Organisatie | Echt-Susteren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad (Reglement van orde Raad Echt-Susteren 2020) |
Citeertitel | Reglement van orde Raad Echt-Susteren 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Echt-Susteren 2018.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2021 | nieuwe regeling | 16-12-2020 | 589357 |
De raad van de gemeente Echt-Susteren,
gezien het voorstel van het presidium van Echt-Susteren d.d. 10 oktober 2018 met BBV nummer 589352;
mede gezien het voorstel van het presidium van Echt-Susteren d.d. 16 november 2020 met BBV nummer 63054;
Vast te stellen het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Echt-Susteren 2020:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
Artikel 6. Benoeming wethouders
De burgemeester kan krachtens het tweede lid van art. 170 van de Gemeentewet voor de aanvang van iedere ambtstermijn van een wethouder, opdracht geven om de kandidaat-wethouder aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad.
Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit het vierde lid van art. G1 en aan artikel G3 van de Kieswet en komt niet voor in het register zoals bedoeld in het eerste lid van art. G1 en art G3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.
Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen
Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda
De voorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken - voor zover deze stukken niet al eerder aan de raadsleden zijn verzonden -, met uitzondering van de in het eerste en tweede lid van artikel 25 van de Gemeentewet bedoelde stukken.
Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep ten gemeentehuize ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en door middel van openbare kennisgeving.
Artikel 11a Openings- en sluitingsgebed
De opening door de voorzitter geschiedt met een gebed – waarnaar de aanwezigen in stilte luisteren – van de volgende inhoud:
God, Gij alles in allen, wij vragen U om respect voor elkaar, wijsheid en bestuurskracht om deze vergadering vruchtbaar te laten worden ten diensten van alle mensen in deze gemeente. Amen.
De sluiting van de vergadering door de voorzitter geschiedt met een gebed – waarnaar de aanwezigen in stilte luisteren – van de volgende inhoud:
Wij danken U, God, voor de verrichte arbeid in deze vergadering. Moge onze genomen besluiten leiden tot meer gerechtigheid, vrede en geluk in deze gemeente. Amen.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Na de beraadslaging legt de voorzitter het voorstel ter stemming voor. Alle aanwezige raadsleden dienen hun stem uit te brengen. Raadsleden kunnen aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig art. 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
Artikel 18a. Hoofdelijke stemming
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken
Een besluitenlijst bevat in ieder geval:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 23. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 25. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van het derde en vierde lid van art. 25, het tweede en derde lid van art. 55, of het tweede en derde lid van art. 86 van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden
Artikel 30. Initiatiefvoorstel
Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, e.e.a. conform het bepaalde in lid 4 van art. 9 van dit reglement. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is, wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Artikel 32a Ondershandse vragen om inlichtingen
Deze vragen, die aangehaald worden in de Memorie van Toelichting op de Gemeentewet (1992, Kamerstukken II 1985/1986, 19403, 3, p.41) over informatie als bedoeld in artikel 169 lid 2 en artikel 180 lid 2 Gemeentewet, worden afgehandeld op basis van de procedure zoals beschreven in de ambtsinstructies voor de griffier en de gemeentesecretaris.
Artikel 33. Vragen om inlichtingen (op grond van art. 169 lid 3 en 180 lid 3 Gemeentewet)
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn ingediend. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het college of de burgemeester het raadslid hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording wel zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Hoofdstuk 3a. Raadsconferenties
Het verzoek bevat een precieze en gemotiveerde beschrijving inzake datum, aanvangstijdstip, locatie, agenda, doelstelling (informatievergaring of beeldvorming), de deelname van leden van raadscommissies aan de beraadslagingen, de deelname van toehoorders aan de beraadslagingen en ondersteuning door ambtenaren en externen. Het verzoek wordt ingediend bij de griffier.