Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wierden

Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWierden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Gladheidsbestrijding 2012-2016
Citeertitelbeleidsplan gladheidsbestrijding 2012 - 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2012nieuw beleid

19-07-2011

gmb-2021-70351

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012-2016

 

Inleiding

1. Bestaande situatie 3

2. Gladheidsbestrijding 5

2.1 Inleiding. 5

2.2 Juridische aspecten. 5

2.3 Arbo-aspecten. 6

2.4 Milieuaspecten 7

3. Integrale visie. 9

3.1 Inleiding. 9

3.2 Uitwerking integrale visie.......................,. 9

4. Keuzes uitvoering gladheidsbestrijding 12

4.1 Inleiding.................................................,. 12

4.2 Afwegingskader gladheidsbestrijding 12

4.3 Samenvatting 16

5. Communicatie....,. 17

5.1 Inleiding........... .....p. 17

5.2 Interne communicatie. 17

5.3 Externe communicatie. 17

5.4 Afstemming met andere wegbeheerders. 18

6. Materiaal/materieel een personeel 20

6.1 Materiaal/materieel. 20

6.2 Opslag en Onderhoud 21

6.3 Personeel 21

7. Relevante ontwikkelingen 23

7.1 Areaal ontwikkelingen 23

7.2 Samenwerking .......................................,. 23

7.3 Landelijke crisissituatie. 24

7.4 Pilot Woonservice.....................................................,. 25

8. Evaluatie. 26

9. Kostenraming.................................................,. 27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 28

 

 

 

 

 

Inleiding

 

Gemeente Wierden is beheerder van een groot deel van de openbare wegen in de gemeente. De gemeente heeft een zorgplicht, vastgelegd in de Wegenwet, om te zorgen dat haar wegen in een goede en veilige staat verkeren. Gladheidbestrijding valt onder deze zorgplicht. In juridische zin is het belangrijk om te weten dat het hierbij gaat om een zogenaamde inspanningsverplichting en niet om een resultaatsverplichting. Om optimaal in te kunnen spelen op deze zorgplicht wordt de gladheidbestrijding uitgevoerd volgens een vooraf opgesteld en vastgesteld gladheidsbestrijdingsplan.

Door allerlei ontwikkelingen voldoet het gladheidsbestrijdingsplan uit 2003 niet meer en wordt daarom vervangen in een nieuw plan.

Ih het gladheidbestrijdingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen een beleidsplan en een uitvoeringsplan.

 

Voor een gedegen aanpak van de gladheidsbestrijding is een beleidsplan onontbeerlijk. Dit beleidsplan beschrijft hoe de gladheidsbestrijding wordt uitgevoerd binnen de wettelijke kaders en volgens de integrale visie. Het plan geeft weer welke beleidskeuzen de beheerorganisatie heeft gemaakt op het gebied van uitvoering, afstemming met omliggende gemeenten en financieel kader. Het plan biedt voor de komende periode yan 5 jaar, 2012-2016, de basis voor het operationele uitvoeringsplan.

 

Het vertalen van het beleid naar concrete acties resulteert ieder jaar in een uitvoeringsplan.

Het uitvoeringsplan beschrijft kort en bondig de uitvoeringsonderdelen van de gladheidsbestrijding voor het komende seizoen. Het uitvoeringsplan wordt jaarlijks voor het winterseizoen aan het college van Burgemeester en Wethouders aangeboden voor besluitvorming.

 

Dit beleidsplan gladheidsbestrijding is opgesteld door de afdeling Grondgebiedzaken

(sectie Openbare Werken in samenwerking met de buitendienst).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 28

 

 

 

 

 

 

1. Bestaande situatie

Evenals bij Provincie en Rijk wordt in de gemeente Wierden door middel van "nat" strooien preventieve gladheidsbestrijding toegepast. De alarmering van de gemeentelijke veiligheidscoördinator komt direct tot stand door een melding van de provincie, op eigen informatie verkregen via het digitale systeem en uiteraard via de eigen waarnemingen.

De gemeente is voor wat betreft de gladheidsbestrijding verdeeld in 3 fasen. De prioriteit en de routes van de fasen zijn vastgelegd in een gladheidsbestrijdingsplan.

 

Normaal gesproken kan worden volstaan met fase l. Bij extreme weersomstandigheden wordt opgeschaald naar fase II en III

Fase I is in vier routes onderverdeeld. De routes zijn destijds in het gladheidsbestrijdingsplan zo economisch mogelijk ingedeeld binnen de van te voren opgestelde randvoorwaarden. De rayons zijn:

• Enter met buitengebied omgeving Ypelo;

• Wierden Noord met buitengebied omgeving Hoge Hexel;

• Wierden Zuid omgeving Zuna.

• Alle vrij liggende fietspaden in geheel Wierden (met uitzondering van de recreatieve fietspaden).

 

Bij elke route wordt de gladheid bestreden door 1 combinatie: een vrachtwagen met opzetstrooier en -indien nodig- een sneeuwploeg. Voor de fietspaden wordt apart een tractorcombinatie ingezet.

Tot afgelopen winter is curatief gestrooid. Op basis van afwegingen en de hedendaagse technieken is door het college een keuze gemaakt voor de preventieve gladheidbestrijding door middel van de natstrooimethode. Aanleiding hiervoor was de vervanging van het materieel. De raad is destijds door middel van een bestuursrapportage geïnformeerd over de gewijzigde stooimethodiek.

In seizoen 2010-2011 is overgegaan op preventief strooien met de natzoutmethode. Door de strenge winter van afgelopen winterseizoen heeft de buitendienst de rijbanen voornamelijk curatief behandeld.

Daardoor hebben zij niet volledige ervaringen kunnen opdoen met de nieuwe methodiek. Maar de verwachtingen zijn positief.

Door het landelijk zouttekort in combinatie met de extreme weersverwachtingen is de buitendienst afgelopen jaar vooral bezig geweest met het sneeuw- en ijsvrij houden van de hoofdroutes.

 

De uitvoering van de gladheidsbestrijding wordt verzorgd door medewerkers van de buitendienst. De organisatie van de winterdienst bestaat uit 14 personen. Het betreffen 6 vrachtwagenchauffeurs, 2 tractorchauffeurs, 2 vervangers en 4 coördinatoren. Ten tijde van de gladheidsbestrijding zijn 5 medewerkers actief. Er wordt bij de strooiacties gebruik gemaakt van drie gemeentelijke vrachtwagens, een tractor en een graaf/laadcombinatie (ten behoeve van het laden). Op iedere combinatie zit tijdens de strooiacties één persoon.

De consignatieperiode1 loopt van 1 november tot 1 april. Door het systeem van wisseldienst voor de medewerkers is het beschikbaar zijn voor de gladheidsbestrijding gewaarborgd.

 

1 Consignatieperiode consignatieperiode is periode dat de buitendienstmedewerkers bereikbaar moeten zijn voor de gladheidsbestrijding

 

Concept Beleidspla 2016 19 juli 2011 3

4vanV8

 

 

 

 

 

 

Het beheersgebied van de gemeente Wierden grenst aan dat van andere gemeenten. Over verschillende grensoverschrijdende wegen zijn afspraken gemaakt wie waar en tot hoever strooit.

 

De medewerkers van de operationele wachtdienst krijgen voor hun werkzaamheden binnen de gladheidsbestrijding de volgende vergoedingen:

• consignatievergoeding (uitbetaling);

• bij overwerk buiten de feitelijk vastgestelde werktijd worden de gemaakte uren gecompenseerd in tijd (verlof);

• bij overwerk buiten de feitelijk vastgestelde werktijd wordt de overwerktoeslag uitbetaald of in uren omgezet.

 

De weersomstandigheden kunnen het noodzakelijk maken dat ook overdag de rijbaan behandeld (gestrooid of geschoven) wordt. De hiervoor aangewezen medewerkers zullen in dat geval hun reguliere werk onderbreken voor de gladheidsbestrijding. Hierbij is er geen sprake van consignatie en van arbeid buiten de vastgestelde werktijd. Dit wordt niet extra vergoed.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 4

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 28

 

 

 

 

2. Gladheidsbestrijding

2.1 Inleiding

In Nederland is de gladheidsbestrijding een verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Afhankelijk van het type weg kunnen dit Rijkswaterstaat, provincies, wegbeherende waterschappen of gemeenten zijn. Het is niet gewenst dat al deze partijen hun eigen beleid hanteren voor de gladheidsbestrijding en op verschillende wijzen werken. Dit komt de overzichtelijkheid voor de weggebruiker niet ten goede.

Daarom is een goede afgestemde gladheidsbestrijding gewenst.

 

Daarnaast worden wegbeheerders steeds vaker verantwoordelijk gehouden voor geleden schade. Gedupeerden zoeken steeds vaker de gerechtelijke weg om wegbeheerders aansprakelijk te stellen. Naar verwachting zal deze juridificering van de maatschappij verder toenemen. Alleen al om deze reden is gewenst dat de gladheidsbestrijding planmatig wordt aangepakt, zodat de wegbeheerder zich zo nodig kan verantwoorden voor de wel en niet getroffen maatregelen.

 

De wijze waarop “het product gladheidsbestrijding" vorm krijgt, wordt voornamelijk bepaald door de wettelijke kaders waarbinnen het moet worden uitgevoerd. Zo is de zorgplicht van de wegbeheerder voor het in goede en veilige staat verkeren van de wegen vastgesteld in de Wegenwet. Bij de invulling van deze taak heeft de beheerder ook te maken met arbo-technische aspecten en met de consequenties voor het milieu als gevolg van het gebruik van dooimiddelen. Daarnaast is het beschikbare budget (zie hoofdstuk 9) een randvoorwaarde die bepalend is voor de invulling van de taak.

 

2.2 juridische aspecten

De wegbeheerder is op grond van artikel 15 e.v. van de Wegenwet verantwoordelijk voor het onderhoud van de weg. Als hij niet voldoet aan deze verantwoordelijkheid, met schade bij weggebruikers als gevolg, kan hij voor die schade aansprakelijk worden gehouden. Er moet dan wel voldaan worden aan de voorwaarden voor aansprakelijkheidsstelling. Dit zal niet bij elk ongeval het geval zijn.

 

De aansprakelijkheid van de wegbeheerder kan op twee gronden worden gebaseerd. Allereerst is de verantwoordelijkheid voor gebreken aan de weg en de weguitrusting, zoals opgenomen in artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel regelt echter niet de mogelijke verantwoordelijkheid van de wegbeheerder voor zaken en substanties die niet op het wegdek thuis horen, zoals zand en olie, maar ook sneeuw, ijzel of rijp. De mogelijke aansprakelijkheid voor ongevallen door zaken op het wegdek dient beoordeeld te worden op basis van artikel 6:162 BW ( schuldaansprakelijkheid op basis van een onrechtmatige daad).

 

Een belangrijk punt bij aansprakelijkheidsstelling is de vraag of er sprake is van verwijtbaarheid van de wegbeheerder. Is de beheerder bekend met een bepaald gevaar, of wordt geacht hiermee bekend te zijn, maar verzuimt om preventieve maatregelen te treffen. Uitgangspunt is dat de

 

 

Concept BeleidspIan STtlaandheïdsb

 

 

stri'«tino 2012 — 2016 19 juli 2011

 

nummer

 

Üan'f- anpag+na II van 28

 

 

 

 

 

wegbeheerder een inspanningsverplichting heeft voor de bestrijding van de gladheid. Daardoor ligt de bewijslast voor het aantonen van verwijtbaarheid in beginsel bij de eisende partij. Vanwege de voorzienbaarheid van het fenomeen gladheid zal de wegbeheerder wel moeten aantonen dat op structurele wijze aan de zorgplicht is voldaan.

 

De middelen die de beheerder hiervoor kan aanwenden zijn:

• een gladheidsbestrijdingplan dat is gepubliceerd;

• een gladheidmeldsystematiek (bijvoorbeeld een contract met een weerbureau, een eigen gladheidssysteem of door middel van eigen waarnemingen);

• een goede administratie van tijden en gereden routes;

• het voorhanden hebben van goed materieel;

• consistentie in beleid en uitvoering.

 

2.3 Arbo-asRecten

Gladheidsbestrijding vindt vrijwel altijd plaats onder moeilijke omstandigheden voor het uitvoerende personeel: koude weersomstandigheden, vaak in nachtelijke uren, op soms nog gladde wegen en met agressieve dooimiddelen. De kaders voor de inzet en de arbeidsomstandigheden van het personeel zijn bepaald in de Arbeidstijdenwet en de Arbo-wet. De arbeidstijdenwet is met bepalingen verder uitgewerkt in een Arbeidsbesluit.

 

Arbeidstijden

De werkzaamheden in het kader van de gladheidsbestrijding hebben als kenmerk dat ze onregelmatig zijn, niet vooraf te plannen zijn en vaak in de avond en nacht worden uitgevoerd. Chauffeurs van strooiwagens en coördinatoren worden daarom in de winterperiode in consignatie ingezet. Zij dienen, behalve voor hun reguliere werkzaamheden, ook beschikbaar te zijn voor werkzaamheden in het kader van de gladheidsbestrijding. De regels voor de arbeidstijden en consignatie zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. De bepalingen hebben betrekking op de maximale (gemiddelde) arbeidsduur per etmaal, per week en per maand en op de maximale duur van de consignatie. In gemeente Wierden loopt de consignatieperiode van 1 november tot 1 april.

 

Veiligheid

De veiligheidsaspecten bij g adheidsbestrijding hebben betrekking op het gebruik van materiaal en materieel en op de uitvoering. In principe draagt de bedrijfsleider buitendienst de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het personeel tijdens de uitvoering.

De belangrijkste risicofactoren hebben betrekking op:

• Het omgaan met dooimiddelen;

• Het bedienen van, en het werken met,

gladheidsbestrijdingsmaterieel;

• Onveilige situaties tijdens het strooien.

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 6

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 28

 

 

 

 

 

Ten behoeve van de veiligheid moet het gladheidbestrijdingsmaterieel volgens de arbowetgeving zijn voorzien van een CE markering en een bijbehorende EG-verklaring. Daarnaast moeten de risicofactoren met betrekking tot de werkzaamheden volgens de de arbowetgeving worden vastgelegd. Dit kan door middel van een VCA certificaat (Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers).

Met het VCA-certificaat wordt in een keer aangetoond dat het uitvoerend bedrijf voldoet aan de gestelde punten op het gebied van Veiligheid, Gezondheid en Milieu. Voor het goed omgaan met gladheidsbestrijdingsmaterieel wordt door de chauffeurs periodiek een algemene cursus gevolgd op het gebied van voertuigbeheersing. De cursus wordt afgesloten door middel van een toets.

 

 

2.4 /I//ï/ïeoaspecfen

Bij de bestrijding van gladheid wordt gebruik gemaakt van dooimiddelen die een schadelijke invloed hebben op het leefmilieu. Een deel van het gebruikte dooimÏddel komt terecht in de directe omgeving van de wegen waarop is gestrooid, bijvoorbeeld door verwaaiing. Ook als het zout afspoelt van het wegdek komt het in de omgeving. Uiteindelijk heeft dit effect op de kunstwerken zoals bruggen en viaducten, bodem en op de vegetatie door een te grote blootstelling aan dooimiddelen.

 

De eerste in aanmerking komende maatregel om zoutschade te voorkomen of te beperken, is uiteraard minder zout in het milieu brengen. Dit kan op een aantal manieren worden ingevuld, op beleidsniveau en in de praktijk.

• Een belangrijke stap in de goede richting is in dit verband de preventieve natzoutmethode. Door vooraf op basis van een gladheidsverwachting met natzout te strooien wordt niet alleen nauwkeuriger gestrooid, maar beperkt tevens de hoeveelheid benodigd wegenzout en daarmee ook de kosten. Het zout verwaait niet en is daarmee veel effectiever. Door aanschaf van ander materieel en aanpassing van het bestaande materieel is het ook in de gemeente Wierden mogelijk de preventieve natzoutmethode toe te passen.

• Door bewust om te gaan met het aantal strooiacties komt ook minder zout in het milieu. Vanuit het oogpunt van veiligheid en service naar de bewoners is de druk aanwezig om meer te strooien. Dit heeft als tegengewicht extra gevolgen voor de financiën en het milieu. De afweging tot het strooien vindt in Wierden standaard plaats op basis van een signaal van de provincie. Dat is het moment dat de provincie en ook de omliggende gemeenten starten met de gladheidsbestrijding.

 

 

 

Concept Beleidsplan ladheidsb

 

striidino 2012. — 2016 19 juli 2011 7

 

nummer

 

8’canpagina 6 van 28

 

 

 

 

 

• Bij elke strooiactie moet er op worden gelet dat zo min mogelijk zout in het milieu wordt gebracht. Een belangrijke verantwoordelijkheid daarvoor berust bij de gladheidsbestrijders zelf. Zij dienen ervoor zorg te dragen dat met de juiste afstelling van de machines de juiste hoeveelheden strooizout worden opgebracht. Hiervoor zijn instructies aanwezig.

 

Verder zijn er mogelijkheden om bij het ontwerp en aanleg de kans op zoutschade te reduceren. Dit kan bijvoorbeeld door te zorgen dat de beplanting niet dicht op de verharding komt te staan. Ook door goede afwateringsystemen zullen kruidachtige vegetaties minder directe schade ondervinden van strooizout dat met het smeltwater afstroomt. Ook kan er gekozen worden voor boom- en struiksoorten die een hoge zoutbelasting kunnen verdragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 8

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 28

 

 

 

 

3. Integrale visie

3.1 Inleiding

De integrale visie op de gladheidsbestrijding is een belangrijk hulpmiddel om de verantwoordelijke beheerders meer houvast te geven bij het opstellen en invullen van het beleid op het gebied van de gladheidsbestrijding. Zoals al is aangegeven is de gladheidsbestrijding in Nederland een verantwoordelijkheid van verschillende wegbeheerders. Door het toepassen van de integrale visie hanteren alle wegbeheerders dezelfde uitgangspunten voor de uitvoering van de gladheidsbestrijding, De integrale visie levert daarmee een bijdrage aan een grotere uniformiteit en een hoger rendement bij uitvoering.

Daarnaast biedt de integrale visie mogelijkheden voor samenwerking tussen verschillende wegbeheerders.

 

Op basis van praktijkervaringen en gevoed door beheerders en direct betrokken organisaties, zijn door de landelijke werkgroep “leidraad gladheidsbestrijdingplan" algemene, niet dwingende richtlijnen geformuleerd. Beheerders kunnen deze richtlijnen gebruiken bij het formuleren van hun eigen beleidsplan. Deze richtlijnen en de bijbehorende normen hebben geen wettelijke status. Desondanks hebben deze richtlijnen een breed gedragen karakter en hebben voor de rechter toch vaak de status van nationale standaard.

 

3.2 Uitwerking integrale risie

Bij de totstandkoming van de integrale visie gladheidsbestrijding is als uitgangspunt gekozen dat voor elke te onderscheiden type weg in combinatie met een bepaald type gladheid een advies geldt voor de wijze van bestrijden en responstijden waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd. Deze visie is het uitgangspunt voor het beleidsplan. Vanuit de termen verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming wordt de visie gekarakteriseerd door de volgende punten:

 

• De veiligheid van de weggebruiker staat voorop; de weggebruiker moet er te allen tijde van op aan kunnen wat hij kan verwachten bij optredende gladheid. Deze verwachting moet per type weg en per type gladheid overal in Nederland gelijk te zijn;

• Gladheidspreventie gaat, waar noodzakelijk en indien mogelijk, boven curatieve gladhridsbestrijding: bij preventief bestrijden van gladheid wordt voorkomen dat het wegdek glad wordt. Hiermee wordt de verkeersveiligheid positief beïnvloedt en wordt de beschikbaarheid van het wegennet gehandhaafd.

 

Deze algemene uitgangspunten zijn door de werkgroep “Leidraad gladheidbestrijdingspIan”verder uitgewerkt. De belangrijkste punten hierbij zijn:

• Aansluiting zoeken bij de categorie-indeling van wegen volgens Duurzaam Veilig;

• Het onderscheid van verschillende typen van wintergladheid;

• Het stellen van richtlijnen voor uitruk- en strooitijden.

 

 

 

 

Concept Beleidspla +fï¢0a1g2ina—11/)0v1a6n g] 9 juli 2011 9

 

 

 

 

 

Categorisering van wegen

Bij het categoriseren worden de wegen in eerste instantie, conform "Duurzaam Veilig”, naar hun yerkeersfunctie onderscheiden in:

• stroomwegen;

• gebiedsontsluitingswegen;

• erftoegangswegen.

 

Deze drie primaire wegcategorieën zijn onderverdeeld naar wegen binnen en buiten de bebouwde kom. Daarnaast kunnen binnen de openbare ruimte diverse gebieden worden onderscheiden die speciale aandacht vragen bij de gladheidbestrijding. Deze gebieden zijn:

• Vrijliggende fietspaden

• Busbanen en busstroken

• Winkelgebieden

• Woonerven

• Parkeervoorzieningen

• Speciale bestemmingen zoals wegen en voetpaden naar openbare voorzieningen (politie, brandweer, gemeentehuis, bibliotheek, bejaardenhuis en scholen).

 

Typen wintergladheid

De verschillende oorzaken van wintergladheid zijn:

• het bevriezen van een natte weg (gladheid door bevriezing);

• condensatie van vocht uit de lucht op het wegdek (gladheid door condensatie);

• neerslag (gladheid door neerslag): sneeuw, ijzel, hagel en mist.

 

Uitruk- en strooitijden

Een belangrijk onderdeel van de integrale visie vormen de uitruk- en de strooitijden. Deze tijden verschillen bij preventieve en curatieve strooiacties.

Met uitruktijd wordt bedoeld de tijd tussen het moment waarop wordt besloten om tot een strooiactie over te gaan en het moment waarop de strooiauto de poort van het opslagterrein verlaat.

Met strooitijd wordt bedoeld de tijd tussen het moment waarop de strooiauto de poort van het opslagterrein verlaat en het moment dat de Iaatste vierkante meters van de strooiroute zijn gestrooid.

 

Richtlijn uitruk- en strooitijden bij preventieve strooiacties CRO\M: Uitgangspunt bij het vaststellen van de tijden bij de preventieve strooiacties yormt de verkeersveiligheid van de weggebruiker. Met de huidige stand der techniek bedraagt de tijd, waarop met zeer grote waarschijnlijkheid kan worden gesteld waar en wanneer het wegdek glad wordt, twee uur. Wanneer een beheerder dus met vrij grote zekerheid wil beslissen of hij wel of niet terecht laat strooien, moet er naar gestreefd worden de uitruk- en strooitijden samen niet langer te Iaten zijn dan twee uur.

 

 

 

 

 

2 CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 10

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 28

 

 

 

 

 

Richtlijn uitruk- en strooitijden bij curatieve strooiacties CROW.’ Verkeersveiligheid van de weggebruiker evenals de doorstroming zijn bij curatieve gladheidbestrijding uitgangspunten voor de uitruk- en strooitijden. Bij curatieve strooiacties, dus wanneer het wegdek al glad is, worden de uitruk- en strooitijden gebaseerd op de verschillende wegcategorieën. Omdat er echter bij het vaststellen van deze tijden geen relatie bekend is tussen de mate van gladheid, de verkeersveiligheid en de capaciteit van het wegennet zijn voor verschillende wegcategorieën verschillende richttijden gegeven voor deze acties.

 

Aanbevelingen voor specifieke situaties CROW

Vanwege de sterk wisselende omstandigheden binnen gemeenten zijn geen richtlijnen afgegeven voor de categorieën 'winkelgebied’, woonerf, parkeervoorziening en speciale bestemmingen. De omstandigheden kunnen lokaal sterk variëren en zijn sterk afhankelijk van de wijze waarop de gladheidsbestrijding is georganiseerd. Daarom worden hiervoor door CROW slechts aanbevelingen gedaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsp 9 juli 2011 11

 

 

 

 

 

 

4. Keuzes uitvoering gladheidsbestrijding

4.1 Inleiding

In het kader van de gladheidsbestrijding rust op de gemeente een inspanningsverplichting. Het staat haar vrij de beleidskeuze te maken om bepaalde wegen niet sneeuw- en ijsvrij te houden en gezien de verkeersintensiteit bepaalde prioriteiten te stellen. De gemeente handelt wel onrechtmatig als zij, ondanks uitdrukkelijk aan haar gegeven waarschuwingen, een gevaarlijke situatie langere tijd zonder noodzaak Iaat voortbestaan dan wel niet waarschuwt.

 

4.2 Afwegingskader gladheidsbestrijding

Eigen beheer

Zoals in hoofdstuk 2 is beschreven beschikt de gemeente over eigen materieel. Het eigen personeel van de buitendienst wordt dan ook ingezet voor de gladheidsbestrijding. Dit heeft het voordeel dat het altijd beschikbaar is en dat de mensen ter plekke bekend zijn. Hierdoor kunnen gevaarlijke situaties worden voorkomen. Tot op heden kon de gehele gladheidsbestrijding worden uitgevoerd door de buitendienst zonder gebruik te maken van marktpartijen.

 

 

Prioriteit en routering

De keuzes die gemaakt moeten worden op het gebied van de gladheidsbestrijding zijn afhankelijk van de afweging van de belangen op het gebied van veiligheid (risico), bereikbaarheid, doorstroming, milieu en kosten. Het is zaak om vooraf een goede indeling te maken van het te behandelen gebied.

 

Omdat zowel economisch als organisatorisch niet alles tegelijk kan is het noodzakelijk om belangen af te wegen en prioriteiten te stellen.

Immers de verscheidenheid aan wegen en verhardingen is groot. Voor een gemeentelijke wegbeheerder is het ondoenlijk en voor een deel ook onnodig om het gehele wegennet te strooien.

Bij het bepalen van de prioriteit en de route is in ons beheergebied rekening gehouden met:

• De richtlijnen en de aanbevelingen uit de integrale visie zoals deze in hoofdstuk 3 zijn vermeld;

• De openbare voorzieningen in de gemeente Wierden die zonder hinder bereikbaar moeten zijn (winkelcentrum, gemeentehuis, brandweer, zorginstellingen, kerken, begraafplaatsen, etc.);

• De aansluiting op wegen van andere wegbeheerders (buurtgemeenten en provincie);

• Gevoelige locaties (bruggen, viaducten, steile heffingen etc.)

• Bestaande prioritering en routering gebaseerd op jarenlange lokale ervaringen en beschikbaarheid van mensen en middelen.

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 12

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 13 van 28

 

 

 

 

 

Daarnaast zijn de uitgangspunten met betrekking tot de wegencategorisering overgenomen uit het Mobiliteitsplan gemeente Wierden. De rijbanen t.p.v. de openbare voorzieningen, die in kader van de gladheidbestrijding worden behandeld, worden in het uitvoeringsplan gespecificeerd.

 

Prioriteitsbepaling

Er zijn locaties met een hogere zorgplicht. Hiermee moet in de prioritering rekening worden gehouden. Op basis hiervan ligt de hoogste prioriteit in de gemeente Wierden bij gebiedsontsluitingswegen, fietspaden (binnen- en buiten bebouwde kom exclusief recreatieve fietspaden) en de erftoegangswegen (binnen- en buiten de bebouwde kom) die de routes vormen voor hulpdiensten, woon-werkverkeer en sociaal verkeer waaronder schoolgaande jeugd (fietsers). Ook de wegen die zijn afgestemd met andere wegbeheerders vallen hieronder.

 

De hoogste prioriteit is verder uitgewerkt in fase 1. Fase I is dusdanig vorm gegeven dat naast de gevoelige locaties ca. 90% van de openbare voorzieningen (rijbaan) worden meegenomen. Fase I bestaat uit 4 routes waarbij rekening is gehouden met een optimale logistieke invulling.

In de praktijk zal de behandeling door de korte duur van de gladheid veelal beperkt blijven tot fase 1. Bij extreme weersomstandigheden kan na voltooiing van fase I worden overgegaan tot fase II en III.

 

In fase II worden de overige erftoegangswegen, die een redelijke verkeersfunctie bezitten, overdag nadat de gladheid is geconstateerd worden behandeld (gestrooid of geveegd). Ook de rijbanen van de overige openbare voorzieningen, die niet zijn opgenomen in fase 1, worden overdag voor fase II aanvangt behandeld. Een voorbeeld is de basisschool Kluinveen aan de Kupersweg. Voordat de eerste kinderen naar school gaan is hier gestrooid.

Bij aanhoudende gladheid worden de openbare parkeerplaatsen in het centrum, die in het beheer zijn van de gemeente, behandeld. Dit vindt niet eerder plaats dan de routes in fase ll voldoende zijn behandeld.

 

Fase III heeft de laagste prioriteit en bestaat uit erftoegangswegen met een sterke verblijfsfunctie. Hier zijn de verkeersbewegingen laag (o.a. woonerven). Deze wegen worden behandeld als bij aanhoudende gladheid, fase I en fase ll voldoende sneeuw- en gladheidvrij blijven en

e b

e deden deen naka asee de'kibbaa al eees e' abehendeld.

 

In de bovengenoemde fasen worden alleen de rijbanen van de openbare weg behandeld. De verplichting als wegbeheerder tot het behandelen van voetpaden strekt zich alleen uit tot openbare voorzieningen met een verhoogd risico. Deze voetpaden worden alleen curatief gestrooid tijdens de dagdiensten en alleen als bij aanhoudende gladheid de rijbanen in fase ll voldoende zijn behandeld. Voor gemeente Wierden betreft het de omgeving van het gemeentehuis en het centrum (Tolgaarde, omgeving van de bibliotheek). Ook de voetpaden van de begraafplaatsen worden in dit stadium meegenomen.

Met betrekking tot de overige voetpaden en de trottoirs wordt een eigen verantwoordelijkheid van burgers verwacht door oplettendheid of strooien/schuiven.

 

 

 

Concept Beleidsp

 

19 juli 2011 13

28

 

 

 

 

 

Routeplanninq

De strooiwagens rijden fase I volgens vooraf vastgestelde route. De routes zijn bepaald aan de hand van een aantal criteria. Zo moeten de routes zo economisch mogelijk zijn, zodat met zo min mogelijk materieel de gladheid zo effectief mogelijk kan worden bestreden.

Daarnaast moet bijvoorbeeld de hoeveelheid dooimiddel in een strooier voldoende zijn om de route in één rit te kunnen strooien. Ook moet nog worden voldaan aan de gestelde tijdslimieten.

 

Strooimethodiek

Een hoofdonderscheid in de methodiek betreft het curatief of preventief bestrijden van gladheid. Bij curatief bestrijden wordt pas gestrooid als de gladheid daadwerkelijk is opgetreden. Preventief strooien gebeurt op basis van gladheidsverwachting, er wordt gestrooid om gladheid te voorkomen.

Daarnaast wordt de Iaatste jaren door de wegbeheerders steeds meer natzout en pekel gebruikt. Natstrooien is een methode waarbij het droge dooimiddel , aangelegd met een zoutoplossing, wordt verspreid over het wegdek. De preventieve natzoutmethode kent een aantal voordelen. Zo wordt een hogere verkeersveiligheid bereikt met preventieve acties. Het natte mengsel hecht zich bij preventieve acties aan het wegdek en waait niet weg. Daarnaast kan worden volstaan met minder zoutgebruik (kosten en milieu) en verkrijgt men een efficiëntere inzet van middelen en personeel.

 

Waar de prioriteit van de gladheidbestrijding hoog is, wordt in gemeente Wierden zo veel mogelijk preventief gewerkt (fase I). Overigens zijn onder bepaalde omstandigheden, zoals bij flinke sneeuwval, nog altijd curatieve acties nodig. Daar waar de prioriteit lager ligt wordt altijd volstaan met curatieve behandelingen (fase ll en fase III).

 

Ook omliggende gemeenten zijn omstreeks deze tijd over gegaan tot preventieve gladheidbestrijding door middel van de natzoutmethode.

 

Signaleringsmethode

De coördinator gladheidsbestrijding is verantwoordelijk voor het besluit om over te gaan tot strooi- en of ploegacties. Hiertoe krijgt de coördinator meldingen van de provincie Overijssel. De afweging tot het behandelen vindt plaats op basis van een signaal van de provincie.

De provincie maakt op haar beurt weer gebruik van gladheidssignalering in het wegdek (op uiteenlopende locaties) en een weerbureau. Een weerbureau maakt specifieke gladheidsberichten die bruikbaar zijn voor de wegbeheerder.

De coördinator kan, voor een weloverwogen besluit, ook gebruik maken van de volgende instrumentarium:

• De meest actuele internetinformatie van een weerbureau specifiek voor de gemeente Wierden;

• Zo nodig door middel van direct contact tussen de coördinator en een meteoroloog van het weerbureau;

• Eigen visuele inspectie;

• In bijzondere gevallen bij meldingen van politie en burgers.

 

Op bovenstaande wijze wordt het signaleren van de gladheid optimaal gegarandeerd.

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 14

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 15 van 28

 

 

 

 

 

Tijdslimieten

De in hoofdstuk 3 geformuleerde integrale visie op gladheidsbestrijding zijn de richttijden belangrijk in kader van de veiligheid van de weggebruiker. Het gaat hierbij om de zogeheten bestrijdingstijd. Deze vangt aan op het moment dat de coördinator gladheidsbestrijding bekend maakt dat tot een gladheidsbestrijdingsactie wordt overgegaan (de oproep) en loopt tot het moment dat op de laatste vierkante meters van de strooiroute is gestrooid. In de gemeente Wierden wordt als bestrijdingstijd de tijd aangehouden totdat het voertuig weer terug is op de werf. Dit sluit aan bij de gedachtegang van Provincie Overijssel en Rijkswaterstaat.

 

In gemeente Wierden worden de volgende bestrijdingstijden nagestreefd:

• Preventief 3.0 uur;

• Curatief fase I 3.5 uur;

• Curatief fase II 24 uur;

• Curatief fase III in aansluiting op fase II, bij aanhoudende gladheid waarbij fase I en ll voldoende zijn behandeld en past binnen beschikbare menskracht.

 

De tijdsnormen zijn niet van toepassing onder extreme omstandigheden zoals aanhoudende sneeuwval of ijzel. Door de buitendienst wordt gestreefd om de behandelingen voor de ochtendspits te voltooien.

 

Vanuit ervaringen van het verleden kan worden gesteld dat de termijnen die worden nagestreefd worden gehaald. Deze normen liggen binnen de richtlijnen en aanbevelingen die door het CROW zijn afgegeven. Een uitzondering vormen de preventieve acties. Conform de richtlijnen mag de bestrijdingstijd maximaal twee uur bedragen. In de praktijk bedragen de bestrijdingstijden in Wierden bij preventieve acties ca. 3 uur.

 

Dit betekent dat bij het huidige beleid te lang wordt gestrooid. Navraag wijst uit dat de CROW richtlijn bij preventieve acties moeilijk is te realiseren. Ook provincie Overijssel en Rijkswaterstaat redden het niet om binnen de richtlijn de routes met de hoogste prioriteit af te ronden. Met betrekking tot de bestrijdingstijden hebben Provincie Overijssel en Rijkswaterstaat de beleidsplannen op elkaar afgestemd. Beiden houden voor de preventieve acties 3 uur aan. Ook hier betreft het de tijd totdat het voertuig terug is op het depot. Hierin worden de wegen met de hoogste prioriteit gestrooid zoals stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen. In kader van de integrale visie gladheidbestrijding sluit gemeente Wierden aan op deze beleidsuitgangspunten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsp y) 9 juli 2011 15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 17 van 28

 

 

 

 

 

 

5. Communicatie

5.1 Inleiding

Voor zowel betrokkenen binnen de organisatie als weggebruiKer is het van belang dat informatie over de gladheidsbestrijding tijdig en efficiënt wordt overgebracht. Daarnaast moet de burger worden gewaarschuwd als er een reële kans op gladheid ontstaat.

 

5.2 Interne communicatie

Intern moet het communicatietraject voor de gladheidbestrijding op heldere wijze zijn vastgelegd. Het heeft betrekking op het uitwisselen van informatie voor, tijdens en na de behandelingen. Iedereen moet weten, wat in geval van gladheid van hem wordt verwacht. Daartoe vindt elk jaar voor aanvang van het winterseizoen een startoverleg plaats en wordt een uitvoeringsplan opgesteld. Met betrekking tot de interne communicatie wordt onderscheidt gemaakt in communicatie met betrekking tot de operationele aspecten en de communicatie met andere afdelingen binnen het gemeentelijke apparaat.

 

De bedrijfsleider buitendienst fungeert bij de operationele aspecten als spin in het web. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering. Hij onderhoudt de contacten met zowel de schouwers, het weerbureau, andere wegbeheerders als met de eigen medewerkers van de gladheidsbestrijding. De medewerker civiel techniek onderhoudt de communicatie met de andere afdelingen.

 

Communicatie tijdens de behandelingen

Ook tijdens de gladheidsbestrijdingsacties moet de communicatie optimaal zijn. Enerzijds kan aanvullende taakinformatie worden doorgegeven, anderzijds is een snelle terugkoppeling mogelijk van de ervaringen van de chauffeurs over bijvoorbeeld de toestand van de wegen. Gemeente Wierden heeft als standaard in elk voertuig een mobilofoon. Daarnaast beschikt elke chauffeur over een mobiele telefoon.

Na afloop van de strooiacties worden de ondernomen acties, gevolgde routes, gestrooide hoeveelheden en dergelijke vastgelegd. Een goede administratie is ook in juridisch opzicht van groot belang. Hiermee kan gemeente Wierden aantonen dat ze de gladheidsbestrijding goed heeft georganiseerd. Deze administratie wordt gebruikt L ij ingediende schadeclaims.

 

5.3 Externe commonïcatie

Van belang is het tijdig informeren van de burgers, hulpdiensten en bedrijven over de prioriteiten die bij de gladheidsbestrijding worden aangehouden. Hierbij gaat het in eerste plaats om maatregelen binnen ons eigen beheersgebied. Maar ook dat relevante informatie van aangrenzende wegbeheerder worden meegenomen. Daarnaast is het ook gewenst om het publiek te attenderen op eventuele eigen verplichtingen of wenselijk gedrag.

Concept Beleidsp y) 9 juli 2011 17

 

 

 

 

 

 

De informatie die wordt verstrekt is:

• de strooiroutes fase I en de prioriteitsvolgorde fasen en de reden waarom;

• verantwoordelijkheid gemeente en andere wegebeheerders

• eigen verplichtingen of wenselijk gedrag publiek

• overige informatie over gladheidsbestrijding die van belang is voor de burger;

• de mogelijkheid om vragen te stellen of klachten in te dienen bij het loket Bouwen en wonen.

 

De middelen die voor deze informatieoverdracht worden aangewend, zijn:

• de gemeentelijke internetpagina

• Twitteraccount gemeente;

• Gemeentelijke advertentie huis-aan-huisblad de Driehoek;

• loket Bouwen en wonen;

• Persberichten (bij grote gevaren, e.d.).

 

Op verschillende momenten verstrekt de gemeente informatie over gladheidsbestrijding

• Op de gemeentelijke website staat structureel een 'product’ gladheidsbestrijding. Hierin algemene informatie en verwijzingen naar het gladheidsbestrijdingsplan, uitvoeringsplan, enz.

• Aan het begin van het winterseizoen (november). Algemene informatie over gladheidsbestrijding in de gemeente, eigen verantwoordelijkheid mensen aankaarten, verwijzing naar internet, loket voor meer info, enz. (bericht in gemeenteblad, website, e.d.)

• Op het moment dat er daadwerkelijk gestrooid wordt. Herhaling algemene informatie, verwijzing naar website, loket, e.d. (bericht op gemeentelijke website, Twitter en indien nodig via de gemeentelijke advertentie)

 

De medewerker civiel techniek belast met gladheidsbestrijding is verantwoordelijk voor de inhoud van de informatievoorziening (structurele informatie website, publicaties, enz.). Hij stemt de informatie inhoudelijk af met de bedrijfsleider buitendienst. Voor de publicatie op de diverse kanalen benadert hij de gemeentelijke communicatiemedewerkers.

Daarnaast worden de hulpdiensten voor aanvang van het winterseizoen op de hoogte gebracht. Aan hen wordt het gladheidsbestrijdingsplan verstrekt.

 

 

5.4 Afstemming met andere w'egbeheerders

Vanuit de integrale visie moet ook afstemming worden gezocht met andere (omliggende ) beheerders en de wijze waarop zij de gladheidbestrijding invullen. Dit is noodzakelijk vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid; het kan namelijk erg gevaarlijk zijn als strooiacties voor doorgaande wegen aan de gemeentegrens stoppen en niet goed zijn afgestemd met de aangrenzende wegbeheerders. Hetzelfde geldt voor wegen die door de gemeente lopen en door andere wegbeheerders

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 18

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 19 van 28

 

 

 

 

 

 

worden behandeld, zoals de provinciale wegen. Bestaande onduidelijkheden over grensgevallen moeten opgelost zijn voor de winter invalt. Met betrekking tot de grensoverschrijdende wegen worden elk jaar afspraken met de omliggende gemeenten gemaakt. Door de bedrijfsleider Buitendienst wordt besproken wie waar de rijbaan behandeld. De afspraken worden jaarlijks in een uitvoeringsplan vastgelegd. Daardoor is het mogelijk dat praktisch gekozen behandelgrenzen afwijken van de bestaande beheergrenzen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan §g$9k d'Ä a y/ 9 juli 2011 19

 

 

 

 

6. Materiaal/materieel en personeel

6.1 Materiaal/materieel

Voor de gladheidsbestrijding worden verschillende materialen en materieel ingezet.

 

Strooimachines

AI het materieel ten behoeve van de gladheidsbestrijding is in bezit van de gemeente Wierden. Het materieel bestaat uit 3 strooimachines die aan de laadbak van de beschikbare voertuigen worden gemonteerd en 1 strooimachine die als aanhangstrooier door een tractor via een speciale aandrijfas wordt aangedreven. Bij alle machines zijn naast de gewenste dosering de strooibreedtes instelbaar. Daarnaast is er nog 1 handstrooier

 

 

 

Natzo\jt opzëtstroolor N]do Stratos 40-36PALfi 4 rn‘ 2,2 m? g§02{

)Natzout opzetstrooler Nido Str0tos 40-36PgLN 4 m! 2,2 m° 2003d

!Natzout opzetsfrPoler Nido Strptos 4d-36PCLN 4 fn* 2,km? 20£)9)

 

Natzout aanhangstrooier

ÏHandstrooier

 

Stratos 17-21 AWAX 1,7 m’ 0,8 ITi* ?O05j

Nldo Citymaster 40 40 lÏter 2005!

 

 

Sneeuwploegen

Sneeuwploegen zijn verkrijgbaar in vele werkbreedten, maar ook met verschillende beveiligingssystemen tegen obstakels op of in het wegdek. De gemeente Wierden beschikt over 3 sneeuwploegen van het merk NIDO voor de vrachtwagens. Daarnaast is er nog een rolbezem die kan worden ingezet bij calamiteiten (sneeuwval).

 

 

 

SneéuwPloeg Nldo SNK240-REPZ 2,4m 2001)

Sneeuwploeg Nido SNK240-REPZ 2,4m 2001

lsneeuwploeg Nldo SNK24O-REPZ 2,4m 2001]

iRolbezem Jongerius 1,6m 1988

 

Opslagtank

Bij nat strooien wordt aan het droge zout een zoutoplossing toegevoegd. Vermenging vindt plaats achter de rijdende strooier, De zoutoplossing wordt opgeslagen in een opslagtank op de gemeentewerf in Wierden.

De opslagtank wordt aan het begin van het seizoen en zo nodig tussentijds gevuld. Op deze wijze hoeft gemeente Wierden geen eigen menginstallatie te plaatsen en kunnen tijdens de strooiacties de voertuigen sneller worden afgevuld met de natte component.

 

i ; . - - .

 

 

 

)Boverigrondse opslagtank

 

36 m‘

 

2010

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 20

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 21 van 28

 

 

 

 

 

Dooimiddelen

Als middel om de gladheid te bestrijden wordt wegenzout gebruikt in combinatie met een dooivloeistof. Het wegenzout wordt op afroep ingekocht en los gestort in de zoutloods op de gemeentewerf in Wierden van waaruit de gladheidbestrijding wordt begonnen.

Omgerekend wordt, afhankelijk van de aard van de gladheid, 7 tot 15 gram wegenzout per m° gestrooid, bij sneeuwval oplopend tot max. 20 gram per m°.

-lv.+i»aë eia“èüe:›”aT•.a%“ïi»'!””ai+A:«ïiï'”éfëïï::iiï:ä:ïii/"dä8T--t.%.»-t!.’ï%a»•»«!:-.

6.2 Opslag en Onderhoud

Zoutstrooiers, sneeuwploegen, mengopslag installatie, en voertuigen moeten gedurende de winterperiode 24 uur per dag gebruiksklaar staan. Het gebruik van dit materieel vindt uitsluitend onder zeer slechte klimatologische omstandigheden plaats. Daarom is een goede conservering en onderhoud van het materieel van zeer groot belang.

Om dit deskundig en op de juiste manier te Iaten gebeuren is voor alle materieel een onderhoudscontract afgesloten met de leverancier. Ook onze eigen monteurs worden ingezet voor het onderhoud. Hiertoe volgen zij periodiek monteurstrainingen. Naast dit onderhoud worden de machine eveneens voor ieder strooiseizoen gekeurd.

 

Voor de opslag van wegenzout bezit de gemeentewerf in Wierden over 300 m3 opslagruimte. Deze opslagruimte is voldoende om een winterseizoen te overbruggen.

 

 

6.8 Personeel

Coördinator

De uitvoering van de gladheidbestrijding wordt in Wierden verzorgd door medewerkers van de buitendienst. Gemeente wierden maakt gebruik van 4 coördinatoren gladheidsbestrijding die elkaar volgens een rooster aflossen. De coördinator gladheidsbestrijding is verantwoordelijk voor de praktische organisatie, waaronder het besluit om over te gaan tot strooien of ploegacties. Hiertoe heeft de coördinator inzage in de informatie van de provincie en een weerbureau. Daarnaast ziet de coördinator toe op materieel, materiaal, personeel, administratie en communicatie rondom de gladheidsbestrijding. De coördinator heeft normaal gesproken een week "gladheidsbinding”.

 

Personeelsinzet

Gedurende de vastgestelde winterdienstperiode geldt ook een wachtdienstrooster voor het in te zetten personeel. Personeelsleden houden zich bij toerbeurten gereed voor uitrukken. De betrokkenden zijn goed bereikbaar (mobiel telefoon) en binnen korte tijd op hun werkplek, Het wachtdienstrooster wordt opgesteld door de bedrijfsleider Buitendienst en vormt een onderdeel van het uitvoeringsplan.

Concept BeIeidspla I c9‹ §y§/r]d- @n@a§Itïa 25 vdn y/ 9 juli 2011 21

 

 

 

 

 

Tijdens de normale werktijden wordt een gedeelte van het personeel, het gehele personeel als dat nodig is, ingezet voor gladheidbestrijding.

Tijdens het winterseizoen is gladheidbestrijding een hoge prioriteit. Mogelijk kan dit ten koste gaan van andere geplande activiteiten. Bij de uitvoering van de gladheidsbestrijding zit op elk voertuig één persoon.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 22

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 23 van 28

 

 

 

 

7. Relevante ontwikkelingen

7.1 Areaal ontwikkelingen

Het verkeersnet binnen de gemeente is voortdurend aan wijzigingen onderhevig. Er kunnen nieuwe wegen of fietspaden worden aangelegd (uitbreiding areaal) of als gevolg van wijzigingen in het verkeersbeleid kunnen wegen 'van karakter veranderen'. Daarom moet telkens kritisch gekeken worden of het materieel nog voldoende is om — binnen de gestelde tijdsnormen — te kunnen strooien. Daartoe kunnen kleine aanpassingen worden meegenomen in het uitvoeringsplan.

Ook de dooimiddelen en techniek van strooien zullen aan veranderingen onderhevig zijn. Het is gewenst deze ontwikkelingen te blijven volgen en aanpassingen te doen indien er meer rendement of betere milieueffecten oplevert.

Dit beleidsplan wordt dan ook in 2016 geactualiseerd.

 

 

7.2 Samenwerking

In de integrale visie is oog voor de omgeving waarin de gladheidbestrijding plaatsvindt, een belangrijke voorwaarde. Naast de samenwerking waarbij voor de weggebruiker overal een eenduidig wegbeeld ontstaat, kan ook worden samengewerkt om de kwaliteit, efficiëntie en de effectiviteit op het gebied van gladheidbestrijding te verbeteren, Hiertoe heeft gemeente Wierden in 2009 en 2010 de samenwerking opgezocht met:

• De omliggende gemeenten Hellendoorn en Rijssen-Holten;

• Provincie Overijssel en 24 andere gemeenten.

 

Samenwerking gemeenten Hellendoorn, Rijssen-Holten en Wierden In 2009 hebben de drie gemeenten (Hellendoorn, Rijssen-Holten en Wierden) gekeken of meer dan nu samengewerkt kan worden op het gebied van gladheidbestrijding. Hierbij is o.a. gekeken naar een

eenduidig intergemeentelijk beleid, organisatie, inkoop en uitvoering van de gladheidbestrijding. Het resultaat van deze samenwerking is:

• Afstemmen van beleid en strooiroutes. Het beleid van de drie gemeenten is naast elkaar gelegd. Ondanks kleine verschillen strooien alle drie gemeenten volgens de integrale visie waarbij eerst de hoofdroutes worden gestrooid en daarna de secundaire routes. In de praktijk is er ook weinig verschil in uitvoering. Dit geldt zowel voor de wijze waarop de inzet van de medewerkers, materieel en het besluit om te gaan strooien is georganiseerd;

• Inkoop materieel nat strooien. Alle drie gemeenten zijn rond 2010 overgegaan op preventief natstrooien. Hierbij is informatie uitgewisseld met betrekking tot ervaringen;

• Inkoop digitaal weersysteem. De drie gemeenten hebben gezamenlijk de expertise m.b.t. de weersvoorspellingen ingekocht. Naast een financieel voordeel wordt daarmee gelijktijdig gereageerd op dezelfde informatie. Daarmee is er voor de weggebruiker geen ander regime als hij de gemeentegrens oversteekt waardoor de verkeersveiligheid van de weggebruiker wordt vergroot.

 

 

 

 

Concept Beleidspla y] 9 juli 2011 23

 

 

 

 

 

De ambtelijke werkgroep is positief en wil ook voor het komend seizoen verder kijken in hoeverre de samenwerking geoptimaliseerd kan worden. Daarnaast heeft ook gemeente Twenterand aangegeven ook te willen deelnemen in deze samenwerking.

 

Samenwerking provincie Overijssel en 25 gemeenten

Naast de intergemeentelijke samenwerking zijn vanaf 2008 ook de 25 Overijsselse gemeenten, de provincie Overijssel en Rijkswaterstaat bezig de samenwerking op het gebied van de gladheidbestrijding te verstevigen. Dit gebeurt vanuit de visie om te komen tot een optimale netwerkbenadering. Dit heeft tot nu toe geresulteerd in;

• Een gezamenlijk zoutcontract van 14 gemeenten en de provincie (waaronder Wierden) met een zoutleverancier;

• In beeld brengen van een netwerkkaart waarin de strooiroutes van de gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat in beeld zijn gebracht;

• Eenduidig communiceren naar de burger in Overijssel met betrekking tot de gladheidbestrijding bij aanvang winterseizoen;

• Gezamenlijk deelnemen aan verschillende workshops;

• Regulier overleg om in brede samenstelling de voortgang te bespreken en grote lijnen uit te zetten.

 

 

7.3 Landelijke crisissituatie

De Iaatste 2 jaar is, met betrekking tot het strooizout, sprake geweest van een landelijke crisissituatie. Bij deze situaties heeft de minister van Infrastructuur en Milieu besloten tot het in werking stellen van het systeem van zoutloketten. Er was sprake van een crisissituatie omdat:

• De strooivoorraden bij een aanzienlijk deel van de wegbeheerders op waren dan wel binnen afzienbare tijd op dreigden te raken en;

• Er door de markt geen of slechts zeer beperkte mate strooizout kon worden geleverd en;

• Er sprake was van aanhoudende (kans op) gladheid van het wegennet door het aanhoudend winterweer.

Daartoe zijn er 9 regionale zoutloketten bij de regionale Diensten van Rijkswaterstaat en 1 nationaal zoutloket bij Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart ingesteld.

 

Gemeente Wierden heeft afgelopen 2 jaar deelgenomen aan het systeem van zoutloketten. Via het zoutloket worden de voorraden strooizout herverdeeld. In Overijssel heeft zoutloket Oost Nederland de wegbeheerders geholpen bij de door hen ingediende verzoeken om aanspraak te maken op de regionale strooizoutvoorraad. Ook is zoutloket Oost Nederland de instantie om bij regio-overstijgende problemen het nationale zoutloket in te schakelen. Normaal gesproken heeft gemeente Wierden voldoende voorraad voor een winterseizoen. Desondanks kan de situatie zich herhalen en de landelijke voorraden strooizout uitgeput raken.

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 24

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 25 van 28

 

 

 

 

T.4 Pilot Woonservïce

Woonservice schept mogelijkheden om mensen zo Iang mogelijk zelfstandig te Iaten wonen in hun eigen vertrouwde omgeving. Ook als mensen te maken krijgen met beperkingen of de gevolgen van ouderdom. Woonservice is een samenwerkingsverband tussen Stichting Wonen Wierden Enter, Stichting de Welle, Reggeland Zorgvoorzieningers en Zorgaccent &TNWT en de gemeente Wierden.

 

Tijdens de strenge winter van 2010-2011 is door een basisschool een spontane actie opgezet om de voetpaden bij ouderen sneeuwvrij te maken. Vanuit woonservice wordt op dit moment tezamen met de basisscholen de mogelijkheden onderzocht om deze actie om te zetten in een pilot voor een woonservicegebied in Wierden en in Enter.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidspla @§§@ i -igg@a @a @@§,2] 9 juli 2011 25

 

 

 

 

 

 

8. Evaluatie

 

De Iaatste stap in het cyclische proces van planvorming en uitvoering is de evaluatie van de werkzaamheden op het gebied van de gladheidsbestrijding. De evaluatie vindt aan het eind van het strooiseizoen plaats.

Het initiatief wordt genomen door de beleidsmedewerker Openbare Ruimte. Punten die meegenomen worden zijn bijvoorbeeld:

• Juridische aspecten (klachten en eventuele schadeclaims);

• Arbo en veiligheid (werkzaamheden uitgevoerd volgens plan en rooster;

• Gesignaleerde veiligheidsrisico’s;

• Optredende wijzigingen in prioriteit en route gladheidbestrijding;

• Organisatie (verantwoordelijkheden duidelijk, normen gehaald voor wat betreft alarmering);

• Communicatie (alle betrokkenen op de hoogte, afstemming met andere beheerders);

• Financiën (gemaakte kosten, verhouding tot budgetten). Onderdeel van de evaluatie is een overleg met de uitvoerende medewerkers. Belangrijk gesprekonderwerp is het zoeken naar verbeterpunten voor de gesignaleerde knelpunten. De evaluatie wordt schriftelijk vastgelegd en wordt in het eerstvolgende uitvoeringsplan verwerkt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2012 — 2016, 19 juli 2011 26

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 27 van 28

 

 

 

 

9. Kostenraming

Elke beheerder heeft tot taak om de gladheidbestrijding, rekening houdend met de wettelijke kaders en de gewenste kwaliteit, tegen de laagst mogelijke kosten uit te voeren. Elke afweging voor het beleidsplan heeft te maken met kosten zal daarom weloverwogen gemaakt moeten worden.

 

De kostenposten voor de gladheidbestrijding zijn onder te verdelen in vaste en variabele kosten. De vaste onderdelen binnen het budget worden gevormd door de kapitaallasten voor het materieel en de benodigde infrastructuur, zoals terreinen en opslagloodsen. Het hoofdbestanddeel van de variabele kosten wordt gevormd door personele kosten en het verbruik van dooimiddelen. De meevallers van winters met weinig gladheid moeten de kosten van “dure winters” compenseren.

 

Voor de gemeentelijke productenbegroting wordt gemiddeld uitgegaan van 25 uitrukkingen per jaar. Voor 2011 worden op het product 210.45 Gladheidbestrijding de volgende kosten geraamd:

• Vaste kosten

 

o Kapitaallasten zand-/zoutloodsen

o Zoutstrooiers/menginstallatie incl. onderhoud

o Garage en werkplaatsen (doorbelasting)

 

• Variabele kosten

o Salariskosten Openbare Werken (100 uur)

o Salariskosten Buitendienst (650 uur)

o Inzet voertuigen

o Aankoop zout

o Overige uitgaven w.o. werkzaamheden Provincie en omliggende gemeenten

 

Totale geraamde lasten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Concept Beleidsp

 

€ 301

 

€ 17.000

€ 1.471

 

 

€ 6.500

€ 26.650

€ 11.775

€ 8.225

 

€ 6.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

27

 

 

 

 

€ 18.772

 

 

 

 

 

 

€ 59.150

€ 77.922