang van 1 juli 2021, tenzij de tijdelijke noodmaatregel TONK waar deze beleidsregels op zijn gebaseerd op een later tijdstip komt te vervallen. In dat geval vervallen deze beleidsregels op dat latere tijdstip.