Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Pijnacker-Nootdorp 2021) |
Citeertitel | Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Pijnacker-Nootdorp 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling wordt per 1 juli 2021 ingetrokken.
artikel 35 van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-03-2021 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 02-03-2021 | 1225851/1109499 |
Artikel 8. Maximale hoogte tegemoetkoming
De maximale tegemoetkoming TONK op basis van deze beleidsregels bedraagt € 500,00 per huishouden per maand.
Artikel 10. Uitgangspunt draagkracht
Bij de vaststelling van de tegemoetkoming TONK dient rekening te worden gehouden met de aanwezige draagkracht in het inkomen of het vermogen. Bij de vaststelling van aanwezige draagkracht wordt in ieder geval rekening gehouden met de peildatum, het vermogen en het inkomen.
Artikel 11. Vaststelling van de draagkracht
In het inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm exclusief vakantiegeld is geen draagkracht aanwezig. Het inkomen boven die grens wordt volledig tot de draagkracht gerekend.
Artikel 15. Jongeren 18 tot 21 jaar
Wanneer een jongere van 18 tot 21 zelfstandig woont en hiervoor noodzakelijke kosten heeft, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming TONK afgeweken van de norm zoals genoemd in artikel 20 van de wet en wordt de alleenstaande of gehuwden norm van 21 jaar of ouder gehanteerd.
Artikel 16. Afzien opleggen verhuisverplichting
Het college legt aan de belanghebbende die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.
Indien belanghebbende niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK en zeer dringende redenen hiertoe noodzaken kan het college, gelet op alle omstandigheden in het individuele geval beoordelen of de belanghebbende in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK.
Vastgesteld in de vergadering van 2 maart 2021.
het college van Pijnacker-Nootdorp,
drs. J.P.R. Woudstra
secretaris
mw. F. Ravestein
burgemeester
Veel huishoudens hebben vanwege de coronacrisis te maken met een onvermijdbare en plotselinge terugval van hun inkomsten. In sommige situaties is sprake van een dusdanige terugval dat de noodzakelijke kosten van het bestaan niet meer (volledig) kunnen worden voldaan. Het bestaande stelsel van sociale zekerheid en de maatregelen uit de steunpakketten bieden voor deze problemen niet altijd soelaas. Hierdoor dreigen deze huishoudens tussen de wal en het schip te vallen.
Om deze groep huishoudens te ondersteunen is de aanvullende tijdelijke noodmaatregel TONK gecreëerd:
De TONK biedt een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten aan huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het resterende inkomen. Het gaat hierbij niet om een inkomensondersteunende regeling maar om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten. De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Deze regeling komt te vervallen per 1 juli 2021.
De uitvoering van de TONK wordt ondergebracht bij gemeenten onder de bestaande structuur van de bijzondere bijstand. Immers ook in ‘niet coronatijd’ kunnen gemeenten bijzondere bijstand verstrekken wanneer inwoners door bijzondere omstandigheden de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen.
Gemeenten worden opgeroepen via de tijdelijke noodmaatregel TONK ruimere toegang tot de bijzondere bijstand te bieden. Gemeenten worden hiervoor financieel gecompenseerd (zie tevens alinea beschikbare middelen en verantwoording).
Voor de TONK worden geen centrale regels gesteld. Het vaststellen van regels met betrekking tot het verlenen van bijzondere bijstand (waaronder de TONK) is en blijft een bevoegdheid van colleges. De focus van de Tonk ligt op woonkosten, maar andere kosten worden niet uitgesloten.
De TONK is een vorm van bijzondere bijstand. Hierdoor blijft de systematiek van de bijstand gelden. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de algemene regels voor bijzondere bijstandsverlening, en dat alleen sprake is van een verruiming ten opzichte van de Participatiewet en de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand daar waar dit expliciet volgt uit deze beleidsregels. Dat de systematiek van de Participatiewet geldt, impliceert ook dat gehuwden een gezamenlijk recht op een tegemoetkoming TONK hebben.
Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen.
Het kan gaan om werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen. Ook belanghebbenden die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, kunnen in aanmerking komen voor de TONK.
Met deze brede doelgroepomschrijving kunnen wij huishoudens ondersteunen die door de lockdown hun noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. De lockdown en andere coronamaatregelen zijn door de overheid, om noodzakelijke redenen, opgelegd. Veel bedrijven ondervinden hierdoor enorme nadelige economische / financiële gevolgen. Dit heeft zijn weerslag op veel huishoudens die te maken hebben gekregen met een zorgelijke inkomensachteruitgang. Zij zien hun opgebouwde leven op losse schroeven staan.
De peildatum is de datum waarop het recht op de tegemoetkoming TONK wordt vastgesteld.
Uitgangspunt in de Participatiewet is dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht in principe niet is toegestaan (artikel 44, eerste lid, van de wet). In deze beleidsregels wordt hier een beperkte uitzondering op gemaakt.
De tegemoetkoming TONK ziet op de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.
Het uitgangspunt is dat de tegemoetkoming TONK om niet verstrekt wordt. Dit betekent dat belanghebbende de tegemoetkoming niet hoeft terug te betalen. De tegemoetkoming TONK kan in de vorm van een lening worden vertrekt als de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Bij een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid kan gedacht worden aan de situatie waarin de aanvrager het vermogen te snel inteert of door eigen toedoen geen aanspraak (meer) kan maken op een voorliggende voorziening.
In dit artikel is neergelegd op welke wijze de aanvraag moet worden ingediend. Ook is bepaald welke stukken de aanvrager moet verstrekken bij de aanvraag.
Een aanvraag tegemoetkoming TONK moet worden ingediend uiterlijk op 30 juni 2021. Dat is immers de laatste dag van de periode waarop de TONK geldt. Met ingang van 1 juli 2021 worden deze (tijdelijke) beleidsregels ingetrokken.
Artikel 6. Voorwaarden tijdelijke noodzakelijke kosten
Een inwoner heeft recht op een tegemoetkoming TONK als hij zijn woonkosten niet kan betalen als gevolg van een terugval in inkomsten door de coronacrisis. Het college heeft geen percentage gekoppeld aan de inkomensterugval, maar duidelijk moet zijn dat het niet kunnen betalen van de woonkosten verband houdt met een inkomensterugval als gevolg van de coronacrisis. Het is aan de aanvrager van de tegemoetkoming TONK om dit aannemelijk te maken.
Artikel 7. Noodzakelijke kosten
De regeling richt zich op de grootste (vaste lasten) kostenpost t.w. (1.) de kosten van huur boven het grensbedrag van de individuele huurtoeslag als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag of (2.) de Kosten van hypotheekrente voor een woning in eigendom. Dit zorgt voor een redelijke tegemoetkoming om de noodzakelijke kosten te dekken en voor een relatief snelle afhandeling. In dit stadium van de crisis is snelheid belangrijk. Omdat de nood vaak inmiddels al hoog is en huishoudens snel hulp nodig hebben.
De tegemoetkoming TONK voorziet alleen in deze kosten voor zover het gaat om een door de aanvrager bewoonde woning. Het gaat dan om de woning waar belanghebbende hoofdverblijf heeft. De tegemoetkoming TONK voorziet niet in de kosten van een tweede woning of een zakelijk pand.
Met betrekking tot de kosten van huur gaat het om de kale huur inclusief servicekosten. Hierbij zijn de kosten van gas, licht en elektriciteit - voor zover deze zijn inbegrepen bij de huurprijs – uitgesloten. Met betrekking tot de kosten verbonden aan de woning die wordt bewoond in eigendom, wordt bij een aanvraag om tegemoetkoming van de TONK geen rekening gehouden met de aflossing van de hypotheek en andere kosten verbonden aan de woning.
Artikel 8. Maximale hoogte tegemoetkoming
We kunnen op voorhand niet inschatten hoe groot de potentiele doelgroep is. Het betreft immers een doelgroep die onder ‘normale’ omstandigheden niet in beeld is bij onze gemeente. Gezien de onzekerheid over de potentiele doelgroep in verhouding tot de beschikbare middelen kan geen realistische inschatting worden gemaakt over het financiële risico en uitvoeringsbereik van de TONK voor onze gemeente. Wel is deze onzekerheid aanleiding geweest om de hoogte van de TONK te maximeren tot € 500 per maand per huishouden (€ 3000 in totaal). We willen hiermee bereiken dat de tegemoetkoming effect heeft voor onze inwoners met een afgewogen risico voor onze gemeente.
In dit artikel is geregeld dat in het inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag is geen draagkracht aanwezig is. Dit is een verruiming van 10% ten opzichte van de beleidsregels bijzondere bijstand. Door deze verruiming ontstaat meer financiële ruimte om aan lopende betalingsverplichtingen te voldoen. De belanghebbende wordt geacht een deel van het beschikbare inkomen zelf aan te wenden voor de noodzakelijke kosten.
Ook hiervoor geldt dat we willen bereiken dat de tegemoetkoming effect heeft voor onze inwoners met een afgewogen risico voor onze gemeente.
Het vermogen wordt op dezelfde wijze vastgesteld als bij de algemene bijstand en er wordt aangesloten bij de vermogensgrenzen genoemd in artikel 34, derde lid, van de wet. Bij de vaststelling van het vermogen voor een tegemoetkoming TONKL wordt het vermogen het vermogen gebonden in de woning, de waarde van auto’s, motorvoertuigen en caravans buiten beschouwing gelaten. Hiermee wordt voorkomen dat belanghebbenden als gevolg van deze vermogensbestanddelen geen recht hebben op de TONK en in het ergste geval zijn/haar bezit moet verkopen om tijdelijk in de noodzakelijke kosten te voorzien.
Het inkomen wordt op dezelfde wijze vastgesteld als de algemene bijstand en er wordt aangesloten bij artikel 32 van de wet. Het inkomen wordt in de maand van de peildatum vastgesteld en daarmee staat het recht vast voor de hele periode waarop de tegemoetkoming TONK ziet.
Artikel 14. Voorliggende voorziening
Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 van de wet). Het college kan geen tegemoetkoming TONK verstrekken als betrokkene een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel geacht wordt passend en toereikend te zijn.
Artikel 16. Jongeren van 18 t/m 21 jaar
Voor jongeren in de leeftijd van 18 t/m 21 jaar met een zelfstandige woonruimte en noodzakelijke kosten, wordt afgeweken van de norm zoals genoemd in artikel 20 van de wet. Het toepassen van de jongerennorm zal een hoge draagkracht met zich meebrengen. Dat staat niet in verhouding met het weggevallen inkomen. Het voorgaande wordt voorkomen door toepassing van alleenstaande of gehuwden norm van 21 jaar of ouder. Hiermee wordt tevens voorkomen dat deze doelgroep wordt uitgesloten.
Artikel 17. Afzien opleggen verhuisverplichting
Het college legt geen verhuisverplichting op bij de verstrekking van een tegemoetkoming TONK. Dit past immers niet bij het doel van deze tijdelijke tegemoetkoming in verband met de coronacrisis.
Artikel 18. Inwerkingtreding, intrekking en toepassingsbereik
De tegemoetkoming TONK geldt voorlopig van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021. Hiermee is rekening gehouden bij de inwerkintreding met terugwerkende kracht van deze beleidsregels en de intrekking ervan per 1 juli 2021.