Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geldrop-Mierlo

Groenbeleidsplan 2014-2024 – module Bescherming

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeldrop-Mierlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGroenbeleidsplan 2014-2024 – module Bescherming
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-03-2021Groenbeleidsplan 2014-2024 - module Bescherming

16-02-2021

gmb-2021-70211

2019-045404

Tekst van de regeling

Intitulé

Groenbeleidsplan 2014-2024 – module Bescherming

1. Inleiding

 

 

1.1 Aanleiding

In februari 2014 is de module Kaders van het Groenbeleidsplan 2014-2024 door de raad vastgesteld. Hiermee is een begin gemaakt met een nieuw plan voor de hele gemeente. De module Kaders vormt de basis voor de overige modules van het Groenbeleidsplan.

 

1.2 Opbouw groenbeleidsplan

Het groenbeleidsplan is opgebouwd uit verschillende modules. Het is een leidraad voor het ontwerpen, aanleggen, beheren en onderhouden van de groene openbare ruimte. Elke module behandelt een specifiek onderwerp.

 

In de module Kaders zijn de doelen en uitgangspunten gesteld waarbinnen de inrichting en het beheer van het (openbaar) groen in de gemeente Geldrop-Mierlo verder ontwikkeld worden. De voorliggende module Bescherming is de enige module die ook particulier groen raakt; hierin is namelijk het waardevolle bomenbeleid opgenomen. Daarnaast wordt beschreven hoe we omgaan met doorsnijding van groenstroken; het voorkomen van schades aan bomen en beplanting en afhandeling van schades die toch zijn ontstaan. Delen van de Bomenverordening worden in deze module verder uitgewerkt in beleidsregels.

 

De modulaire opbouw van het groenbeleidsplan maakt het gemakkelijk om modules in de toekomst afzonderlijk aan te passen en vast te stellen. Bovendien kan het groenbeleidsplan ook eenvoudig worden aangevuld met nieuwe modules.

 

1.3 Doelstelling

Met het groenbeleid willen we een aantrekkelijke en duurzame groene woon- en leefomgeving realiseren. Hiervoor is het nodig het groen en de bomen te beschermen bijvoorbeeld bij ontwikkelingen in de openbare ruimte of door compensatie op te leggen als kap van bomen of het verdwijnen van groen onvermijdelijk is. De module Bescherming heeft als doel de bomen en het groen te beschermen.

Naast de doelen duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid, cultuurhistorie en recreatie is ook een aantal uitgangspunten uit de module Kaders hierbij van toepassing. Hieronder staan ze beschreven.

 

Aantallen loslaten

Dit lijkt in tegenspraak met bescherming van ons groen. Hiermee wordt echter bedoeld dat de kwaliteit van ons bomenbestand van belang is en niet de kwantiteit. Liever minder bomen in een straat maar wel met een geschikte groeiplaats, dan meer bomen met nauwelijks groeiruimte. Dit betekent niet dat er makkelijk wordt omgegaan met het kappen van bomen. Behoud van (gezonde) bomen blijft het uitgangspunt. Als toch gekapt moet worden, wordt altijd bekeken of herplant mogelijk is.

 

Biodiversiteit

Groenvlakken en bomenstructuren vormen verbindingen voor allerlei dieren, groot en klein. Variatie in soorten binnen bomenrijen zorgt voor grotere biodiversiteit. Het voorkomt echter ook dat bomenlanen door monocultuur een snelweg vormen voor plaagdieren, ziektes en aantastingen. Bescherming van groen is geen garantie voor biodiversiteit, maar omgekeerd heeft de afwezigheid van groen wel degelijk de afwezigheid van biodiversiteit tot gevolg.

 

Klimaat

Groen kan onderdeel zijn van oplossingen voor problemen die samenhangen met het klimaat en de veranderingen die hierin worden verwacht. Bij beslissingen die de hoeveelheid groen (binnen een gebied) raken, moet de invloed van groen op (de gevolgen van) het klimaat altijd als afweging worden meegenomen. Dit geldt voor nieuwe ontwikkelingen maar ook voor inrichting en beheer van groen en afhandeling van overlastmeldingen.

 

Cultuurhistorisch waardevolle groenelementen

Cultuurhistorie is de verbinding tussen het verleden en de toekomst. Naast het belang voor de identiteit van onze dorpen heeft cultuurhistorisch groen vaak een hoge (recreatieve) gebruikswaarde. Het behouden en versterken van cultuurhistorisch waardevolle groenelementen sluit goed aan bij het thema Verweven - Verleden (ver)weven in heden - dat ons rijke textielverleden weer zichtbaar maakt.

 

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 beschrijft de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. In hoofdstuk 3 is te lezen hoe we omgaan met waardevolle bomen en aan welke criteria deze moeten voldoen om te worden opgenomen op de lijst waardevolle bomen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op herplant en compensatie, waarbij regels zijn gesteld voor zowel fysieke als financiële compensatie. Hoofdstuk 5 tot slot, beschrijft hoe de bescherming van met name bomen geregeld moet zijn als werkzaamheden in de nabijheid worden uitgevoerd.

 

2. Wet– en regelgeving

 

 

Zoals al aangegeven, gaat deze module over de bescherming van de bomen en het groen in onze gemeente. De rijksoverheid heeft wetten opgesteld ter bescherming van bomen en groen, de Wet Natuurbescherming. Daarnaast geldt in onze gemeente de Bomenverordening Geldrop-Mierlo 2019 die door de raad is vastgesteld. Hieronder volgt een korte toelichting.

 

2.1 Wet Natuurbescherming

Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht. Deze vervangt drie wetten; de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet.

 

Bescherming van dieren en planten

De aanwezigheid van veel verschillende planten- en dierensoorten zorgt ervoor dat de natuur tegen een stootje kan. Sommige soorten, zoals vleermuizen, gierzwaluwen en steenuilen zijn kwetsbaar. In een dichtbevolkte samenleving als Nederland is daarom goede natuurbescherming belangrijk. Wanneer het met de natuur goed gaat, is er ook meer ruimte voor economische en andere maatschappelijke activiteiten.

 

Instandhouding houtopstanden

Het doel is het handhaven en uitbreiden van het oppervlak aan bosareaal, zowel uit het oogpunt van economische waarde als ter wille van het natuurschoon. Buiten de bebouwde kom wet Natuurbescherming kan de wet Natuurbescherming ook regels stellen om houtopstanden in stand te houden.

 

2.2 Bomenverordening Geldrop-Mierlo 2019

In de Bomenverordening worden de bescherming en instandhouding van de bomen in de gemeente geregeld. Tegelijkertijd biedt de verordening voldoende ruimte voor de uitwerking van het groenbeleidsplan als het gaat om beheer en onderhoud van gemeentelijke bomen. In de verordening is opgenomen in welke gevallen wel en wanneer geen vergunning nodig is om bomen te kappen.

 

Bepaalde onderdelen van de Bomenverordening vragen om een nadere uitwerking. Dit is soms noodzakelijk en in andere gevallen nuttig om als onderbouwing te dienen. Het zorgt er ook voor dat in dezelfde situaties ook dezelfde uitgangspunten worden gehanteerd, bijvoorbeeld bij de beslissing om wel of geen herplant te koppelen aan een omgevingsvergunning. In de verschillende hoofdstukken van deze module worden de nadere beleidsregels beschreven.

 

Aanvraag vergunning, artikel 5 lid 3

Hierin staat dat bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit kappen, een nader bomenonderzoek kan worden geëist. Dit kan het geval zijn als een vergunning wordt aangevraagd voor het kappen van beschermde houtopstand (bijvoorbeeld een waardevolle boom) met als reden dat de boom onveilig is. Een bomenonderzoek kan dan aantonen of er, naar de mening van een bomenspecialist, daadwerkelijk een risico voor de omgeving is.

 

Er bestaan verschillende soorten bomenonderzoeken die verschillende vragen beantwoorden:

 

  • Boomveiligheidsonderzoek: wat is de kwaliteit van de betreffende houtopstand en is deze nog veilig?

  • Verplantbaarheidsonderzoek: is het mogelijk om de betreffende houtopstand te verplanten en onder welke voorwaarden?

  • Boom Effect Analyse: kunnen de houtopstanden duurzaam behouden blijven bij het uitvoeren van een bepaald ontwerp (bijvoorbeeld rioolvervanging of woningbouw) en onder welke voorwaarden?

 

Als een bomenonderzoek wordt verlangd, wordt aangegeven wat voor soort onderzoek dit moet zijn en op welke vragen een antwoord moet worden gegeven in de rapportage van het onderzoek. Een bomenonderzoek dient in ieder geval te worden uitgevoerd door iemand die specifiek en vakinhoudelijk op de hoogte is van de gestelde eisen voor de betreffende werkzaamheden, zoals aangegeven in artikel 5 van de algemene bepalingen van het Handboek Bomen 2018, of opvolgers hiervan.

 

3. Waardevolle bomen (artikel 11 Bomenverordening)

 

 

Grote oude bomen hebben een andere uitstraling dan kleine jonge bomen. Mensen ervaren de omgeving van oude bomen als sfeervoller en aangenamer. Oude bomen geven meer structuur aan hun omgeving. Daarnaast hebben deze bomen over het algemeen een grotere natuurwaarde en een grotere invloed op het milieu en de gevolgen van klimaatveranderingen. Het is van belang om bestaande oude bomen te beschermen en er voor te zorgen dat jonge bomen de kans krijgen om uit te groeien tot grote volwassen exemplaren.

 

Particuliere bomen

Om bovenstaande redenen kennen we binnen de gemeente sinds 2007 een overzicht van waardevolle particuliere bomen. Voordat een boom wordt opgenomen op de lijst van waardevolle bomen wordt deze getoetst aan een aantal criteria. Hierbij wordt onder andere gekeken naar duurzaamheid (traag groeiende bomen), dendrologische waarde, levensverwachting en ruimtelijke betekenis. Voor particuliere bomen op de lijst met waardevolle bomen geldt een kapverbod. Particuliere bomen die niet op de lijst staan, kunnen zonder vergunning worden gekapt.

 

Gemeentelijke bomen

Op de lijst waardevolle bomen worden voortaan ook gemeentebomen opgenomen. Hierdoor zijn waardevolle bomen beter in beeld, bijvoorbeeld bij planvorming. Voor gemeentebomen geldt al een kapverbod. Echter, voor waardevolle bomen geldt een andere, zwaardere afweging waardoor ze beter beschermd zijn.

 

Gelijke beoordeling

De criteria voor het opnemen van bomen op de lijst waardevolle bomen zijn gelijk voor zowel gemeentelijke als particuliere bomen. Ook de belangenafweging wanneer een omgevingsvergunning is aangevraagd om een waardevolle boom te kappen, is identiek.

 

3.1 Criteria

Een boom wordt als waardevol bestempeld als deze voldoet aan de volgende criteria:

  • Leeftijd: minimaal 40 jaar oud

  • Duurzame soort: geen snelgroeiende soorten zoals populier of wilg, behalve geknotte bomen

  • Zichtbaar vanaf de openbare weg: meer dan 50% van de kroon dient zichtbaar te zijn

  • Levensverwachting: meer dan 10 jaar

  • Soorteigen habitus: Dit betekent normale kroonvorm (al dan niet opgekroond) of een bijzondere leivorm (zoals leilindes, etagebomen, leiperen en berceaus).

 

En aan minimaal één van onderstaande criteria.

  • Dendrologische waarden:

    Soorten die in Geldrop-Mierlo zeer beperkt aanwezig zijn, hebben vanwege hun zeldzaamheid een extra betekenis.

  • Cultuurhistorische waarden:

    Naast streekeigen soorten hebben sommige bomen extra betekenis vanwege het feit dat de vorm en soort van oudsher zijn toegepast in Geldrop of Mierlo.

  • Knot- en leibomen:

    Geknotte essen, wilgen, populieren, eiken, elzen en natuurlijk leilinden zijn markante boomvormen in het landschap, binnen de bebouwde kom en in de stads- en dorpskern.

  • Kersen en notenbomen:

    Het gebied kent streekeigen beplanting. In de kern Mierlo zijn dat bijvoorbeeld kersen (Mierlose Zwarte).

  • Bijzondere betekenis:

    Bomen kunnen vanwege hun geschiedenis, locatie of aanleiding tot het planten van de betreffende boom een bijzondere betekenis hebben. Voorbeelden zijn grensbomen (op vroegere gemeentegrenzen), herdenkingsbomen (aangeplant bij een speciale gebeurtenis) en bomen waaronder recht werd gesproken.

  • Natuurwaarden:

    Een boom heeft waarde voor de natuur als deze deel uit maakt van een ecologische verbindingszone of foerageerroute voor vleermuizen. Ook wanneer de boom huisvesting biedt aan zeldzame en/of beschermde flora en fauna heeft deze natuurwaarde.

  • Belevingswaarde:

    Bomen met een hoge esthetische en belevingswaarde voor een straat, plein of wijk. De bomen zijn door hun leeftijd, omvang of verschijningsvorm onvervangbaar, geven karakter aan de omgeving en vormen bovendien een buitengewoon structurerend element in de openbare ruimte.

 

Uitzondering op bovenstaande zijn herdenkingsbomen. Deze bomen hebben al direct bij aanplant een bijzondere betekenis. Om die reden kunnen herdenkingsbomen direct na aanplant worden opgenomen op de lijst Waardevolle bomen zonder te hoeven voldoen aan de overige criteria.

 

Het college kan besluiten om in afwijking van bovenstaande criteria bomen op te nemen op de lijst Waardevolle bomen.

 

3.2 Registratie

De basisgegevens plus de specifieke criteria waaraan de particuliere bomen voldoen, worden geregistreerd. Deze registratie vindt plaats in het beheerprogramma van de gemeente.

 

3.3 Procedure

 

Bestaande lijst Waardevolle bomen

De lijst Waardevolle bomen is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op basis van de toen geldende criteria. Deze lijst met bijbehorende verplichtingen blijft in stand tot alle bomen opnieuw beoordeeld zijn op basis van de criteria uit paragraaf 3.1.

 

Actualisatie lijst Waardevolle bomen

Uiterlijk elke 5 jaar (of zoveel eerder als noodzakelijk) wordt de lijst Waardevolle bomen geactualiseerd en opnieuw vastgesteld door het college. Hierbij wordt beoordeeld of de bomen nog voldoen aan de criteria uit paragraaf 3.1. Bomen die niet meer voldoen aan de criteria of bijvoorbeeld gekapt zijn, worden hierbij verwijderd van de lijst. Nieuwe bomen kunnen worden toegevoegd.

 

Na beoordeling of de boom voldoet aan de criteria uit paragraaf 3.1, wordt de boom op de lijst Waardevolle bomen geplaatst. In het geval van particuliere waardevolle bomen ontvangt de eigenaar hiervan een kennisgeving.

Vanaf het moment van kennisgeving tot na het doorlopen van de procedure worden deze bomen als beschermd aangemerkt (Bomenverordening 2019 artikel 11 lid 4).

 

Registratie kadaster

De bomen worden geregistreerd bij het kadaster zodat bij verkoop van percelen de bomen in beeld blijven.

 

3.4 Bijdrage particuliere waardevolle bomen

Stimuleren om bomen uit te laten groeien tot waardevol groen heeft meer effect dan alleen het opleggen van een kapverbod. Omdat behouden en ontwikkelen van waardevol groen voor de hele gemeenschap belangrijk is, wil gemeente Geldrop-Mierlo de eigenaren van waardevolle bomen ondersteunen.

 

De gemeente organiseert en bekostigt boomveiligheidscontroles voor de particuliere bomen op de lijst Waardevolle bomen, voor die eigenaren die hiervan gebruik wensen te maken. De resultaten van de controle worden in rapportvorm aangeboden aan de eigenaren. In deze rapportage zal ook een onderhoudsadvies worden gegeven, indien van toepassing.

 

4. Herplant en compensatie

 

 

We zijn een groene gemeente en dit willen we graag blijven. Groen draagt in hoge mate bij aan de leefbaarheid, zoals in de module Kaders uitgebreid staat omschreven. Steeds vaker krijgen we te maken met extremen: het wordt warmer en droger en op andere momenten juist flink natter. Groen kan bijdragen aan het verminderen van de gevolgen hiervan. Hiermee wordt het belang van groen steeds groter.

We hebben regels opgesteld om de bomen en het groen zo goed mogelijk te beschermen maar mochten bomen of groen toch moeten wijken, dan kan herplant of compensatie worden opgelegd.

 

De in dit hoofdstuk omschreven regels zijn van toepassing op straat- en laanbomen; gemeentelijke en particuliere waardevolle bomen; en groenvoorzieningen in de openbare ruimte.

 

4.1 Bomen

 

Compensatie

Compensatie kan worden opgelegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor kap. De compensatie wordt dan als voorschrift opgenomen in de vergunning (Bomenverordening 2019 artikel 9 lid 1). Daarnaast kan compensatie worden opgelegd als een vergunningplichtige boom zonder vergunning is gekapt of op andere wijze teniet is gegaan (Bomenverordening 2019 artikel 10 lid 1). Voor bomen die zonder vergunning gekapt mogen worden, kan geen compensatieplicht (vanuit de Bomenverordening) opgelegd worden.

 

Wanneer wordt geen compensatieplicht opgelegd?

Als er een groene reden is om een boom te kappen wordt geen compensatie opgelegd. Een groene reden is een boom- of beheerstechnische aanleiding om de boom te kappen, bijvoorbeeld een boom die om veiligheidsredenen gekapt moet worden.

 

Wanneer wordt wel een compensatieplicht opgelegd?

Als er een rode reden is om een boom te kappen, wordt wel compensatie opgelegd. Een rode reden is alles behalve een beheersmatige reden om de boom te kappen. Bijvoorbeeld bij de bouw van een garage of een reconstructie van de weg, oftewel elke reden waarbij de kap van de boom nodig is voor of het gevolg is van de uit te voeren werkzaamheden.

 

De compensatie ziet er als volgt uit:

Bomen in bomen- en groenstructuren en waardevolle bomen:

de waarde in euro’s conform de richtlijnen van de NVTB moet gecompenseerd worden.

Overige bomen waarvoor een kapverbod geldt:

compensatie vindt plaats in aantal (of voor een vast afkoopbedrag, zie hoogte compensatie verderop in deze paragraaf).

 

Volgorde van compensatie

Uitgangspunt is altijd om ter plaatse door fysieke herplant te compenseren. Is dit niet mogelijk, dan moeten de mogelijkheden in de directe omgeving (buurt of wijk) bekeken worden. Is dit allemaal niet of niet geheel mogelijk, dan vindt financiële compensatie plaats.

Compensatie op een alternatieve locatie in de buurt of wijk is overigens vooral een optie voor de gemeente als grondeigenaar. Derden hebben over het algemeen geen alternatieve locatie in eigendom.

 

Het stroomschema in onderstaande afbeelding vat de verschillende uitgangspunten samen.

 

Stap 1: Fysieke herplant

Bij het opleggen van fysieke herplant worden aanwijzingen gegeven waaraan de herplant moet voldoen (Bomenverordening artikel 9 en 10). De boomsoort of –grootte kan worden aangegeven, maar ook de plantmaat, de termijn waarbinnen moet worden herplant en het aantal herplantpogingen als de herplant niet aanslaat.

 

Een toelichting hierop:

Veelal zal dezelfde boomsoort worden voorgeschreven als de soort die is gekapt. Er kan echter ook voor een andere soort worden gekozen, bijvoorbeeld omdat de gekapte boom ziek was en we niet het risico willen lopen dat de herplant ook ziek wordt. Een andere reden kan de bevordering van de biodiversiteit zijn.

Met grootte wordt het uiteindelijke formaat van de boom bedoeld wanneer deze volgroeid is. Er wordt verschil gemaakt tussen eerste grootte (>15 meter), tweede grootte (8 tot 15 meter) en derde grootte (<8 meter). De groeiplaats bepaalt de grootte van de boom die herplant kan worden, in principe wordt de grootst mogelijke grootte voorgeschreven, een boom van gelijke waarde.

Wat betreft de plantmaat wordt de minimale maat van 18-20 (cm omtrek op 1 meter hoogte) voorgeschreven bij eerste en tweede grootte bomen en een minimale maat van 16-18 bij bomen van de derde grootte.

Bomen kunnen maar een beperkte periode van het jaar worden geplant. Herplant moet daarom in de regel binnen een jaar na het kappen van de boom plaatsvinden. Hier wordt van afgeweken als (bouw)werkzaamheden de aanleiding waren voor de kap. In dat geval moet herplant zijn uitgevoerd binnen een jaar na afronding van de werkzaamheden.

Standaard is dat twee herplantpogingen moeten worden ondernomen om niet aangeslagen herplant te vervangen.

 

Stap 2: Financiële compensatie

Als fysieke herplant niet ter plaatse (of in de directe omgeving) mogelijk is, moet financiële compensatie plaatsvinden. In de directe omgeving betekent: in dezelfde straat of buurt of wijk, afhankelijk van het aanwezige groen en de opzet.

 

Bij financiële compensatie door derden, mag de betreffende boom niet worden gekapt voordat een geldelijke bijdrage in het Gemeentelijk groenfonds is gestort. Als het gaat om een boom waarop het verbod tot vellen van toepassing is en die zonder vergunning is gekapt of op andere wijze teniet is gegaan, wordt de financiële compensatie achteraf opgelegd.

Bij financiële compensatie door de gemeente vindt afhandeling plaats via het krediet ‘groen- en boomcompensatie’.

 

Hoogte van de compensatie:

Voor bomen in bomen- en groenstructuren en waardevolle bomen die om een rode reden gekapt moeten worden, wordt de waarde van de boom vastgesteld door een lid van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB ) volgens de Richtlijnen van deze vereniging.

Voor de overige bomen waarvoor een kapverbod geldt en die om een rode reden gekapt moeten worden, wordt een vast bedrag van € 500,- per boom gerekend. Dit bedrag staat los van de kosten die gemaakt moeten worden voor het kappen van de boom. Dit bedrag is bedoeld om de aanplant van nieuwe bomen te betalen.

 

Deels fysieke, deels financiële compensatie

In veel situaties zal de fysieke herplant slechts gedeeltelijk plaats kunnen vinden. Dan wordt het overige deel als financiële compensatie gestort in het Gemeentelijk groenfonds (door derden) of verrekend via het krediet ‘groen- en boomcompensatie’ (door de gemeente). Enkele voorbeelden:

De getaxeerde waarde (en daarmee de te compenseren waarde) van de te kappen bomen in een groenstructuur bedraagt € 20.000. Ter plaatse wordt voor € 5.000 nieuwe bomen geplant (werkelijke kosten), dan moet nog € 15.000 financieel worden gecompenseerd.

Buiten de bomen- en groenstructuur worden tien (niet waardevolle) bomen gekapt om een rode reden. Vijf bomen kunnen ter plaatse worden herplant. Voor de overige vijf bomen dient 5 x € 500 te worden gecompenseerd.

 

Beschadiging van bomen

Bij de uitvoering van werkzaamheden, aanrijdingen enzovoorts kunnen bomen beschadigd worden. Wanneer de veroorzaker bekend is, zal de schade hierop worden verhaald. De hoogte van het schadebedrag wordt bepaald door een lid van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB ) volgens de Richtlijnen van deze vereniging. Dit geldt voor herstelbare en niet-herstelbare schades, maar ook in situaties waarbij de boom niet gehandhaafd kan worden.

 

4.2 Groen

 

Compensatie bij schade

Er wordt groot belang gehecht aan het behoud van de kwaliteit van groenvlakken. Wanneer het onontkoombaar is om werkzaamheden uit te voeren in groenvakken, dan is herstel van de oude situatie de stelregel. Dit geldt ook als om andere redenen schade aan groen is veroorzaakt. De gemeente zorgt voor het uitvoeren van het herstel (op eigen gronden). Veroorzaker betaalt hiervoor een marktconform tarief, met een minimum van € 250,- per locatie.

 

Compensatie bij oppervlakteverlies

Wanneer er oppervlakteverlies plaatsvindt, bijvoorbeeld door de aanleg van een fietspad of de herinrichting van een straat waarbij fysieke compensatie niet mogelijk is, dan dient dit verlies gecompenseerd te worden.

 

Structuurgroen:

Houtige gewassen (niet zijnde bomen) en kruidachtige vegetatie:

€ 50,- per m2 vegetatie, met een minimum van € 500,- per gebeurtenis.

 

Overig groen:

Houtige gewassen (niet zijnde bomen) en kruidachtige vegetatie:

€ 30,- per m2 vegetatie, met een minimum van € 250,- per gebeurtenis.

 

Bij de aanleg van inritten gelden andere compensatieregels, deze worden opgenomen in het inrittenbeleid.

 

Borging in vergunningen

Bovenstaande regels voor de compensatie voor groen dienen te worden opgenomen in de vergunningvoorschriften van bijvoorbeeld een omgevingsvergunning of evenementen-vergunning, of in een anterieure overeenkomst. Daarmee worden de regels onderdeel van de afspraken met derden.

 

Doorsnijdingen groen

Voor de aanleg van een inrit kan een vergunning worden aangevraagd. Bij de behandeling hiervan wordt een afweging gemaakt om tot een oordeel te komen. Hierbij zijn de Beleidsregels uitwegen van toepassing.

 

Paden achterom

Een verschijnsel dat gemeentebreed voorkomt, is dat er in de schutting rondom de tuin een opening wordt gemaakt waardoor er een nieuwe uitgang van het perceel ontstaat. Als gevolg hiervan wordt een paadje gecreëerd door de aanliggende groenstrook waarbij soms zelfs een watergang wordt gekruist. Zowel een paadje door het groen als over een watergang is niet gewenst en ook niet toegestaan; dit geldt zowel voor structuurgroen als overig groen.

 

Paden naar de voordeur

Een uitzondering wordt gemaakt voor paden naar de voordeur. Als het gaat om een pad naar de voordeur terwijl het perceel al ontsloten wordt door een inrit, hanteren we onderstaande uitgangspunten.

 

In Structuurgroen:

Als een pad ten koste gaat van openbaar groen, is dit niet toegestaan.

Een pad is eveneens niet toegestaan als hierdoor een watergang wordt gekruist.

 

In Overig groen:

Als een pad het openbaar groen doorsnijdt, is dit alleen toegestaan als de afstand tussen pad en inrit groter is dan zes meter.

Als de aanleg ten koste zou gaan van een gemeenteboom, is een pad niet toegestaan.

Een pad is eveneens niet toegestaan als hierdoor een watergang wordt gekruist.

De gemeente legt het pad (op gemeentegrond) aan. Aanlegkosten zijn voor rekening van de aanvrager. Ook kosten voor het verdwijnen van groen worden in rekening gebracht zoals omschreven onder Compensatie bij oppervlakteverlies.

 

4.3 Gemeentelijk groenfonds

De middelen die in het groenfonds worden gestort, worden ingezet voor aanplant van nieuwe (niet geplande) houtopstanden. Daarnaast kunnen de middelen worden gebruikt voor het verbeteren van de kwaliteit van het groen bijvoorbeeld door groeiplaatsverbetering of door het aanbrengen van groen dat bijdraagt aan de biodiversiteit. De middelen zijn niet bedoeld voor aanplant of maatregelen voortkomend uit beheer- of inrichtingsplannen of aanplant ter vervanging.

 

4.4 Verkoop snippergroen

Voor de verkoop van snippergroen en de voorwaarden waarop dit kan plaatsvinden, wordt apart beleid opgesteld.

In de module Structuren van dit Groenbeleidsplan is opgenomen dat grond gelegen in de bomen- of groenstructuur in ieder geval niet in aanmerking komt voor verkoop.

In het beleid voor verkoop van groen wordt ook vastgelegd wanneer en op welke wijze gehandhaafd wordt bij onrechtmatig in gebruik genomen grond.

 

5. Bescherming bij werkzaamheden

 

 

Het is belangrijk om tijdens de planvorming rekening te houden met de vraag of bomen in het project wel of niet behouden kunnen en/of moeten worden. Behouden gaat niet alleen over de vraag of de boom voor de uitvoering ‘in de weg staat’. Maar ook of de te maken sleuf voor de nieuwe riolering wel buiten de wortels gemaakt kan worden. En of er naar aanleiding van het project grote wijzigingen in de grondwaterstand optreden. Maar ook dat er voldoende (nieuwe) groeiruimte voor de boom gereserveerd kan worden voor de toekomst (bijvoorbeeld tot de volgende rioolvervanging).

 

Daarom is het van belang dat al in een vroeg stadium in het ontwerpproces de juiste kennis binnen het projectteam aanwezig is. Wanneer deze juiste kennis niet aanwezig is, dient deze kennis ingehuurd te worden.

 

Boom Effect Analyse

Het document dat hierbij opgesteld moet worden is een Boom Effect Analyse (hierna BEA). Een BEA geeft antwoord op de vraag of de houtopstanden duurzaam behouden kunnen worden bij het uitvoeren van een ontwerp. Het kan zijn dat het schetsontwerp of voorlopig ontwerp aangepast moet worden naar aanleiding van de BEA. Bij elke wijziging van het ontwerp moet beoordeeld worden of deze invloed heeft op de inhoud van de BEA.

 

Boombeschermingsplan

Wanneer het ontwerp met bijbehorende BEA definitief is, wordt de BEA vertaald naar een Boombeschermingsplan. Het Boombeschermingsplan is een integraal onderdeel van het contract voor de uitvoering van het werk.

 

Onderwerpen die onderdeel zijn van een boombeschermingsplan zijn bijvoorbeeld:

Instellen beschermde boomzone met deugdelijke afzetting

Monitoring vochthuishouding in de kluit

Handmatig ontgraven in de beschermde boomzone

 

Bij uitvoering van de werkzaamheden dient boomtechnisch toezicht geregeld te zijn. Hierbij wordt getoetst of de aannemer zich houdt aan de voorwaarden zoals opgenomen in het boombeschermingsplan.

 

Doel van dit alles is niet om het project onnodig duurder te maken of om het de aannemer onnodig moeilijk te maken, maar om op het juiste moment de juiste kennis in te zetten. Met als doel om wanneer de keuze gemaakt wordt om een boom te behouden, deze ook echt duurzaam behouden kan worden voor de toekomst. En dat niet de boom na enkele jaren alsnog gekapt moet worden omdat deze door beschadigingen aangebracht tijdens de uitvoering onveilig begint te worden.

 

Kabels & leidingen

Onder de grond liggen diverse netwerken met kabels en leidingen. Deze zijn aangelegd voor water, gas, telefonie, glasvezel en dergelijke. Onderhoud aan deze netwerken en uitbreidingen of nieuwe aanleg zorgen er voor dat de betreffende beheerders regelmatig in de ondergrond moeten zijn.

 

De combinatie van bestaande bomen en (nieuwe) kabels en leidingen kan voor problemen zorgen voor de boom. Dit omdat er meestal sleuven gegraven moeten worden om kabels & leidingen aan te brengen of te repareren. In het gunstigste geval heeft dit alleen groeiproblemen tot gevolg en in het ernstigste geval krijgt de boom stabiliteitsproblemen. Dit is uiteraard zeer ongewenst. Daarbij komt dat, na herstel van de sleuf en het al dan niet herstraten, het probleem niet meer zichtbaar is en dus ook niet naar voren komt als opmerking bij een visuele inspectie. Belangrijk is het om hierover concrete werkafspraken te maken.

 

In het Handboek Kabels en Leidingen 2015 zijn werkafspraken en voorschriften opgenomen voor werkzaamheden aan of nabij groenvoorzieningen.