Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Besluit van het college van Oosterhout van 1 maart 2021 tot vaststelling van de "Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021, gemeente Oosterhout"

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van Oosterhout van 1 maart 2021 tot vaststelling van de "Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021, gemeente Oosterhout"
CiteertitelBeleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Oosterhout 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202113-04-2021Nieuwe regeling

01-03-2021

gmb-2021-68533

272827

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van Oosterhout van 1 maart 2021 tot vaststelling van de "Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021, gemeente Oosterhout"

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout;

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet;

 

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten;

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

besluit:

 

vast te stellen: de “Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021, gemeente Oosterhout”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a.

wet:

Participatiewet;

b.

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout;

c.

inkomensterugval:

een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval van 25% of meer in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

d.

bijstandsnorm:

de norm als bedoeld in paragraaf 3.2 van de wet zonder toepassing van artikel 22a van de wet;

e.

woning:

de door de aanvrager bewoonde woning in de gemeente Oosterhout;

f.

TONK:

Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten.

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

  • a.

    die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een inkomensterugval;

  • b.

    die daardoor noodzakelijke kosten in de vorm van woonlasten niet meer kan voldoen; en

  • c.

    waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende uitkomst bieden.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1.

    Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit het inkomen en de beschikbare geldmiddelen, waarbij uitsluitend de beschikbare geldmiddelen boven een bedrag van € 31.340 in aanmerking worden genomen.

  • 2.

    Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat de inkomensterugval het gevolg is van maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19).

  • 3.

    Voor zover deze beleidsregels andere bepalingen bevatten zijn de ‘Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Oosterhout 2020‘ niet van toepassing op de aanvragen TONK.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan:

  • a.

    kosten van huur van de woning verminderd met de hiervoor ontvangen huurtoeslag;

  • b.

    kosten van de hypotheekrente voor de woning;

  • c.

    kosten van elektriciteit en gas voor de woning.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via de website van de gemeente Oosterhout.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 3.

    Aanvrager overlegt bij de aanvraag:

    • a.

      bewijzen van het inkomen van voor de coronamaatregelen, waarbij januari 2020 als peilmaand geldt;

    • b.

      bewijzen van het huidige inkomen, waarbij januari 2021 als peilmaand geldt;

    • c.

      bewijzen van de beschikbare geldmiddelen op het moment van de aanvraag voor de TONK;

    • d.

      bewijzen van de noodzakelijke kosten in de peilmaand januari 2021.

  • 4.

    Indien situatie op de peilmomenten als genoemd in het derde lid geen representatief beeld geeft kan het college besluiten andere peilmomenten te hanteren.

  • 5.

    Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot en met 31 juli 2021.

Artikel 6 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

Artikel 7 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

Artikel 8 Hoogte tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt het verschil tussen de noodzakelijke kosten als genoemd in artikel 4 en het drempelbedrag genoemd in artikel 12 en de aanwezige draagkracht genoemd in artikel 9, lid 2.

  • 2.

    De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregels bedraagt € 500,00 per huishouden per maand.

Artikel 9 Inkomen en draagkracht

  • 1.

    Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      Inkomen uit arbeid;

    • b.

      Inkomen uit eigen bedrijf of beroep;

    • c.

      inkomen uit een uitkering;

    • d.

      inkomen uit verhuur; en

    • e.

      inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

  • 2.

    Indien het inkomen meer bedraagt dan 200% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt van het meerdere 50% aangemerkt als draagkracht.

Artikel 10 Beschikbare geldmiddelen

  • 1.

    Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

  • 2.

    Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en de partner van de aanvrager.

  • 3.

    Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta (zoals bitcoins);

    • d.

      de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager, die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 12 Drempelbedrag

Geen tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor zover de kosten waarvoor de tegemoetkoming wordt gevraagd, een bedrag van € 750,00 per maand niet te boven gaan.

Artikel 13 Uitbetaling

De uitbetaling vindt eenmalig plaats binnen vier weken na toekenning van de tegemoetkoming.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en hebben terugwerkende kracht tot 1 januari 2021.

  • 2.

    De beleidsregels vervallen op 1 augustus 2021.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Oosterhout 2021.

 

Aldus vastgesteld op 1 maart 2021

de burgemeester

de secretaris

Toelichting beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

Algemene toelichting

De coronacrisis heeft een grote impact op huishoudens. Voor iedereen geldt dat er sprake is van omgangsbeperkingen. Er zijn echter ook huishoudens die daarnaast getroffen worden door een terugval in inkomen. Ondernemers hebben hun werkzaamheden moeten beperken of moet stoppen. Veel werknemers hebben hun baan verloren en flexwerkers worden minder of niet opgeroepen voor werk. Naast de reguliere sociale zekerheidsregelingen heeft het kabinet een omvangrijk pakket aan steunmaatregelen in het leven geroepen. Deze steunmaatregelen zijn gericht op de beperking van de gevolgen van de coronacrisis voor economie en werkgelegenheid.

Als aanvulling op de al bestaande steunmaatregelen wordt nu de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) geïntroduceerd. De TONK is bedoeld voor huishoudens die te maken hebben gekregen met een sterke terugval in inkomen, waardoor ze in de problemen komen met de betaling van de maandelijkse vaste lasten. Indien het huishouden niet over voldoende eigen middelen (inkomen en/of vermogen) beschikt kan op grond van de TONK een tegemoetkoming in deze vaste lasten worden verstrekt. De te verstrekken tegemoetkoming heeft betrekking op de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

 

De TONK is gestoeld op de bepalingen van de bijzondere bijstand zoals bepaald in artikel 35 van de Participatiewet. De bepalingen van de bijzondere bijstand zijn in onze gemeente uitgewerkt in de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Oosterhout 2020 zoals deze op 10 maart 2020 door het college zijn vastgesteld. Vanwege de bijzondere situatie door de coronacrisis is echter de insteek dat de bepalingen om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming op grond van de TONK ruimer zijn dan de bepalingen van de bijzondere bijstand. Om deze reden worden voor de TONK deze afzonderlijke beleidsregels vastgesteld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen omschreven. De TONK is bedoeld voor huishoudens die te maken krijgen met een terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis. In onderdeel c wordt bepaald in welke gevallen er voor toepassing van de TONK sprake is van een onvoorziene en onvermijdelijke terugval in inkomen. Hiervan is sprake als de inkomensterugval 25% of meer bedraagt.

In onderdeel d is voor de vaststelling van de geldende bijstandsnorm bepaald dat hierbij geen rekening gehouden wordt met de korting vanwege kostendeling.

Bij de invulling van de TONK is er voor gekozen om deze te richten op de woonlasten. Om deze reden wordt in onderdeel e bepaalt dat het hierbij gaat om een door de aanvrager bewoonde woning.

Artikel 2 Doelgroep TONK

In dit artikel wordt de doelgroep voor de TONK bepaald. De TONK richt zich op huishoudens die door de coronacrisis te maken hebben gekregen met een sterke terugval in het inkomen. Door deze terugval in inkomen is men in een situatie gekomen waardoor men over onvoldoende middelen beschikt om noodzakelijke kosten te betalen.

Evenals de reguliere bijzondere bijstand moet de TONK worden beschouwd als laatste vangnet. Om deze reden is in het derde lid nog expliciet bepaald dat de TONK aan de orde komt als andere regelingen geen of maar een beperkte oplossing bieden. Deze bepaling sluit ook aan bij artikel 15 van de Participatiewet waarin is bepaald dat geen recht op bijstand bestaat indien een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

In dit artikel worden de basisvoorwaarden om in aanmerking te komen voor de TONK bepaald. Omdat de TONK gebaseerd is op de Participatiewet komen deze basisvoorwaarden bovenop de eisen die voortvloeien uit de wet. Dit betekent onder andere dat voldaan moet worden aan de volgende bepalingen:

  • -

    de aanvrager dient rechthebbende te zijn, zoals bedoeld in artikel 11 van de wet;

  • -

    de kosten waarvoor de TONK wordt gevraagd moeten kosten in Nederland betreffen;

  • -

    er mag geen sprake zijn van een uitsluitingsgrond als genoemd in artikel 13, lid 1, van de wet;

  • -

    er mag geen sprake zijn van een voorliggende voorziening (artikel 15 van de wet);

  • -

    het moet gaan om noodzakelijke kosten die zich daadwerkelijk voordoen en waarvoor onvoldoende draagkracht aanwezig is.

Een tegemoetkoming TONK kan worden verstrekt als er sprake is van een inkomensterugval waardoor noodzakelijke kosten niet volledig betaald kunnen worden. Bij de bepaling of aanvrager over middelen beschikt om te voorzien in de noodzakelijke kosten wordt zowel naar het inkomen als naar overige middelen (vermogen) gekeken. Voor wat betreft overige middelen (vermogen) wordt een ruimere vrijlating gehanteerd dan bij reguliere bijzondere bijstand. Dit vanwege en de bijzondere omstandigheden en het tijdelijke karakter van de TONK. Omdat de TONK zich richt op woonlasten is voor de bepaling van het buiten beschouwing te laten vermogen aansluiting gezocht bij de bepalingen van de huurtoeslag. Vanwege het karakter van de TONK als regeling op basis van de Participatiewet is er hierbij voor gekozen om de vrijlating te beperken tot het enkelvoudige bedrag. Dit betekent dat de vrijlating voor ieder huishoudtype is bepaald op € 31.340. Dit is opgenomen in het eerste lid van dit artikel.

 

De persoon die een aanvraag indient voor een tegemoetkoming op grond van de TONK wordt in zijn inkomen geraakt door de coronacrisis. Hierdoor zit deze persoon in een moeilijke situatie, die ook de nodige psychische gevolgen kan hebben. Mede vanwege deze reden willen we de bewijslast ten aanzien van de reden van de inkomensterugval beperken. Daarom is in het tweede lid bepaald dat volstaan kan worden met de verklaring van de aanvraag dat de inkomensterugval een gevolg is van de maatregelen die verband houden met de coronacrisis.

 

De TONK is een tegemoetkomingsregeling die gebaseerd is op de bepaling van de bijzondere bijstand zoals bepaalt in artikel 35 van de wet. De gemeentelijke uitwerking van bijzondere bijstand heeft plaatsgevonden in de beleidsregels bijzondere bijstand. De beleidsregels TONK wijken af van de beleidsregels bijzondere bijstand. Om deze reden wordt in het derde lid nog expliciet bepaald dat de beleidsregels TONK voorrang hebben op de beleidsregels bijzondere bijstand.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

In dit artikel wordt bepaald voor welke noodzakelijke kosten er op grond van de TONK een tegemoetkoming verstrekt kan worden. Er is hierbij gekozen om de tegemoetkoming te richten op een aantal kosten die verband houden met het wonen. De kosten betreffende kosten van huur bij een huurwoning, hypotheekrente bij een eigen woning en daarnaast de kosten van elektriciteit en gas voor deze woning. Het moet hier gaan om de woning waar de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft.

 

Het kan zijn dat een huishouden naast deze kosten ook te maken heeft met andere kosten waarvan de betaling in de knel komt door de inkomensterugval. Voor dergelijke kosten staat de reguliere bijzondere bijstand open. Dan gelden uiteraard wel de reguliere bepaling voor de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand.

Artikel 5 Aanvraag

In dit artikel wordt geregeld op welke wijze de aanvraag dient plaats te vinden en welke bewijsstukken in ieder geval bij de aanvraag gevoegd moeten worden. Uitgangspunt is dat de aanvraag digitaal wordt ingediend. Het digitale aanvraagformulier zal hiervoor beschikbaar komen op de gemeentelijke website. In het merendeel van de gevallen zal het geen probleem zijn om de aanvraag digitaal in te dienen. Er kunnen zich echter bijzondere situaties voordoen waardoor een digitale aanvraag niet mogelijk is. Voor dergelijke incidentele gevallen voorziet het tweede lid in de mogelijkheid om een schriftelijke aanvraag in te dienen.

 

De TONK is bedoeld voor huishoudens die als gevolg van maatregelen die verband houden met het coronavirus te maken krijgen met een terugval in inkomen. In het artikel 1 van deze beleidsregels is al bepaald dat er sprake moet zijn van een inkomensterugval van 25% of meer. Om te bepalen of er sprake is van een inkomensterugval moet het inkomen voor de coronacrisis vergeleken worden met het huidige inkomen. In het derde lid wordt bij de onderdelen a en b bepaald dat hiervoor een vergelijking plaatsvindt van het inkomen in januari 2020 met het inkomen in januari 2021. Voor de bepaling van de omvang van de beschikbare middelen wordt het moment van aanvraag genomen als peilmoment.

Veel ondernemers hebben te maken gehad met een inkomensterugval. Het is dan ook waarschijnlijk dat een grote groep ondernemers een beroep zal doen op de TONK. Voor een ondernemer is het vaak lastig om een exacte opgave te doen van het inkomen over een specifieke maand. Indien het voor een ondernemer problematisch is om exact aan te geven wat het inkomen in een peilmaand is, kan de ondernemer een onderbouwde en ondertekende verklaring over het inkomen in de betreffende maand als bewijsstuk aanleveren.

 

Voor de bepaling van de hoogte van de noodzakelijke kosten is het uitgangspunt dat de maand januari 2021 als peilmoment genomen wordt.

 

Omdat er zich situaties voor kunnen doen waarin de genoemde peilmomenten geen goed beeld geven van de werkelijk structurele situatie bevat het vierde lid de bepaling dat in dergelijke gevallen afgeweken kan worden van de genoemde peilmomenten.

 

De TONK heeft betrekking op de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. In het vijfde lid is bepaald dat een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de TONK kan worden ingediend tot en met 31 juli 2021.

Artikel 6 Terugwerkende kracht

De algemene regel voor de verstrekking van bijstand is, dat deze niet eerder in kan gaan dan de dag van aanvraag. Voor de TONK wordt echter van deze bepaling afgeweken en kan gedurende de hele aanvraagperiode (tot en met 31 juli 2021) met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 een tegemoetkoming verstrekt worden. Voor deze terugwerkende kracht is gekozen vanwege de huidige bijzondere situatie en vanwege het feit dat pas in de loop van maart 2021 de mogelijkheid open staat om een TONK-aanvraag in te dienen.

Artikel 7 Duur

De TONK is een tijdelijke regeling waarvan bepaald is dat deze een looptijd heeft van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. De tegemoetkoming die in het kader van de TONK wordt verstrekt betreft dan ook een tegemoetkoming in de woonlasten over deze periode.

Artikel 8 Hoogte tegemoetkoming

In het eerste lid wordt bepaald op welke wijze de hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld. Deze hoogte wordt bepaald door de noodzakelijke kosten zoals deze genoemd zijn in artikel 4 te verminderen met het bedrag van € 750,00 dat als drempel wordt gehanteerd. Indien er sprake is van aanwezige draagkracht wordt deze draagkracht in mindering gebracht op de tegemoetkoming.

 

De TONK voorziet in een tegemoetkoming in hoge woonlasten en is dus niet bedoeld als kostendekkende regeling. Hierin past dan ook dat een maximum wordt gesteld aan de tegemoetkoming die verstrekt wordt. Dit maximum bedrag is in het tweede lid vastgesteld. Dit maximum bedrag voorziet in ieder geval in een substantiële bijdrage in de noodzakelijke woonlasten. Het betekent dat het totaal bedrag dat verstrekt kan worden voor de periode van zes maanden € 3.000,00 bedraagt.

Artikel 9 Inkomen en draagkracht

De bepaling van het inkomen is om twee redenen van belang. In de eerste plaats om te kunnen bepalen of er sprake is van een inkomensterugval en in de tweede plaats om te bepalen in hoeverre er sprake is van middelen om zelf in de noodzakelijke kosten te voorzien. In dit artikel wordt bepaald wat onder inkomen wordt verstaan.

In het tweede lid is de vaststelling van de draagkracht geregeld. Deze is aanmerkelijk ruimer dan bij de bepaling van de reguliere bijzondere bijstand. Bij reguliere bijzondere bijstand wordt er al vanaf een inkomen van 110% van de bijstandsnorm draagkracht aanwezig geacht.

Het bijzondere karakter van de TONK rechtvaardigt het om deze grens hoger te stellen. Hierbij moet ook in aanmerking genomen dat de TONK alleen een tegemoetkoming verstrekt in hoge woonlasten en dus maar een beperkt deel van hogere kosten opvangt.

Artikel 10 Beschikbare geldmiddelen

Bij de bepaling of de aanvrager beschikt over voldoende middelen om te kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten wordt zowel naar het inkomen als naar de overige beschikbare geldmiddelen gekeken. In artikel 3, lid 1, is hierover bepaald dat alleen rekening gehouden wordt met deze middelen als het totaal van deze middelen het bedrag van € 31.340,00 te boven gaat.

In afwijking van wat in de Participatiewet is bepaald wordt bij de uitvoering van de TONK een beperking aangebracht in de soorten middelen waarmee rekening gehouden wordt. De middelen waarmee rekening gehouden wordt zijn in het derde lid genoemd. Dit betekent dus dat bij de beoordeling van het recht op TONK geen rekening gehouden wordt met vermogensbestanddelen zoals een auto of de overwaarde van de bewoonde woning.

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

De TONK voorziet in een tegemoetkoming in de woonlasten. Ook in het kader van de bijzondere bijstand bestaat er een mogelijkheid om bijstand te verlenen in woonlasten als belanghebbende over onvoldoende middelen beschikt om hierin te voorzien. Dit betreft de woonkostentoeslag. Bij verstrekking van een dergelijke woonkostentoeslag kan het college de verplichting opleggen dat de belanghebbende op zoek gaat naar goedkopere huisvesting.

 

De TONK is een tijdelijke regeling vanwege de bijzondere situatie die zich nu voordoet als gevolg van de coronacrisis. De TONK heeft een beperkte looptijd van een half jaar. Vanwege dit specifieke karakter van de TONK en de beperkte looptijd is in dit artikel bepaald dat deze verplichting om te zoeken naar goedkopere huisvesting en hiernaar te verhuizen niet wordt opgelegd.

Artikel 12 Drempelbedrag

Met de TONK verstrekken wij een tegemoetkoming in de noodzakelijke woonlasten. Omdat iedereen, ook personen met een minimuminkomen, te maken heeft met dergelijke woonlasten wordt een ondergrens voor de hoogte van deze lasten opgenomen. Alleen voor zover het totaal van de kosten hoger is dan € 750,00 per maand wordt een tegemoetkoming op grond van de TONK verstrekt.

Artikel 13 Uitbetaling

De TONK voorziet in een tegemoetkoming in de woonlasten voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Bij de aanvraag wordt bepaald of er sprake is van een inkomensterugval en of er sprake is van een situatie waarin belanghebbende over onvoldoende middelen beschikt om volledig zelf te voorzien in de noodzakelijke woonkosten. Tevens wordt op dat moment de hoogte van de woonlasten vastgesteld.

De TONK werkt terug tot 1 januari 2021. Gelet op het feit dat de aanvraag voor de TONK pas voor het eerst in maart 2021 ingediend kan worden, is bij toekenning al de helft van de uitkeringsperiode verstrekken. Om de aanvrager snel financieel tegemoet te komen wordt er daarom voor gekozen om na toekenning de tegemoetkoming over de gehele periode in één keer betaalbaar te stellen.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Hoewel de Algemene wet bestuursrecht al een algemene hardheidsclausule bevat wordt in deze beleidsregels nog expliciet geregeld dat het college in bijzondere incidentele omstandigheden kan afwijken van deze beleidsregels indien hiervoor dringende redenen zijn. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat hiermee niet lichtzinnig dient te worden omgegaan. Voor de toepassing van de hardheidsclausule zal er echt sprake moeten zijn van bijzondere individuele omstandigheden die maken dat het niet verlenen van een tegemoetkoming op grond van de TONK als schrijnend betiteld kunnen worden.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

De TONK heeft betrekking op de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Om vanaf 1 januari 2021 een tegemoetkoming op grond van de TONK te kunnen verlenen is daarom bepaald dat deze beleidsregels terugwerkende kracht hebben tot 1 januari 2021.

 

In het tweede lid is bepaald dat de beleidsregels komen te vervallen op 1 augustus 2021. Hierdoor is het mogelijk om tot en met 31 juli 2021 een aanvraag voor de TONK in te dienen.

Artikel 16 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.