Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021
CiteertitelSubsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/%27s-Gravenhage/643067/CVDR643067_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-202101-10-2023nieuwe regeling

09-02-2021

gmb-2021-51882

RIS307479 OCW/10053433

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021

Toelichting

 

Haagse inwoners moeten volwaardig en naar eigen vermogen deel kunnen nemen aan de Haagse samenleving. Onderdeel hiervan is dat iedere inwoner passend vrijwilligerswerk moet kunnen vinden. In het coalitieakkoord ‘Samen voor de stad’ (RIS304121) is een nieuw actieprogramma vrijwilligers aangekondigd. Naar aanleiding hiervan is het actieprogramma ‘Goed voor elkaar! Haags vrijwilligersbeleid 2020-2023’ (RIS307795) verschenen.

 

Het actieprogramma bestaat uit vier pijlers, waarvan een pijler over het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties gaat. Het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties is belangrijk. Wanneer vrijwilligers passend vrijwilligerswerk zoeken, wil de gemeente ervoor zorgen dat organisaties dat kunnen bieden. Dit zodat de drempel om een bijdrage te kunnen leveren aan de Haagse samenleving lager wordt voor bestaande en nieuwe vrijwilligers.

 

Een van de manieren hoe de gemeente dit doet, is het vaststellen van geactualiseerde subsidieregelingen voor vrijwilligersorganisaties die een bijdrage leveren aan de ondersteuning van kwetsbare inwoners met behulp van vrijwilligers. Dit resulteert in twee regelingen:

  • 1.

    De subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021 – deze regeling stimuleert activiteiten van organisaties waarbij kwetsbare inwoners worden ondersteund. Hierbij kunnen ook vrijwilligers worden ingezet.

  • 2.

    De subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021 – deze regeling bevordert dat vrijwilligersorganisaties in de informele zorg optimaal in staat zijn om goed vrijwilligerswerk te kunnen bieden. Dit doet de gemeente door subsidie te verstrekken voor onder meer de werving van vrijwilligers, professionalisering van de organisatie en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

 

De subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021 is de opvolger van de subsidieregeling stimuleren vrijwillige inzet Den Haag 2015 (RIS281063). Deze oude regeling is per 31 december 2018 komen te vervallen. De subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021 is, net als de oude subsidieregeling stimuleren vrijwillige inzet Den Haag 2015 (RIS281063), een additionele regeling voor stimulering van vrijwilligerswerk in de informele zorg.

 

Vanuit de evaluatie van de oude subsidieregeling zijn leerpunten meegenomen in de ontwikkeling van deze nieuwe regeling. In deze opvolgende regeling zijn leerpunten verwerkt onder meer door doelgroepen smaller te benoemen en niet-subsidiabele kosten specifieker te benoemen. Tot slot kan subsidie in het kader van deze regeling slechts een keer in de twee jaar worden aangevraagd en verleend om het stimulerende karakter van de subsidie te borgen. Bijkomend neveneffect hierbij is dat organisaties financieel onafhankelijk van de gemeente blijven.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit vast te stellen de Subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

gemeentelijk vastgoed:

bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de gemeente Den Haag;

informele zorg:

zorg en ondersteuning waar niet voor wordt betaald en die niet door een professional wordt verricht;

kwetsbare inwoners:

inwoners van Den Haag die minder goed bereikt worden met reguliere algemene voorzieningen en die extra ondersteuning nodig hebben bij het (zelfstandig) functioneren en het deelnemen aan de samenleving;

overhead:

alle kosten die naar oordeel van het college niet direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4;

vrijwilliger:

persoon die vrijwilligerswerk verricht in de vorm van niet-medische ondersteuning van kwetsbare inwoners van Den Haag, met als doel het vergroten van zelfredzaamheid en bevorderen van deelname van kwetsbare inwoners van Den Haag aan de Haagse samenleving;

vrijwilligersorganisatie:

stichting of vereniging waarvan de activiteiten uitsluitend of grotendeels (70% of meer van het aantal manuren) wordt uitgevoerd door vrijwilligers;

vrijwilligerswerk:

werk dat onbetaald en onverplicht voor inwoners van Den Haag wordt gedaan, dat in een maatschappelijk belang is en dat geen winstoogmerk heeft en niet in de plaats komt van een betaalde baan.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het versterken van vrijwilligerswerk in Den Haag door het toerusten en faciliteren van vrijwilligersorganisaties die zich richten op niet-medische ondersteuning van kwetsbare inwoners van Den Haag.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is het vergroten van de zelfredzaamheid en het bevorderen van deelname van kwetsbare inwoners van Den Haag aan de Haagse samenleving.

 

Artikel 1:4Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die plaatsvinden in één kalenderjaar en die bijdragen aan:

  • a, het werven van vrijwilligers;

  • b. het trainen of ontwikkelen van vrijwilligers;

  • c. het versterken van de begeleiding van vrijwilligers;

  • d. het professionaliseren van het vrijwilligersbeleid;

  • e. het vergroten van de flexibilisering van de inzet van vrijwilligers.

 

Artikel 1:5Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan vrijwilligersorganisaties die:

  • a. zijn gevestigd in Den Haag;

  • b. minimaal 70% van het jaarlijks totaal aantal manuren besteden aan vrijwilligerswerk voor niet-medische vormen van ondersteuning aan kwetsbare inwoners van Den Haag, gericht op het vergroten van hun zelfredzaamheid en deelname aan de Haagse samenleving; en

  • c. actief zijn in tenminste twee Haagse stadsdelen.

 

Artikel 1:6Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten voor overhead die meer bedragen dan 15 procent van de kosten van de subsidiabele activiteiten;

    b. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;

    c. de verrekenbare BTW over de gesubsidieerde kosten;

    d. de kosten voor activiteiten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;

    e. de vergoeding van kosten die gemaakt worden voor waardering van vrijwilligers in natura;

    f. de vergoeding van kosten van vrijwilligers zoals vrijwilligersvergoeding, onkostenvergoeding, reiskostenvergoeding, OV-reistegoed en representatiekosten;

    g. de kosten voor consumpties en catering;

    h. de kosten voor de verzekering van vrijwilligers;

    i. de kosten voor uitstapjes, zoals kosten voor reizen, verblijf, toegangskosten tot pretparken, dierentuinen en andere recreatieve externe activiteiten en verblijfskosten in het geval van externe activiteiten;

    j. de kosten van Verklaringen Omtrent het Gedrag;

    k. activiteiten of initiatieven die onderdeel zijn van een regulier programma; en

    l. de kosten voor activiteiten waarbij naar het oordeel van het college de verhouding tussen het gevraagde bedrag en de activiteiten buitenproportioneel is.

 

Artikel 1:7Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal € 20.000,00 per aanvraag;

  • 2.

    Een subsidie kan maximaal eenmaal per twee jaar worden verleend.

 

Artikel 1:8Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 350.000,00.

 

Artikel 1:9Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd vindt plaats in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als tijdstip van ontvangst van de aanvraag het tijdstip waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

    b. een beschrijving van de manier waarop de activiteiten worden geëvalueerd en de beoogde resultaten inzichtelijk worden gemaakt;

    c. een overzicht van de organisaties waarmee wordt samengewerkt bij het uitvoeren van de activiteiten;

    d. een specificatie van het aantal vrijwilligers, het totaal aantal manuren, het deel daarvan dat door vrijwilligers wordt uitgevoerd en de werkzaamheden die zij verrichten; en

    e. of de organisatie in het bezit is van een keurmerk voor vrijwilligersorganisaties.

  • 2.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

 

Artikel 2:2Aanvraagtermijn

In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASV wordt een aanvraag om een subsidie ingediend in de periode van 1 oktober direct voorafgaand aan tot en met 30 september van, het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Hoofdstuk 3Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:

  • a. de aanvrager al subsidie ontvangt voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten;

  • b. de aanvrager al voor het zelfde subsidiejaar als waarvoor de aanvraag wordt ingediend subsidie ontvangt op basis van de Subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021.

 

Hoofdstuk 4Verplichtingen en betaling

 

Artikel 4:1Verplichtingen

Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichten:

  • a. om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, of daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is;

  • b. om het betreffende gemeentelijk vastgoed meervoudig of gezamenlijk te (laten) gebruiken;

  • c. om de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik te geven of te verhuren aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.

 

Artikel 4:2Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

  • a. subsidieverleningen tot € 5.000,00: 100% van de verleende subsidie in één keer;

  • b. subsidieverleningen van € 5.000,00 tot en met € 20.000,00: 90% van de verleende subsidie in één keer.

 

Hoofdstuk 5Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 5:1Wijze van verantwoorden

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;

    b. bij een verleende subsidie voor een bedrag van € 5.000,00 tot en met € 20.000,00: tevens een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en

    c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Hiervoor wordt een bestuursverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.

  • 2.

    Het inhoudelijk verslag bevat:

    a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;

    b. een activiteitenverslag, bestaande uit een beknopte beschrijving en beknopt fotoverslag van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;

    c. indien van toepassing een opgave van de redenen waarom vrijwilligers gestopt zijn en wat de subsidieontvanger heeft gedaan om vrijwilligers aan nieuw vrijwilligerswerk te helpen, binnen of buiten de eigen organisatie;

    d. een overzicht van het totale aantal vrijwilligers, met de vermelding actief en inactief, van de organisatie per 1 januari en 31 december van het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verleend;

    e. een overzicht van het totale aantal geworven vrijwilligers en het aantal vrijwilligers dat is gestopt met hun vrijwilligerswerk in het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verleend; en

    f. een beknopt overzicht van de aantallen hulpvragers uit verschillende doelgroepen die de organisatie met haar hoofdactiviteiten heeft bereikt.

  • 3.

    Het financieel verslag bevat:

    a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die aansluiten bij de posten in de bij de subsidieverlening goedgekeurde begroting;

    b. een toelichting op afwijkingen groter dan 10% op hoofdposten van de bij de subsidieverlening goedgekeurde begroting;

    c. de verrekenbare en niet-verrekenbare BTW; en

    d. de bewijsstukken van de gemaakte kosten, zoals facturen.

 

Hoofdstuk 6Overige bepalingen

 

Artikel 6:1Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken met uitzondering van de artikelen 1:2, 1:4, 1:5, 1:6, 1:7, 1:8, 1:9, 2:2 en 3:1 voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling een jaar na inwerkingtreding én binnen 1 jaar na afloop van de regeling.

 

Artikel 6:3Inwerkingtreding

 

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021 en vervalt met ingang van 1 oktober 2023.

 

Artikel 6:4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1:4

Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan verschillende subdoelen. Hieronder worden voorbeelden van activiteiten gegeven:

 

a. het werven van vrijwilligers;

Het werven van vrijwilligers kan onder meer met advertentiecampagnes via sociale- of traditionele media, deelname aan een expositie, beursvloer, jaarmarkt of ander evenement om het vrijwilligerswerk onder de aandacht te brengen en het maken van folders en flyers voor het werven van vrijwilligers;

 

b. het trainen of ontwikkelen van vrijwilligers;

Bij het trainen of ontwikkelen kan gedacht worden aan het huren van een ruimte voor een opleiding of intervisiebijeenkomsten en het inkopen van opleidingen voor de deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Daarmee zijn vrijwilligers beter in staat om hun vrijwilligerstaken uit te kunnen voeren;

 

c. het versterken van de begeleiding van vrijwilligers;

Hieronder valt het onder andere opleiden van vrijwilligers tot coördinator;

 

d. het professionaliseren van het vrijwilligersbeleid;

Voorbeelden van het professionaliseren zijn het behalen van een keurmerk voor vrijwilligersorganisaties. Dit kan het Haags Keurmerk voor Vrijwilligersorganisaties van PEP Den Haag of het Goed Geregeld keurmerk van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) zijn. Ook kan worden gedacht aan het vastleggen van een formeel vrijwilligersbeleid en integriteitsbeleid. Dit is onder meer vereist voor het in aanmerking komen voor de gratis Verklaring Omtrent het Gedrag regeling van de Rijksoverheid.

 

e. het vergroten van de flexibilisering van de inzet van vrijwilligers.

Flexibilisering stelt organisaties in staat om plaats- en tijdonafhankelijk vrijwilligerswerk te kunnen bieden. Een voorbeeld hiervan is een online omgeving met een kalender of rooster waarbij vrijwilligers kunnen aangeven op welke data, tijden, plaatsen en voor welke soorten werkzaamheden zij beschikbaar zijn voor vrijwilligerswerk. Hiermee kan een vrijwilligersfunctie van 40 uur per week worden gereduceerd naar meerdere functies van 3 uur per week, en wordt de drempel voor vrijwilligers om zich in te zetten en de gevraagde tijdsinvestering lager.

 

Den Haag, 9 februari 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen