Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent subsidie (Subsidieregeling Rotterdams Onderwijsbeleid 2021-2022) |
Citeertitel | Subsidieregeling Rotterdams Onderwijsbeleid 2021-2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Rotterdams Onderwijsbeleid 2016-2017 Leren Loont, Nadere regels Rotterdams Onderwijsbeleid 2017-2018 en de Nadere Regels Rotterdams Onderwijsbeleid 2018–2019 (herzien).
Deze regeling vervalt op 1 augustus 2022.
https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Actueel/Rotterdam/CVDR306362.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-02-2021 | nieuwe regeling | 09-02-2021 | Gemeenteblad 2021, nummer 21 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling van 9 februari 2021, 21MO00404;
gelet op de artikelen 3, 4, 6, 7, 13 en 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014);
overwegende, dat het wenselijk is een Subsidieregeling vast te stellen, ter uitvoering van het Rotterdams onderwijsbeleid 2019-2022 Gelijke Kansen voor elk talent;
besluit tot het vaststellen van:
Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten en doelgroepen.
Artikel 5 Berekening van uurtarieven
Bij het hanteren van uurtarieven in het kader van het beoordelen van de aanvraag worden de volgende standaardberekeningswijzen toegepast:
Voor de toepassing van deze subsidieregeling geldt voor de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 juli 2022 een subsidieplafond van in totaal € 46.730.000. Dit bedrag is onder voorbehoud van de jaarlijkse goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad van Rotterdam en onder voorbehoud van verkrijging van middelen van het Rijk. Het subsidieplafond bestaat uit de volgende deelplafonds:
Artikel 7 Wijze van verdeling en hoogte van de subsidie
De diverse subsidies worden verdeeld op basis van de methodieken, bedoeld in de bijlagen 2 en 3 bij deze regeling.
De Rotterdamse vo-schoolbesturen nemen in hun jaarlijkse subsidieaanvraag voor het Rotterdams Onderwijsbeleid op hoe zij inhoud geven aan uitgangspunten die zijn vastgelegd in het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Rotterdam 2021-2026 voor wat betreft de volgende onderdelen: Goede opstroom- en doorstroommogelijkheden, Bestrijding segregatie en Internationale schakelklassen.
Artikel 10 Subsidieverantwoording
In aanvulling op artikel 13, tweede lid, en artikel 14, tweede lid, van de SVR 2014 wordt de subsidieverantwoording ingediend met behulp van het vastgestelde subsidieverantwoordingsformulier. Daarnaast geldt dat voor het subsidieonderdeel Veiligheid op school bij de verantwoording naast het vastgestelde subsidie-verantwoordingsformulier ook het audit-rapport wordt overgelegd, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onderdeel a.
Scholen in het po in groep 1 zijn alle scholen met het inspectieoordeel zeer zwak of onvoldoende, aangevuld met scholen waarvan de indicatoren uit het nieuwe onderwijsresultatenmodel voor het primair onderwijs onder één of beide signaleringswaarden liggen, uitgezonderd scholen met de waardering Goed of het predicaat Excellent van de Inspectie van het Onderwijs.
Een schoolbestuur heeft de mogelijkheid om van het eigen bestuur in plaats van een po-school die zich in groep 1 bevindt en waarvoor het bestuur de risico’s voor de schoolprestatie laag inschat, een andere po-school voor te dragen uit groep 2, waarvoor het bestuur een risico ziet voor de schoolprestatie of een ander ontwikkelrisico. Deze voordracht wordt onderbouwd met de eigen kwaliteitsnormen en -ambities van het schoolbestuur.
Scholen in het po in groep 2 zijn alle scholen met de waardering Goed of het predicaat Excellent, aangevuld met scholen waarvan de indicatoren uit het nieuwe onderwijsresultatenmodel voor het primair onderwijs boven, of op beide signaleringswaarden liggen, uitgezonderd scholen met het inspectieoordeel zeer zwak of onvoldoende.
Een schoolbestuur heeft de mogelijkheid om po-scholen die zich in groep 2 bevinden en waarbij het bestuur een risico ziet voor de schoolprestatie of een ander ontwikkelrisico, voor te dragen om geplaatst te worden in groep 1. Deze voordracht wordt onderbouwd met de eigen kwaliteitsnormen en -ambities van het schoolbestuur.
Scholen in het vo in groep 1 zijn alle scholen met het inspectieoordeel zeer zwak of onvoldoende, aangevuld met scholen waarvan de school, of een van de afdelingen van de school, onder minstens één van de normen van de vier indicatoren van het onderwijsresultatenmodel voor het voortgezet onderwijs scoren, uitgezonderd scholen met de waardering Goed of het predicaat Excellent van de Inspectie van het Onderwijs. Een schoolbestuur heeft de mogelijkheid om van het eigen bestuur in plaats van een vo-school die zich in groep 1 bevindt en waarvoor het bestuur de risico’s voor de schoolprestatie laag inschat, een andere vo-school voor te dragen uit groep 2 waarvoor het bestuur een risico ziet voor de schoolprestatie of een ander ontwikkelrisico. Deze voordracht wordt onderbouwd met de eigen kwaliteitsnormen en -ambities van het schoolbestuur.
Scholen in het vo in groep 2 zijn alle scholen met de waardering Goed of het predicaat Excellent, aangevuld met scholen waarvan de school, en alle afdelingen van de school, op of boven alle normen van de vier indicatoren van het onderwijsresultatenmodel voor het voortgezet onderwijs scoren, uitgezonderd scholen met het inspectieoordeel zeer zwak of onvoldoende.
Een schoolbestuur heeft de mogelijkheid om vo-scholen die zich in groep 2 bevinden en waarbij het bestuur een risico ziet voor de schoolprestatie of een ander ontwikkelrisico, voor te dragen om geplaatst te worden in groep 1. Deze voordracht wordt onderbouwd met de eigen kwaliteitsnormen en -ambities van het schoolbestuur.
Onverminderd artikel 12 van de SVR 2014, gelden voor de subsidieontvanger die een subsidie ontvangt voor activiteiten in het kader van schoolontwikkeling de volgende verplichtingen:
indien middelen beschikbaar voor scholen in groep 2 ingezet worden op scholen in groep 1, worden deze middelen ingezet voor extra activiteiten gericht op verhoging van de schoolprestaties en verbetering van de schoolresultaten en daarmee het verkleinen van schoolverschillen om boven de ondergrens po of norm vo te komen;
Artikel 12 Burgerschapsinitiatieven en deskundigheidsbevordering burgerschap
De subsidie Burgerschapsinitiatieven en deskundigheids-bevordering burgerschap is voor ondersteuning aan kleinschalige burgerschapsinitiatieven die bijdragen aan de uitgangspunten van het manifest ‘Scholen: veilige oefenplaats voor burgerschap’ op Rotterdamse scholen en ve-instellingen en is voor projecten en initiatieven die bijdragen aan deskundigheidsbevordering van leraren en overige onderwijsprofessionals met als doel van leerlingen democratische Rotterdammers te maken. Er wordt naar gestreefd dat iedere school een veilige oefenplaats is voor democratisch burgerschap.
Artikel 13 Zij-instroom en opscholing onderwijsassistenten
Artikel 15 Anders organiseren, innoveren en ruimte directies
De subsidie Anders organiseren, innoveren en ruimte directies is ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van projecten in het kader van ‘anders organiseren en innoveren’. Deze subsidie dient ter stimulering van experimenten en pilots, die op de lange termijn bijdragen aan een andere opbouw van de organisatie of die bijdragen aan het duurzaam aantrekkelijk maken van het beroep van leraar en ter versterking van de inzet van directies en teams voor de ontwikkeling en uitvoering van deze initiatieven. De subsidie Anders organiseren, innoveren en ruimte directies kan ingezet worden voor scholing, ontwikkeling of begeleiding van schoolteams ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van projecten in het kader van anders organiseren en het plan Slim organiseren.
Artikel 16 Rotterdamse lerarenbeurs
De subsidie Rotterdamse lerarenbeurs is voor het stimuleren van het beste onderwijs in Rotterdam door medewerkers die bij de uitoefening van hun beroep direct bijdragen aan de bevordering van het leerproces, te ondersteunen in hun ontwikkeling en hen te boeien en te binden aan het uitoefenen van hun vak in Rotterdam.
Onverminderd artikel 12 van de SVR 2014, gelden voor de subsidieontvanger die een subsidie ontvangt voor activiteiten in het kader van de Rotterdams lerarenbeurs de volgende verplichtingen:
de beurs wordt ingezet voor een activiteit die een bijdrage levert aan de bekwaamheid van de medewerkers die werkzaam zijn in het onderwijs zoals opgenomen in de Wet op de beroepen in het onderwijs, of die werkzaam zijn bij een ve-instelling en die bij de uitoefening van hun beroep direct bijdragen aan het leerproces van peuters, leerlingen en studenten;
medewerkers ten behoeve waarvan de Rotterdamse lerarenbeurs wordt aangevraagd hebben een vaste aanstelling van ten minste 0,575 fte indien zij werkzaam zijn in het po, het vo of het v(s)o, hebben een vaste aanstelling van ten minste 0,5 fte indien zij werkzaam zijn in het ve of hebben een aanstelling van ten minste een half jaar indien zijn werkzaam zijn in het mbo.
Artikel 17 Van onderwijs naar arbeidsmarkt
De subsidie Van onderwijs naar arbeidsmarkt is bestemd voor voorstellen die eraan bijdragen dat jongeren een bewuste keuze maken voor beroepen/branches/beroepssectoren, en voor het verbeteren van de doorstroming van jongeren naar hogere onderwijsniveaus en de arbeidsmarkt. Uitgangspunt is dat jongeren naar economische zelfstandigheid worden begeleid. Aandacht voor groei- en tekortsectoren is daarbij van essentieel belang.
Artikel 18 Sociale veiligheid in en om scholen
De subsidie Dagprogrammering is voor dagprogrammering op po scholen in de Children’s Zone. De dagprogrammering draagt bij aan goede onderwijsresultaten, bredere vorming en een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. De subsidie Lekker Fit! en IKEI kan deel uitmaken van de dagprogrammering.
Artikel 20 Dagprogrammering buiten de Children’s Zone
De subsidie Dagprogrammering buiten de Children’s Zone is voor dagprogrammering op po scholen in wijken buiten het gebied van de Children’s Zone, maar wel in het werkgebied van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, zijnde Charlois, Feijenoord en IJsselmonde. De dagprogrammering draagt bij aan goede onderwijsresultaten, bredere vorming en een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. De subsidie Lekker Fit! en IKEI kan deel uitmaken van de dagprogrammering.
Dagprogrammering is de uitbreiding van de onderwijstijd op basisscholen met tien lesuren per leerling per week. Scholen worden in de gelegenheid gesteld om vanuit het bestaande extra aanbod (leertijduitbreiding inclusief Lekker Fit! en IKEI) stapsgewijs toe te werken naar een volledig programma van tien uur.
Artikel 21 Schakelklassen primair onderwijs
Artikel 23 Ieder Kind Een Instrument
Met de subsidie ‘Ieder Kind Een Instrument’ geeft de school muziekles een vaste plek binnen het curriculum. De leerlingen krijgen de kans zich muzikaal te ontwikkelen. In samenspraak met de school ontwerpt SKVR een programma dat aansluit bij de visie van de school.
Artikel 25 Veiligheid op school
De subsidieregeling Rotterdams Onderwijsbeleid 2020-2021 blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van die regeling en op volledige aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van deze subsidieregeling.
Artikel 27 Inwerkingtreding en werkingsduur
Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 augustus 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze subsidieregeling zijn verstrekt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 februari 2021.
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 12 februari 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de begrippen uitgelegd die in de subsidieregeling worden gehanteerd. Op een aantal hiervan volgt hieronder een nadere toelichting.
NPRZ: Nationaal Programma Rotterdam Zuid is een samenwerkingsverband van Rijk, gemeente, schoolbesturen, woningcorporaties, zorginstellingen en werkgevers van Zuid, politie en Openbaar Ministerie met als doel om Zuid in 2030 op het niveau van G4 steden gemiddeld te komen; dat geldt voor zowel school als werk, als wonen.
Artikel 4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In deze artikelen wordt uitgelegd welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. De bedoelde accountantskosten in dit artikel maken deel uit van het totaal verleende bedrag. Er worden geen extra middelen beschikbaar gesteld.
In dit artikel wordt uitgelegd hoe de houder subsidie voor Rotterdams onderwijsbeleid kan aanvragen. De subsidie voor het schooljaar 2021-2022 kan worden aangevraagd tot en met 1 mei 2021. Na het indienen van deze aanvraag is een hersteltermijn mogelijk. Deze termijn wordt in overleg met de gemeente bepaald. De subsidieaanvraag bestaat uit een Word-aanvraagformulier en een Excel-aanvraagformulier. Beide formulieren zijn beschikbaar op het webportaal van de gemeente Rotterdam. Voor de aanvraag subsidie schakelklassen kan contact worden opgenomen met de beleidsadviseur schakelklassen van de gemeente Rotterdam.
Artikel 18 Sociale veiligheid in en om scholen
Deze subsidie ter bevordering van de veiligheid op scholen is bestemd voor het mbo en het vo. Er wordt voor zowel de besturen in het mbo als de besturen in het vo een bedrag beschikbaar gesteld. Voor dit bedrag kan een gezamenlijke aanvraag ingediend worden voor inzet op veiligheid op de scholen die hier het meest behoefte aan hebben.
Artikel 19 Dagprogrammering en Artikel 20 Dagprogrammering buiten de Children’s Zone
Dagprogrammering beslaat 10 uur per week bovenop de reguliere onderwijstijd. In totaal is Dagprogrammering op jaarbasis 400 uur bovenop de reguliere 940 uur. Schoolbesturen dienen op basis van het programma van eisen een aanvraag in voor 10 uur dagprogrammering per week. Een deel van dagprogrammering is subsidiabel, die uren zijn onder regie van de school. Een deel van de verstrekking is in natura (zoals Lekker Fit!, IKEI).
Het programma van eisen wordt door de gemeente met de betrokkenen afgestemd en gedeeld. Scholen van buiten de Children’s Zone, maar in het werkgebied van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, kunnen kiezen voor een groeimodel. De stap van nul naar tien extra activiteituren per week kan voor de schoolorganisatie te groot zijn, de scholen kunnen ervoor kiezen om in stappen toe te werken naar tien uur dagprogrammering per week. Uit de aanvraag moet blijken wat het groeipad van de school naar de tien uur dagprogrammering is.
Artikel 21 Schakelklassen primair onderwijs
Voor de uitvoering is expertise op het gebied van opvang nieuwkomers vereist. Deze expertise is aanwezig bij een beperkt aantal scholen. Deze scholen die hier bedoeld worden, zijn opgenomen in Artikel 20 lid 4. Voor een nieuwe aanvraag subsidie schakelklassen kan contact opgenomen worden met de beleidsadviseur schakelklassen van de gemeente Rotterdam.
Bijlage 1 Activiteiten en doelgroepen als bedoeld in artikel 3, tweede lid
In onderstaande tabel wordt uitgewerkt door welke doelgroepen de diverse subsidies kunnen worden aangevraagd.
Bijlage 2 Wijze van verdeling en hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 7
Bijlage 3: Berekening verdeling schoolontwikkelingsbudget als bedoeld in artikel 7
Basisbestanden van DUO: data.duo.nl
Voortgezet onderwijs, leerlingen
Inzet van het beschikbare bedrag
Het beschikbare bedrag van € 19.990.000 wordt voor het schoolontwikkelingsbudget gesplitst naar po, vo en (v)so en ingezet conform verder beschreven systematiek.
Algemene uitgangspunten voor berekening
De beschikbare middelen zijn onderverdeeld naar drie hoofdgroepen: po, vo en (v)so (zie onderstaande tabel). De scholen voor (v)so kunnen maximaal € 10.000 subsidie per vestiging krijgen. De te verdelen middelen voor po en vo worden berekend door het totale budget te verminderen met € 10.000 per schoolvestiging (v)so per hoofdgroep (zie onderstaande tabel).
Berekening schoolontwikkelingsbudget primair onderwijs
Berekening schoolontwikkelingsbudget voortgezet onderwijs
Het resterende bedrag wordt over alle leerlingen (van praktijkonderwijs tot gymnasium) voortgezet onderwijs verdeeld. Het bedrag per leerling wordt bepaald op basis van het beschikbare gecorrigeerde vo-budget, het leerlingaantal op de betreffende schoolvestigingen en het aantal leerlingen dat daarvan woont in een APC-gebied. De berekening is als volgt: