Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Besluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de gemeentesecretaris, de concernmanagers, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Schagen houdende regels omtrent mandaat (Mandaatregeling gemeente Schagen 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de gemeentesecretaris, de concernmanagers, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Schagen houdende regels omtrent mandaat (Mandaatregeling gemeente Schagen 2021)
CiteertitelMandaatregeling gemeente Schagen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de de burgemeester, de gemeentesecretaris, de concernmanagers, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar.

Deze regeling vervangt de Mandaatregeling van de gemeente Schagen 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-02-2021nieuwe regeling

02-02-2021

gmb-2021-49170

21.406714

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de gemeentesecretaris, de concernmanagers, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Schagen houdende regels omtrent mandaat (Mandaatregeling gemeente Schagen 2021)

Besluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de gemeentesecretaris, de concernmanagers, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en de onderdelen b en c Gemeentewet, ieder voor zover het hun of zijn bevoegdheden betreft (Mandaatregeling gemeente Schagen 2021);

 

gelet op de Gemeentewet en op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t e n:

 

vast te stellen de Mandaatregeling Gemeente Schagen 2021

Artikel 1 Definities

  • a.

    Algemeen mandaat: algemeen mandaat als bedoeld in artikel 10:5 lid 1 van de wet

  • b.

    Bestuursorgaan: raad, college en de burgemeester

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders

  • d.

    Instructies: instructies als bedoeld in artikel 10:6 van de wet

  • e.

    Machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen, niet zijnde een bestuursrechtelijk besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling

  • f.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen

  • g.

    Ondermandaat: een door een gemandateerde verleend mandaat

  • h.

    Ondertekeningsmandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te ondertekenen als bedoeld in artikel 10:11 lid 1 van de wet

  • i.

    Raad: gemeenteraad van Schagen

  • j.

    Volmacht: de bevoegdheid om namens de volmachtgever privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten

  • k.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Algemeen mandaat

  • 1.

    Aan de gemeentesecretaris wordt, met inachtneming van het bepaalde in deze regeling, algemeen mandaat verleend, als bedoeld in artikel 10:5 lid 1 van de wet, om alle bevoegdheden van het college en de burgemeester uit te oefenen, met uitzondering van de in bijlage 1 vermelde bevoegdheden.

  • 2.

    De gemeentesecretaris verleent voor de hem gemandateerde bevoegdheden algemeen ondermandaat aan de concernmanagers en de teamleiders, met uitzondering van de in bijlage 2 vermelde bevoegdheden.

  • 3.

    Een concernmanager en een teamleider kunnen het in het tweede lid bedoelde ondermandaat slechts uitoefenen voor zover het betrekking heeft op de taken passend binnen hun functie en hun portefeuille respectievelijk team.

  • 4.

    Een teamleider verleent voor de aan hem gemandateerde bevoegdheden algemeen ondermandaat aan de medewerkers die binnen zijn team werkzaam zijn.

  • 5.

    Een medewerker kan het in lid 4 bedoelde ondermandaat slechts uitoefenen voor zover het betrekking heeft op de taken passend binnen zijn functie en met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.

Artikel 3 Mandaat aan derden

In bijlage 3 zijn gevallen opgenomen waarin met deze regeling mandaat wordt verleend aan derden, die niet onder verantwoordelijkheid van het college werkzaam zijn.

Artikel 4 Financiële besluiten

  • 1.

    Bij besluiten met financiële uitgaven wordt aan het mandaat als bedoeld in artikel 2 lid 4 de voorwaarde verbonden dat de budgethouder als bedoeld in de budgethoudersregeling instemming verleent aan de betreffende financiële uitgaven.

  • 2.

    Weigering van de in lid 1 genoemde instemming dient te worden gemotiveerd.

  • 3.

    Indien de gemandateerde en de budgethouder niet tot overeenstemming komen ten aanzien van de in lid 2 genoemde weigering, beslist de teamleider. Als de teamleider tevens budgethouder is, beslist de concernmanager Processen en Middelen.

  • 4.

    Bij besluiten, als bedoeld in lid 1, wordt een maximum gehanteerd van € 100.000,-.

  • 5.

    Bij besluiten, als bedoeld in lid 1, met een bedrag hoger dan € 100.000,- is instemming vereist van de teamleider. Als de teamleider tevens budgethouder is, is instemming van de concernmanager Processen en Middelen vereist.

  • 6.

    Bij besluiten als bedoeld in lid 5, kan de teamleider volstaan met een eenmalige instemming wanneer het repeterende uitgaven betreft, waarvoor reeds een budget is vastgesteld. Indien de teamleider tevens budgethouder is, is dit een bevoegdheid van de concernmanager Processen en Middelen.

Artikel 5 Vervanging

Bij afwezigheid of verhindering van de gemeentesecretaris, een concernmanager, een teamleider of medewerker worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens bevoegdheden uitgeoefend door diens plaatsvervanger, behoudens de bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van een ondermandaat.

Artikel 6 Schakelbepalingen

  • 1.

    Waar in dit besluit wordt gesproken over mandaat, dient – tenzij anders is bepaald – tevens te worden begrepen machtiging en volmacht.

  • 2.

    Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van mandaat door de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en de onderdelen b en c Gemeentewet.

Artikel 7 Ondertekeningsmandaat

Ondertekeningsmandaat wordt verleend aan de individuele leden van het college, voor zover het hun portefeuille betreft.

Artikel 8 Bekendmaking en evaluatie

  • 1.

    Bekendmaking van deze regeling gebeurt op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 van de wet.

  • 2.

    De concernmanager Processen & Middelen draagt zorg voor een periodieke evaluatie van deze regeling.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling is vastgesteld door het college, de burgemeester, de gemeentesecretaris, de concernmanagers, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar, voor zover het hun of zijn bevoegdheden betreft, op 2 februari 2021, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Mandaatregeling van de gemeente Schagen 2019’.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Mandaatregeling gemeente Schagen 2021’ en treedt een dag na bekendmaking in werking.

 

Vastgesteld op 2 februari 2021

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen,

M. van Kampen

Burgemeester

N. Swellengrebel

gemeentesecretaris

de burgemeester van de gemeente Schagen,

de gemeentesecretaris van de gemeente Schagen,

Concernmanager Processen en Middelen

Concernmanager Strategie en Beleid

Concernmanager Organisatie- & Leiderschapsontwikkeling

Teamleider Informatie en Advies

Teamleider Publieke dienstverlening

Teamleider Financiën

Teamleider Openbare ruimte

Teamleider Serviceteam

Teamleider Ruimtelijke projecten

Teamleider Ontwikkeling en Ondersteuning

Teamleider P&O Plus

Teamleider Veiligheid Plus

Teamleider Bouwzaken en procedures

Teamleider Ruimtelijke ontwikkeling

Teamleider Sociale ontwikkeling

Teamleider Ondersteuning en Wijkteam West

Teamleider Kwaliteit en Wijkteam Zuid

Teamleider Wijjkteams Noord en Oost

de heffingsambtenaar van de gemeente Schagen

de invorderingsambtenaar van de gemeente Schagen

BIJLAGE 1  

Bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 1 van deze regeling niet voor mandaat in aanmerking komen.

 

PUBLIEKRECHTEIJKE BEVOEGDHEDEN

 

  • 1.

    Het vaststellen van regels en beleid, met uitzondering van intern werkende regels.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen in adviescommissies en dergelijke als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet.

 

BIJZONDERE PUBLIEKRECHTELIJKE BEVOEGDHEDEN VAN DE BURGEMEESTER OP GROND VAN DE GEMEENTEWET

 

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 151b met betrekking tot het aanwijzen van een veiligheidsrisicogebied.

  • 4.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 151c met betrekking tot het installeren van vaste camera’s.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 154a met betrekking tot de tijdelijke ophouding van groepen van personen.

  • 6.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 172 over het toezicht en de handhaving van de openbare orde.

  • 7.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 172a en 172b over het geven van een bevel aan een persoon die de openbare orde heeft verstoord.

  • 8.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 174 over het toezicht op samenkomsten.

  • 9.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 174a over sluiten van een woning, lokaal of erf.

  • 10.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 174b over het aanwijzen van een gebied als veiligheidsrisicogebied.

  • 11.

    Het geven van noodbevelen op grond van artikel 175.

  • 12.

    Het vaststellen van noodverordeningen op grond artikel 176.

  • 13.

    Het nemen van besluiten op grond van 176a met betrekking tot het tijdelijk ophouden van en overbrengen van personen naar een bepaalde plaats.

 

PRIVAATRECHTELIJKE BEVOEGDHEDEN

 

  • 1.

    Het sluiten of opzeggen van een overeenkomst tot het aangaan van een Publiek Privaatrechtelijke Samenwerking, convenanten en bestuursovereenkomsten, inclusief intentieverklaringen hierover.

  • 2.

    Het sluiten of het opzeggen van overeenkomsten waarvan de financiële waarde de toegekende budgetten overstijgt.

  • 3.

    Het oprichten van en deelnemen aan rechtspersonen (stichtingen, vennootschappen, verenigingen en dergelijke).

  • 4.

    Het aanvaarden of afwijzen van erfstellingen, legaten, schenkingen.

  • 5.

    Het aanvaarden of afwijzen van een aanbod tot sponsoring.

  • 6.

    Het aanvragen van surseance van betalingen en faillissement.

  • 7.

    Het besluiten op verzoeken om schadevergoedingen hoger dan € 10.000,-, alleen wanneer de gemeente hier niet voor is verzekerd.

 

 

ARBEIDSRECHTELIJKE AANGELEGENHEDEN

 

  • 1.

    Het (besluiten tot het) aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten met, het ontslaan van – daaronder begrepen beëindiging, opzegging en ontbinding van arbeidsovereenkomsten - de gemeentesecretaris, alsmede de uitoefening van de bevoegdheden ten aanzien van het vervullen van nevenfuncties door de gemeentesecretaris.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over op grond van de wet tegen de gemeentesecretaris ingediende klachten.

 

OVERIG

 

  • 1.

    Mandaat wordt niet verleend in de in artikel 10:3 van de wet genoemde gevallen.

  • 2.

    Mandaat wordt niet verleend indien het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften, tenzij dit uit de regeling voortvloeit,

BIJLAGE 2  

Bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 2 van deze regeling niet voor ondermandaat in aanmerking komen.

 

  • 1.

    Het nemen van besluiten over de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    Het nemen van (besluiten over) disciplinaire maatregelen.

  • 3.

    Het aangaan van vaststellingsovereenkomsten ten aanzien van arbeidsrechtelijke aangelegenheden.

BIJLAGE 3  

Bevoegdheden die ingevolge artikel 3 van deze regeling door het bestuursorgaan zijn gemandateerd aan derden, die niet onder verantwoordelijkheid van het college werkzaam zijn.

 

I BESTUUR EN/OF DIRECTEUR VAN DE OMGEVINGSDIENST NOORD-HOLLAND NOORD

Op grond van afspraken, gemaakt tussen gemeente Schagen en de Omgevingsdienst NHN, en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst, worden door de Omgevingsdienst NHN taken uitgevoerd ten behoeve van gemeente Schagen.

 

In de Dienstverleningsovereenkomst Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland-Noord (DVO RUD NHN) d.d. 15 mei 2014 en in de daaropvolgende overeenkomsten die deze DVO vervangen zijn de taken en bevoegdheden opgenomen, die worden uitgevoerd overeenkomstig het verleende mandaat.

 

II HULPOFFICIER VAN JUSTITIE MET BETREKKING TOT DE BEVOEGDHEDEN VAN DE BURGEMEESTER OP GROND VAN ARTIKEL 3 I.V.M. DE ARTIKELEN 2 EN 9 VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD

 

  • 1.

    Het ondertekenen van besluiten genomen op grond van artikel 2, lid 1 en artikel 9, lid 1, van de Wet tijdelijk huisverbod met betrekking tot het opleggen en verlengen van een huisverbod.

  • 2.

    Het opnemen van contact met het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, als bedoeld in artikel 2, lid 3 van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 3.

    Het mondeling aanzeggen van een huisverbod, als bedoeld in artikel 2, lid 7 van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 4.

    Het meedelen van de inhoud van het huisverbod en de gevolgen van niet-naleving daarvan aan de uithuisgeplaatste en aan de instantie voor advies- en hulpverlening / advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, als bedoeld in artikel 2, lid 8 van de Wet tijdelijk huisverbod.

 

III GECERTIFICEERDE INSTELLING DE JEUGD- EN GEZINSBESCHERMERS TE HAARLEM

Op grond van hoofdstuk 6 van de Jeugdwet in rechte verzoeken tot machtiging (met spoed) tot uithuisplaatsing van een jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp in vrijwillig kader aan de rechtbank, dan wel een verzoek tot voorwaardelijke machtiging of verlenging van de machtiging.

 

IV DIRECTEUR GGD HOLLANDS NOORDEN

In spoedeisende gevallen een passende tijdelijke voorziening te treffen voor crisishulp en opvang van de jeugdige en volwassene ter uitvoering van het Meldpunt Veilig thuis (AMHK) onder de voorwaarde dat gebruik wordt gemaakt van de door de gemeente gecontracteerde organisaties (Besluit College van B&W d.d. 25 november 2014).

 

V DIRECTEUR GGD HOLLANDS NOORDEN

Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 1.46, lid 1, 1.47, lid 2 en 3, 1.47a, lid 1, 1,61, lid 1, 1,65, lid en 1.66, lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de bij of krachtens deze wet vastgestelde (nadere) regels. (Besluit College van B&W d.d. 20 april 2015).

 

VI COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DEN HELDER

 

  • 1.

    Het nemen van besluiten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (artikel 2.3.1 en verder) of de bij of krachtens deze wet vastgestelde uitvoeringsregelingen, voor zover sprake is van een behoefte aan opvang of beschermd wonen.

  • 2.

    Het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures die betrekking hebben op de onder 1 genoemde besluiten. Rechtsgedingen omvat ook het instellen van een kort geding, de voeging in strafzaken, de instelling van beroep, het verzoek tot schorsing van een aangevochten beslissing of het aanvragen van een voorlopige voorziening.

 

VII DIRECTEUR VAN DE OMGEVINGSDIENST NOORD-HOLLAND NOORD

Aan de directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord is met ingang van 1 januari 2014 mandaat verleend voor het archiefbeheer conform het bepaalde in artikel 3 van

de Archiefwet 1995 voor de uitvoering van de overeenkomst tussen de gemeente Schagen en de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord inzake het beheer van de archiefbescheiden die betrekking hebben op de taken die voortkomen uit het aan het directeur van de RUD verleende mandaat en daaraan verbonden dienstverleningsovereenkomst. Per 1 maart 2019 is de naam gewijzigd in Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.

 

VIII DE ALGEMEEN COMMANDANT BEVOLKINGSZORG

In geval van een crisissituatie als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Wet veiligheidsregio’s heeft de Algemeen Commandant Bevolkingszorg mandaat:

 

  • 1.

    om rechtshandelingen naar burgerlijk recht te verrichten, zoals het sluiten van overeenkomsten tot (ver)koop, (ver)huur, bruikleen van (on)roerende goederen, alsmede het sluiten van overeenkomsten van opdracht of van aanneming van werk tot een bedrag van maximaal € 25.000, -, exclusief BTW, per incident;

  • 2.

    om informatie te verschaffen en de informatievoorziening af te stemmen als bedoeld in artikel 7, de leden 1 tot en met 3, van de Wet veiligheidsregio's, met uitzondering van informatie over Slachtoffers, Identiteit, Oorzaak en Scenario's (SIOS); per crisissituatie ter grootte van een Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijding Procedure (GRIP) 0 en hoger.

 

Het mandaat wordt verleend met de instructies dat de Algemeen Commandant Bevolkingszorg:

 

  • a.

    de burgemeester zo mogelijk in kennis stelt van het voornemen om van het mandaat gebruik te maken of deze zo spoedig mogelijk na het gebruik van het mandaat in kennis stelt;

  • b.

    de bevoegdheid als bedoeld in onder 1 mag ondermandateren aan de Officier van Dienst Bevolkingszorg;

  • c.

    de bevoegdheid als bedoeld onder 2 mag ondermandateren aan: het Hoofd Communicatie (v/h Kwartiermaker Crisiscommunicatie) en de Voorlichter van Dienst Commando Plaats Incident dan wel de communicatieadviseurs van de Regionale Pool Communicatie of de medewerkers van het team Ontwikkeling en Ondersteuning, taakveld Communicatie;

  • d.

    aan het onder c. bedoelde ondermandaat de bijzondere instructie verbindt dat de betreffende medewerkers uitsluitend informatie verschaffen over Procedures, Processen en Feiten (PPF).

 

IX DE ALGEMEEN COMMANDANT GENEESKUNDIGE HULPVERLENING IN DE REGIO

De Algemeen Commandant Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio heeft mandaat om aanwijzingen te geven als bedoeld in artikel 6 van de Wet veiligheidsregio's, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk is uit een oogpunt van openbare orde.

 

Het mandaat wordt verleend met de instructie dat:

  • a.

    de burgemeester zo mogelijk in kennis wordt gesteld van het voornemen om van het mandaat gebruik te maken of zo spoedig mogelijk na het gebruik van het mandaat;

  • b.

    de Algemeen Commandant Bevolkingszorg deze bevoegdheid mag ondermandateren aan de Officier van Dienst Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio.

 

TOELICHTING

 

Algemene toelichting

 

Inleiding

De Mandaatregeling van de gemeente Schagen 2021 vervangt de Mandaatregeling van de gemeente Schagen 2019. Aanleiding voor de wijziging is ingegeven door de reorganisatie van het strategisch management van de organisatie en de daarmee gewijzigde organisatiestructuur en bevoegdheidsverdeling. Daarnaast is de regeling geactualiseerd met het oog op de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in 2020. Tevens zijn er technische en redactionele aanpassingen doorgevoerd. Omdat het al met al een forse aanpassing van de mandaatregeling uit 2019 betreft is er voor gekozen om die mandaatregeling in te trekken en te vervangen door de regeling 2021.

 

Mandaat

Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid namens een bestuursorgaan een besluit te nemen.

Mandaat moet worden onderscheiden van delegatie en attributie. Bij mandaat gaat het om het opdragen van een bevoegdheid en niet om het overdragen daarvan. zoals bij delegatie. De mandaatgever kan er dan ook voor kiezen om in een voorkomend geval zelf het besluit nemen. Dit kan met name het geval zijn bij ‘politiek gevoelige’ besluiten van het college. Bij dit soort besluiten is afstemming gewenst. Het vereist van de gemandateerde een zodanige politieke sensitiviteit, dat er in voorkomende gevallen voor zal worden gekozen het voorgenomen besluit voor te leggen aan het bestuursorgaan. Daartoe kan de kwestie worden besproken in het stafoverleg met de portefeuillehouder. De portefeuillehouder kan dan beslissen of er in mandaat kan worden besloten of dat het moet worden geagendeerd voor het college. Het is aan te bevelen om hierover werkafspraken te maken.

 

In overeenstemming met vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is er in 2019 gekozen voor een systematiek waarbij de omvang van het mandaat ondubbelzinnig vaststaat. Deze systematiek wijzigt niet in de nieuwe mandaatregeling. Het algemeen ondermandaat voor medewerkers blijft eveneens gehandhaafd.

 

Het algemeen ondermandaat van de concernmanagers, teamleiders en medewerker is gebaseerd op en vindt haar grens in de functie(beschrijving) en het takenpakket, zoals afgesproken bij aanstelling en eventueel aangevuld door nadere afspraken.

 

Wat dit betekent zal worden geïllustreerd aan de hand van de bevoegdheden ten aanzien van arbeidsrechtelijke aangelegenheden.

De gemeentesecretaris heeft op grond van artikel 2 lid 1 algemeen mandaat om alle bevoegdheden van het college en de burgemeester uit te oefenen. Daarmee heeft de gemeentesecretaris dus ook mandaat ten aanzien van de arbeidsrechtelijke bevoegdheden. Op grond van artikel 2 lid 2 hebben concernmanagers en teamleiders algemeen ondermandaat ten aanzien van alle bevoegdheden waarvoor aan de gemeentesecretaris algemeen mandaat is verleend. Hiervoor gelden twee uitzonderingen: de in bijlage 2 genoemde bevoegdheden en de voorwaarde dat het ondermandaat slechts uitgeoefend kan worden voor zover het betrekking heeft op de taken passend binnen de functie van de concernmanager of teamleider.

Binnen het takenpakket van de concernmanager Strategie en Beleid en de concernmanager Processen en Middelen valt niet de uitoefening van de bevoegdheden die de arbeidsrechtelijke positie van de collega-concernmanagers, de teamleiders en de medewerkers betreffen. Daarom hebben zij geen algemeen ondermandaat voor deze bevoegdheden. Zij mogen dus geen arbeidsovereenkomst aangaan, wijzigen of beëindigen met een collega-concernmanager, teamleider of medewerker.

Een uitzondering geldt voor de concernmanager Organisatie- en Leiderschapsontwikkeling, omdat deze concernmanager tot taak heeft om de teamleiders aan te sturen. Daarom heeft deze concernmanager wel het algemeen ondermandaat voor (het besluiten tot) het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten met teamleiders. Omdat deze concernmanager niet tot taak heeft om de medewerkers van de teams aan te sturen heeft hij/zij deze bevoegdheden niet ten aanzien van de medewerkers.

Binnen het takenpakket van de teamleiders valt de uitoefening van de bevoegdheden die de arbeidsrechtelijke positie van de medewerkers binnen hun team betreffen. Daarom hebben zij hiervoor dan ook algemeen ondermandaat.

 

Indien een medewerker tijdelijk of structureel taken buiten het bereik van diens eigen functie verricht moet bijzonder mandaat worden verleend als bedoeld in artikel 10:5 lid 1 van de wet. Bijvoorbeeld als de medewerker wordt gedetacheerd naar een ander team en daardoor wordt aangestuurd door de teamleider van dat andere team.

 

Op grond van artikel 5 heeft een plaatsvervanger hetzelfde algemeen (onder)mandaat als de medewerker die hij/zij wegens afwezigheid of verhindering vervangt.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Definities

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2 Algemeen mandaat

Het bestuursorgaan verleent algemeen mandaat aan de gemeentesecretaris met uitzondering van de in bijlage 1 vermelde bevoegdheden (lid 1).

 

De gemeentesecretaris verleent algemeen ondermandaat aan de concernmanagers en teamleiders met uitzondering van de in bijlage 2 vermelde bevoegdheden (lid 2).

 

In de vorige mandaatregeling werd er door de toenmalige afdelingshoofden algemeen ondermandaat verleend aan de medewerkers binnen diens afdeling: de teamleiders en de overige medewerkers. Na de reorganisatie zijn er geen afdelingen en afdelingshoofden meer. De huidige concernmanagers hebben een ander takenpakket dan de voormalige afdelingshoofden. Teamleiders krijgen nu rechtstreeks van de gemeentesecretaris algemeen ondermandaat verleend.

 

Een teamleider verleent voor de aan hem gemandateerde bevoegdheden algemeen ondermandaat aan medewerkers die binnen zijn team werkzaam zijn (lid 4).

 

De concernmanager, teamleider en medewerker kunnen het algemeen ondermandaat slechts uitoefenen voor zover het betrekking heeft op de taken passend binnen zijn functie (lid 3 en 5). Bij de bepaling van deze taken wordt uitgegaan van de functie(beschrijving) en het takenpakket, zoals afgesproken bij aanstelling en eventueel aangevuld door nadere afspraken.

 

Voor medewerkers geldt bovendien dat zij het algemeen ondermandaat slechts kunnen uitoefenen met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 (lid 5).

 

Artikel 3 Mandaat aan derden

Naast het algemeen mandaat aan de gemeentesecretaris, kunnen de bestuursorganen, waaronder het college of de burgemeester, mandaat verlenen aan derden, die niet onder verantwoordelijkheid van het college werkzaam zijn. In bijlage 3 is opgenomen welke derden dit betreft.

 

Artikel 4 Financiële besluiten

Financiële besluiten zijn besluiten waarbij uitgaven worden gedaan ten laste van een budget. Met name om financieel-technische redenen is afgezien van integratie van de mandaatregeling met de budgethoudersregeling. Gezien de onderlinge afhankelijkheid is wel gekeken naar de verhouding tussen gemandateerde en budgethouder. De budgethouder beschikt, namens het college, over exploitatie- en investeringsbudgetten. De budgethouder parafeert voor het ten laste of gunste van zijn budgetten brengen van facturen en invorderingsopdrachten.

 

De gemandateerde is verplicht de budgethouder te consulteren. Het is een voorwaarde om in mandaat te mogen besluiten. Als de budgethouder weigert akkoord te gaan met de uitgaven, moet dat gemotiveerd gebeuren. Als de gemandateerde niet instemt met de weigering, wordt het voorstel voorgelegd aan de teamleider van de gemandateerde, tenzij de teamleider budgethouder is. In dat geval wordt het voorstel voorgelegd aan de concernmanager Processen en Middelen.

 

Boven € 100.000,- is instemming vereist van de teamleider, tenzij de teamleider budgethouder is. In dat geval wordt het voorstel voorgelegd aan de concernmanager Processen en Middelen.

 

Bij herhalende uitgaven waarvoor reeds een budget is vastgesteld, kan de teamleider, dan wel concernmanager Processen en Middelen als de teamleider budgethouder is, volstaan met een eenmalige instemming met de uitgaven. In dat geval kan de medewerker (veelal de projectleider) binnen dat project besluiten nemen boven € 100.000,-. De teamleider, dan wel concernmanager Processen en Middelen als de teamleider budgethouder is, beoordeelt of het betreffende project voldoet aan de criteria.

 

In geval van (Europees) aanbesteden gaan beleid en regels die hiervoor zijn vastgesteld, vóór op de mandaatregeling.

 

Artikel 5 Vervanging

Ingeval van afwezigheid of verhindering van de gemeentesecretaris, een concernmanager, teamleider of medewerker hoeft er geen apart (onder)mandaat te worden verleend voor diens plaatsvervanger. De plaatsvervanger heeft dan hetzelfde (onder)mandaat als degene die hij vervangt, behoudens de bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van een ondermandaat.

 

Artikel 6 Schakelbepalingen

In deze mandaatregeling wordt naast het bestuursrechtelijk mandaat, ook machtiging en volmacht verleend.

 

Machtiging wordt verleend voor feitelijke handelingen zonder rechtsgevolg. Het betreft meestal handelingen die niet kunnen worden beschouwd als besluiten op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

 

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte (artikel 171 lid 1 Gemeentewet) en kan derhalve namens de rechtspersoon gemeente privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten, zoals het aangaan van een koop-, huur- of vaststellingsovereenkomst. Deze bevoegdheden kan de burgemeester opdragen aan een door deze aan te wijzen persoon (artikel 171 lid 2 Gemeentewet) door middel van een volmacht. In deze regeling zijn de bevoegdheden in de vorm van volmacht gekoppeld aan het (onder)mandaat. Is er (onder)mandaat voor bestuursrechtelijke besluiten, dan is er automatisch ook volmacht voor de privaatrechtelijke rechtshandelingen die hieruit voorvloeien of hiermee samenhangen. Er hoeft dus niet afzonderlijk nog een volmacht te worden verleend.

 

Ten aanzien van de heffings- en invorderingsambtenaren geldt dat het mandaat van toepassing is, wanneer de betreffende werkzaamheden, bijvoorbeeld legesheffing, onderdeel uitmaken van de functie en het takenpakket van de gemandateerde medewerker.

 

Artikel 7 Ondertekeningsmandaat

Ondertekeningsmandaat wordt verleend aan de portefeuillehouder voor zover het diens portefeuille betreft. In dat geval neemt het college wel zelf het besluit. Dit zal uit het besluit moeten blijken.

 

Artikel 8 Bekendmaking en evaluatie

De regeling wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad.

 

Over nieuwe (onder-)mandaatregelingen en aanpassingen daarvan wordt overlegd met de concernmanager Processen en Middelen. Deze wordt in kennis gesteld van besluiten daaromtrent en draagt zorg voor een periodieke evaluatie van de regeling.

 

Artikel 9 Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

BIJLAGE 1

Het betreft hier bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 1 van deze regeling niet voor mandaat in aanmerking komen.

 

Onder het kopje OVERIG, onder 1, zijn de bevoegdheden opgenomen die op grond van artikel 10:3 van de wet niet voor mandaat in aanmerking komen. Het gaat om de volgende gevallen:

 

  • Mandaat wordt niet verleend, indien de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet, dan wel indien een ander wettelijk voorschrift zich tegen mandaatverlening verzet. Het eerste betekent dat het karakter van het besluit met zich brengt dat het bestuur zelf (het college dan wel de burgemeester) moet beslissen. Het gaat om besluiten die niet ambtelijk kunnen worden afgedaan. Per geval zal een afweging gemaakt moeten worden. In geval van twijfel verdient het aanbeveling te kiezen voor bestuurlijke besluitvorming. Ook kan het zijn dat vanuit de wettelijke grondslag, waarop het besluit is gebaseerd, mandaatverlening wordt uitgesloten. Anders dan bij ‘politiek gevoelige’ besluiten, zijn in mandaat genomen besluiten die zich naar hun aard verzetten tegen mandaatverlening, onbevoegd genomen besluiten. Deze zullen door de bestuursrechter in de regel als onrechtmatig worden beoordeeld.

  • Mandaat wordt in ieder geval niet verleend, indien het een bevoegdheid betreft tot:

    • 1.

      het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij het verlenen van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien.

    • 2.

      het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet.

    • 3.

      het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

  • Mandaat tot het beslissen op bezwaar of op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, als bedoeld in artikel 7:1a van de wet, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

  • Mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete wordt niet verleend aan degene die van een overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt, indien artikel 5:53 van de wet van toepassing is.

 

In het kopje OVERIG, onder 2, is bepaald dat mandaat niet wordt verleend indien het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften, tenzij dit uit de regeling voortvloeit. Uitgangspunt is dat beleidsvorming en afwijken van beleid (hardheidsclausule) bij het college blijven, tenzij dit voortvloeit uit de regeling of de systematiek, dan wel wanneer het college hiertoe in een voorkomende situatie heeft besloten. Hieronder valt (dus) niet een (omgevings-)vergunning in afwijking van het bestemmingsplan, dan wel afwijken van de Welstandsnota. In het algemeen betreft mandaat besluiten betreffende beleidsuitvoering, bedrijfsvoering en beheer.

 

BIJLAGE 2

Het betref hier bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 2 van deze regeling niet voor ondermandaat in aanmerking komen.

 

Voor het nemen van besluiten over de ambtelijke organisatie, het opleggen van disciplinaire maatregelen en het aangaan van vaststellingsovereenkomsten ten aanzien van arbeidsrechtelijke aangelegenheden wordt geen ondermandaat verleend. Dat betekent dus dat alleen de gemeentesecretaris hiertoe het mandaat heeft.

 

BIJLAGE 3

Het betreft hier bevoegdheden die ingevolge artikel 3 van deze regeling door het bestuursorgaan zijn gemandateerd aan derden, die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college.