Organisatie | Nieuw Reijerwaard |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Nieuw Reijerwaard houdende regels omtrent het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het algemeen bestuur |
Citeertitel | Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het Algemeen Bestuur van de GR Nieuw Reijerwaard |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-03-2021 | nieuwe regeling | 04-11-2019 | BESLUIT/0289 |
PARAGRAAF 1. TIJDSTIP VAN VERGADEREN; VOORBEREIDINGEN
Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste drie keer per jaar en verder zo dikwijls als het Algemeen Bestuur daartoe besloten heeft. Voorts vergadert het Algemeen Bestuur indien de voorzitter het nodig oordeelt of tenminste één vijfde van het aantal leden waaruit het Algemeen Bestuur bestaat schriftelijk, met opgaaf van redenen, daarom verzoekt.
De secretaris zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
Artikel 8 Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking gesteld.
PARAGRAAF 2. ORDE DER VERGADERING
Artikel 12 Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet voldaan wordt aan het vereiste in lid 1, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering. Deze vergadering kan niet eerder plaatsvinden dan tenminste 24 uur na het bezorgen van de oproep.
Wanneer een deelnemer niet aanwezig is, kan een ambtenaar van de betreffende deelnemer of een andere door de deelnemer aangewezen persoon in de vergadering aanwezig zijn en deelnemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement. Bij aanvang van de vergadering maakt de voorzitter bekend of van deze mogelijkheid gebruikt wordt gemaakt.
De leden en de secretaris hebben het recht een voorstel tot verandering aan het Algemeen Bestuur te doen, indien het conceptverslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de secretaris te worden ingediend.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de wet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Artikel 18 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan het Algemeen Bestuur besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het Dagelijks Bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat het Algemeen Bestuur tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.
PARAGRAAF 3. PROCEDURES BIJ STEMMINGEN
Artikel 23 Algemene bepalingen over stemming
In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich van stemming dienden te onthouden in een aangelegenheid die het lid rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 24 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 25 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. Bij vaststelling van de agenda wordt het initiatiefvoorstel in stemming gebracht.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. Het Algemeen Bestuur bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 31 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt de voorzitter de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door het Dagelijks Bestuur gegeven antwoord, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist.
Artikel 32 Schriftelijke vragen raadsleden
Het Algemeen Bestuur beantwoordt de vragen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand na ontvangst van het verzoek. De antwoorden worden door de voorzitter zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raden van de aan de regeling deelnemende gemeenten medegedeeld. Bij de antwoorden worden de vragen opnieuw vermeld.
HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERINGEN
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 38 Opheffing geheimhouding
Indien het Algemeen Bestuur op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover eerst contact opgenomen met het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd.
HOOFDSTUK 6 TOEHOORDERS EN PERS
Artikel 40 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.