Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roermond

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent subsidie voor voorschoolse educatie (Beleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoermond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent subsidie voor voorschoolse educatie (Beleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2021)
CiteertitelBeleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2020, augustus-december.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Roermond/56905/CVDR56905_3.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-02-202101-01-2021nieuwe regeling

09-02-2021

gmb-2021-52411

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent subsidie voor voorschoolse educatie (Beleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

 

gelet op artikel 3, vierde lid en hoofdstuk 2 van de Algemene subsidieverordening Roermond 2008;

 

gelet op de beleidsnotitie “Voor- en vroegschoolse educatie gemeente Roermond 2017-2021”;

 

overwegende dat:

 

  • -

    De gemeente op grond van artikel 166 van de Wet op het primair onderwijs (hierna: WPO) de plicht heeft om te zorgen voor voldoende voorzieningen in aantal en spreiding waar doelgroep peuters deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie (aanbodverplichting);

  • -

    De gemeente naast de hierboven genoemde aanbodverplichting een verplichting heeft om afspraken met houders van kindercentra te maken voor een zo groot mogelijke deelname aan voorschoolse educatie;

  • -

    het gewenst is dat alle kinderen in de gemeente Roermond deel kunnen nemen aan peuteropvang en dat kinderen voorschoolse educatie krijgen wanneer dat nodig is;

  • -

    het gewenst is om de kwaliteit van de peuteropvang en voorschoolse educatie in de gemeente Roermond te waarborgen.

BESLUIT:

 

vast te stellen de Beleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    De verordening: Algemene Subsidieverordening Roermond 2008;

  • b.

    NJI: Nederlands Jeugd Instituut;

  • c.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang als bedoeld in artikel 1.47b van de Wet kinderopvang (Wko) waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen;

  • d.

    AMvB: het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • e.

    Peuter: een kind met een leeftijd vanaf 2 jaar tot 4 jaar die is ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Roermond;

  • f.

    Peuterprogramma: de opvang, verzorging en het bijdragen aan de ontwikkeling van peuters;

  • g.

    Peuterprogramma met Ve: voor- en vroegschoolse educatie voor peuters, waarin aan de hand van een NJI erkend Ve-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van peuters op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • h.

    Ve-indicatie: door een consultatiebureau afgegeven indicatie (Voorschoolse- en Vroegschoolse Educatie) om een peuter extra ondersteuning te bieden met betrekking tot taalontwikkeling;

  • i.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders/verzorgers, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • j.

    ZKT: Zonder kinderopvangtoeslag

  • k.

    MKT: Met kinderopvangtoeslag

  • l.

    Warme overdracht: een mondelinge overdracht van kind gegevens tussen professionals voor- en vroeg schoolse voorzieningen in aanwezigheid van de ouders/verzorgers, bij de overgang naar het basisonderwijs of vervangend onderwijs in aanvulling op de schriftelijke (koude) overdracht van de gegevens van het kind.

  • m.

    Doelgroep peuter: een peuter met een indicatiestelling voor voorschoolse educatie (Ve) van Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Noord Limburg;

  • n.

    Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst met daarin inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar.

Artikel 2 Doelstelling

Doel van deze regeling is het door subsidiëring bieden van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie in de gemeente Roermond zodat er binnen de gemeente gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar zijn.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt aan kinderopvangorganisaties voor het verzorgen van een peuterprogramma en/of een peuterprogramma met voorschoolse educatie;

  • 2.

    Subsidie voor doelgroep-peuters wordt uitsluitend verstrekt aan houders van een opvangorganisatie die in het landelijk register kinderopvang staan vermeld als Ve locatie en die voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wko en de bijbehorende AmvB ;

  • 3.

    Subsidie voor peuterprogramma met Ve wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van geïndiceerde peuters, doelgroep peuters;

  • 4.

    Subsidie voor peuterprogramma en peuterprogramma Ve wordt verstrekt ten behoeve van peuters die woonachtig zijn in Roermond.

  • 5.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan kinderopvangorganisaties die deelnemen aan de peutermonitor.

Artikel 4 Aanvraag om subsidieverlening

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier door het college en bevat een inschatting van het aantal kinderen en het aantal uren te leveren peuterprogramma en/of peuterprogramma met Ve.

  • 2.

    De subsidieaanvraag wordt in afwijking van artikel 16 van de verordening ingediend vóór 1 augustus van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

     

Paragraaf 2 Peuterprogramma

Artikel 5 Peuterprogramma

  • 1.

    Het aangeboden peuterprogramma bestaat uit het gedurende tenminste 40 weken per jaar aanbieden van een peuterprogramma aan een peuter, voor tenminste 280 en ten hoogste 322 uur. Het peuterprogramma wordt in 2 dagen per week aangeboden voor tenminste 3,5 uur per dag. Per dag komen maximaal 6 uur voor subsidie in aanmerking. Het totaal aantal gesubsidieerde uren bedraagt 8 uur per kind per week.

  • 2.

    Deelname aan het peuterprogramma kan door:

    • a.

      Peuters waarvan de ouders/verzorgers geen toeslag kinderopvang ontvangen;

    • b.

      Peuters waarvan de ouders/verzorgers een toeslag kinderopvang ontvangen;

  • 3.

    De ouders/verzorgers die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag leggen dit in een schriftelijke verklaring vast.

  • 4.

    In afwijking van het vierde lid kan het college een inkomensverklaring van de belastingdienst opvragen.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie peuterprogramma

  • 1.

    De subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een peuter, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder a. bedraagt € 8,17 per uur.

  • 2.

    De subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma aan een peuter, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder b. bedraagt € 1,00 per uur.

     

Paragraaf 3 Peuterprogramma Ve

Artikel 7 Peuterprogramma Ve

  • 1.

    Het aangeboden peuterprogramma Ve bestaat uit het gedurende tenminste 40 weken per jaar aanbieden van een peuterprogramma aan een VVE-peuter voor tenminste 480 en ten hoogste 644 uur.

  • 2.

    Het aantal uren van het peuterprogramma Ve kan variabel per leeftijd van de doelgroep peuter worden aangeboden.

  • 3.

    Per dag komt maximaal 6 uur subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie peuterprogramma Ve

  • 1.

    De subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma Ve aan een doelgroep peuter, zoals bedoeld in artikel 7, eerst lid bedraagt € 12,54 per uur, indien de ouder of verzorger geen kinderopvangtoeslag ontvangt;

  • 2.

    De subsidie voor het aanbieden van een peuterprogramma Ve aan een doelgroep peuter, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid bedraagt € 5,07 per uur, indien de ouder of verzorger kinderopvangtoeslag ontvangt;

  • 3.

    De subsidie voor het peuterprogramma Ve is tevens voor scholing van de pedagogische medewerker, pedagogische beleidsmedewerker en overige bijkomende kosten.

Artikel 9 Aanvullende subsidie zware groepen

  • 1.

    Kinderopvangorganisaties die een peuterprogramma met voorschoolse educatie verzorgen aan een of meer groepen waarin zich tenminste 75% geïndiceerde VVE doelgroepkinderen bevinden, ontvangen aanvullend op het met toepassing van artikel 8 bepaalde bedrag een vast bedrag van € 12.160,-- per groep per jaar.

  • 2.

    Als peildatum voor het bepalen van het in het eerste lid genoemde percentage geldt 1 januari van jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

  • 3.

    Dit bedrag dient besteed te worden aan een kindcoach/pedagogisch medewerker op HBO niveau met aanvullende voorschoolse educatie scholing, met als hoofdtaak het versterken van de kwaliteit van het ve-aanbod.

     

Paragraaf 4 Gegevens verstrekking, monitoring en vaststelling

Artikel 10 Bij de aanvraag om subsidieverlening te overleggen gegevens

In afwijking van het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de verordening dient de aanvrager bij de aanvraag de navolgende bescheiden te overleggen:

  • 1.

    per locatie, een overzicht van peuters welke deelnemen aan het peuterprogramma en of aan het peuterprogramma met Ve, deelnemen, met vermelding van:

    • registratienummer van het LRK

    • bsn nummer

    • postcode;

    • huisnummer;

    • woonplaats;

    • geboortemaand en-jaar;

    • datum start deelname peuterprogramma;

    • wel of geen indicatiestelling;

    • datum indicatiestelling;

    • de ouders/verzorgers wel of geen toeslag kinderopvang ontvangen;

    • het aantal uren en weken opvang zoals met de ouder(s)/verzorger(s) is overeengekomen;

    • plus een inschatting van nog te verwachten aantallen kinderen en te verwachten afname van uren.

    • per kindercentrum, het pedagogisch beleidsplan, zoals bedoeld in het besluit en de amvb

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kunnen de gegevens/dataset Peutermonitor van het tweede kwartaal bij de subsidieaanvraag worden gevoegd.

Artikel 11 Aanvraag om subsidievaststelling

  • 1.

    De aanvraag om subsidievaststelling wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier door het college .

  • 2.

    In afwijking van artikel 20, eerste lid van de verordening wordt de aanvraag tot subsidievaststelling ingediend bij het college vóór 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar.

  • 3.

    De subsidie wordt vastgesteld op grond van de gegevens van de peutermonitor.

  • 4.

    Het college kan –naast de informatie en/of bescheiden als genoemd in artikel 9 en artikel 10 van deze regeling– andere informatie en/of bescheiden verlangen, voor zover dat:

    • a.

      voor een goede beoordeling van een aanvraag tot vaststelling nodig is;

    • b.

      nodig is voor het desgevraagd verstrekken van informatie aan overheidsinstellingen of daaraan verbonden inspectiediensten.

Artikel 12 Betaling en terugvordering

  • 1.

    Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, na aftrek van het reeds op grond van artikel 10 van de verordening verleende voorschot, uiterlijk binnen 8 weken na de subsidievaststelling, tenzij bij de subsidievaststelling een andere termijn is bepaald.

  • 2.

    Wanneer het vastgestelde subsidiebedrag lager is dan op grond van artikel 10 van deze subsidieregeling verleende voorschot, wordt het teveel betaalde subsidie teruggevorderd.

     

Paragraaf 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 Afwijking aanvraagtermijn

In afwijking van het bepaalde in artikel 4, tweede lid wordt de aanvraag om subsidieverlening voor het jaar 2021 vóór 1 maart 2021 ingediend.

Artikel 14 Intrekking oude beleidsregel

De Beleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2020, augustus-december wordt ingetrokken, met dien verstande dat hij van toepassing blijft ten aanzien van subsidies die op basis daarvan zijn verleend.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin hij wordt geplaatst en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel subsidiëring Voorschoolse educatie Roermond 2021.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 9 februari 2021.

Burgemeester en wethouders van Roermond,

De secretaris, Ir. J.A.G.M. van Aaken

De burgemeester, M.J.D. Donders- de Leest