Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels amateurkunst Purmerend 2021 |
Citeertitel | Nadere regels amateurkunst Purmerend 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Cultuur en recreatie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-02-2021 | 01-01-2022 | Nieuwe regeling | 26-01-2021 | 1536735 |
Artikel 2 Bestanddelen basissubsidie
Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van een artistiek leider bedraagt in 2021 50% van die kosten tot een maximum van:
€ 1.220,- voor een niet beroepsdirigent, - instructeur, of -regisseur.
In de in dit lid genoemde bedragen is 0% looncorrectie inbegrepen.
Indien bij uw vereniging meerdere soorten artistiek leiders betrokken zijn (bijvoorbeeld een regisseur en een dirigent), dan kan voor de tweede soort artistiek leider een bijdrage in de kosten van 25% van de kosten van 2020 worden gevraagd, met een maximum van € 1.220,-. Dit geldt uitsluitend voor een beroepsdirigent, -instructeur, of –regisseur. Deze regel is niet van toepassing op meerdere artistiek leiders van dezelfde categorie (bijvoorbeeld meerdere regisseurs of dirigenten).
a. Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van huur voor repetitieruimten bedraagt in 2021 50% van die kosten (in 2020).
b. In afwijking van het gestelde onder a. wordt ten aanzien van de volgende instellingen met betrekking tot de huur van repetitieruimte in P3, in 2021, een ander percentage gehanteerd:
a. Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van inschakeling van een orkest respectievelijk een solist bedraagt in 2021, 30% van die kosten (in 2020) tot een maximum van € 1.502,-.
b. Tot de onder a. bedoelde kosten behoren tevens de reiskosten van de orkestleden of de solist voor één repetitie en één generale repetitie en voor de daarop volgende koor-, musical-, opera- of operette-uitvoering(en).
a. Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van onderhoud van instrumenten bedraagt in 2021 € 24,25 per bespeeld instrument.
b. 1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, wordt gehanteerd als peildatum bij de bepaling van het aantal bespeelde instrumenten bij een instelling.
Mocht blijken dat de subsidie 2021, door het baseren van de subsidieberekening op de cijfers uit 2020 vanwege COVID-19, dusdanig afwijkt van de reguliere subsidie die de betreffende amateurkunstvereniging jaarlijks ontvangt, dan bestaat de mogelijkheid tot maatwerk en kan de subsidie 2021 worden gebaseerd op de cijfers uit 2019, waarbij de hoogte van het eigen vermogen (stand van zaken eind 2020) in de afweging wordt meegewogen.