Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Venlo 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels schuldhulpverlening gemeente Venlo 2021
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpschuldhulpverlening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2023wijziging: art. 14 tweede lid; art. 15 tweede lid

20-06-2023

gmb-2023-277031

23425
04-03-202101-03-202101-07-2023nieuwe regeling

23-02-2021

gmb-2021-65962

1712666

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Venlo 2021

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

overwegende, dat het wenselijk is om in de beleidsregels op te nemen welke vormen van schuldhulpverlening worden aangeboden;

gehoord de Cliëntenraad Sociale Dienst Venlo;

besluiten vast te stellen de:

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Venlo 2021

 

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

    • b.

      niet regelbare schulden: schulden die niet meegenomen kunnen worden in het kader van een schuldregeling, omdat de aard van de schuld zich tegen een minnelijke dan wel wettelijke schuldregeling in de zin van een saneringskrediet of schuldbemiddeling verzet;

    • c.

      moratorium: afkoelingsperiode, waarin elke bevoegdheid van de schuldeiser tot verhaal op de goederen van de cliënt en tot opeising van goederen die zich in de macht van de cliënt bevinden niet kan worden uitgeoefend, voor een periode van maximaal zes maanden;

    • d.

      problematische schuldsituatie: de situatie waarin van een natuurlijke persoon redelijkerwijs te voorzien is dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij heeft opgehouden te betalen;

    • e.

      schuldregeling: een regeling waarbij een maximale terugbetaling wordt gerealiseerd en waar van schuldeisers wordt gevraagd om na verloop van 36 maanden finale kwijting te verlenen in geval van een schuldbemiddeling of voorafgaand aan afkoop in geval van een saneringskrediet.

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Venlo van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3 Algemene voorwaarde

Uitgangspunt bij een geconstateerde schuldsituatie is dat de cliënt zelf verantwoordelijk is en blijft voor zijn eigen financiële situatie en op basis van die verantwoordelijkheid handelt. Dit uitgangspunt geldt als algemene voorwaarde bij de uitvoering van deze beleidsregels.

Artikel 4 Inlichtingenplicht en medewerkingsplicht

  • 1.

    Het college bepaalt welke gegevens ten behoeve van de aanvraag tot schuldhulpverlening kunnen worden gevraagd en welke bewijsstukken daarbij moeten worden overgelegd in aanvulling van de gegevens welke het college zelf op kan vragen.

  • 2.

    De cliënt is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      het niet laten ontstaan van nieuwe schulden;

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen van het plan van aanpak.

Artikel 5 Weigering - beëindigen - hersteltermijn

  • 1.

    Het college weigert de schuldhulpverlening indien een inwoner fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die inwoner in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.

  • 2.

    Bij weigering van schuldhulpverlening wordt de inwoner zo mogelijk geadviseerd hoe hij gegeven de omstandigheden kan handelen.

  • 3.

    Indien de cliënt niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de wet en artikel 4 van deze beleidsregels, besluit het college om schuldhulpverlening te beëindigen.

  • 4.

    Alvorens, ingevolge lid 3 te besluiten tot beëindiging, wordt de cliënt eenmaal een redelijke hersteltermijn van maximaal 4 weken geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of inlichtingen te verstrekken.

Artikel 6 Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, besluit het college tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    de cliënt niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2, tenzij het college gebruik maakt van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3, lid 5, van de wet;

  • b.

    de cliënt zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

  • c.

    op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening is toegekend, terwijl indien de juiste gegevens ten tijde van de besluitvorming bekend waren geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • d.

    de cliënt zich tegenover het college of ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, zeer ernstig misdraagt. Onder medewerkers wordt ook verstaan derden, die voor het college de uitvoering van de wet verrichten;

  • e.

    de cliënt in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • f.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, niet (langer) passend is.

Artikel 7 Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1.

    Het college weigert de schuldhulpverlening in geval een inwoner in de periode van 5 jaar voorafgaand aan het gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld, gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening.

  • 2.

    Alleen als de inwoner kan aantonen dat zijn situatie zodanig is veranderd dat een nieuw schuldhulpverleningstraject noodzakelijk is, wordt een aanvraag binnen 5 jaar in behandeling genomen.

Hoofdstuk 2 – Aanbod

Artikel 8 Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per inwoner verschillen. De factoren die een rol spelen zijn:

    • a.

      de aard en omvang van de schulden;

    • b.

      de motivatie van de aanvrager;

    • c.

      de financiële vaardigheden van de aanvrager;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 2.

    Het aanbod van schuldhulpverlening kan bestaan uit:

    • a.

      stabilisatie;

    • b.

      budgetbeheer;

    • c.

      budgetcoaching;

    • d.

      begeleiding naar en bij schuldenbewind;

    • e.

      flankerende hulp;

    • f.

      saneringskrediet;

    • g.

      schuldbemiddeling;

    • h.

      verklaring WSNP.

Hoofdstuk 3 – Vormen van schuldhulpverlening

Artikel 9 De stabilisatiefase

Het doel van stabilisatie is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van de cliënt. Hierbij worden inkomsten gemaximaliseerd en uitgaven tot een minimum beperkt, er is geen crisis en de beslagvrije voet wordt gegarandeerd. Het stabilisatietraject leidt in principe tot een betalingsregeling, herfinanciering, schuldbemiddeling of saneringskrediet. Tevens doelt stabilisatie erop rust te creëren voor de cliënt, zodanig dat op gedragsverandering kan worden ingezet.

Artikel 10 Budgetbeheer

  • 1.

    Budgetbeheer heeft tot doel de inkomsten en uitgaven van de cliënt te beheren en in evenwicht te houden.

  • 2.

    Budgetbeheer vindt plaats op basis van een overeenkomst en budgetplan. In het kader van budgetbeheer wordt een rekening ingericht van waaruit beheer plaatsvindt waar de inkomsten van de cliënt worden ontvangen. Op basis van de afspraken met de cliënt worden verschillende betalingen verricht. De budgetbeheerder ziet er op toe dat er geen (nieuwe) schulden dan wel betalingsachterstanden ontstaan. Dit heeft minimaal betrekking op huur/hypotheek, nutsvoorzieningen en wettelijk verplichte verzekeringen.

  • 3.

    De cliënt beschikt in het kader van budgetbeheer over leefgeld, een bedrag waarover de cliënt vrij mag beschikken wanneer alle lasten zijn betaald, noodzakelijke reserveringen plaats hebben gevonden en de kosten van budgetbeheer in rekening zijn gebracht.

  • 4.

    Tot budgetbeheer kan worden besloten indien blijkt dat de cliënt niet of tijdelijk niet in staat is zelfstandig zijn financieel beheer te voeren.

Artikel 11 Budgetcoaching

  • 1.

    Budgetcoaching omvat het geheel van activiteiten om de cliënt te leren zelfstandig en op een verantwoorde manier zijn huishouden te voeren. Budgetcoaching geschiedt op basis van een overeenkomst met de cliënt en omvat een coachingsplan. Daarin wordt het nadere doel van het coachingstraject vastgelegd en de aard en frequentie van de coachingsactiviteiten. Budgetcoaching kan zich vertalen in individuele begeleiding of in activiteiten in groepsverband.

  • 2.

    Tot budgetcoaching kan worden besloten als uit inventarisatie is gebleken dat er geen problematische schuldensituatie is en budgetcoaching toereikend is om de cliënt te ondersteunen om zijn hulpvraag zelf op te lossen.

Artikel 12 Begeleiding naar en bij schuldenbewind

  • 1.

    Schuldenbewind kan worden ingesteld om redenen van verkwisting of het hebben van problematische schulden. Schuldenbewind is ook mogelijk als verwacht kan worden dat de inwoner binnen afzienbare tijd in bovengenoemde toestanden zal komen te verkeren. De bewindvoerder die schuldenbewind uitoefent beheert de goederen van de rechthebbende. De voornaamste taak van een bewindvoerder is het stabiliseren van de financiële situatie.

  • 2.

    Tot begeleiding naar schuldenbewind kan worden besloten indien is vastgesteld dat stabilisatie van inkomsten en uitgaven noodzakelijk is en de cliënt hiertoe zelfstandig niet in staat is.

Artikel 13 Flankerende hulp

  • 1.

    Flankerende hulp beoogt hulp- en dienstverlening te bieden die ondersteunend is aan de schuldregelende activiteiten.

  • 2.

    Tot inzet van flankerende hulp kan worden besloten bij cliënten die naast hulpverlening gericht op hun schulden en financiën ook hulpverlening op andere terreinen nodig hebben. Het gaat daarbij om vormen van sociaal-maatschappelijke hulpverlening en/of hulpverlening op het terrein van zorg en gezondheid.

Artikel 14 Saneringskrediet

  • 1.

    Een saneringskrediet beoogt door middel van het afsluiten van een kredietovereenkomst de totale schuldenlast af te kopen tegen finale kwijting, op basis van betaling van een percentage van de totale schuldenlast

  • 2.

    Tot een saneringskrediet kan worden besloten, indien aflossing van de schulden slechts mogelijk is door verstrekking van een saneringskrediet en/of borgstelling en er geen zicht is op inkomensverbetering in de komende jaren. De hoogte van het saneringskrediet bedraagt maximaal het nettobedrag ter grootte van de aflossingscapaciteit van de cliënt gedurende maximaal 18 maanden.

Artikel 15 Schuldbemiddeling

  • 1.

    Schuldbemiddeling beoogt overeenstemming te bereiken tussen de cliënt en schuldeisers waarbij de totale schuldenlast gedeeltelijk wordt terugbetaald, in termijnen, naar draagkracht en tegen finale kwijting.

  • 2.

    Tot schuldbemiddeling kan worden besloten indien aflossing van de schulden van de cliënt mogelijk is zonder dat een krediet verstrekt hoeft te worden. Daartoe wordt de aflossingscapaciteit van de cliënt gedurende 18 maanden berekend en wordt, op grond daarvan, een prognosevoorstel aan de schuldeisers gedaan tegen finale kwijting.

Artikel 16 Verklaring Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)

Indien via schuldbemiddeling of schuldsanering geen akkoord kan worden bereikt met alle schuldeisers of indien vanwege een andere reden het minnelijke traject niet kan starten dan wel mislukt, dan wel indien geen dwangakkoord tot stand komt kan een beroep worden gedaan op de WSNP.

Op grond van artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet verklaart het college daartoe met redenen omkleed dat er geen reële mogelijkheden zijn tot om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen en verklaart tevens over welke aflossingsmogelijkheden verzoeker beschikt.

Artikel 17 Moratorium

Wanneer de situatie dit vereist en is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde nadere voorwaarden, maakt het college gebruik van een moratorium.

Hoofdstuk 4 - Slotbepalingen

Artikel 18 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Venlo 2021.

 

Artikel 19 Intrekking en inwerkingtreding

De beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Venlo 2021 treden in werking op 1 maart 2021 onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels schuldhulpverlening welke zijn vastgesteld op 28 december 2012.

 

Venlo, 23 februari 2021

Burgemeester en wethouders van Venlo

de secretaris, de burgemeester

Twan Beurskens, Antoin Scholten