Organisatie | 's-Hertogenbosch |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning ‘s-Hertogenbosch 2021 |
Citeertitel | Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 's-Hertogenbosch 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage 1 en 2 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-02-2021 | 03-02-2021 | Nieuwe regeling | 09-02-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch,
in zijn vergadering van 9 februari 2021,
gezien het voorstel met reg.nr. 10332305,
het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente ’s-Hertogenbosch 2021 vast te stellen en met terugwerkende kracht met ingang van 3 februari 2021 in werking te laten treden.
kleinschalig wooninitiatief een woonsituatie op basis van een particulier initiatief waarbij minimaal drie en maximaal zesentwintig bewoners een persoonsgebonden budget als bedoeld in de wet ontvangen voor ondersteuning en hiervoor door bundeling van persoonsgebonden budgetten gezamenlijk de ondersteuning inkopen, én waarbij de bewoners verblijven op één woonadres als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet basisregistratie personen, of op verschillende woonadressen binnen een straal van honderd meter, waarin ten minste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten.
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget
Paragraaf 1 Controle en verantwoording PGB
artikel 2.1 Verantwoording en controle
De controle richt zich op de besteding van het doel van het persoonsgebonden budget. Er vindt geen controle plaats of het aantal geïndiceerde uren ook overeenstemt met het aantal door de PGB budgethouder ingekochte zorguren. Indien uit de gegevens van de sociale verzekeringsbank blijkt dat binnen een half jaar geen besteding heeft plaatsgevonden, vindt in overleg met de belanghebbende inwoner beëindiging of omzetting naar hulp in natura plaats. De gemeente controleert het gebruik van het persoonsgebonden budget per kalenderjaar. Bij onderbesteding > 25% volgt een overleg met de PGB budgethouder naar de oorzaak van de onderbesteding.
Paragraaf 3 Het hebben van zelfregie over het dagelijkse leven, het hebben van dagstructuur en het ontlasten van mantelzorgers
Paragraaf 4 Normaal gebruik van de woning artikel
Artikel 2.6 Persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming woonvoorzieningen
Het persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.
Paragraaf 5 Verplaatsen in en om de woning
Een pgb voor een rolstoel is maximaal gelijk aan het gemiddelde bedrag dat het College zou moeten betalen voor een naturaverstrekking via de gecontracteerde leveranciers. Dit gemiddelde bedrag kan bij nieuwkoop met 5% opslag verhoogd worden in verband met de minder gunstige inkoopcondities van een particulier. In bijlage 1 zijn de richtbedragen voor de verschillende voorzieningen opgenomen.
Paragraaf 6 Lokaal verplaatsen per vervoersmiddel
Artikel 2.8 Persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming vervoersvoorziening
Een pgb voor een vervoersmiddel is maximaal gelijk aan het gemiddelde bedrag dat het College zou moeten betalen voor een naturaverstrekking via de gecontracteerde leveranciers. Dit gemiddelde bedrag kan met 5% opslag verhoogd worden bij nieuwkoop in verband met de minder gunstige inkoopcondities van een particulier. In bijlage 1 zijn de richtbedragen voor de verschillende voorzieningen opgenomen.
Paragraaf 7 Onderhouden van sociale contacten
Via de hulpmiddelenleverancier (wheels2sport) kan een klant gratis een half jaar een sporthulpmiddel uitproberen. Daarna kan via een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming een sportvoorziening worden aangeschaft. Een persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 3000,-. Dit bedrag is bedoeld als vergoeding in aanschaf, onderhoud en reparatie van de sportvoorziening voor een periode van drie jaar. In bijzondere situaties kan van dit bedrag afgeweken worden.
HOOFDSTUK 3 bijdrage in de kosten
Voor alle maatwerkvoorzieningen waarvoor dit binnen de kader van de wet maatschappelijke ondersteuning is toegestaan, wordt een eigen bijdrage in de kosten volgens het Abonnementstarief opgelegd (Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Tenzij in het vervolg van dit Besluit hiervan wordt afgeweken. De eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen wordt vastgesteld en voor de gemeente geïnd door het Centraal Administratiekantoor conform artikel 2.1.4 lid 6 van de Wmo 2015.
Omvang van de eigen bijdrage: de totale omvang van de eigen bijdrages voor maatschappelijke ondersteuning, met uitzondering van maatschappelijke opvang en beschermd wonen (AR: beschermd wonen all-inclusive) is gelijk aan de totale kostprijs tot aan ten hoogste het op dat moment geldende abonnementstarief (nu € 19 per maand).
De eigen bijdrage in de kosten mag nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening of dienstverlening in natura, respectievelijk het bedrag van het PGB of de maandhuur die de gemeente voor de verstrekte voorziening betaalt. Een eigen bijdrage in de kosten wordt niet opgelegd indien de verstrekte voorziening bestaat uit de regiotaxi (collectief vraagafhankelijk vervoer). De Wmo-gerechtigde die met de regiotaxi reist, is echter wel een betaling verschuldigd (instaptarief en tarief aanvullend bedrag per kilometer). Een eigen bijdrage in de kosten wordt niet opgelegd als de verstrekte voorzienig (hulpmiddel of aanpassing) bestaat uit een gemeenschappelijke voorziening. Onder een gemeenschappelijke voorziening wordt verstaan een (woon)voorziening in/aan een gemeenschappelijke ruimte die niet alleen wordt gebruikt door de persoon tot wie de toekenningsbeschikking zich richt. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op begeleiding groep, beschermd wonen of maatschappelijke opvang.
Cliënten met een verzamelinkomen tot 110% van het sociaal minimum, krijgen wel een eigen bijdrage (fictief) opgelegd krijgen voor een maatwerkvoorziening (niet zijnde Beschermd Wonen all-Inclusief) door het Centraal Administratie Kantoor doch deze in opdracht van de gemeente niet wordt geïnd. Voor 2021 gelden de volgende inkomensgrenzen voor dit minimabeleid:
Het besluit nadere regels 2019 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van dit besluit, met dien verstaande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van voorzieningen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn verstrekt, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.