Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
RVV 1990: Reglement Verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
- b.
motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
- c.
houder van een motorvoertuig: persoon die een auto van zijn/haar werkgever gebruikt of gebruiker is van een lease-auto;
- d.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift verboden is;
- e.
parkeerplaats: een voor het parkeren bestemd en als zodanig aangeduid gedeelte van de openbare weg of terrein;
- f.
privéparkeerplaats: een gebouwde, dan wel ongebouwde parkeervoorziening op eigen terrein of een voor parkeren bestemd terrein voor privégebruik;
- g.
parkeerschijfzone: een zone, aangeduid met het bord E10 uit de bijlage van het RVV 1990, waarbinnen het gebruik van de parkeerschijf verplicht is op grond van de regels die daarvoor zijn gesteld in het RVV1990, artikel 25;
- h.
ontheffing: ontheffing van het gebruik van de parkeerschijf in een parkeerschijfzone;
- i.
ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;
- j.
winkels: bedrijven conform de zgn. "SBI-codes" beginnend met 47 (detailhandel en reparatie ten behoeve van particulieren);
- k.
BVO: bruto vloeroppervlak;
- l.
onderwijsinstelling: scholen, crèches, kinderdagverblijven en naschoolse opvang;
- m.
hulpverleners: eerstelijnsgezondheidszorg, verloskundigen, thuiszorg, kraamzorg en mantelzorgers;
- n.
mantelzorg: de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: familieleden, vrienden en kennissen;
- o.
utiliteitsverkeer: aannemers, schilders, loodgieters en dergelijke die vanwege werkzaamheden binnen het gebied van de parkeerschijfzone aldaar moeten parkeren.
Artikel 2 Gebiedsafbakening
De beleidsregels zijn van toepassing op alle parkeerschijfzones in Capelle aan den IJssel.
Artikel 3 Ontheffingen
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen van het gebruik van de parkeerschijf in een parkeerschijfzone aan de volgende doelgroepen:
- a.
- b.
bedrijven, winkeliers en (onderwijs)instellingen;
- c.
- d.
- e.
- 2.
Een ontheffing geldt uitsluitend in de parkeerschijfzone waarbinnen het woonadres of het bedrijf waarvoor de ontheffing is afgegeven zich bevindt.
- 3.
Met uitzondering van utiliteitsverkeer worden geen ontheffingen verleend voor de parkeerschijfzone op het noordwestelijke parkeerterrein van winkelcentrum De Koperwiek, gelegen in de hoek van de Fluiterlaan en de Kerklaan.
- 4.
Met uitzondering van bewoners van Centrumpassage 4 tot en met 98, hulpverleners en utiliteitsverkeer worden geen ontheffingen verleend voor de parkeerschijfzone tussen de Fluiterlaan, Rivierweg en de het bebouwingsblok met daarin gelegen de bibliotheek en het theater.
- 5.
Er worden alleen ontheffingen afgegeven voor voertuigen met als maximale afmetingen:
Artikel 4 Bewonersontheffing
- 1.
Een bewonersontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, indien deze woont binnen een onder artikel 2 bedoelde parkeerschijfzone en geen privéparkeerplaats heeft (of kan huren in een bij de woning behorende parkeervoorziening).
- 2.
In het centrum komen de bewoners van de Centrumpassage 4 tot en met 98, Duikerlaan 18 tot en met 52, 72 tot en met 198, Fluiterlaan 196 tot en met 240, 246 tot en met 290 en 296 tot en met 340, Kerklaan 451 tot en met 489 en 500 tot en met 666, Reigerlaan 215 tot en met 249, Rivierweg 24 tot en met 38, 64 tot en met 94, 11 tot en met 170 en 210 tot en met 258, Stadsplein 65 tot en met 84 en Steenloperstraat 6 tot en met 44 in aanmerking voor een ontheffing.
- 3.
Per adres worden maximaal twee bewonersontheffingen verleend.
- 4.
Bewonersontheffingen worden geregistreerd op kenteken, hierbij kan maximaal één kenteken per ontheffing worden geregistreerd. Elk kenteken moet geregistreerd staan op naam van een bewoner van het woonadres. Bij een bedrijfsauto is een verklaring van de werkgever vereist dat door de bewoner in deze auto gereden mag worden en bij een lease-auto is een lease-contract van de bewoner vereist.
- 5.
Indien kan worden aangetoond dat registratie op kenteken niet werkbaar is, kan een bewonersontheffing worden geregistreerd op code.
Artikel 5 Bezoekersontheffing
- 1.
Een bezoekersontheffing kan worden verleend aan bewoners van de onder artikel 2 beschreven parkeerschijfzones ten gunste van eigen bezoek.
- 2.
Het maximum aantal uit te geven bezoekersontheffingen bedraagt één per woonadres.
- 3.
De geldigheidsperiode van een bezoekersontheffing is maximaal gelijk aan drie jaar en één maand.
- 4.
Bezoekersontheffingen worden geregistreerd op code.
Artikel 6 Bedrijfs-, winkeliers- en onderwijsinstellingsontheffing Diepenbuurt-Noord
- 1.
Ontheffingen kunnen worden verleend aan bedrijven, winkels en onderwijsinstellingen gevestigd in de parkeerschijfzone Diepenbuurt-Noord, indien er geen of onvoldoende gelegenheid aanwezig is voor parkeren op eigen terrein (of kan huren in een bij het bedrijf behorende parkeervoorziening).
- 2.
Het maximum aantal uit te geven ontheffingen per bedrijf en winkel bedraagt één per 50 m2 BV() minus het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein (dat men heeft of kan huren in een bij dat bedrijf behorende parkeervoorziening). Bij het bepalen van het aantal ontheffingen op basis van het aantal m2 BV() wordt bij een resterend aantal van 25 of meer m2 één ontheffing extra toegevoegd.
Aan bedrijven en winkels met in totaal minder dan 50 m2 BV() die geen gelegenheid hebben tot parkeren op eigen terrein kan één ontheffing worden verleend.
- 3.
Het maximum aantal uit te geven ontheffingen per onderwijsinstelling bedraagt één per klaslokaal of 1,2 per 100 m2 BVO crèche, kinderdagverblijf of naschoolse opvang. Bij het bepalen van het aantal ontheffingen op basis van het aantal m2 BVO wordt bij een resterend aantal van 40 of meer m2 één ontheffing extra toegevoegd.
- 4.
Bedrijfs-, winkels- en onderwijsinstellingsontheffingen worden geregistreerd op code.
- 5.
Een bedrijfs-, winkels- en onderwijsinstellingsontheffing is in de gehele parkeerschijfzone waar het bedrijf, de winkel of onderwijsinstelling gevestigd is geldig.
- 6.
De geldigheidsperiode van een bedrijfs-, winkels- en onderwijsinstellingsontheffing is maximaal gelijk aan twee jaar en één maand.
Artikel 7 Hulpverlenersontheffing
- 1.
Een hulpverlenersontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die met gebruik van dit voertuig als hulpverlener werkzaam is in de onder artikel 2 beschreven parkeerschijfzones.
- 2.
De geldigheidsperiode van een hulpverlenersontheffing is afhankelijk van de duur van de werkzaamheden en is maximaal gelijk aan één jaar en één maand.
- 3.
Hulpverlenersontheffingen worden geregistreerd op kenteken. Indien kan worden aangetoond dat registratie op kenteken niet werkbaar is, kan een hulpverlenerontheffing worden geregistreerd op code.
Artikel 8 Utiliteitsontheffing
- 1.
Een utiliteitsontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze voor noodzakelijke werkzaamheden genoodzaakt is te parkeren in het gebied.
- 2.
De geldigheidsperiode van een utiliteitsontheffing is gelijk aan de duur van de werkzaamheden, met een maximum van één jaar en één maand.
- 3.
Utiliteitsontheffingen worden geregistreerd op kenteken. Indien kan worden aangetoond dat registratie op kenteken niet werkbaar is, kan een ontheffing worden geregistreerd op code.
Artikel 9 Aanvraag van een ontheffing
- 1.
Aanvragen voor een ontheffing kunnen uitsluitend worden gedaan door een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier volledig in te vullen en te ondertekenen.
- 2.
Bij de aanvraag dient te zijn bijgevoegd:
- a.
indien een bewoners- of bezoekersontheffing, een kopie van een geldig legitimatiebewijs;
- b.
indien een bedrijfs-, winkeliers-, hulpverleners- of utiliteitsontheffing, een uittreksel van de kamer van koophandel (geldt niet voor een mantelzorgverlener);
- c.
indien een bedrijfs-, winkeliers-, onderwijsinstellingsontheffing een document waaruit het aantal m2 BVO dan wel het aantal klaslokalen blijkt;
- d.
indien een bewoners-, hulpverleners- of utiliteitsontheffing, een kopie van het kentekenbewijs (tenaamstelling; bij een mantelzorgverlener dient het kenteken op naam van de verzorger te staan), dan wel een kopie van het leasecontract of een verklaring van de werkgever dat door de persoon in de auto gereden mag worden;
- e.
indien een hulpverlenerontheffing voor een mantelzorgverlener tevens: een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de mantelzorgverlener; en recente verklaring van de huisarts (maximaal twee maanden oud), van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of een andere professionele instantie waaruit blijkt dat de aanvrager aangewezen is op mantelzorg door de mantelzorgverlener voor wiens voertuig een ontheffing wordt aangevraagd. Ook volstaat een indicatie voor thuiszorg of een verpleeghuis. Als een huisarts geen verklaring wil afgeven, dan is een verklaring vereist van het CIZ of een andere professionele instantie.
Het college van burgemeester en wethouders beslist op de aanvraag binnen acht weken nadat de aanvraag is binnengekomen.
- 3.
Ontheffingen worden slechts dan verstrekt, als de daarvoor geldende leges zijn voldaan.
- 4.
Indien binnen 30 dagen nadat de aanvrager is uitgenodigd om aanvullende gegevens te verstrekken, deze naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders niet volledig zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Artikel 10 Vervanging bij verlies van een ontheffing
- 1.
Bij verlies van een ontheffing kan een nieuwe ontheffing worden verstrekt met dezelfde (resterende) geldigheidsduur als de oude ontheffing.
- 2.
Na afgifte van een vervangende ontheffing is de oorspronkelijke ontheffing niet meer geldig.
Artikel 11 Vorm en plaatsing ontheffing
- 1.
Op de ontheffing staat ten minste vermeld:
- a.
het kenteken van het motorvoertuig of de motorvoertuigen waarvoor de ontheffing geldt, dan wel het code;
- b.
de periode waarvoor de ontheffing geldt (uitgezonderd op bewonersontheffingen);
- c.
het gebied waar de ontheffing geldt.
- 2.
De ontheffing dient duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te worden geplaatst.
Artikel 12 Intrekking ontheffing
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan de ontheffing intrekken of wijzigen:
- a.
op verzoek van de ontheffinghouder;
- b.
wanneer de ontheffinghouder uit het gebied, waarvoor de ontheffing is verleend, verhuist;
- c.
wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;
- d.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;
- e.
indien de ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften;
- f.
indien de aanwijzing van de parkeerplaatsen, waarvoor de ontheffing is afgegeven, is ingetrokken of indien de parkeerschijfzone in het betreffende gebied komt te vervallen;
- g.
om redenen van openbaar belang.
- 2.
Wijzigingen in de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing dienen door de ontheffinghouder binnen vier weken aan de gemeente kenbaar te worden gemaakt.
Artikel 13 Hardheidsclausule
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen besluiten een ontheffing te verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden of voor één of meer andere parkeerschijfzones dan is aangegeven in de hiervoor genoemde voorwaarden, In een dergelijk bijzonder geval wordt de aanvraag beoordeeld of de aanvrager onevenredig belast wordt door het niet in aanmerking komen voor een ontheffing. Dit is bijvoorbeeld het geval als het bedrijf door de beleidsregels in haar voortbestaan wordt bedreigd. Daarbij worden de noodzaak en mogelijk alternatieven afgewogen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen besluiten een bezoekersontheffing te verlenen aan bewoners die niet voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden of besluiten een groter aantal bezoekersontheffingen te verlenen dan is aangegeven in de hiervoor genoemde voorwaarden. Daarbij worden de noodzaak en mogelijke alternatieven afgewogen.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking.